Candid. Platform
for growth.

Aart van Veller: Wat zou je doen als je niet kán falen?

Ondernemers met idealen. Ze zijn er genoeg. Maar de praktijk leert dat het niet altijd haalbaar is om die idealen om te zetten in een goed lopende business. Aart van Veller bewijst met Vandebron dat het wel degelijk kan. Het bedrijf dat de traditionele energiemarkt open wil breken, maakte van Van Veller één van de meest veelbelovende jonge ondernemers van dit moment.

Het idee
In 2013 bedacht Van Veller samen met zijn compagnons Remco Wilcke en Matthijs Guichelaar het idee achter Vandebron: traditionele energiebedrijven overbodig maken door de consument in staat te stellen zijn energie direct in te komen bij een duurzame producent. En die producent is ook blij, want die hoeft vervolgens niet een groot percentage van zijn winst af te staan aan een energiebedrijf. Vandebron fungeert als energiedienstverlener en brengt consument en producent bij elkaar.

Het resultaat
Het resultaat: een snel groeiend bedrijf dat daadwerkelijk bijdraagt aan een fundamentele verandering in de energiemarkt. En Van Veller is er nog niet. Hij wil met Vandebron zo snel mogelijk naar een wereld met 100 procent duurzame energie. Tijdens het ING Business Boost event, vertelde Van Veller dat hij vroeger andere plannen voor zichzelf had. ,,Ik wilde bankier worden, maar het is net even anders gelopen. Toen ik zeventien was kreeg ik van mijn aardrijkskundeleraar een boekje over de Club van Rome en daar werd ik door getriggerd. Ik voelde dat ik daar iets mee moest doen, maar ik wist niet precies wat. Vijf jaar later ging ik naar de Noordpool om daar onderzoek te doen naar klimaatverandering en dat was voor mij echt het moment waarop ik dacht: ‘ik kan niet meer terug. Ik moet hier iets mee doen’. Maar wel anders dan dat hele geitenwollensokken-idee. Dus op een ondernemersmanier, oplossingen bieden. Zo is het allemaal begonnen en dat maatpak en die secretaresse aan de Zuidas moest ik dus aan de kant schuiven.’’
,,Ik wilde bankier worden, maar het is net even anders gelopen.’’
Airbnb als inspiratiebron
Maar dan? Hoe begin je als jonge idealistische ondernemer in een keiharde zakelijke wereld? Van Veller keek naar een industrie die al bestaat en wist die op succesvolle wijze anders aan te pakken. ,,De kern zit ‘m er in dat wij transparantie brengen in een oude, vastgeroeste markt,” legt Van Veller uit. ,,In de nabije toekomst gaat iedereen zelf energie opwekken en daarbij is het heel onlogisch dat een energiebedrijf geld verdient aan jou. Het energiebedrijf van de toekomst moet jou juist helpen om zelf energie op te wekken en dat misschien weer te verhandelen naar anderen.’’
Het principe achter Airbnb bracht Van Veller en zijn compagnons op het idee om deze strategie in praktijk te brengen. ,,We zagen heel veel boeren die een windmolen in de tuin hebben of mevrouw De Vries met zonnepanelen op het dak die wat over heeft en we dachten waarom kun je dat niet direct kopen? Net als bij Airbnb, zonder tussenkomst van grote bedrijven. Dat basisidee is eigenlijk heel eenvoudig”.
,,Net als bij Airbnb, zonder tussenkomst van grote bedrijven. Dat basisidee is eigenlijk heel eenvoudig”.
Publiciteitsstunt
Vervolgens is het natuurlijk de kunst om deze duurzame bedrijfsvoering goed in de markt te zetten. Een klein publiciteitsstuntje  kan dan natuurlijk nooit kwaad. Afgelopen maart deed Vandebron een bod van een miljoen euro op de kolencentrale van Nuon in Amsterdam met de bedoeling de centrale zo snel mogelijk te sluiten en om te bouwen tot ‘iets waar iedereen iets aan heeft’, een binnenspeeltuin bijvoorbeeld. Nuon accepteerde het bod niet en beschouwde de actie als een publiciteitsstunt van Vandebron.

Bloedserieus,,Nee, we waren echt bloedserieus,’’ zegt Van Veller. ,,Nuon had in de media aangegeven dat ze wel van dat ding af wilden, maar ze waren de overheid echt een beetje aan het chanteren door te zeggen: betalen jullie dat sluiten van de centrale dan maar, anders verkopen we het aan iemand anders die er mee doorgaat. Dat zagen wij absoluut niet zitten, dus we hebben de stoute schoenen aangetrokken en een miljoen geboden. We kregen de hele media over ons heen. We wisten natuurlijk wel van te voren dat dit een te laag bedrag was. Maar wat we hoopten was dat andere partijen zouden zeggen oké we chippen ook een beetje in. En dat was precies wat er gebeurde. De dag nadat wij dat bod hadden uitgebracht, deed de gemeente Amsterdam er een miljoen bij. En weer een dag later volgden bijvoorbeeld Triodos Bank en nog een aantal partijen. In drie dagen hadden we 5 miljoen bij elkaar. Daarna deden we er nog een crowdfunding-campagne overheen waar nog eens 40.000 mensen aan meededen. Maar helaas staat de centrale nog steeds te koop omdat Nuon heeft gezegd we willen niet meer met Vandebron praten, maar alleen nog maar met de overheid”.
,,Maar helaas staat de centrale nog steeds te koop omdat Nuon heeft gezegd we willen niet meer met Vandebron praten, maar alleen nog maar met de overheid”.
Wat zou je doen als je niet kan falen?
Publiciteitsstunt of niet, met enkel deze actie kom je er niet. Wat doet Van Veller om zichzelf en zijn bedrijf aan de top te houden? ,,Ik heb twee tips. Ten eerste de grootste problemen van de komende eeuw zijn ook meteen de grootste kansen voor ondernemers. Denk aan klimaatverandering, gezondheidszorg, inkomensongelijkheid. Die problemen hebben écht ondernemers nodig. En mijn tweede tip is: stel jezelf eens de vraag wat je zou doen als je niet kan falen. Die vraag stelde ik pas aan mijn vriendin en die nam de volgende dag ontslag. Wees dus voorbereid op ene onverwacht antwoord, maar stel jezelf die vraag om scherp te blijven.
,,Stel jezelf eens de vraag wat je zou doen als je niet kan falen. Die vraag stelde ik pas aan mijn vriendin en die nam de volgende dag ontslag”.
Lees hier ook het verhaal over John de Mol.
https://www.frank.news/2017/12/01/john-mol-apple-google-en-facebook-worden-deels-traditionele-tv-zenders/
Tuesday, 12 December 2017 | Written by Heleen Scheurwater

Nieuw luisteronderzoek opnieuw uitgesteld

Hij had het twee keer beloofd, directeur Frans Kok van het Nationaal Luisteronderzoek (NLO). In 2018 zou het achterhaalde luisteronderzoek vervangen worden door een betere methode. Maar helaas kregen de critici gelijk: na jaren van vertraging is de invoer van passief elektronisch meten opnieuw uitgesteld, dit keer tot 2019.

 
Goed nieuws voor de grote radiozenders: ook in 2018 wordt hun marktaandeel gemeten via dagboekjes. De dreiging van een enorm verlies aan luisteraars en advertentie-inkomsten door de invoering van draagbare elektronische meters is weer even geweken.

 
Crossmediaal
Het nieuwe luisteronderzoek is op verzoek van de Bond van Adverteerders (BVA) en het Platform Media Adviesbureaus (PMA) uitgesteld. ,,Adverteerders en mediabureaus willen uitstel om een gezamenlijk crossmediaal bereiksonderzoek op te kunnen tuigen,” legt directeur Frans Kok van het NLO uit. Dat crossmediale onderzoek zou moeten gaan gelden voor radio, internet, video, print en op de langere termijn ook buitenreclame en televisie. Op dit moment wordt er een zogeheten Request fot Proposal (RPF) geschreven waarin alle eisen en wensen van partijen worden samengebracht. Als er in 2018 een gezamenlijke tender wordt uitgezet zou het nieuwe crossmediale onderzoek in 2019 van start kunnen gaan.
,,Adverteerders en mediabureaus willen uitstel om een gezamenlijk crossmediaal bereiksonderzoek op te kunnen tuigen,” legt directeur Frans Kok van het NLO uit.
Passief per minuut
Daardoor ligt het nieuwe luisteronderzoek weer in de ijskast. De RPF daarvoor werd al in september 2016 uitgezet. In het nieuwe systeem zou er bij 3500 mensen gemeten worden via een elektronisch polshorloge dat zenders herkent en per minuut kan bepalen waar ze naar luisteren. Deels kan dit ook via een app op de smartphone, als mensen die tenminste de hele dag bij zich dragen. Bij de huidige methode vullen gemiddeld duizend van achtduizend respondenten elke week een dagboekje in op hun computer, smartphone, tablet of in een schriftje (nog altijd 7 procent). Daarin noteren ze achteraf en per kwartier naar welke zenders ze hebben geluisterd. Het grote nadeel daarvan is dat mensen achteraf niet precies meer weten wanneer ze naar welk kanaal hebben geluisterd en dan maar hun favoriete zender of dj invullen. Daar profiteren de grote zenders van, want die hebben de meeste naamsbekendheid. Overstappen zou een behoorlijke verschuiving in marktaandelen en een daling van GRP’s teweeg kunnen brengen. Bovendien zouden luistercijfers bij de nieuwe methode sneller bekendgemaakt kunnen worden. Nu gebeurt dat pas na een maand.

 
Critici krijgen gelijk
Toen frank.news vorig jaar schreef dat het luisteronderzoek ouderwets was en al lang beter kon, liet NLO weten bezig te zijn met de nieuwe methode en deze in 2018 in te willen voeren. Dat roepen ze al twintig jaar, maar het gebeurt nooit, zeiden critici toen. Die krijgen nu weer gelijk. ,,Ik kan niet zoveel met critici die langs de lijn iets roepen,” zegt Kok. ,,In JIC’s gaan dingen altijd langzamer dan je zou willen. Omdat de belangen groot zijn is er vaak weerstand tegen innovatie. Dat maakt dat ik dingen niet zo snel kan doen als ik zou willen.”

 
Uitstel op uitstel
Media Strategy Director Henk Burgerhout van Head to Head is niet verrast door de nieuwe vertraging. ,,Het is elke keer uitstel op uitstel. Het schiet niet op. Als we moeten wachten tot we nieuw crossmediaal onderzoek doen, kun je er nog wel een paar jaar aan vastplakken,” verwacht hij. Hij schetst twee belangrijke oorzaken voor de vertraging. Aan de ene kant is het nieuwe systeem duurder en is het de vraag wie dat gaat betalen. Aan de andere kant kan de nieuwe methode negatieve gevolgen hebben voor grote zenders en mediapartijen. ,,Dat is het politieke aspect eraan,” zegt Burgerhout. Hij is dan ook sceptisch. ,,Waarom zouden partijen die het niet eens voor elkaar krijgen om het bereik van hun eigen medium goed te laten onderzoeken het wel voor elkaar krijgen om dat samen met andere media te doen?”
,,Het is elke keer uitstel op uitstel. Het schiet niet op. Als we moeten wachten tot we nieuw crossmediaal onderzoek doen, kun je er nog wel een paar jaar aan vastplakken.”
Friday, 08 December 2017 | Written by André Oerlemans

Frank.news zoekt redactietalent!

Frank.news zoekt redactietalent!
Met meer dan 200.000 unieke bezoekers per maand behoort frank.news inmiddels tot de grote nieuwssites binnen de branche. Onze lezers zijn professionals in marketing, media en communicatie. Frank.news onderscheidt zich van andere nieuwssites door haar kwalitatieve benadering van het marketingvak met een team van ervaren journalisten.

Voor versterking van ons redactieteam zijn wij op zoek naar een:TALENTVOLLE STUDENT JOURNALISTIEK
Functieomschrijving
Je bent een enthousiaste student met veel affiniteit met de laatste ontwikkelingen op het gebied van media en marketing. Als laatstejaars van je journalistieke opleiding wil je graag werkervaring opdoen bij het snelst groeiende contentplatform over marketing en media. Naast het schrijven van dagelijkse nieuwsartikelen en achtergrondverhalen, ben je medeverantwoordelijk voor het maken van (commerciële) content voor onze adverteerders. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het schrijven van whitepapers, e-books en sponsored stories.
Meer weten? Klik hier voor de vacature omschrijving.
Monday, 04 December 2017 | Written by Redactie Frank.News

Het Asterixgevoel van schoenenketen Van Haren

Kim van der Meulen

Fysieke schoenenwinkels verkeren al jaren in zwaar weer, maar al die jaren doet Van Haren het al opmerkelijk goed. Nieuwe winkels, investeringen in bestaande winkels, een samenwerking met Wehkamp: het kan niet op. Wat is het geheim van de keten?

Alleen vorig jaar sloten al 193 winkels de deuren, consumenten geven al vijf jaar op rij minder uit en de schoenenbranche profiteert nauwelijks van de groeiende economie, aldus gegevens van ABN Amro. Online stijgt de verkoop dan weer wel, maar daar profiteren fysieke winkels lang niet altijd van - twee jaar geleden schreef het NRC al hoe Zalando de hele schoenenbranche ‘op zijn kop gezet’ had. En daar waren onder andere Schoenenreus, Van Dalen en Dr. Adams niet tegen bestand. Schoenwinkelketen Van Haren is een beetje als het dorp van Asterix en Obelix: een familiebedrijf dat dapper weerstand bood. Of liever: met de veranderingen meeging. Eind vorig jaar telde de teken 142 winkels en er zijn plannen voor tientallen nieuwe vestigingen, ook in België. Hoe doet het bedrijf dat?

Fysiek en online versterken elkaar,,We gaan niet tegen de stroom in, maar gaan er juist in mee,” vertelde Krein Bons, een van de drie directeuren en al twintig jaar in dienst bij Van Haren, op BNR Nieuwsradio over de strategie van de keten. Zo noemde hij Zalando geen bedreiging, maar benadrukt hij de pluspunten van de eigen keten ten opzichte van pure players, bedrijven met alleen een webwinkel. ,,Wij hebben het grote voordeel dat de fysieke winkels aan onze webwinkel vastzitten. Mensen kunnen dus online schoenen vergelijken en ze in de winkel kopen, of andersom. En doordat de maatvoering heel consistent is, hebben we weinig last van retouren doordat schoenen niet passen.” De kosten die een fysieke winkel met zich meebrengt en die webshops niet hebben, wuift hij weg: de kostenstructuur is anders opgebouwd. En kosten voor verzending, het verwerken van retournemingen en opslag hebben beide soorten winkels.

Van Haren was er vroeg bij
Dat Van Haren nog overeind staat, heeft ook met timing te maken: toen de crisis uitbrak, waren de lage prijzen van de schoenen extra aantrekkelijk. En toen webshops net opkwamen, onderzocht de keten al de mogelijkheden voor online verkoop. ,,Het is de enige keten die goed op Zalando heeft gereageerd,” zegt Cor Molenaar, econoom en bijzonder hoogleraar eMarketing en Distance Selling aan de Erasmus Universiteit. ,,Het heeft meteen ingespeeld op het nieuwe koopgedrag binnen hun doelgroep en op een webshop. Topshoe, een keten met zelfstandige winkeliers, deed het ook al snel en met succes, maar die kreeg te maken met een vertraging tussen bestelling en verzending. Van Haren had dat niet; die levert vooral schoenen van het eigen merk en die konden zó vanuit het hoofdkantoor in Duitsland (het moederbedrijf Deichmann) naar de klant verzonden worden. Dat is toch de kracht van een grote winkelketen die internet ondersteunend aanbiedt.”

