Candid. Platform
for growth.

H&M is dood, lange leve H&M

Het is paniek bij H&M. De winst is voor het eerst in tien jaar flink gedaald en de succesformule van ‘betaalbare eenheidsworst’ lijkt niet langer te werken. Een nieuw platform voor afgeprijsde kleding en meer doelgroepdenken moet de keten klaarstomen voor de toekomst. 

 
Als je niet beter zou weten, is H&M ten dode opgeschreven. Business Insider schreef in december al dat het ‘historisch slecht’ gaat met de modeketen en volgens het FD is de retailer ‘te langzaam’ voor fast fashion, waarmee het de concurrentiestrijd van Zara verliest: die keten heeft maar drie weken nodig om een hele nieuwe collectie te presenteren, terwijl H&M daar twee maanden over doet. De nettowinst van H&M is in 2017 met 13 procent gedaald, zo blijkt uit de jaarcijfers. Tot overmaat van ramp worden dit jaar 170 winkels gesloten én zou H&M zijn e-commerce niet op orde hebben. Dat moet anders, liet ook H&M zelf al weten. Maar hoe? En waar ging het mis?

 
Niet voor iedereen
Voordat Cor Molenaar, buitengewoon hoogleraar marketing aan de Erasmus Universiteit, zijn visie op de marketingstrategie van H&M geeft, wil hij het beeld van een winkelketen op de rand van de afgrond graag nuanceren. ,,De groei was in 2017 inderdaad minder sterk dan in de jaren daarvoor, maar dat betekent niet meteen dat de keten kansloos is. H&M heeft zich - wat mij betreft op tijd - gerealiseerd dat de jarenlange succesformule niet meer werkt. In elke winkel dezelfde laaggeprijsde en goedkoop gemaakte kleding uit Azië verkopen voor een brede doelgroep werkt niet meer in tijden waarin mensen zich graag verbonden voelen met een merk. Er zijn tegenwoordig duidelijke winkel-, merk- en koopvoorkeuren. Een retailer die te generiek is, krijgt geen band meer met zijn doelgroep.” Oftewel: je kunt er als retailer niet zijn voor iedereen. Althans, niet met één winkelconcept.

 
Nieuwe winkels H&M Group gaan open
Tegenover de sluiting van 170 winkels in de wereld staat dan ook de opening van 390 andere winkels van de H&M Group, zoals Cos, & Other Stories en Arket. Die eerste twee richten zich op een hoger segment - en daarmee ook op andere doelgroepen - dan het goedkope H&M. Voor een trui bij Arket betaal je ongeveer evenveel als bij H&M, maar de materialen zijn duurzamer: hier geen fast fashion. De H&M’s die blijven, zullen zich meer op specifieke doelgroepen gaan richten, zoals sommige vestigingen nu al doen, met aanbod voor uitsluitend mannen, vrouwen, kinderen of met alleen lingerie, make-up enzovoorts. Dit jaar komt er ook nog een nieuw onlinemerk bij: /Nyden, dat zich richt op millennials. Een slimme strategie, vindt Molenaar. ,,Het zijn allemaal kleinschalige winkels met een eigen identiteit en doelgroep, waardoor de hele markt wordt gedekt en de winkels relevanter worden.”

 
Nieuwe outletwinkel
Een diverser aanbod voor kleinere doelgroepen, dus. Het doet denken aan de strategie die de Bijenkorf toepaste: het warenhuis sloot bijna de helft van zijn vestigingen en besloot de winkelpropositie aan te passen om zich op een specifieke doelgroep te richten, met de website als digitaal filiaal voor heel Nederland. Dat laatste heeft H&M natuurlijk ook; niet voor niets kondigde CEO Karl-Johan Persson aan stevig te willen investeren in e-commerce en digitalisering. Dat moet ook wel, stelt Molenaar: het marktaandeel online is al ruim 20 procent en andere online retailers met lage prijzen, zoals Primark en Zalando, snoepen steeds meer van het marktaandeel van H&M af. Ook de online service wordt opgekrikt: net als de Bijenkorf maakt de H&M bezorgen, retourneren en next day delivery gratis (alleen voor leden, dat dan weer wel).