Goedkoop en veel keus
Zo’n 60 procent van de mensen koopt bij pure players, zegt Molenaar, en 30 procent koopt bij webshops van ketens, zoals die van de Bijenkorf. Van Haren bedient beide én richt zich op de onderkant van de markt: goedkoper dan het aanbod van Zalando en Wehkamp én meer keus dan bij veel fysieke winkels. Dat alle schoenen op maat gesorteerd zijn - een soort mini-magazijn in de winkel - maakt het aanbod bovendien overzichtelijk en je bent niet afhankelijk van een medewerker voor het vinden van de juiste maat. ,,De winkels zijn de laatste jaren opgeknapt, zijn mooi ingericht en zitten op toplocaties,” voegt Molenaar toe.

Risico van online samenwerking
Opmerkelijk genoeg werkt Van Haren ook samen met Wehkamp: op die site is het volledige aanbod van de schoenenwinkel te koop. Volgens Bons zijn de eigen schoenen altijd ‘voordeliger geprijsd’ en wil Wehkamp desondanks samenwerken omdat het aanbod van de schoenenwinkel - schoenen van het eigen merk, maar ook goedkope Nikes - het daar goed doet. Maar toch: dat heeft zo’n schoenenwinkel toch niet nodig? ,,Ik denk dat die samenwerking ermee te maken heeft dat Wehkamp.nl veel meer bezoekers trekt dan de site van VanHaren,” zegt Molenaar. ,,Wehkamp wordt steeds meer een onafhankelijk platform, waarbij ook producten van andere leveranciers worden aangeboden. Dat maakt Wehkamp aantrekkelijker voor meer bezoekers. En door ook voor die bezoekers relevant te zijn, versterkt Van Haren zijn marktpositie vervolgens.” Win-winsituatie, dus.
Toch vraagt Molenaar zich af of het een slimme zet is: ,,Sinds C&A samenwerkt met Wehkamp is de ontwikkeling van e-commerce bij C&A vertraagd. Als de verkoop via Wehkamp eenmaal goed loopt, ga je je toch afvragen: wat moet ik nou met mijn eigen website? Die vraag gaan ze zich bij Van Haren ook stellen. Als het mislukt, heeft het ze alleen geld gekost, maar als het wel lukt, is er een risico dat ze onderdoor gaan aan hun eigen propositie.”

Uitbreiden en investeren
Als het aan Van Haren ligt, gaat de keten de komende jaren hoe dan ook nog meer samenwerkingen aan op het gebied van verkoop, bijvoorbeeld met Bol.com, om uiteindelijk zelfs te kunnen concurreren met grote partijen als Amazon. Ook denkt Bons aan samenwerking op het gebied van betaalmogelijkheden en logistiek - ‘zodat er niet vier leverbusjes in de straat staan.’ En dan zijn er nog plannen voor verdere uitbreiding: aan het einde van dit jaar zullen er vijf nieuwe vestigingen geopend zijn in Nederland, en tussen volgend jaar en de acht tot tien jaar daarna moeten er 50 tot 70 nieuwe winkels per jaar bij komen, onder meer in België. Investeren in fysieke winkels heeft Van Haren altijd gedaan, ook tijdens de recessie - onder het motto ‘het dak repareren als de zon schijnt’, zoals Bons op de radio zei. Voormalig concurrent Macintosh (eigenaar van onder andere Dolcis, Invito en Manfield) hield juist de hand op de knip en ging begin vorig jaar failliet.

Klaar voor de toekomstRechtstreeks bij de fabrikant bestellen via een online platform is de toekomst van de retail, voorspelt Molenaar. ,,Daardoor worden alle andere schakels overbodig.” Dat is goed nieuws voor consumenten, die de prijzen de komende jaren zien dalen, maar winkels krijgen volgens de hoogleraar steeds meer concurrentie van fabrikanten die schoenen tegen lage prijzen aanbieden. Of Van Haren erin zal blijven slagen met de stroom mee te gaan? De hoogleraar heeft er vertrouwen in. ,,Het bedrijf is zowel fabrikant als retailer, dus de lijntjes zijn kort. Bovendien kunnen ze het koopgedrag zo perfect monitoren. Een retailer ziet alleen wat er in zijn winkel verkocht is, maar Van Haren kan elke dag precies zien wat de vraag in de winkels én online is geweest. Dat kunnen ze zo efficiënt, dat ze elke paar weken een nieuwe collectie kunnen uitbrengen die is toegespitst op de vraag. Klanten weten dat ook, dus die kunnen altijd even binnenlopen om te zien of er wat nieuws te koop is. Een succesvolle formule.”
Wednesday, 29 November 2017 | Written by Kim van der Meulen

De succesvolle rebranding van TUI

Negen bekende merken in de reiswereld samenvoegen tot één nieuw merk, dat net zo bekend moet worden. TUI slaagde glansrijk voor deze vuurproef en rondde afgelopen maand officieel een drie jaar durende rebranding af.

 
In Nederland waren Arke en Holland International oeroude merken en een begrip voor de consument. Net als Falcon voor de Ieren, Thomson voor de Engelsen, Jetair voor de Belgen of Finnmatkat voor de Finnen. Ga deze merken nu maar eens zoeken op internet. Je komt ze niet meer tegen. Ze zijn de afgelopen jaren allemaal opgeslokt door de van oorsprong Duitse TUI Group (Touristik Union International) en door overnames en fusies onderdeel geworden van de grootste toerismegroep ter wereld.

 
Duizelingwekkende cijfers
De cijfers die het megabedrijf kan overhandigen zijn duizelingwekkend. 67.000 werknemers in 130 landen, een omzet van 20 miljard, een brutowinst van 1 miljard en 30 miljoen klanten per jaar. TUI heeft zelf zes luchtvaartmaatschappijen, de grootse vakantievloot van Europa, 300 hotels en - in het digitale tijdperk - nog steeds 1800 reiswinkels in Europa.

 
Drie jaar rebranding
Toch kende het grote publiek de naam TUI drie jaar geleden nog nauwelijks. Daarvoor was een drie jaar durende rebranding-operatie nodig die in 2014 van start ging. In november werd het laatste reismerk omgedoopt tot TUI en was de klus officieel geklaard. Voor het slagen waren interne samenwerking en een omnichannel-strategie doorslaggevend, vertelde Naomi Schnuck, Manager Digital Business Development bij TUI Nederland, tijdens het congres How To Make It Work 2017. Tot een paar jaar geleden was TUI bekend als bedrijf, maar niet als merknaam. ,,We wilden een geïntegreerde touroperator worden en dan moet je één groot reismerk neerzetten. Want Airbnb of Uber zijn ook overal hetzelfde,” legt ze uit.

 
Nieuwe kpi’s
Ga er echter maar aan staan. Het merk TUI lanceren terwijl de onderliggende merken veel bekender zijn. Het werd een heel proces waarbij de organisatie met vallen en opstaan leerde. ,,We zijn bijvoorbeeld nieuwe technieken gaan adopteren zoals programmatic marketing,’’  vertelt Schnuck. ,,We hebben nieuwe meetmodellen en kpi’s ontwikkeld. Niet alleen sales kpi’s, maar ook digital branding kpi’s. Bijvoorbeeld eentje voor nieuwe geïnteresseerde bezoekers op de website. We hebben een betere mobiele website gebouwd en zijn op een andere manier reclame gaan maken met video-advertenties en storytelling. Ook zijn we met blockchain technologie bezig één bedrijfssysteem voor alle landen te bouwen en één reserveringssysteem voor alle vluchten in alle landen.”

 
Publiek kennen
Al doende werd duidelijk dat TUI de data van zijn eigen klanten niet goed kon analyseren. Schnuck: ,,We konden bijvoorbeeld niet zien of een klant één keer per jaar of één keer per vijf jaar bij ons boekte. Dat werd een van de focuspunten in het nieuwe DMP (Data Management Platform) waar we mee bezig zijn en waarin we klantenprofielen opbouwen. Je moet gewoon opnieuw beginnen. Je publiek is belangrijker dan keywords. Qua performance zijn we te lang bij de laatste klik blijven hangen. Dat werkt niet meer. Ook in de digitale wereld gaat het om beleving. Daarom hebben we de Travellr-webapp gelanceerd (een soort Tinder voor vakantiegangers, red). Dat gaan we door ontwikkelen op onze andere platformen. Via bekende en onbekende niche-influencers die we op reis sturen, bieden we klanten meer inspiratie. Ook wordt het gewaardeerd als we onze eigen reisexperts laten vloggen.”

 
Snel resultaat
De rebranding had ongekend snel resultaat. Op grafieken toont Schnuck dat zowel de ‘brand search’ als de ‘brand popularity’ van de onderliggende merken snel wegzakte en TUI het roer overnam. Na de lancering van het merk TUI was het na een week al de meest gezochte touroperator op Google. Het aantal bezoekers op de website was na een dag hoger dan het jaar daarvoor en na een paar weken was ook de conversie hoger dan het jaar daarvoor.

 
Retail versus digitaal
Opmerkelijk daarbij is het hoge aandeel van retail in die conversie. Een derde tot 45 procent van alle reizen bij TUI worden nog steeds in de winkel verkocht. Toch is ook TUI bezig met een digitale transformatie. De website trok in 2016 in totaal 24 miljoen bezoekers, twee miljoen per maand. Sinds een jaar worden er meer reizen gekocht via mobiele devices dan via de desktop, al boeken mensen nog steeds het liefst via hun desktop.

 
Geef mensen de vrijheid
Interne samenwerking was cruciaal in de hele operatie. ,,Voorheen was iedereen bezig met zijn eigen merk. Nu werken mensen voor meerdere merken in meerdere landen. Iedereen gaat er in mee en maakt er het beste van,” aldus Schnuck.

De beste tip die Schnuck heeft voor grote merken die voor dezelfde uitdaging staan: ,,Geef mensen de vrijheid om met nieuwe dingen aan de haal te gaan en te implementeren. Sommige lukken en sommige niet. Zorg dat dit een plek krijgt in je organisatie. Dat is nodig als bedrijven die al langer bestaan relevant willen blijven in de digitale wereld.”
Friday, 24 November 2017 | Written by André Oerlemans

Radio 538 blijft marktleider

Door Linda Haring

Radio 538 blijft marktleider met een zenderaandeel van 12,6 procent, een groei ten opzichte van de voorgaande meting en dezelfde periode vorig jaar. Opvallender nieuws is, dat Qmusic de opwaartse lijn weer gevonden lijkt te hebben met voor de tweede keer op rij een stijging van het zenderaandeel.

 
Het aandeel is nu 8,5 procent en Qmusic bezet daarmee de vijfde positie. Q laat de zenders NPO Radio 2, ORN en Sky Radio voor zich. Zowel de publieke regionale zenders (ORN) als NPO Radio 2 noteren een groei. NPO Radio 2 nadert Radio 538 en dat doet het hard.

Decembermaand komt eraanEn dat nog voordat de strijd om het zenderaandelen losbarst in de decembermaand met Serious Request (NPO 3FM), Sky Radio the Christmas Station en de Top 2000 op NPO Radio 2. Alhoewel Sky Radio dit jaar vroeg van start is gegaan met The Christmas Station, want de kerstliederen schallen nu al uit de ether. De meningen op Twitter zijn erg verdeeld, kerstliefhebbers zijn blij, maar voor een groot deel van de luisteraars is het nog te vroeg en dient de Sint eerst uit het land te verdwijnen. Een aantal Twitteraars gaf zelfs aan, dat het een reden was om naar een ander station over te schakelen. De tijd zal het leren wat het voor het zenderaandeel van Sky Radio zal doen, als de kerstsongs al vanaf 20 november te horen zijn.

Het aandeel van NPO 3FM zakt steeds verder weg en is momenteel 4 procent. De nieuwe koers die het station ingezet heeft werpt nog geen vruchten af. Radio 10 ziet het marktaandeel verder groeien naar bijna 7 procent.

Hieronder een kort overzicht van de grootste stijgers en dalers van deze meting:
Stijgers: Radio 538, NPO Radio 2, ORN, Qmusic, NPO Radio 1, Radio 10, NPO Radio 5, SLAM!
Dalers: Sky Radio, Overige zenders, E-Power Radio, NPO 3FM, Radio Veronica, 100% NL, BNR Nieuwsradio
Gelijk: NPO Radio 4, Classic FM, Sublime FM

Luistercijfers september-oktober 2017 (zenderaandelen in %)Bron: NLO/GfK, doelgroep 10+, ma-zo 6:00 - 24:00 uur
Tuesday, 21 November 2017 | Written by Redactie Frank.News

Het geheim van personal brand Anna Nooshin

Personal brands, deel 4

In onze serie met inspirerende personal brands mag de persoon die het begrip ‘influencermarketing’ zo’n beetje heeft uitgevonden, een woord waar ze zelf overigens een hekel aan heeft, natuurlijk niet ontbreken. Waarom is Anna Nooshin één van de perfecte voorbeelden? We vragen het aan personal branding-expert Chris Potter.

 
In 2011 richt Anna Nooshin online lifestylemagazine NSMBL (spreek uit ensemble) op. Het werd een instant succes en is dat nog steeds. Sinds 2015 breidt ze haar imperium uit met een eigen YouTube kanaal en vanaf 2016 is Nooshin ook op tv te zien. Ze schuift met regelmaat als lifestyledeskundige aan bij de desk van RTL Boulevard en is te zien als presentator van Hollands Next Top Model. Op straat kan je ook niet om haar heen door de megabillboards dankzij haar samenwerking met Hunkemöller.

 
Denken als ondernemer
Succesvoller kan bijna niet. Maar wat máákt Anna Nooshin zo succesvol? Personal branding-expert Chris Potter van Bureau Beaufort. ,,Natuurlijk helpt het dat ze bloedmooi is, gevoel heeft voor stijl en fashion en het ook goed doet op beeld. Bovendien heeft ze een prettige stem om naar te luisteren.” Dan ben je er alleen nog niet. Wat Nooshin echt onderscheidt van de rest is dat zij een heel sterk gevoel heeft voor ondernemerschap, legt Potter uit. ,,Ze is gefocust, stelt zichzelf voortdurend nieuwe doelen, weet wat ze wil en denkt als een ondernemer. Namelijk strategisch, in mogelijkheden en met een goede dosis creativiteit. Daarnaast heeft ze de perfecte drive en werkt ze keihard om haar doelen te bereiken. Een geweldige combinatie om succes te bereiken.”

 
Aantrekkingskracht van beeld
Dit ondernemersinstinct zat er al vroeg in. Met NSMBL wist Nooshin zes jaar geleden precies de goede snaar te raken door dát te doen waar de rest van de markt nog niet aan dacht. Potter: ,,Ze zag als een van de eersten dat beeld meer aantrekkingskracht heeft dan tekst. Dit vertaalde ze in een vrij laagdrempelig lifestyle platform zonder enorm journalistiek draagvlak.” Slim, want: ,,Hiermee sprak ze direct een grote groep jonge vrouwen aan.”

 
Doordacht social mediabeleid
NSMBL werd met Nooshin als gezicht een belangrijke speler in het redelijk algemene lifestyle segment. Daarna is het haar gelukt om de aandacht te verschuiven richting haar eigen naam, licht Potter toe. ,,Na NSMBL is ze zich meer gaan richten op het merk Anna Nooshin zelf. Door een doordacht social mediabeleid en handige YouTube-strategie.” Hiermee laat ze niet alleen meer kanten van zichzelf zien, maar breidt ze haar doelgroep ook nog meer uit, vertelt Potter. ,,Vooral via YouTube bedient ze weer een jongere doelgroep dan met haar lifestyle platform.”

 
 
Hogere doelen
Om een nog groter bereik te creëren en een van haar dromen te verwezenlijken, heeft Nooshin inmiddels dus ook de overstap naar tv gemaakt. Potter: ,,Hierbij dacht ze niet alleen ‘ik wil op tv’, maar heeft zichzelf daarin ook echt concrete doelen gesteld en goed gekeken welke tv-programma’s bij haar passen en die positief bijdragen aan het bouwen van haar persoonlijke merk.” Op het moment dat ze een stevige bekendheid had, is ze haar naam gaan koppelen aan ontwerpen en producten. Dit resulteerde in een lingerie- en bikinilijn voor Hunkemöller, en een eigen productlijn.

Ondanks haar succes, stelt Nooshin zich heel bescheiden op, vindt Potter. ,,Ze zegt steeds: ‘ik ben nog niks’. Dat komt ook voort uit haar enorme ambitie. Als zij een doel bereikt, is ze namelijk meteen alweer bezig met de volgende stap. Ze stelt zichzelf steeds hogere doelen.”

 
Kritiek
Als je eenmaal nationale bekendheid hebt, en alles gaat je voor de wind, kan het bijna niet anders dan dat het ook een keer misgaat. Dat gebeurt Nooshin als ze besluit een samenwerking aan te gaan met Shell. Het gaat om een nieuw duurzaam initiatief van het bedrijf dat een gerecycled waterflesje op de markt heeft gebracht waarvan voor elk verkocht exemplaar twee kilo plastic op Haïti wordt opgeruimd. De Instagram-post van Nooshin levert haar een hoop boze volgers op. Potter: ,,Sec gezien is dit natuurlijk een prima initiatief van Shell. Alleen voor het bedrijf als een van de grootste vervuilers is het een druppel op een gloeiende plaat. En het stuit haar volgers tegen de borst dat Nooshin zich geleend heeft om het imago van Shell op te poetsen via deze uitingen. Dat snap ik heel goed.” Het enige wat de influencer hier tegen kan doen is zich bij volgende verzoekjes nog beter afvragen welke risico’s het met zich meebrengt voor haar eigen branding, tipt Potter. Wat voegt het toe voor haar personal brand?

 
Reputatiemanagement
Wat je in ieder geval niet moet doen op een moment dat je kritiek krijgt, is een ongeloofwaardig statement neerzetten. Potter: ,,Dit gebeurde na de kritiek die Nooshin kreeg op de cover van LINDA.meiden waarop ze zoenend werd gefotografeerd met Monica Geuze. Daar was vooral op social media enorme ophef over omdat het niet bijdraagt aan de homo-emancipatie, en wel aan de seksualisering van de vrouw.” Een foutje, en dat kan gebeuren. Maar als zoiets gebeurt, dan moet je meteen aan de slag met je reputatiemanagement, legt Potter uit. ,,Wat mensen irriteerde was dat er daarna een houding aan werd genomen alsof dat zoenen helemaal niet de intentie was, ‘maar gewoon spontaan ontstond’.” Dat was compleet ongeloofwaardig. ,,Iedereen begrijpt dat zo’n shoot van te voren is bedacht en uitgewerkt en dat Nooshin als professional goed na heeft gedacht over wat ze wel en niet wilde. Beter is om op zo’n moment toe te geven dat het niet zo handig was geweest.”



Succes in de toekomst
Deze twee leermomenten hebben geen grote gevolgen voor haar succes gehad. Volgens Potter heeft Nooshin ook alles in zich om alleen nog maar succesvoller te worden. ,,Het belangrijkste is dat ze blijft innoveren. Sociale media veranderen razendsnel en ook de manier waarop jongeren hiermee omgaan.” Nooshin heeft al laten zien hierin voorop te lopen. ,,En als ze zo innovatief bezig blijft dan denk ik dat ze ook haar toekomstige doelen gaat bereiken.”

 
Net als Nooshin
Wat als je net zo’n succesvol personal brand wilt als Nooshin? Volgens Potter begint het allemaal bij het realiseren dat je absoluut geen BN’er of bekende influencer hoeft te zijn om een personal brand op te bouwen. ,,Vaak wordt het woord ‘personal branding’ geassocieerd met beroemdheden en politici, maar iedereen kan een personal brand in zijn of haar vakgebied worden.” Hoe? ,,Als je in staat bent om autoriteit op je vakgebied te claimen door jezelf op de juiste, authentieke manier zichtbaar te maken en je kennis te delen, dan doe je het goed op dit vlak.”

Daarbij moet je niet de meest gemaakte fout maken die nieuwe influencers, en dan vooral jongeren, maken. Zij kiezen geen niche, vertelt Potter. ,,De concurrentie op het gebied van vloggers en influencers is zo groot dat je het niet meer redt met vlogs over je dagelijkse leven. Het is belangrijk om een goede niche te kiezen om daarmee een specifieke doelgroep aan te trekken.” Alleen dan kan je je onderscheiden van de grote hoeveelheid concurrenten.

Tuesday, 21 November 2017 | Written by Kim Buitenhuis

Contentmarketing: de woorden zijn prima, maar nu de daden nog

Dat helpt een relatief jong vakgebied een beetje vooruit. Het Platform Content voerde in samenwerking met de Hogeschool Leiden en de UvA leerstoel Content Marketing het eerste grote ‘Content Marketing Onderzoek’ uit. De voornaamste conclusie? Steeds meer marketeers weten hoe het zou moeten, maar nu nog even de praktijk.  

Aan verschillende bedrijven werd gevraagd of ze: een contentstrategie gebruiken, budgetten reserveren en hoe ze hun content activeren. Kortom: hoe serieus wordt contentmarketing al ingezet? Ergens tussen juni en augustus vulden 179 mensen het vragenformulier in dat werd verspreid via MarketingTribune, NIMA en Marketingfacts. Ja, dat zijn inderdaad vooral mensen die ‘iets’ met contentmarketing hebben want anders zouden ze niet meewerken aan zo’n onderzoek. Daardoor vallen de cijfers wel iets gunstiger uit in het voordeel van contentmarketing.

Voor alle cijfers verwijzen we met alle liefde naar het zeer lezenswaardige rapport, maar omdat rapporten wel een beetje saai zijn, proberen wij iets van een rode draad te ontdekken in deel 1 van deze jaarlijkse rapportage. Eerst even de basale cijfers; 82 procent van de ondervraagden publiceert regelmatig content, 64 procent zegt een contentmarketingstrategie te hebben, 63 procent heeft alle content op elkaar afgestemd en 52 procent formuleert KPI’s met content. Dat is fors, maar dat zeiden we al…

Doelgroep bepalen via contentmarketingDan de vraag hoe marketeers hun ‘contentdoelgroep’ bepalen: 60 procent doet dat op basis van persona’s en 53 procent via klantonderzoek. Ook is er gevraagd welke primaire doelstellingen ze eigenlijk willen bereiken met contentmarketing; kennis/autoriteit uitstralen (24 procent), bekendheid (21 procent), leads (18 procent) en sales (15 procent) zijn van die doelstellingen. De effecten worden gemeten via de activiteiten op de website (14 procent), social media likes, sharing en retweets (10 procent).

Dat dit een doelgroep is die een voorsprong heeft op andere marketeers op dit vlak blijkt uit het feit dat 64 procent met een contentkalender werkt en 57 procent zelfs met een redactievergadering. Dat het vak in de lift zit blijkt uit het feit dat 73 procent van de ondervraagden verwacht dat ze meer content maken in 2017 in vergelijking met 2016 en ze verwachten ook dat de budgetten voor content zullen toenemen (68 procent). Lijkt allemaal wel wat aan de hoge kant. Interessant is vooral waar de grootste uitdaging zit voor de ondervraagden: 21 procent wil ‘engaging content’ (content die werkt) maken en 15 procent wil meer inzicht in de effecten. Overigens maakt 51 procent van de bedrijven gebruik van een extern bureau en de rest doet het lekker zelf.

Nog een wereld te winnenVoor Jasper van Zandbeek, voorzitter van het Platform Content, zijn de resultaten bemoedigend, maar hij heeft wel het gevoel dat er nog een wereld te winnen is. Vooral de basis van contentmarketing, een goede contentmarketingstrategie, wordt nog wel eens vergeten. ,,Ik denk echt dat het heel belangrijk is om bij je onderscheidende vermogen te beginnen als bedrijf. Dat betekent dus dat je niet alleen iets anders moet doen dan de concurrentie, maar ook dan andere media in dat vakgebied. Daar is nog onvoldoende besef.’’ Inderdaad…dus dat je als contentmakende meubelmaker niet alleen checkt wat je collega doet, maar ook wat het vakblad Meubel precies uitvoert.

De praktijk is andersIk leg Van Zandbeek mijn gevoel over het onderzoek voor, namelijk dat iedereen weet hoe je contentmarketing in theorie zou moeten aanpakken, maar dat de praktijk weerbarstig is. Het is gewoon nog steeds veel blogjes maken op basis van SEO-zoekwoorden en dan op Facebook kwakken om te kijken wat er gebeurt. Het blijft lastig om bedrijven te overtuigen dat het anders moet. ,,Dat klopt wel, veel partijen denken bijvoorbeeld dat zonder aanjagen en promotie de content vanzelf de weg naar de doelgroep vindt. Je wordt helemaal bedolven onder de congressen en seminars over contentmarketing en er zijn interessante discussies gaande op blogs waar mensen aangeven hoe het allemaal zou moeten, maar de praktijk is nog even anders.’’ Bovendien verandert het vak enorm. ,,Het was acht jaar geleden makkelijker om onbetaald je content bij de doelgroep te krijgen en dat wordt steeds lastiger dus moet je weten hoe je je distributie organiseert.’’

Wat zou er moeten gebeuren om het vakgebied nog een beetje verder te helpen? ,,Ik denk dat dit onderzoek nodig was om een onderbouwing te geven dat het groeit. Mensen geven aan meer budget te besteden. Bovendien is dit onderzoek gebaseerd op de jaarlijkse versie van het Content Marketing Institute en dan zie je wel bepaalde trends ontstaan. Daar is ROI al jaren een heel belangrijk thema en bij ons is ‘leads genereren’ een hele belangrijke doelstelling.’’

ConclusieOp basis van dit onderzoek en gesprekken met ervaringsdeskundigen kun je het volgende best concluderen: ja, marketeers beseffen heel goed hoe je contentmarketing zou moeten aanpakken, maar in de praktijk wordt er nog wel eens voorbijgegaan aan: een goede strategie, heldere persona’s, onderscheidende content, focus op het aanjagen van de content (betaald en onbetaald), goede effectmeting, een connectie met de - Japke D. Bouma alarm - customer journey, een contentkalender en het liefst het inrichten van een goede redactie. Grote merken als KPN, Ziggo en Nuon lijken dat inmiddels prima op orde te hebben, maar de bulk aan bedrijven net daaronder heeft nog veel ‘catching up’ to do..
Friday, 17 November 2017 | Written by Bas Hakker

Digitale transformatie is kannibaliseren en op je bek gaan

Facebook wil zelf zijn grootste concurrent uitvinden. Amazon verspilt miljoenen aan mislukte projecten. En Tele2 tonnen. Wat doet Mattel wel wat Kodak vergat? Bij digitale transformatie draait het om jezelf kannibaliseren en op je bek durven gaan. De grootste, succesvolste bedrijven gedragen zich nog steeds als een startup.

Ruim 30 procent van de Nederlandse bedrijven is nog niet klaar voor de digitale transformatie, bleek eerder dit jaar al uit het Digital Marketing Innovation Rapport 2017 van brancheorganisatie IAB Nederland. ,,Via interviews met CMO’s horen we dat het management dagelijks bezig is met digitale transformatie, maar dat veel bedrijfsculturen nog niet geschikt zijn om digitaal te gaan,” vertelde IAB-voorzitter Nathalie Peters tijdens het How To Make It Work 2017 congres in Amsterdam.



Leren van startups
Volgens Dado van Peteghem, consultant en auteur van het boek ‘Digital Transformation’ kunnen bedrijven veel leren van startups. Zij verstoren sinds 1995 de markten. ,,Zij hebben de drive om de wereld te veranderen. Zij hebben een Noorderster, een stip op de horizon. De fundamentele vraag die je moet stellen is: wat voor type bedrijf wil je zijn over drie jaar? Veel bedrijven weten dat niet. Vaak zie ik in de hal van een bedrijf in België een holle slogan op de muur staan met de tekst: we willen duurzame waarde creëren voor onze aandeelhouders. Serieus? Is dat waar mensen passie van krijgen? Ik niet. En veel medewerkers ook niet. Elon Musk zegt bij elke presentatie: we zijn op een missie om de transitie van de aarde naar hernieuwbare energie te versnellen. Daar willen mensen onderdeel van zijn.”

Medewerkers moeten mee
Hij hamert op het belang van de cultuur binnen een bedrijf. Medewerkers moeten de transformatie maken en die moeten dus betrokken worden in het verhaal. ,,Zonder hen werkt het customer first principe niet. De echte transformatie zit in het moment dat de volledige organisatie de omslag maakt, niet als de board dat goedkeurt,” aldus Van Peteghem.

Moederschip met speedbootjes
Amazon is volgens hem een mooi voorbeeld van geslaagde digitale transformatie. Het bedrijf van Jeff Bezos is continue aan het innoveren en gedraagt zich als een moederschip dat samenwerkt met speedbootjes, de aangekochte startups. Dat is volgens Van Peteghem het enige werkbare model voor bedrijven in de digitale transformatie. Innoveren betekent ook dat je af en toe op je bek mag gaan. Amazon kocht startups als Twitch (970 miljoen dollar) en online schoenenwinkel Zappos (1,2 miljard dollar), maar verbraste ook veel geld aan mislukkingen zoals Daily Deals (231 miljoen dollar verlies) en de Fire Phone (170 miljoen dollar verlies).

Op je bek gaan mag
Ook telecomprovider Tele2 durft in de digitale transformatie fouten te maken. Managing director marketing Cilesta Van Doorn kreeg drie jaar geleden de opdracht te groeien van 4 naar 20 procent marktaandeel en focuste vooral op digitaal om die stap te maken. Zij verdeelt haar marketingbudget in drieën. 70 Procent wordt traditioneel ingezet. Met 20 procent wordt gestoeid met branded content en speciale online acties. Met de laatste 10 procent mag ze op haar bek gaan. ,,Daar zitten projecten tussen die heel erg fout gaan of belachelijk goed gaan,” aldus Van Doorn. Zo bleek een kerstactie waarbij klanten foto’s moesten uploaden een faliekante mislukking, waarmee Tele2 100.000 euro weggooide. De samenwerking met rappers Lil’ Kleine en Ronnie Flex in de hit ‘Niet omdat het moet’, maar omdat het kan - de reclameslogan van Tele2 - pakte wel succesvol uit. De video - met een Tele2 logo op het vliegtuig - werd op YouTube al 14,7 miljoen keer bekeken.