 
Outletwinkel
Maar het opvallendst van alle digitale vernieuwingen is nog wel het nieuwe digitale platform (met vooralsnog in elk geval een fysieke winkel in Stockholm) dat dit jaar gelanceerd wordt: Afound. In tegenstelling tot eerdergenoemde merken wordt dit juist nog goedkoper dan H&M: het wordt een outletwinkel waar eigen overschotten en die van andere fabrikanten met grote kortingen verkocht worden. Daarmee is het aanbod een stuk interessanter dan wanneer je door de rommelige koopjesrekken graait in de sale bij fysieke winkels.
Molenaar noemt het discountplatform disruptief: ,,Hiermee neemt H&M ineens een positie aan de onderkant van de markt in. En als je daar relevant bent, schrik je concurrenten af. Dat bereikten MediaMarkt, Zalando en Action ook toen ze als nieuwe toetreders binnen het lage segment binnenkwamen.”
Inzetten op alleen fysieke winkels is hoe dan ook geen optie, net als niets doen. ,,Er zit geen groei meer in de kledingbranche: de omzetcijfers in de feestmaanden waren allesbehalve goed; -3 tot -4 procent op weekbasis en dan hebben we het nog niet eens gehad over marges.” Afound is ook daarom een relevant initiatief. ,,Ik verwacht dat er de komende jaren veel meer directe koppelingen gemaakt zullen worden tussen fabrikanten en leveranciers, waardoor de hele supply chain implodeert en producten voor lage prijzen verkocht gaan worden. Dat zie je AliExpress bijvoorbeeld al doen. Het is dus een groot voordeel dat H&M fabrikant én winkelketen is.”

 
Sterk merk
Toch nog even terug naar het paniekvoetbal dat eind vorig jaar - op z’n minst toch wel even -  bij H&M gespeeld moet hebben: wat doen blunders als de ‘verkeerd gekozen’ campagne, waarin een donker jongetje een trui showde met de tekst ‘Coolest monkey in the jungle’, met het merk en imago van H&M? Speelt dat nog een rol in de verkoopcijfers? ,,Heel kortstondig,” vermoedt Molenaar. ,,Mensen vergeten zoiets snel. H&M is uiteindelijk een heel sterk merk met een positieve uitstraling: veel mensen kennen het nog uit hun jeugd of tienertijd en winkelen er nog steeds graag.” Een lange geschiedenis is geen garantie voor een lange toekomst (mogen we V&D nog één keer aanhalen?), maar Molenaar ziet genoeg tekenen dat H&M zich goed op de toekomst voorbereidt. ,,De keten kijkt goed naar koopgedrag, de belangen van de consument en veranderingen in de markt. Het is goed dat ze niet meer één universeel merk willen zijn. Alleen de levertijden kunnen nog sneller, maar ik verwacht dat daar wel aan gewerkt wordt. Een kansrijke onderneming.”
Wednesday, 14 February 2018 | Written by Kim van der Meulen

Waarom de bioscoopzalen propvol zitten

Volgens ons lezersonderzoek willen jullie meer cases en dus krijgen jullie meer cases. In Franks Cases beschrijven wij op onze manier de meest leerzame projecten in de marketingwereld. Criteria? Ze moeten niet al honderd keer besproken zijn, wijzelf of experts moeten er iets van vinden en – dat vooral – jullie moeten er iets van kunnen….(het klinkt misschien ouderwets)…leren.

Bioscoopbezoek in Nederland groeit al tien jaar op rij. De bioscoopreclameomzet groeit mee, in tegenstelling tot de andere traditionele mediumtypen. Het marketingsucces van de bioscoop verklaard.

 
Met blockbusterfilms als Despicable Me 3, Pirates of the Caribbean: Salazar’s Revenge en Beauty and the Beast kon 2017 niet stuk voor de bioscoopbranche. Ook Nederlandse en arthouse films profiteerden mee. Nederlanders gingen gemiddeld 2,1 keer per jaar naar de film vorig jaar. Dat is het hoogste gemiddelde sinds 1978. Bioscoop werd altijd gezien als een jongerenmedium, maar volgens de cijfers van de branche gaan door het brede aanbod alle leeftijdsgroepen naar de film. De grootste biosexploitant Pathé haalde in 2017 ruimschoots de doelstellingen. Hoezo zou Netflix de mensen thuishouden? Michiel Veugelers, Senior Client Director bij mediabureau UM, fervent filmliefhebber en -expert, verklaart het succes van de bioscoopbranche.