Eigen bedrijf kannibaliseren
Succesvolle bedrijven moeten zichzelf kannibaliseren, stelt Van Peteghem. Zo heeft speelgoedmerk Mattel een 3D-printer ontwikkeld en verkoopt het patronen waarmee kinderen hun eigen poppen kunnen printen. Van Peteghem: ,,Mattel denkt: wat kunnen wij zelf doen, in plaats van wachten tot iemand anders het doet en onze markt verdampt? Dat is de kannibalisatie waar organisaties naar op zoek moeten gaan. Het is eten of gegeten worden.”

Het kleine rode boekje van Facebook, dat alle medewerkers krijgen, geeft daar volgens hem een mooi voorbeeld van. De eerste zin daarin luidt: ‘If we don’t create the thing that kills Facebook, someone else will.’

De andere kant van de medaille is dat bedrijven hun kop in het zand steken. Een medewerker van Kodak vond al in 1975 de digitale camera uit. Kodak verborg die uitvinding om zichzelf niet te kannibaliseren. Hoe het daarna ging is bekend. ,,Maar waarom kon Kodak niet met Instagram komen?,” vraagt van Peteghem zich af. ,,Eigenlijk is digitale transformatie een betere online oplossing bedenken dan de offline variant.”

Motorola niet, Netflix wel
Jono Alderson van online marketingbureau Distilled schetste in zijn presentatie een sombere toekomst voor merken en bureaus die het digitale tijdperk nog niet omarmd hebben. Daarin gaat het om aanpassen of verdwijnen. Merken als Motorola en Blackberry konden dat niet en verloren hun marktaandeel, Netflix - dat begon als muziekaanbieder - en Spotify konden dat wel, omarmden de digitale transformatie en domineren nu de markt.

Concurreren zonder competitie
De komende jaren dreigen technologieën als lerende machines en AI de praktijk van alledag in te halen. Als straks personal assistants (PA’s) op een smartphone gaan beslissen op basis van data en eerdere voorkeuren dan krijg je als merk geen aandacht meer bij die klant. Terwijl dat de basis is waar marketing en adverteren op drijft. ,,Hoe concurreer je als er geen competitie meer is? Je moet als merk brandloyalty en voorkeur creëren, zes maanden voordat consumenten een product nodig hebben,” aldus Alderson. ,,Daarom moeten merken hun platforms re-engineren en zichzelf opnieuw uitvinden. En als je niet direct kunt concurreren, ga dan partnerships aan. Als ik via advertenties geen pizza’s kan verkopen, doe dan Netflix-kijkers een speciale aanbieding. Voor alle bedrijven geldt: maak onderscheid tussen wat je doet van wat je bent. P&G legt producten op een plank die ik nodig heb, maar waar ik niets bij voel. Uber maakt mijn reis frictieloos en is een deel van mijn leven. Ze hebben de onzekerheid van reizen opgeheven. Amazon heeft zijn concept veranderd van ‘anything in a box’ naar ‘everything as a service’. Zij begrijpen wat consumenten online willen.”
5 OverlevingstipsAlderson heeft vijf tips voor bedrijven die de digitale transformatie willen overleven:
1: Vergelijk je eigen SWOT-analyse met die van je concurrenten en zet die af tegen het veranderende landschap.
2: Leer slechte gewoontes af. Stop met denken aan kanalen, verkoopcycli en adverteren. Concentreer alle teams en projecten op de behoeften van consumenten.
3: Optimaliseer je merk voor agility, dus blijf flexibel en leer om opnieuw uit te vinden.
4: Bouw partnerschappen met andere merken en maak elkaar sterker.
5: Leer houden van intelligente machines en technologie en vergroot je eigen skills en expertise.
Monday, 13 November 2017 | Written by André Oerlemans

Privacywet: toestemming kan digitale reclame redden

Is digital en programmatic advertising, datamining en gepersonaliseerde reclame nog mogelijk als in 2018 de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in werking treedt? Marketeers en bureaus vrezen voor hun businessmodel. IAB Nederland gaat bezwaar aantekenen. Angst en twijfel domineren de marcombranche. Toch valt het volgens deskundigen mee. De oplossing? Alles draait om toestemming.

,,Bij CMO’s is veel onrust en twijfel over de nieuwe privacywet. De vraag is of onze processen op tijd klaar zijn,” zei voorzitter Nathalie Peters van IAB Nederland tijdens het congres How To make It Work 2017. De branchevereniging roept iedereen op voor dinsdag 28 november bezwaar aan te tekenen tegen de richtlijnen die de Europese privacywaakhonden, verenigd in de Artikel 29 Werkgroep (WP29), onlangs publiceerden. Die gaan ook over profilering en geautomatiseerde besluitvorming, de basis voor digitaal en programmatic adverteren. ,,Dit is het enige moment waarop we de werkgroep kunnen oproepen de strikte regels voor profilering te verzachten,” aldus Peters. IAB heeft hiervoor de hulp ingeschakeld van zakelijk juridisch dienstverlener DLA Piper.



Zelfde regels, meer boetes
Vanaf 25 mei 2018 gaat de Autoriteit Persoonsgegevens streng controleren of bedrijven, bureaus en marketeers wel zorgvuldig met persoonsgegevens omgaan. In online reclame draait tegenwoordig alles om data en profilering op basis van persoonsgegevens. Daarom dreigt de helft van alle digitale reclame te verdwijnen, meldde Adformatie in september na een noodkreet van IAB.

Tijdens HTMIW17 schetsten professor Jan Kabel, hoogleraar informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam, en Walter Flaat, Chief Data Officer van Dentsu Aegis Network Nederland, wat de branche te wachten staat. Volgens professor Kabel gelden de regels van de AVG al sinds 1996. Alleen wordt er vanaf volgend jaar strenger gehandhaafd en worden er meteen boetes uitgedeeld in plaats van waarschuwingen. ,,Dat kan oplopen tot 20 miljoen euro en daarom is iedereen zo zenuwachtig en bezig compliant te zijn aan de nieuwe wet,” aldus Kabel.

Altijd wat te verbergen
CDO Walter Flaat van Dentsu Aegis ziet ook de twijfel bij collega’s. ,,Ze zeggen: het is allemaal zo zwaar, het is zo moeilijk. Er mag straks niets meer. Werken binnen deze regels is een high-stakes spelletje, dus waarom zou je nog met data willen werken,” vertelt hij.

Als data-expert weet hij als geen ander hoe mensen de hele dag gevolgd worden. Vanaf het moment dat ze wakker worden en op hun smartphone hun mail of het nieuws checken tot ze in de trein stappen met hun OV-chipkaart of ’s avonds een pizza bestellen. Van de jongere generatie worden heel veel gegevens verzameld. ,,Het gaat erom dat die gegevens goed gebruikt worden. Mensen zeggen altijd: ze mogen alles van mij weten. Ik heb niets te verbergen. Maar je hebt altijd wat te verbergen voor mensen die jou kwaad gezind zijn,” aldus Flaat.

Vier basisregels
Data is volgens hem echter van essentieel belang voor goede marketing. Flaat: ,,Marketing wil aandacht kopen. Je hebt allerlei data nodig om te voorkomen dat je ongewenste reclame op ongepaste momenten stuurt. Uiteindelijk gaat het erom dat je mensen begrijpt. Daarvoor moet je data op een goede manier toepassen binnen de kaders van de privacywetgeving.”

Dentsu Aegis heeft vier basisregels opgesteld om dit goed te regelen.

1: Goede marketing is duurzaam op het gebied van privacy. ,,Marketing is alleen duurzaam als je handelt in het belang van de consument,” aldus Flaat.

2: Goed gebruik van data moet niet eng aanvoelen.

3: We zouden er zelf geen bezwaar tegen hebben als consument.

4: Er is een balans tussen datagebruik en waarde toevoegen.

Cookies zijn persoonsgegevens
Flaat: ,,Belangrijk is ook de grens tussen geanonimiseerde gegevens en persoonsgegevens. Soms zijn gegevens anoniem, maar kunnen ze persoonlijk worden. Daarom wil je er nu al mee omgaan alsof het persoonsgegevens zijn. Hoe zit het met cookies? Daarover is de AP tot de conclusie gekomen dat het persoonsgegevens kunnen worden, dus is het beter om daar van uit te gaan.”



Wat kan wel en niet?
Met concrete voorbeelden over wat wel en niet mag, legt hij de koppeling met de dagelijkse marketingpraktijk. Iemand retargetten die op een webshop naar roze pumps zoekt? Dat mag als iemand via een duidelijke cookieverklaring consent geeft. Een persoonlijk reisaanbod opstellen en tonen door Booking.com? Idem dito. De score van een ingevulde IQ-test doorverkopen? Daar wordt het schimmig, want heeft de invuller hier wel toestemming voor gegeven? Contextual profiling op basis van iemands multimediagebruik, dus meekijken terwijl hij andere websites bezoekt? Een twijfelgeval. Stiekem bezoekersgegevens van een website verzamelen en doorverkopen? Dat mag niet meer.

Alles draait om toestemming
Volgens Flaat draait alles om toestemming, dus meer cookieverklaringen en expliciet vragen of je de gegevens mag gebruiken. ,,Toestemming is goud waard. Daar los je alles mee op. Maar die moet wel veilig gegeven worden. Mensen moeten weten: Jij gaat van mij persoonsgegevens opslaan zodat ik jou later kan bereiken. Maar je moet die niet alleen opslaan, maar ook bewijzen dat mensen die toestemming hebben gegeven. Je moet dus een afschrift van alle toestemmingen in een database zetten om dat te kunnen bewijzen. Heb je dat niet gedaan, dan ben je 24 mei om 23.59 uur al je gegevens, cookies en data kwijt, want je hebt daar geen consent voor.”

Een ander puntje: de verantwoordelijkheid wordt over de hele keten uitgesmeerd. Van uitgever tot adverteerder en mediapartij. ,,Dus je bent allemaal de Sjaak als het misgaat,” aldus Flaat.
,,Dus je bent allemaal de Sjaak als het misgaat,” aldus Flaat.
Bescherming logisch
Volgens professor Kabel is het logisch dat mensen mogen weten wie, wanneer, welke data over hen verzamelt en wat daarmee gebeurt. Volgens de EU-grondwet heeft iedereen namelijk het recht op bescherming van zijn persoonsgegevens. Hij haalt een eerdere uitspraak aan van voorzitter Aleid Wolfsen van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die na zijn aantreden in 2016 zei: ,,Als wij samen naar de bibliotheek zouden gaan en er zou bij de ingang een man staan met een camera, die permanent zou meelopen. Welk boek je inkijkt, waar je naar zoekt… Nou, die sla je onmiddellijk in elkaar. Althans vrij snel. Nu zit de bibliotheek op internet en gebeurt hetzelfde. En niemand maakt zich er zorgen over. Vind ik raar.”
Wolfsen en zijn AP staan volgens Kabel klaar om misstanden te gaan aanpakken en te beoordelen of websites goed met cookies omgaan. Het wordt voor bedrijven nog een hele klus om alle aspecten van de AVG onder de knie te krijgen. ,,Je moet eerst weten waar je het over hebt. Dan moet je het toepassen. Je moet weten wat voor rechten de betrokkenen heeft. Je moet weten wat de beginselen, de beperkingen en de plichten zijn. Je moet weten hoe het zit met de doorgifte van gegevens van Europa naar andere landen zoals Amerika. Je moeten weten hoe het zit met toezicht. En je moet weten hoe het zit met de sancties,” somt Kabel op.

Richtlijnen profilering
Naarmate de datum van 25 mei 2018 nadert, worden de spelregels steeds vaster omlijnd. De Artikel 29 Werkgroep publiceerde begin oktober de conceptrichtlijnen voor profilering en gepersonaliseerde reclame op het internet. Zo mogen algoritmes geen automatische beslissingen nemen die zwaar ingrijpen in het leven van mensen of juridische consequenties hebben en moeten mensen inzicht hebben in de data die over hen zijn verzameld.

Data gebruiken die voor andere doeleinden zijn verzameld mag alleen als de persoon in kwestie daar toestemming voor heeft gegeven. Volgens de richtlijnen van de AVG moet die vraag om toestemming duidelijk en begrijpelijk zijn, moet de persoon snappen waarvoor hij toestemming geeft en moet hij die consent weer in kunnen trekken.

Bezwaar maken
Volgens IAB-voorzitter Peters veranderen de richtlijnen zoals die er nu liggen het totale digitale speelveld. ,,Het is dan ook niet meer dan vanzelfsprekend dat de spelregels voor iedereen duidelijk moeten zijn,” stelt ze. ,,Vandaar dat wij nu actief de oproep doen aan iedereen om hun feedback te delen. Dit kan men doen door gebruik te maken van het speciale formulier op de website van IAB Nederland. Onze specialisten zullen deze reacties bundelen en voor de deadline van 28 november aanstaande bij de Artikel 29 Werkgroep aanbieden.”
Thursday, 09 November 2017 | Written by André Oerlemans

Canal Digitaal biedt ‘internet-tv’

De Nederlandse aanbieder van satelliettelevisie, Canal Digitaal, heeft bekend gemaakt ook televisiekijken via internet (IPTV) aan te gaan bieden. Voor de verkoop hiervan werkt Canal Digitaal samen met andere partijen. Klanten van Canal Digitaal kunnen op basis van hun kijkgedrag en wensen zelf een keuze maken voor tv via satelliet of internet. De uitbreiding van het aanbod volgt op de introductie van verschillende nieuwe features in juni, waaronder TV Gemist en de WatsOnTV Messenger chatservice. De tv-aanbieder speelt met de wijzigingen in op veranderende wensen van tv-kijkers.

,,Consumenten willen gemak, flexibiliteit en een ruim aanbod in content als het om tv-kijken gaat,” aldus Andrei Noppe, VP Technical Operations van de M7 Group, eigenaar van onder meer Canal Digitaal. ,,Vanuit de mogelijkheden die de techniek ons biedt, spelen we daar nu op in met zowel satelliettelevisie en televisiekijken via internet. Anno 2017 kunnen we niet meer spreken over één type televisiekijker, maar heeft iedereen andere behoeften en wensen als het gaat om kijken naar tv-content.”

Christiaan Puper, Managing Director Eviso Nederland (business partner Canal Digitaal) zegt over de uitbreiding van het aanbod: ,,We hebben alles in huis om onze positie op de televisiemarkt te versterken en dat gaan we dus doen ook. We gaan met onze verschillende manieren van tv-kijken het meeste complete tv-aanbod van Nederland presenteren aan alle tv-kijkers.”

Canal Digitaal heeft de ambitie om haar aandeel in de televisiemarkt te vergroten en hoopt dit met deze uitbreiding te bereiken. Vanaf begin november start de promotie voor televisiekijken bij Canal Digitaal via internet met een multimediale campagne op onder meer televisie en internet.
Tuesday, 07 November 2017 | Written by Redactie Frank.News

Candid Group investeert in volgende fase programmatic met SmartBids

Candid Group in Amsterdam - met bureaus als Head to HeadStroom en programmatic platform The Edge Initiative - gaat verder investeren in digitale transformatie en innovatie. In dat kader lanceert Candid Group artificial intelligence tool SmartBids. Daarmee gaat het bedrijf helpen met uitdagingen rondom het upscalen van programmatic prestaties, performance en optimalisatie.

In een wereld waarin de consumptie van allerlei media steeds meer gefragmenteerd verloopt en waarbij programmatic een steeds belangrijke rol zal spelen als het gaat om faciliteren van inkoop en distributie, is het van belang om de juiste scale-up strategie te ontwikkelen. Om aan deze marktbehoefte te voldoen gaat de Candid Group hier actief in investeren.