 
Meer zalen, meer innovatie, meer soorten films
Er zijn eigenlijk een paar simpele redenen voor het succes in zijn ogen. Veugelers: ,,Naar de film gaan is een betaalbaar uitje voor mensen. Waar je voor theater vijftig of tachtig euro betaalt met twee personen of bij pretparken nog meer, is de bioscoop met gemiddeld twaalf euro per persoon - afhankelijk van de film - relatief goedkoop.” Investeringen in innovatie dragen ook bij aan de groei. ,,IMAX-zalen waren er al en 3-D films ook. Daar zijn recent Dolby-zalen met perfect geluid en 4DX bijgekomen in twee Nederlandse zalen. Dat is de ultieme beleving. Alle zintuigen worden geprikkeld door de special effects als meebewegende stoelen, water in je gezicht en de geur van een ronkende motor.”

 
Voor iedereen een bios in de buurt
Er worden ook nog steeds bioscopen geopend, zegt Veugelers, zodat er voor alle mensen één in de buurt is. ,,Bepaalde bioscopen draaien van ’s ochtends tot ’s avonds films. Door meer stoelen is het aanbod gevarieerder. Arthouse films en blockbusters kunnen langer naast elkaar draaien en vaak is de service bij die bioscopen ook beter. Je zit ruimer en er is parkeergelegenheid. Het maakt het voor de mensen op die manier wel heel makkelijk om hun weg naar de bioscoop te vinden.”

 
Hoe verkoopt de bioscoopbranche zichzelf?
De sector kan zichzelf steeds beter verkopen, zegt Veugelers. ,,De filmindustrie pusht internationaal de grote franchise films als Star Wars en de Marvel superhelden. Het geeft de consument het idee: die film móét je wel in de bioscoop gezien hebben. De distributeurs zetten trailers van blockbusterfilms op YouTube en die breken record na record in aantallen views. Dat zag je vorig jaar met The Fast and the Furious 8 en Star Wars en The Last Jedi. Dat heb je nu met Avengers Infinity War. Het record in views van de trailer is alweer verbroken terwijl de film nog moet uitkomen. Er wordt op wereldwijd niveau met inzet van alle kanalen die er zijn dus flink geteasd en gehypet.”

 
Bingewatchen in de bios
Maar het gaat veel verder, zegt Veugelers. Thuis on demand series kijken op Netflix is enorm populair. Maar tegenwoordig kan je dat soms ook in de bioscoop doen. Fans van de serie Game Of Thrones konden de finale van het afgelopen seizoen in de bios zien en dat deden ze dan ook massaal. ,,Dat is mooier, grootser en spectaculairder dan dat je het thuis ervaart. Er komen ook meer live sportevenementen in bios. Het geeft je het gevoel dat je er zelf fysiek bij bent.”

 
Verhalen vertellen
Pathé is met al die vernieuwingen ook heel erg bezig om zijn verhaal te vertellen. Naast Game of Thrones en sportevents, laat de exploitant ook gewoon een opera’s en musicals uit New York zien. ,,Alles kan gestreamd worden.” Er zijn ook vaker events rondom een film. In een bioscoop in Utrecht was er vorig jaar een grote Star Wars tentoonstelling. ,,Zo zet je je als plaatselijke bios goed op de kaart.” Dan is er ook nog het gemak waarmee je via digitaal en apps je kaartje kunt boeken, een heel abonnement kunt nemen en een trailer bekijken. ,,Voor de branche is dat heel goed, want met die data kunnen ze meer getarged communicatie aanbieden.”