Begin dit jaar heeft Candid Group The Edge Initiative overgenomen, waarmee het direct channel partner is geworden van AppNexus, een van de grootste programmatic platforms wereldwijd. Vanwege het open karakter van AppNexus en de mogelijkheid zelf innovatieve oplossingen te creëren is het platform de juiste partner van Candid Group. Nu neemt de marketing- en communicatiegroep de volgende stap met als doel de afstand tussen merken en hun eindgebruikers te verkleinen.

Chief Executive Officer (CEO) Gérard Ghazarian: ‘Bij de inzet van programmatic is specialistische kennis cruciaal om steeds tot de beste resultaten te komen. Specialisten zijn steeds moeilijker te vinden, laat staan dat ze 24/7 aan de optimalisatie-eis kunnen voldoen. In de komende jaren zullen wij om die reden investeren in diverse initiatieven die de discrepantie tussen adverteerders en hun eindgebruikers moeten verkleinen. Merken missen nu vaak de relevantie, de kracht van de belofte en de efficiënte distributie. Dat wil Candid Group aanpakken. Het eerste bewijs daarvan is dat wij vandaag sponsor zijn van het IAB event ‘How to Make it Work’, waarbij digitale marketinginnovatie en transformatie het hoofdthema zijn.

SmartBids
Het eerste project van Candid Group in het kader van investeringen in digitale transformatie en innovatie is SmartBids, een artificial intelligence (AI) tool. Met SmartBids gaat Candid Group de uitdagingen die merken hebben rondom upscalen van programmatic prestaties, performance en optimalisatie oplossen.

Welke veranderingen biedt SmartBids klanten? Verbeteringen in zowel prestatie, productiviteit als optimalisatie.

SmartBids beoordeelt de werkelijke waarde van elke vertoning en bieding. Dat leidt tot enorme prestatieverbeteringen, omdat SmartBids 24/7 gefocust is op campagneresultaten.

SmartBids kan dat 24/7 doen omdat het algoritmes/modellen heeft die weer algoritmes/modellen creëren. Dit zorgt voor grotere productiviteit. Hoewel het lijkt alsof aan elke campagne honderden specialisten werken, is SmartBids volledig geautomatiseerd.

SmartBids zorgt voor optimalisatie. Algoritmes mogen geen blackbox zijn. De learnings worden gedeeld via heldere en begrijpelijke dashboards, waardoor gebruikers snel kunnen handelen, beoordelen en bijsturen.

Ghazarian: ‘SmartBids bevindt zich in een betafase, waarbij we een case ontwikkelen met ons eigen contentplatform frank.news. Later dit jaar zullen wij hier meer over melden. Klanten met een hoge volume aan programmatic inzet, die tegen uitdagingen met upscalen aanlopen, kunnen zich aanmelden om mee te lopen in deze betafase. Zo kunnen ze onze inzet van machine learning met SmartBids vergelijken met hun huidige aanpak.’

 
Tuesday, 07 November 2017 | Written by Redactie Frank.News

Gaan we afrekenen op tijd in plaats van impressies?

Adverteerders betalen in de online advertentiewereld publishers al jaren af met CPM als meetinstrument. Maar de serieuze issues rond bijvoorbeeld zichtbaarheid maakt de behoefte aan een ander afrekenmodel groter. In de Verenigde Staten wint het ‘cost per hour model’ terrein, een currency gebaseerd op de tijd die een bezoeker op de site is. In Nederland is uitgever NRC er al mee aan het experimenteren. Gaat cost per hour hier ook winnen als afrekenmodel?

Het CPM-afrekenmodel is al bijna klassiek. Bij het CPM (cost per mille, afrekenen per duizend impressies)-model is het zo dat je een URL intikt en dat de advertenties direct worden geladen. Hoewel de advertenties dan nog niet eens zichtbaar zijn, gaat de kassa wel meteen rinkelen. Een adverteerder betaalt dus direct voor advertenties die niet gezien worden. Dat klinkt onlogisch, maar het gebeurt al jaren.

Opstand tegen beperkte zichtbaarheidNu staat dit model wel behoorlijk onder druk in een tijd dat adverteerders steeds meer in opstand komen tegen lage viewability en advertentiefraude. Procter & Gamble bijvoorbeeld neemt daarom weer meer zijn toevlucht tot televisie. Daarnaast weten we dat adblockers aan populariteit winnen, omdat de online bezoeker zijn neus ophaalt voor irritante banners en pre-rolls voor video. Dat is geen goed nieuws voor adverteerders, maar zeker ook voor uitgevers, die zich in de online wereld toch al moeilijk staande kunnen houden. Misschien is het daarom wel tijd om met zijn allen eens te praten over een nieuw afrekenmodel.

Kosten per huur goed alternatiefDan komen we al snel terecht bij cost per hour. In Amerika introduceerde de Financial Times dit twee jaar geleden in een pilot met een groep adverteerders. Het nieuwsmerk ontwikkelde een model op basis van ‘exposure time’ in plaats van impressies. Hoe werkt het? Met klanten wordt alleen afgerekend voor advertenties die actief worden weergegeven gedurende vijf seconden of langer. De actieve tijd wordt aangegeven aan de hand van het feit of een persoon scrolt of klikt. Uit de pilot kwam naar voren dat deelnemende merken als BP, AIG, Microsoft en IBM beter scoorden op reclameherinnering, herkenbaarheid van het merk, merkvoorkeur en -overweging. Sindsdien hebben ook andere financiële nieuwsmedia in de Verenigde Staten, zoals The Wall Street Journal, Economist en Bloomberg met het model geëxperimenteerd.

NRC introduceert dit afrekenmodel ookIn Nederland introduceert NRC (NRC Handelsblad en nrc.next) het afrekenmodel nu ook, specifiek voor branded content. NRC springt daarmee in op de beweging dat branded content langzaam maar zeker display advertising naar de achtergrond drukt. Het wil adverteerders dus de mogelijkheid bieden hun verhaal te vertellen, dat goed past in de NRC-omgeving. Volgens een artikel op adformatie.nl gaat het hier om de “quality view”, waarvoor geldt dat een adverteerder betaalt voor een lezer die tenminste 15 seconden in een artikel zit. NRC - onderdeel van Mediahuis, waar sinds kort Telegraaf Media Groep ook onder valt - ging al eerder niet mee in de CPM-afrekening en introduceerde een jaar geleden al een aantal modellen die de cost per hour manier mogelijk maken, zoals het on-scroll laden van een advertentie (zodat die uiting daadwerkelijk zichtbaar is) en de viewable cpm (50 procent minimaal 1 seconde in beeld).

Logisch verhaal in concurrentie met GoogleGaan andere Nederlandse nieuwsmedia mee in een dergelijk model? Het cost per hour model geeft de adverteerder vertrouwen, want het is een bewijs dat zijn uiting in ieder is geval gezien. En het is ook een logisch verhaal voor nieuwsmedia die moeten concurreren met Google en Facebook. Je wil de bezoeker zo lang mogelijk op je site houden. Bied ze daarvoor dus sterke, kwalitatieve content. Dat geldt ook voor de content die merken bieden. Dat kan, naast gesponsorde content, dus ook een mooie commercial zijn.

Meer impact, minder views
Met het cost per hour model gaat het dus in feite om de impact van, of aandacht voor je uiting. Veel grote Nederlandse spelers moeten het vooral hebben van bereik en pageviews en minder van impact. Ga maar na: NU.nl is met een bereik van 7 miljoen (in september 2017, volgens het NOBO-onderzoek dat het online bereik van Nederlandse nieuwsmerken meet) het populairste Nederlandse nieuwsmerk. Maar het is vooral vluchtig nieuws en curatie. En nummer 3 AD.nl biedt ook wel premiumstukken, maar moet het vooral hebben van snel nieuws en entertainment. AD heeft daarmee De Telegraaf - toch het grote voorbeeld - inmiddels in bereik ingehaald. Ook Metro staat nog in de top-10. Tussen die nieuwsmerken doet NRC.nl het goed met een vijfde plaats en ook de Volkskrant en Trouw staan nog in de top.

Bereik blijft voor ieder zichzelf respecterend nieuwsmerk uiteraard essentieel, maar de essentie is een combinatie van bereik en impact (of aandacht, alhoewel zelfs onderzoeksspecialist John Faasse nog naar de precieze definitie) zoekt.

Impact met kwalitatieve contentMaar die impact krijg je met kwalitatieve content, hoewel je daar misschien ook wel verschillende definities voor hebt. NRC en Volkskrant, maar bijvoorbeeld ook De Correspondent, hebben al laten zien dat de consument hun inhoud waardevol genoeg vinden om er een abonnement voor af te sluiten.
Bij kwalitatieve content blijft de bezoeker ook langer binnen je omgeving, zal hij ook andere nieuwsitems aanklikken en is de kans groter dat hij een commerciële uiting - in welke vorm dan ook - echt ziet.

Klagen over Google en FacebookEr wordt nu steen en been geklaagd dat grote concurrenten als Facebook en Google bijna driekwart van de online advertentiegelden krijgen. Juist daarom is het zaak voor nieuwsmerken om impact te creëren met hun content. De recente discussie over nepnieuws heeft wel bewezen dat ze er hun voordeel uit kunnen halen. Dat is ook goed nieuws voor de adverteerder, die naar een ‘brand safe’ omgeving zoekt, zoals Procter & Gamble. Daar past het afrekenmodel cost per hour prima bij. Sterker nog: het trekt het niveau van de digitale mediabranche omhoog.
Monday, 06 November 2017 | Written by Bram van Noord

RTL start pilot met pre-rolls als voorbereiding op Facebook Watch

Deze week start RTL, naar eigen zeggen als eerste Nederlandse publisher, met het tonen van mid-roll advertenties op Facebook. Met de pilot hoopt RTL zijn kennis over video advertising op Facebook uit te breiden. Ook verkent RTL hiermee de mogelijkheden voor verdere samenwerking via onder andere het nieuwe platform Facebook Watch.

RTL vindt dat dit het moment is om te starten met de pilot, omdat het mediabedrijf merkt dat video op de verschillende Facebookpagina’s van RTL, waaronder RTL Nieuws, EditieNL, Voetbal Inside en RTL4, steeds beter bekeken wordt. Ruim 60 miljoen views per maand genereren de Facebookvideo’s nu; een stijging van bijna 80 procent ten opzichte van vorig jaar.

In het persbericht dat RTL gisteren over de pilot naar buiten bracht, verwijst het concern naar recent onderzoek dat uitwijst dat video’s op Facebook van meer dan 90 seconden beter scoren op engagement dan korte video’s. Omdat RTL veel langere video’s aanbiedt, gericht op een brede doelgroep, lenen de platformen zich volgens het bedrijf bij uitstek voor het testen met mid-roll advertenties.

Naast het opdoen van meer ervaring met video advertising op Facebook, gebruikt RTL de pilot ook als voorbereiding op de komst van Facebook Watch naar Nederland. Watch is een nieuw videoplatform waarmee Facebook de concurrentie met YouTube aan wil gaan. Dit platform wordt eerst getest onder een kleine groep Amerikaanse gebruikers. Facebook Watch gaat zich voornamelijk richten op de distributie van long-form videocontent die speciaal voor het videoplatform gemaakt wordt. Op termijn komt het platform ook in Europa beschikbaar.
Friday, 03 November 2017 | Written by André Oerlemans

Voor P&G en Unilever wordt innoveren belangrijker dan adverteren

Merken als Procter & Gamble, Unilever of Coca Cola zijn groot geworden door adverteren. In het tijdperk van de Vierde Industriële Revolutie draait het echter vooral om innoveren. Anders kunnen ze nooit de strijd aangaan met tech-bedrijven als Google, Facebook, Airbnb, Tesla, Alibaba of Uber. Veel bedrijven hebben moeite met deze cultuuromslag. Ook omdat er een groot tekort is aan ervaren, goede digitale-, tech- en data-specialisten.

Dat stelt award-winnend marketing strateeg en media- en innovatie-expert Igor Beuker aan de vooravond van het congres How To Make It Work, dat IAB Nederland op 7 november houdt in Amsterdam. Thema is de digitale transformatie van merken en marketeers.

 
Nieuwe en oude wereld
,,Digitale transformatie is meer dan je advertentiebudgetten op internet verhogen of verschuiven van tv naar online. Het is een andere mindset. Een cultuuromslag,” stelt Beuker. ,,Sterke merken uit de oude wereld hebben daar veel moeite mee. Bedrijven als Coca Cola, Unilever en Procter & Gamble zijn de grootste in hun markt geworden doordat ze de grootste advertentiebudgetten hadden. Ze innoveren wel, maar te weinig en te traag. Ze zijn verslaafd aan advertising. De bedrijven van de 21e eeuw - de nieuwe wereld - zijn niet groot geworden door advertenties, maar door innovatie en hun trend-gedreven cultuur. Die zeggen gewoon: we gaan het doen. Ieder merk kan trends en technologie verzilveren en groeien, maar de een ziet de kansen niet en de ander wel. De enige constante in de komende twintig of dertig jaar is verandering. De vraag die een bedrijf zich moet stellen is dus: ben je klaar om steeds te innoveren. Ben je klaar voor AI, nieuwe technologie en andere trends? Dat zijn veel oude bedrijven niet.”

 
Mad Men en Math Men 
Beuker deelt merken en marketeers in twee kampen in. De Mad Men - naar de populaire tv-serie - zijn de marketeers en merken die volledig afhankelijk zijn van reclame en in hun oude businessmodel zijn blijven hangen. De Math Men zoeken succes in innovatie en technologie.

Hun succesformule is niet adverteren. Ze verzilveren trend na trend en investeren een groot deel van hun winst in hun platform, innovatie en martech, digitaal talent en slimme acquisities.

 
CIO, CTO en CDO 
Beuker weet waar hij over praat. Hij was een van de oprichters van IAB in 1997, werkte bij WPP voor de grootste merken en bedrijven en is trendwatcher voor Fortune 500’s. Eerder schreef hij al op frank.news dat de digitale transformatie van merken en mediabedrijven te traag gaat. Veel van de grote bedrijven zien daar volgens hem de noodzaak niet van in. Bovendien missen ze de skills en de juiste mensen. Beuker: ,,Voor succes en groei in de 21e heb je CIO’s (Chief Innovation Offficers), CTO’s (Chief Technology Officers) en CDO’s (Chief Data Officers) nodig. Of een CMO die expert is op het gebied van trends, digitalisering en data. Als je die nu nog niet in huis hebt, wordt het lastig, want echte toppers werken nu allemaal voor bedrijven als Google, Airbnb en Amazon.”

 
Tekort groeit 
Het probleem is: mensen met die specifieke skills zijn niet meer beschikbaar. ,,Die willen vaak niet eens voor Mercedes of P&G werken,” stelt Beuker. ,,Er is een groeiend tekort aan mensen met ervaring en de juiste skills. Voor de top 500 van bedrijven in Nederland zijn er slechts 100 mensen beschikbaar die die digitale transformatie op C-level al succesvol gedaan hebben. Terwijl de markt om 100 goede, ervaren data-analisten vraagt, zijn er maar een stuk of tien beschikbaar. Dat is een groot probleem. Ga ze maar eens vinden, zorg dat ze voor jou willen werken en ga ze maar eens betalen. De meesten zijn al lang ingelijfd door de Math Men-bedrijven.”

 
Klanten kennen 
Volgens Beuker hebben sterke merken en mediabedrijven een nieuwe mindset nodig. ,,Retailers hebben e-commerce te lang onderschat en het gros kent slechts 30 procent van zijn klanten. Dan is een Omnichannel strategie mooi in PowerPoint, maar de winst blijft dalen. Amazon en Netflix kennen 100 procent van hun klanten en kijker, maar tv-netwerken hebben kijkers die ze amper kennen en zijn volledig afhankelijk van advertentie-inkomsten. Facebook en Google switchen hybride businessmodellen om nog harder te kunnen groeien. Ze kennen hun klanten inmiddels beter dan de klanten zichzelf denken te kennen”, vertelt hij.

 
Trends verzilveren 
Digitale transformatie en innovatie gaat volgens hem veel verder dan advertising. Beuker: ,,Ik lees meewarig dat P&G en Unilever 100 miljoen euro gaan schuiven van digitaal naar offline kanalen. Alsof dat het verschil maakt. Feit is dat P&G en Unilever in 2016 respectievelijk 7 en 6 miljard uitgaven aan global advertising, maar Unilever moest wel startup Dollar Shave Club kopen voor 1 miljard Dollar om nog een plek te verdienen in male grooming en subscription commerce. Deze eeuw vraagt simpelweg om een andere mindset en aanpak. Je moet nu een ster zijn in digitale marketing innovatie, trends tijdig verzilveren en je klanten kennen en op maat bedienen. Natuurlijk kan adverteren daarbij helpen, maar om te overleven of te groeien komende decennia is innovatie key.”

 
TV wordt ook programmatic en addressable 
IAB Nederland meldde onlangs opnieuw een groei van de online bestedingen. Volgens de meest recente Online Ad Spend Study van Deloitte stegen die in het eerste half jaar van 2017 met 13 procent naar een omzet van 954 miljoen euro. Volgens Beuker zal de groei ook de komende jaren aanhouden. Zeker als grote merken mobile commerce echt gaan omarmen.

Ook voorspelt hij dat de scheidslijn tussen bijvoorbeeld online en tv zal vervagen. ,,Was tv 60 jaar lang een medium dat alleen geschikt was voor one-size-fits-all campagnes, komende jaren krijgt tv ook de kracht van het internet. Tv wordt net zo targetable, programmatic en addressable als internet en online video,” zegt hij. ,,Maar ook voor tv content op maat en personalisatie is specifieke kennis van onder andere data, digitalisering, CRM en AI nodig.”
Friday, 03 November 2017 | Written by André Oerlemans

Van ‘geldophaler’ naar ‘honderd procent schuldenvrij’

SPONSORED STORY 

Incassobureau Janssen & Janssen heeft de ambitie om het roer de komende jaren flink om te gooien. Niet langer wil het voornamelijk geld verdienen met het innen van schulden, maar het bedrijf wil diensten aanbieden om te voorkómen dat mensen in de schulden komen. Sterker nog: Janssen & Janssen heeft de ambitie om ‘Nederland 100 procent schuldenvrij’ te maken.

Okay, zullen de lezers van Frank.news zeggen, maar waarom moet ik dat als marketeer allemaal lezen? Niet zo moeilijk. Als eerste willen we jullie iets vertellen over de manier waarop je zo’n imagotransfer kan vormgeven, wat komt er allemaal bij kijken om het imago van een organisatie te veranderen van ‘deurenintrapper’ in ‘helper’? Daarbij vormen alle marketeers en CEO’s met marketinginteresse een belangrijke doelgroep voor Janssen & Janssen de komende tijd want zij zullen die nieuwe werkwijze moeten omarmen. Oh ja, er is trouwens nóg een reden, maar dat moeten jullie een beetje stil houden; alle ambities van Janssen & Janssen schreeuwen om een goede contentmarketingstrategie. We hopen dat ze dát door deze sponsored stories steeds meer gaan inzien (maar mondjes dicht hè….)

Werk van medewerkers gaat enorm veranderenDe gevolgen voor deze switch in dienstverlening zullen trouwens ingrijpend zijn voor de medewerkers. Maar Saskia van de Schoot, manager business development, denkt dat hun werk alleen maar interessanter wordt. ,,Het is toch veel leuker om mensen te helpen in plaats van dat je alleen maar geld komt hálen?’’ Janssen & Janssen wil dus van ‘geldophaler’ een beetje ‘hulpverlener’ worden, voorkomen dat (jonge) mensen in de geldzorgen komen, Maar om die switch geloofwaardig te laten verlopen zal er ook iets moeten gebeuren buiten de eigen kantoormuren. De opdrachtgevers van het bedrijf moeten snappen waaróm die nieuwe werkwijze veel effectiever is dan het oude verdienmodel en het grote publiek moet inzien dat het nieuwe Janssen & Janssen mensen niet als cashcow ziet.

Incassobureaus hebben een negatief imago Onderzoeksbureau Vostradamus deed onderzoek onder de Nederlandse bevolking naar het imago van incassobureaus en deurwaarders. Daaruit blijkt dat deze organisaties gezien worden als de boeman en niet als een plek waar je terecht kan als je hulp nodig hebt. Op de vraag wat een incassobureau doet, zijn de meest voorkomende antwoorden: geld innen/incasseren, aanmaningen/brieven/rekeningen sturen en weet niet/geen idee. Op diezelfde vraag over deurwaarders antwoorden mensen: beslag leggen en huis leeghalen/uitzetten. Er worden bovendien veel negatieve termen gekoppeld aan een incassobedrijf zoals ‘eng’, ‘ellende’, ‘vervelend’, ‘stress’ en ‘angst’. Kansen zijn er wel degelijk want mensen verwachten eigenlijk dat soortgelijke bedrijven meer begrip tonen, inlevingsvermogen hebben, meedenken en samen naar een oplossing zoeken. Het wordt van belang geacht dat ze rekening houden met de privésituaties, meer dan de helft van de respondenten gaf aan dat incassobureaus empathie moeten tonen als iemand zijn baan verliest.

Geld verdienen moet andersWe zeiden het al, ook de opdrachtgevers van Janssen & Janssen moeten steeds nadrukkelijker beseffen dat hun manier van geld verdienen anders zal gaan in de toekomst. Op dit moment is ‘incasso’ immers ook een verdienmodel voor bedrijven; incassokosten leveren misschien wel meer op dan de afdeling die er zit. ,,Het idee is dat de vervuiler betaalt,’’ zegt Van de Schoot. ,,Maar er wordt niet gekeken of mensen het kúnnen betalen. Als we op een andere manier gaan werken dan zouden opdrachtgevers ons als consultant moeten inhuren zodat wij hen uitleggen op welke manier ze klanten moeten aanspreken. Onze service is dan ‘de beste strategie voor die branche en het klanttype’. Dat besef is er nu niet en dan moeten wij op een hele andere plek binnenkomen bij organisaties. Nu kennen alleen de creditmanagers ons, maar CFO’s en CEO’s zouden wel eens meer oog kunnen hebben voor die nieuwe manier van werken zodat ze het allemaal in een wat breder perspectief kunnen plaatsen. Datzelfde geldt overigens voor marketingmensen en dat is ook de reden dat we dit verhaal aan jullie vertellen.’’



100 procent schuldenvrijDe ambitie van een 100 procent schuldenvrije samenleving is dus de strategie, de basis, maar uiteindelijk wil Janssen & Janssen deze visie ook in de praktijk brengen. Het imago moet anders, maar om dat te bewerkstelligen is ook actie gevraagd. Daarom zaten medewerkers van het bedrijf tijdens de week van de alfabetisering in de bibliotheek van Eindhoven om mensen te helpen met moeilijke brieven die ze kregen van instanties. En waren de brieven erg? ,,Niet normaal, vrouwen met een enorme taalachterstand krijgen brieven van negen kantjes. Dat zijn gewoon teveel moeilijke worden voor die mensen, en wat doen ze dan? Helemaal niks. Het gaat ons erom dat bedrijven zich bewust worden van die ‘denkfouten’ in hun communicatie.’’

Drie duidelijke doelgroepenOkay, even de strategie op een rijtje. De transformatie kent dus drie duidelijke doelgroepen - intern, opdrachtgevers en klantdebiteuren - en de centrale missie is een 100 procent schuldenvrije maatschappij. Het interessante aan deze case (in oprichting) is dat de missie dus duidelijk is, maar ook dat de doelgroepen vrij goed in beeld zijn. De klantdebiteuren die geldproblemen hebben, zijn met één druk op de knop naar boven te halen. Vraag is wat Janssen & Janssen gaat doen met deze mensen? ,,Dat wil ik nog niet in dit verhaal kwijt omdat het de kern wordt voor onze nieuwe plannen.’’ Okay, het product blijft nog even geheim, maar hoe zit het qua communicatie? Moet er een magazine komen met financiële voorlichting, een eigen YouTube-kanaal met reportages of zijn er andere manieren om ze te bereiken?

Wat zijn het voor mensen eigenlijk die in de geldzorgen komen? Daar heeft het NIBUD uitgebreid onderzoek naar gedaan. Ze zijn vaak laag opgeleid, sociale factoren spelen een rol (huurhuis, uitkering, kinderen), persoonlijke kenmerken zoals het gebrek aan administratieve kennis en laaggeletterdheid zijn een factor en het zijn mensen die gebrekkig zijn voorgelicht in hun opvoeding over geld.

,,Wij gaan voor een schuldenvrije toekomst en daar heb je hen dus hard bij nodig.’’

Focus op Generatie Z
Dat is dus de brede doelgroep van mensen met betalingsproblemen, maar Janssen & Janssen richt zich de komende tijd specifiek op Generatie Z omdat deze groep over een aantal jaar 40 procent van de beroepsbevolking vormt. ,,Wij gaan voor een schuldenvrije toekomst en daar heb je hen dus hard bij nodig.’’ In opdracht van het bedrijf is er onderzoek gedaan naar de kenmerken van deze jongeren die ongeveer van midden jaren negentig tot circa 2002 geboren zijn. ,,Zij geven geld uit als water, 25 procent heeft al betalingsachterstanden. Wij hebben onderzoek laten doen hoe je het beste met deze groep communiceert en daar komen interessante dingen uit. Opvallend is dat het opleidingsniveau heel bepalend is; hoger opgeleiden willen echt dat je hen als volwassen aanspreekt en lager opgeleiden zoeken hulp. Bedrijven moeten hen echt op een andere manier gaan benaderen; een andere tone of voice hanteren dan ze nu doen en andere kanalen gebruiken om met hen te praten. Wij gaan daar een bijdrage aan leveren.’’

Jongeren geven geld uit als waterSamen met onderzoeksbureau YoungWorks is Janssen & Janssen ook gaan praten met die jongeren die in de problemen zitten. Van de Schoot was erbij toen jongeren die in de schulden zitten geïnterviewd werden. ,,Het is wel triest hoe jongeren op deze leeftijd al zo in de problemen zitten. Ze hebben veel grote dromen, willen bijna allemaal ondernemer worden, maar ze geven geld uit als water. Ze worden bovendien enorm beïnvloed door elkaar, er is veel sociale druk. Als ze met elkaar de stad ingaan, zeggen ze niets over de problemen. Het is vooral triest om te zien dat sommige mensen hierover helemaal niets van thuis meekrijgen. Als je die verhalen hoort, besef je: hier moeten we iets aan doen.’’

Die verhalen vertellen en vervolgens actie ondernemen, daar gaat het natuurlijk precies om. Als je die verhalen in boekvorm zou uitgeven dan weet heel Nederland wat er aan de hand is. Moet er een toneelstuk van gemaakt worden, een boek, een online magazine met als nulnummer die verhalen? Dat is precies de content die je uiteindelijk wil maken op een eventueel contentplatform.

De volgende Sponsored Story: hoe praat je met Generatie Z over geld?    
Thursday, 02 November 2017 | Written by Bas Hakker

Wat de tv-wereld van succesvolle YouTubers kan leren

De ene na de andere influencer scoort online succes door bijzondere formats te introduceren en goede interactie met de doelgroep te realiseren. Allemaal factoren die ook belangrijk zijn in de tv-wereld. Die wereld is alleen op veel vlakken nog altijd hopeloos achterhaald. Frank.news vroeg online influencer Sanny Verhoeven wat er moet veranderen om mee te groeien in dit digitale tijdperk.

 
Sanny Verhoeven, bij haar online doelgroep beter bekend als Sanny zoekt geluk heeft een succesvol online platform en YouTube-kanaal. Daarnaast presenteert ze af en toe tv-programma’s, zoals op dit moment het RTL-programma Off Piste. ,,In het verleden heb ik ook veel branded content-programma’s gepresenteerd, zoals KampeerTV (RTL), RTL Lounge (RTL) en Fashionscene TV (Net5). Wat me altijd het meest tegenstond was het feit dat je je als presentator heel erg van de domme moest houden. Je bent overal verbaasd over, en mag op geen enkel vlak expert zijn. Als kijker denk je dan al snel: deze persoon weet echt helemaal niks. Je komt ook allesbehalve authentiek over.” En weg is je kijker.   
 
Sponsordeals waar je niet achter staat
Een ander pijnlijk punt voor Verhoeven is het feit dat je als presentator met sponsordeals te maken krijgt waar je niet altijd achter staat. ,,Zo liep ik weleens over een camping waar het gewoon echt niet zo leuk was. Je kunt proberen dit voor de kijker te verbloemen, maar het blijft zichtbaar. Op zo’n moment was ik als presentator toch verplicht om te doen alsof het er geweldig was.”

Je kijker voor de gek houden in een wereld die niet bestaat: daar trapt natuurlijk niemand meer in. De grote oorzaak voor deze achterhaalde gang van zaken ligt volgens Verhoeven bij de samenwerking tussen het creatieve team en het salesteam. ,,Nu gaat het nog altijd vaak zo dat het salesteam een sponsordeal binnenhaalt en daarmee de afspraken maakt. Pas op het laatste moment wordt de crew erbij gehaald die het item creatief gaan invullen. Alleen is er dan nog maar weinig ruimte over omdat er al is afgesproken wat er in een scène wordt gedaan.”

 
Creatie en sales gelijk
Het voornaamste doel is geld verdienen, en de creativiteit sneeuwt onder. Dit moet makkelijk anders kunnen, vindt Verhoeven. ,,Dit probleem tackel je alleen al door beide teams direct met de klant om tafel te laten zitten. Op die manier maak je ook nooit iets waar je zelf als zender, presentator en creatief team eigenlijk niet achter kunt staan.”



 
Geloofwaardigheid is belangrijk
Als online influencer werkt Verhoeven samen met verschillende merken. ,,Dit zijn sowieso merken die ik tof vind en waar ik in geloof. Alleen dan is het een natuurlijke en organische manier van promoten en werkt het ook echt.” Nog altijd zijn er merken die Verhoeven het liefst de woorden in haar mond willen leggen. ,,Ik zeg dan eerlijk dat mijn volgers dat echt niet geloven. Dat nemen ze gelukkig ook meteen aan.”

 
Product in beeld
Een veelgemaakte denkfout van sponsors is bijvoorbeeld ook dat ‘het product zoveel mogelijk in beeld brengen’ voor succes zou moeten zorgen. ,,Als je gaat samenwerken met een influencer, zender of tv-programma wil je samen meer bereik creëren. Een product promoten werkt alleen als dit op een mooie, gelijkwaardige manier gebeurt. Honderd keer het product in beeld brengen werkt averechts. Merken zijn hier net als tv-zenders vaak nog heel ouderwets in. De kijker gelooft dit alleen allang niet meer.”

 
SAMENWERKING Sanny met Renault en VIVA: 
https://youtu.be/qMG8qvgH0E0

 
Vrijheid voor influencer
Verhoeven werkt voor betaalde samenwerkingen samen met influencerbureau Social Influencers. ,,Dat is een expert als het gaat om welke links goed werken en hoe vaak je iets wel of niet moet noemen. Daarbij kunnen ze ook de statistieken goed doorvertalen naar de klant.” Deze samenwerking is succesvol omdat het bureau als geen ander weet hoe belangrijk de vrijheid is die de influencer nodig heeft voor het creatieve proces. Het grote verschil met de ouderwetse manier van werken: ,,Je kijkt echt vanuit de mens, de kijker en de doelgroep in plaats van vanuit het product.”

 
Goudmijn aan data
Een groot voordeel van online programma’s maken, is ook de goudmijn aan data over de doelgroep die je erbij cadeau krijgt. Een groter verschil met die achterhaalde tv-kastjes bestaat natuurlijk niet. Verhoeven: ,,Eén van de voordelen is dat ik door al die data enorm kan experimenteren. Zo was voorheen de ongeschreven regel dat een online video het best werd bekeken met een lengte tussen drie en vijf minuten. Ik kwam er alleen achter dat interviews waarin ik mijn geleerde lessen deel, die door de kijker ook worden beschouwd als mini-cursus, juist succesvol zijn als deze vijftien minuten duren.”

 
Experimenteren met video’s
Deze langere video’s worden niet zo goed bekeken als de weekvlogs, maar er is wel een stuk meer interactie met de doelgroep vanuit interviews. Voor Verhoeven is dat nóg belangrijker dan alleen de ‘kijkcijfers’. ,,Ik zie dat mijn doelgroep de interviews terugspoelen, nog een keer kijken en dat ze er massaal onder reageren. Veel meer dan bij mijn vlogs. Ik kijk dus niet alleen naar de views. Mijn doel is om echt een impact te hebben op het geluk van mensen. En ik merk dat ik mijn kijkers het meeste inspireer met deze langere interviewvideo’s.

 
Interactie met de kijker
Ook als het gaat om interactie met de kijker kan de tv-wereld nog veel stappen maken. ,,Je ziet het nu wel gebeuren bij kijkcijferhits als Expeditie Robinson, Heel Holland Bakt en The Voice: op social media wordt er veel op de programma’s gereageerd en over gesproken. Veel zenders zijn hier nog te terughoudend in. Ze zijn letterlijk alleen maar aan het zenden, vinden het eng om het gesprek met de kijker aan te gaan.” Verhoeven zou zich niets anders meer voor kunnen stellen. ,,Mijn doelgroep is echt een community. Onder mijn video’s delen ze ervaringen en tips met elkaar. Ik deel dingen met hen en zij weer met mij. Ik heb hierdoor ook echt het gevoel dat ik mijn volgers goed ken. En natuurlijk vind ik het ook weleens lastig om op bepaalde vragen wel of niet in te gaan, maar dat hoort erbij.”

 
Coolblue
Als voorbeeld van een succesvol merk dat weet hoe interactie met de doelgroep werkt, noemt de online influencer Coolblue. ,,Zij hebben echt een team opgebouwd die de klant het gevoel geeft dat ze voor hem klaar staan. Dit begint al bij de leuke telefoonstem die je aan de lijn krijgt. Daarbij zijn ze ook niet bang om reacties te vragen en gaan vervolgens ook echt het gesprek aan.”



 
Online influencer op tv
Om met de tijd mee te gaan, zie je dat tv-zenders als RTL denken: we moeten iets met die bekende YouTubers. En zo schuiven nu een aantal online gezichten aan bij programma’s als RTL Boulevard en Holland’s Next Top Model. ,,Veel online influencers hebben nog altijd veel respect voor de tv-wereld. Dit is niet altijd terecht aangezien ze met hun eigen kanalen veel meer views halen.” Verhoeven wordt zelf ook regelmatig gevraagd om mee te werken aan een programma. ,,Ik heb net weer ‘nee’ gezegd. Het is natuurlijk heel leuk voor de eer, maar voor mij is het belangrijk dat ik er meer aan heb dan alleen een beetje interessant doen dat ik ook op tv te zien ben. Zo let ik op de doelgroep. Als die niet 100 procent aansluit op die van mij, is het een mismatch en doe ik het niet. Meewerken aan een programma kost me veel tijd, terwijl ik uiteindelijk veel meer verdien met mijn eigen kanaal.”

 
Anna Nooshin en HNTM
Dat een online influencer als Anna Nooshin wel voor tv kiest, snapt Verhoeven volkomen. Alleen al omdat ze met Holland Next Top Model dezelfde doelgroep bereikt als met haar eigen platform NSMBL. ,,Van RTL ook een slimme zet, want zelfs als je het programma niet volgt, word je toch nieuwsgierig gemaakt door haar vlogs. Zo trek je nog meer kijkers naar jouw programma.”

 


 
360 graden-werking
Verhoeven merkt de voordelen van die 360-graden-werking zelf ook met haar tv-programma Off Piste. ,,Ik neem mijn volgers online ook mee in een sneak preview van het programma. Met positieve reacties als gevolg. Zelfs als ze geen grote skiliefhebbers zijn, zijn ze toch nieuwsgierig naar het programma.” Daarbij maakt Verhoeven de kanttekening dat ze de overstap naar tv voor een online creator vooral slim vindt als je daardoor zelf ook de kans krijgt om andere video’s te maken. ,,Denk aan video’s waar je echt een team voor nodig hebt, omdat ze anders niet te realiseren zijn. Als ik nu word gebeld voor een eigen talkshow, zeg ik waarschijnlijk ook ‘ja’, want dat kan ik niet produceren in mijn eentje. Maar dan nog moet het wel online te zien zijn.”

 
Slimme crossovers
Die 360-graden manier van werken kan ook het antwoord zijn om jongeren meer tv te laten kijken. Verhoeven: ,,Het begint natuurlijk allemaal met goede en geloofwaardige content maken. Geen nep gedoe meer op tv. Vervolgens zijn er slimme crossovers te maken met het programma en de plek waar jongeren wel veel te vinden zijn: online dus. Je begint op tv, gaat verder online en andersom.” Als succesvol voorbeeld noemt Verhoeven The Voice. ,,De live shows volg je op tv en de backstage content is online vindbaar. Dit kan nog verder uitgebouwd worden door hier ook een YouTube-kanaal aan te hangen met alle persoonlijke informatie en filmpjes van de kandidaten.”

 
Persoonlijk keuzemenu
Tot slot ziet Verhoeven ook een goudmijn in een functie á la Netflix voor tv. ,,Je kijkt Heel Holland Bakt, en op het moment dat het programma is afgelopen, komt er een keuzemenu aan gerelateerde programma’s. Denk aan andere culinaire shows of programma’s van dezelfde presentator.” Volgens Verhoeven is het aanbod afstemmen op de persoonlijke interesses van de kijker een schot in de roos. ,,Ik kijk zelf bijna geen tv meer en kijk alles on demand. Hierdoor zap ik niet meer, met als nadeel dat ik dus ook nooit spontaan een leuk programma ontdek. Zonde! Bovendien: deze functie werkt ook voor YouTube en Netflix, waarom niet voor tv?”

Fotograaf Kee.Kee

 
Wednesday, 01 November 2017 | Written by Kim Buitenhuis

NPO Radio 2 en Radio 10 gaan hard

Door Linda Haring

Opvallend aan de luistercijfers van augustus en september zijn de sterke positie van NPO Radio2 (10,8 procent) en Radio 10 (6,5 procent). De publieke zender van - bijvoorbeeld - Gerard Ekdom nadert marktleider Radio 538 in stevig tempo.

De nieuwe programmering en het aantrekken van nieuwe dj’s in 2017 werpt zijn vruchten goed af voor NPO Radio 2. Het aandeel steeg naar 10,8 procent (een groei van 26 procent t.o.v. dezelfde periode vorig jaar). Mannen als Gerard Ekdom blijven het goed doen bij de iets oudere luisteraar. Opvallend is dat de NPO heeft aangekondigd wat meer nieuws op de zender te gooien vanaf 2018. Grote hits, een vleugje nieuws en persoonlijkheden als dj blijken dus vooralsnog een goede formule.

Radio 10 lijkt overigens een soortgelijke doelgroep te bedienen, maar dan met echte muzikale klassiekers. Onlangs lanceerde de zender ook een tv-campagne om het station onder de aandacht te brengen. Roland Snoeijer, radiodirecteur van Radio 10 in een persbericht: ,,Opnieuw een luistercijferrecord is natuurlijk fantastisch. Het hele team is écht trots dat steeds meer luisteraars ontdekken dat Radio 10 dé zender is waar je de hele dag kan genieten van de grootste hits uit de afgelopen decennia. We kijken uit naar de komende maanden waarin we ‘De Lach van 10’ spelen en het jaar afsluiten met de ‘Top 4000’.”
538 blijft fier aan kop, ondanks dat het aandeel ten opzichte van de voorgaande meting licht daalt en stijgt ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Qmusic ziet het aandeel weer toenemen, waarschijnlijk door de actie ‘Het Geluid’ dat de gelukkige 63.700 euro opleverde. De stijging in zenderaandeel is overigens de eerste stijging sinds lange tijd voor Qmusic, na de perikelen rondom Mattie en Wietze.
Waar NPO 3FM de voorgaande meting nog een kleine groei noteerde, dalen ze deze meting weer. Ook NPO Radio1 levert weer aandeel in, de sportzomer is weer voorbij.

Stijgers: NPO Radio 2, Qmusic, Radio 10, 100%NL, NPO Radio 4, Slam!FM, Classic FM
Dalers: Radio 538, Sky Radio, ORN Radio, NPO Radio 1, Overige zenders, NPO 3FM, NPO Radio 5, Sublime FM
Gelijk: E-Power Radio, Radio Veronica, BNR Nieuwsradio.
Tuesday, 24 October 2017 | Written by Redactie Frank.News

Wat Bruna moet doen? Experimenteren, samenwerken én vernieuwen

Bruna noemt zichzelf marktleider in het segment van boeken, tijdschriften en wenskaarten, maar de boekhandelsketen stond er de laatste jaren niet bepaald gunstig op. Tientallen franchisers sloten de deuren en het bedrijf lijkt maar geen digitale slag te kunnen maken. Is Bruna nog te redden?

‘Het is een formule die iedereen kent en waar iedereen koopt,’ zo omschrijft de website van Bruna de eigen winkelketen. Een bekend merk is Bruna ongetwijfeld: de franchisegever bestaat al sinds 1868. Maar een lange geschiedenis betekent niet per definitie een lange toekomst, zoals Bruna ook gemerkt heeft. Door ‘moeilijke omstandigheden op de boekenmarkt’, tegenvallende consumentenuitgaven en hoge investeringen in onrendabele online activiteiten balanceerde de Bruna in februari nog op het randje van faillissement. Een nieuwe directeur, die ‘ervaring’ met het digitaal omvormen van organisaties heeft, en het in huis halen van e-commerce en online marketing moeten de keten weer overeind helpen.

Focus op fysieke winkels
Een verstandig besluit, vindt Rupert Parker Brady, retailexpert en directeur van Retaildenkers: ,,Ook het online avontuur met die gekke naam, Bliyoo, een Spotify-achtige online leesdienst die geen consument begreep, is ‘geen kernactiviteit meer’. Dat is natuurlijk een eufemisme voor ‘de stekker eruit trekken.’ Vijftien jaar geleden, toen Bol.com nog klein was, was Bruna online nog best een aardige partij, maar inmiddels heeft de keten op dat gebied een enorme achterstand. Investeren in internet heeft geen zin; die slag hebben ze verloren. Ze moeten het vooral hebben van de fysieke winkels, waar iedereen Bruna ook vooral van kent. Daar kunnen ze zich beter op focussen.”

De enige oplossing: onderscheidend zijn
Grote vraag is natuurlijk: hoe richt je je op een fysieke winkel als je concurreert met grote, minstens zo bekende partijen als Bol en Amazon waar een boek met één druk op de knop besteld is? En als je daarnaast ook nog te maken hebt met de vele fysieke winkels van Ako en Primera, dat onlangs de 500ste vestiging opende, tegenover de 300 van Bruna? Het antwoord is volgens Parker Brady simpel: door onderscheidend te zijn. ,,Ako is een kleinere partij, maar doordat die winkels op veel stations gevestigd zijn, worden er veel impulsaankopen gedaan. De vestiging op Schiphol is de grootste moneymaker. Primera is een ongelooflijk goedlopend franchisebedrijf met een breed assortiment op een klein winkeloppervlakte: ze verkopen vooral ook veel impuls- en cadeauartikelen. Zulke bijproducten krijgen bij Bruna veel minder ruimte; daar staan tijdschriften en boeken in de beleving van de klant centraal en daarmee is het moeilijk geld verdienen.”

Samenwerken en experimenteren
Bruna moet eerst eens nadenken over zijn bestaansrecht in een markt waarin de meeste boeken online worden verkocht, zegt Parker Brady. ,,Kleine, zelfstandige boekhandels beleven gelukkig een heropleving: mensen willen naar boekhandels waar mensen liefde voor het product hebben. Op zich goed nieuws voor de fysieke winkel, maar wat is je toegevoegde waarde als je dan alleen boeken uit de top-10 of top-20 verkoopt?” Ook met tijdschriftverkoop gaat Bruna de oorlog niet winnen, zegt de expert: de meeste van de honderden tijdschriften in de schappen gaan steeds vaker onverkocht terug naar de distributeur. ,,Het voordeel van Ako is nog dat dit bedrijf zowel de Ako-winkels én het distributiebedrijf Betapress bezit.”

Snel binnenlopen voor een boek
Dat verdienmodel heeft Bruna niet: die keten is afhankelijk van mensen die snel binnenlopen voor een boek, een pen, gummetje of een cartridge. Primera biedt dit ook allemaal, maar verkoopt daarnaast cadeauartikelen in samenwerking met woonmerk Riverdale - altijd goed voor de eerder genoemde impulsaankopen.
,,Bruna moet over de eigen schaduw heen springen en ook samenwerking zoeken met een partner die een online kracht heeft die het bedrijf niet heeft en andersom. Met Wehkamp, bijvoorbeeld. Misschien een radicaal idee, maar Wehkamp liet onlangs weten zich vooral op gezinnen te willen richten - niet zo vernieuwend, maar het past wel bij het gezinsgevoel dat Bruna wil uitstralen - én dat ze erover denken fysieke winkels te openen.”

Plek om te experimenteren voor online winkelsHet zou een win-winsituatie kunnen zijn, zegt Parker Brady: onlinewinkels zoeken steeds vaker contact met de klant in een fysieke omgeving, maar een winkel openen is kostbaar.
Een vertrouwde winkel als Bruna is een perfecte plek voor online partijen om te experimenteren. ,,Een grote partij als Wehkamp zou daar productgroepen en collecties kunnen laten zien die bij Bruna passen. Een mooi testplatform om te onderzoeken of er überhaupt belangstelling is om de digitale winkel naar de straat te brengen.” Parker Brady benadrukt dat vooral grote vestigingen op high traffic-locaties, zoals op Den Haag Centraal, geschikt zijn voor zulke experimenten. ,,Bruna heeft veel goede winkeliers die in hun buurt leuke activiteiten organiseren naast de verkoop van artikelen. Die moet je laten doen waar ze goed in zijn. Het zijn de grote vestigingen waar Bruna zich mee kan onderscheiden en laten zien dat de winkel met zijn tijd meegaat.”

Lang in de rij staanOm dat laatste punt te bewijzen, zou Bruna sowieso meer mogelijkheden kunnen bieden aan andere fysieke winkelketens of onlinepartijen, en de digitale beleving verbeteren. ,,Wat me altijd opvalt aan dit soort ketens, is dat je er nog steeds vaak lang in de rij moet staan. Terwijl het bij uitstek winkels zijn waar mensen snel naar binnen en naar buiten willen, snel voordat ze hun trein moeten halen. Zijn mensen eenmaal even binnen, dan kopen ze bovendien vaak ook even kauwgum of iets anders. Waarom is er dus geen zelfscanner, zoals bij de Albert Heijn to go? De techniek is er en die is allang niet meer zo duur.”

Wees uniek
Dat Bruna al drie jaar op rij overeind werd gehouden door kapitaalinjecties van aandeelhouders PostNL en ING, noemt Parker Brady niet direct alarmerend: ettelijke miljoenen is voor zulke partijen geen astronomisch bedrag en het is gezond om te blijven investeren. ,,Zeker in deze tijd vol technologische ontwikkelingen en hoge verwachtingen van de consument, en in een markt van spullen die veel online worden aangeschaft.” Maar juist door die omstandigheden moet Bruna wel snel handelen. ,,Die rare eigendomsconstructie met twee niet-retailers zou weleens de enige reden kunnen zijn dat de winkelketen nog bestaat,” zegt Parker Brady. ,,Anders was er vast al veel harder gesaneerd. Ako, Primera én Bruna: dat wringt. Het is één keten te veel voor de Nederlandse markt. Als je niet uniek bent, ga je het niet redden.”
Tuesday, 24 October 2017 | Written by Kim van der Meulen

De overeenkomst tussen Apple en Zusss

Niet alleen met trends of mode meegaan, maar op een eigenwijze manier je eigen product ontwikkelen. Nauwelijks media inzetten maar via mond-tot-mondreclame en 77.000 ambassadeurs op Facebook je merk promoten. Een productgeoriënteerde ondernemersstijl maakte niet alleen internationale merken als Apple of Ben & Jerry’s groot, maar brengt ook het Nederlandse lifestyle-merk Zusss succes.

Het merk is bezig aan een enorme opmars. Wat begon als een uit de hand gelopen hobby van de zussen Femke van der Hoef en Sietske van Hartingsveldt is uitgegroeid tot een bedrijf met ruim dertig medewerkers. Met een assortiment van 600 verschillende artikelen, van fashion tot keuken- en woonaccessoires. Met 450 verkooppunten in Nederland en al vijftien in België. Zusss is na jaren verhuizen en uitbreiden neergestreken in een nieuw hoofdkantoor in Ridderkerk, dat al weer te krap lijkt. Wat is de formule voor dit succes?

Productoriëntatie
Eerder schreven we al hoe productoriëntatie en merkauthenticiteit het succes van merken als Apple en Tony’s Chocolonely verklaren. Dit als tegenhanger van consumentenoriëntatie. De bedenkers of makers volgen hun eigen koers en passen zich niet steeds aan de veranderende wensen en behoeften van de consument aan. Het levert authentieke merken op, gerund door gepassioneerde en eigenzinnige managers. Leiders die veel aandacht aan de kwaliteit van hun producten besteden.

Liefde en passie
Ook het verhaal van Zusss past in dit plaatje en zou als succesvolle case in een handboek voor marketing niet misstaan. Alles begint er bij het product en de eigen visie daarop. Van der Hoef en Van Hartingsveldt begonnen met het kopen en vermaken van oude spullen. Zo maakten ze van een stapel oude postzaken met veel liefde voor stoffen en gevoel voor sfeer hippe kussens en tassen. Die verkochten ze tijdens een yardsale met vriendinnen. Het tuinfeestje werd een avondje in een bedrijfspand van een kennis. Ook daar liep het storm, net zoals op de stand op het inkoopcentrum in Utrecht. De grote kracht van het merk zit volgens Van der Hoef in het eigen ontwerp van alle producten. ,,We kopen geen producten van de plank in China in Azië en hangen daar ons eigen labeltje aan. We ontwerpen het helemaal zelf, tot aan de mallen toe, en laten het vervolgens in Azië maken om het betaalbaar te houden,” legt ze uit.

Merkbekendheid
In 2013 huurden ze hun eerste bedrijfspand en werd het serieus. Als groothandel leverden ze vanaf dat moment hun artikelen aan winkels en daarnaast hadden ze een webshop. Het assortiment groeide hard, net als de merkbekendheid. Van der Hoef: ,,Zusss heeft zich ontwikkeld tot een degelijk merk en dan kun je eigenlijk van alles ontwerpen. We zijn nu zelfs bezig met houten tandenborstels. Onze slogan luidt: Basic, stoer, uniek en een tikkeltje eigenwijs. Als je daar trouw aan blijft kun je heel veel leuke dingen ontwerpen. Het is een beleving. We lopen niet alleen maar met trends mee en blijven eigenwijs koppig in wat we mooi vinden. Verder zijn we perfectionistisch ingesteld: het moet kloppen.”

Nauwelijks media
In het bouwen van een succesvol merk hoefde Zusss opvallend weinig media in te zetten. ,,We krijgen heel veel positieve mond-tot-mondreclame,” stelt Van der Hoef. ,,We plaatsen weinig advertenties, maar veel bladen vragen ons wel om een redactioneel stuk te mogen schrijven. We hebben 77.000 volgers op Facebook en 35.000 volgers op Instagram die een community vormen. Dat zijn onze ambassadeurs. Deze groep groeit met de dag.” En dan is er nog een laatste overeenkomst met een succesvolle bedrijven als Apple en Ben & Jerry’s: de werknemers zijn gek van hun eigen producten. Van der Hoef: ,,Onze medewerkers zijn zelf fan van Zusss.”
Wednesday, 18 October 2017 | Written by André Oerlemans

Wat Google kan leren van Ben & Jerry’s

Tijdens het congres OnBrand17 spraken twee mannen over de manier waarop je als bedrijf ‘goed kan doen’. Wat kan Steve Vranakis van Google Creative Lab leren van Jay Curley van ijsproducent Ben & Jerry’s?

Vranakis vertelt over het jongensboekachtige clubje genaamd ‘Google Creative Lab’. Deze groep knappe koppen neemt grote problemen als uitgangspunt en gebruikt de modernste technologie om daar iets voor te bedenken. De bekwame spreker legt uit hoe Google zo innovatieve techniek inzet om de wereld een beetje beter te maken. ,,Toen ik voor Google in Engeland werkte, had ik heimwee. Ik keek dan altijd via Google Earth naar mijn oude buurt in Vancouver waar ik opgroeide.’’ Om dat gevoel gaat het dus; er is iets concreets dat de techniek kan oplossen. Hij heeft ook nog twee oneliners paraat om het werk van Google Creative Lab samen te vatten. ‘Know the user, know the magic, connect the two’ en ‘we are more powerfull then we think’

Een slimme jasOp basis van dit principe bedenken ze in het creatieve lab allerlei innovatieve diensten of producten die overigens niet altijd maatschappelijk van aard zijn. Zo vertelt Vranakis over The Smart Jacket genaamd ‘Jacquard’ die Google samen ontwikkelde met Levi’s. Het is een geavanceerde jas waarbij je zonder op je smartphone te bekijken allerlei apps kan checken. Ook aardig is het project ‘blocks’ waarbij Google op een soort LEGO-achtige manier aan kinderen leert om te programmeren.

Kinderen in ontwikkelinglanden koppelen aan regeringsleidersMaar goed, we hadden het over de maatschappelijke projecten en daarvan geeft de spreker meerdere voorbeelden. Een daarvan is de samenwerking tussen UNICEF en Google in het Assembly of Youth project. Uitgangspunt is dat Google vragen van kinderen in ontwikkelingslanden direct wilde koppelen aan de grote regeringsleiders, mensen die dus concreet iets kunnen doen aan de problemen. Er werden elektronische zuilen neergezet in het hoofdkantoor van de UN in New York die allemaal staan voor een bepaald land. Kinderen stuurden berichten naar die zuilen en de wereldleiders zouden deze ‘roep om hulp’ kunnen lezen. Oud-voetballer David Beckham opende de bijzondere installatie en al snel verschenen berichten als ‘still afraid off Ebola’ en ‘afraid off walking home at night’.

Vluchtelingencrisis & GoogleEen ander project is de betrokkenheid van Google bij de Vluchtelingencrisis in Syrië, in 2015 zochten vluchtelingen op grote schaal hun heil elders. Vranakis kreeg de vraag vanuit Google om naar Europa te gaan. ,,Ik zag met eigen ogen de vluchtelingen, hun mobiele telefoons en tegelijk het onvermogen om te weten waar ze naartoe moesten.’’ Met een groep mensen van Google in samenwerking met het International Rescue Comitee werd vervolgens binnen 36 uur een site opgezet, een plek waar je concrete informatie krijgt over waar je als vluchteling heen moet en wat je kan verwachten. Alles was gemaakt in de eigen taal en met behulp van handige kaartjes van Google Maps en bovendien werd er gezorgd voor stroom en WIFI. Op die manier heeft Google 100.000 mensen geholpen.

Democratie is in je eigen handenOok Jay Curley komt met een paar geweldige cases op het podium van OnBrand17. Zo vertelt hij over de Democracy is in your hands-campagne in 2016. Via participatie aan actiegroepen en een heuse nieuwe smaak (Empowerment Mint) liet de ijsproducent weten dat het belangrijk is dat iedereen kan stemmen op dezelfde voorwaarden. Ook werd er opgeroepen om de the Voting Rights Act uit 1965 opnieuw te autoriseren. Het bedrijf maakt gebruikt van een sterke analogie in dit filmpje waarbij we verschillende lepels in beeld zien die een beker ijs leegscheppen. Normaal gesproken krijgt iedereen dezelfde lepels, maar de democratie loopt gevaar als sommige een grote ijzeren lepel krijgen waarmee je de beker ijs zo leegschept en een ander een plastic variant heeft die gemakkelijk breekt.

Curley vertelt het - op zich bekende - verhaal dat Ben & Jerry’s zich simpelweg uitspreekt als het dat nodig vindt. Zo maakte het bedrijf een cynisch filmpje toen de VS/Trump besloot zich terug te trekken uit de klimaatakkoorden van Parijs. In de film zien we hoe een bak ijs langzaam smelt als de aarde opwarmt. Onder het motto ‘Save our Swirled’ werd er weer campagne gevoerd en - onder die noemer - een nieuwe smaak gelanceerd.

Vergelijking tussen Google en Ben & Jerry’sOkay, even terug naar Google dat dus technologie inzet om de wereld een beetje beter te maken. En kijk dan naar Ben & Jerry’s dat duidelijk ook een maatschappelijke missie heeft. Het grote verschil tussen de twee wereldmerken is dat Ben & Jerry’s haar maatschappelijke betrokkenheid in haar kernwaarden heeft en Google in mindere mate. Dat lijkt niet zo belangrijk - Google doet natuurlijk wel degelijk veel aan goede doelen - maar dat heeft wel hele grote gevolgen. Alles wat Ben & Jerry’s doet ademt die maatschappelijke waarden uit terwijl dat bij Google fragmentarisch gebeurt. Stel dat Google de missie om via technologie de wereld beter te maken écht zou omarmen, dan zouden er misschien wel hele andere keuzes volgen? Niet wat losstaande projecten, maar structureel de wereld beter maken. Het moederbedrijf van Google, Alphabet, maakte in 2016 een omzet van 90 miljard Dollar en een winst van bijna 20 miljard dollar. Stel nu dat CEO-Larry Page zou zeggen: het is onze plicht om 90 procent van die winst in te zetten om de wereld beter te maken en daar hebben we concrete plannen voor?

Geen leuke jassen makenIn dat geval zouden die knappe, hoogopgeleide mensen bij Google niet bezig zijn met het maken van leuke, handige jassen, maar met het verbeteren van de wereld. Veel leuker toch? Elke vijf jaar zou er een nieuw thema gekozen worden en dat thema zou in alles wat Google doet omarmd worden. Op de site van Google zou staan: van 2018-2023  gaan wij ‘kindersterfte’ aanpakken en daar zetten wij alles voor in wat binnen ons vermogen ligt. Hoe het dat moet aanpakken? Nou, bij Ben & Jerry’s ligt een mooi businessplan klaar dat je zo kan implementeren. Curly maakt er heel handig een paar klassieke P’s van zodat iedere marketeers het direct kan herkennen:

1. Purpose (zet je maatschappelijke missie in je missie statement);
2. Policy (bijvoorbeeld je samen inzetten voor vluchtelingen);
3. People (die moeten er allemaal in geloven);
4. Power (werk samen met andere groepen mensen);
5. Publising (maak verhalen over je activiteiten in de media);
6. Pop culture (omarm populaire trends).

Als Google die P’s zou implementeren zou dat de wereld toch een beetje mooier maken? Bovendien zou het Google duizend keer sympathieker maken en dus goed zijn voor het merk. Ze hebben daarvoor trouwens niet alleen een goed plan nodig, maar ook hele goede mensen. Mensen die - net zoals Curley op het podium zouden zeggen – ‘als ze bij Ben & Jerry’s alleen ijsjes zouden verkopen dan was ik allang vertrokken’.

 
Monday, 16 October 2017 | Written by Bas Hakker

Experiential marketing is helemaal terug

Nieuw is het niet natuurlijk want rond de eeuwwisseling was het de nieuwe hype onder marketeers. Destijds schreven de auteurs Pine & Gilmore erover en nu lijkt het helemaal terug te zijn. Overal ter wereld zijn bureaus ermee bezig en ook veel merken willen er ‘iets’ mee: experiential marketing. Adweek noemt het in een artikel dan ook - met weinig gevoel voor de historie - ‘the Next Best Thing’ in marketing. TV heeft het moeilijk, het effect en de betrouwbaarheid van digitaal en social staat regelmatig ter discussie. ‘Ervaringsgerichte marketing’ is dan een mooi alternatief marketinginstrument dat ook steeds vaker ingezet wordt door bureaus en merken.

,,Experiential marketing is waar het rubber de weg raakt - waar adverteren samenkomt met de Amazon-review, ‘quote unquote’,” zegt Denise Wong, president van George P. Johnson Experiential Marketing. ,,We verspreiden niet alleen de boodschap van een merk en een belofte, maar geven consumenten de kans om het te proberen. Twee of drie jaar geleden, zagen cliënten dit als extra uitgave. Nu zie je een verschuiving van dollars die eerst aan media of tv werden uitgegeven die nu naar ervaringsgerichte marketing gaan.”

We zeiden al, het is niet nieuw. Denk bijvoorbeeld aan een evenement of een feest dat een merk organiseert rond een nieuw product. Mensen komen daar uit eigen motivatie naartoe en zijn dan ook eerder geneigd er iets aan te schaffen en - misschien nog wel belangrijker - hun ervaring te delen met anderen. Reclame, daarentegen, wordt door de meeste mensen niet eens meer gezien. ,,Niemand Tweet of post over een billboard,” verwoordt Giant Spoon project manager Patrick Jong het treffend.
Wednesday, 04 October 2017 | Written by Redactie Frank.News

By accepting you will be accessing a service provided by a third-party external to https://www.candidplatform.com/

Be Candid,
it’s contagious.

Candidness is the quality of speaking with
honesty and authenticity. Our Candid editorial
team shares stories that matter on media, data,
marketing, creativeness and technology.