 
Targeten door kennis van het publiek
Komen door deze successen ook meer adverteerders af op het medium? Ja, zegt Veugelers. Hoewel het erg verschilt per merk en de doelgroep. ,,Maar je ziet door de digitalisering in de bioscoop dat het eerdere obstakel met productiekosten weg is. Ook is veel meer segmentatie mogelijk. Vroeger moest je bijna alle bioscopen inzetten, nu kun je voor bepaalde films kijken naar locatie en doelgroep.”
Bioscoop is steeds vaker een alternatief voor tv-reclame.  De ‘clutter’ is op tv heel hoog, met overvolle blokken. In de bioscoop is dat stukken minder. ,,Op tv neemt de kijktijd erg af, dus adverteerders en mediabureaus zoeken naar andere wegen om dat verval op tv op te vangen.”

 
Het forced exposure effect: mensen blijven kijken
Een filmzaal houdt het voordeel dat beeld en geluid optimaal zijn. Adverteerders die een mooie commercial hebben, willen deze ook graag in de bioscoop laten zien. Daarbij hebben mensen die naar de bioscoop gaan een positieve mindset en staan ze dus ook meer open voor reclame als spreekwoordelijke amuse. Volgens Veugelers adverteren over het algemeen lifestylemerken in de bioscoop. Er zijn minder B-merken en saaie commercials.
Mensen blijven ook kijken naar de commercials. ,,Dat noemen ze bij bioscoop forced exposure. Op tv kun je makkelijk wegzappen tijdens een reclameblok, of iets anders doen, maar in de bioscoop is het niet te missen. Je kunt wel kletsen of op je telefoon kijken tijdens het blok, maar dan nog krijg je die commercial wel mee.”

 
Het Bacardi-effect
Wat is een goede case uit zijn eigen praktijk? ,,In het verleden heb ik vaak voor merken als Bacardi gewerkt, waarvoor we veel bioscoop inzetten. We deden live commercials waar mensen in het publiek aan meededen. Dat draagt bij aan een bijzondere ervaring, als je het goed doet. Dus los van de technische ontwikkelingen om zo’n commercial te maken is de ruimte van de bioscoop heel geschikt om daar dingen neer te zetten, of een event te organiseren.”

 
Hoe kunnen merken zichzelf nog beter profileren in de bios?
,,Nog te vaak wordt de ‘gewone’ tv-commercial in de bioscoop uitgezonden. Dat voegt weliswaar bereik toe en de boodschap blijft beter hangen, omdat de impact van de bioscoop groter is dan tv. Maar ik zou juist kiezen voor een nog mooiere en langere versie. En die dan uitzenden vóórdat die standaard commercial op tv te zien is. Zo creëer je buzz. Neem Chanel met Nicole Kidman in de hoofdrol: daarvan was in de bioscoop een langere versie te zien. Een speelfilm op zich. H&M heeft dit ook gedaan in samenwerking met David LaChapelle. Zo gebruik je het medium optimaal.”

,,Bij tv wil je graag op een eerste positie in het blok zitten en in de bios als laatste. Zelfs nog ná het trailerblok, want dan is de zaal nog donkerder en iedereen zit. Ik zou als maker voor een bijzondere ervaring gaan en gebruikmaken van het doek en geluid.”

 
Lees hier ook deel 1:
 
https://www.frank.news/2018/01/24/het-grote-marketingidee-achter-je-gaat-ontbreekt-nog/
Tuesday, 13 February 2018 | Written by Suzanna Timmer

MediaMarkt: die sliepen toch in het digitale tijdperk?

THE BATTLE OF THE RETAILERS, DEEL 4
In the battle of the retailers plaatsen we grote retailers tegenover elkaar. In deel 4 de vraag: Gaat MediaMarkt naast de stenen elektronicawinkels ook zijn online concurrenten verslaan? 

MediaMarkt drukte de afgelopen decennia al zijn concurrenten in de winkelstraat uit de markt en werd Europees marktleider in consumentenelektronica. Nu de reus ook op digitaal gebied ontwaakt, kunnen de laatste concurrenten en webwinkels zich schrap zetten.

 
,,Het wordt een hevige strijd met partijen als Amazon, Alibaba en eBay,” voorspelt de Duitse Chief Innovation Officer Martin Wild van de MediaMarktSaturn Retail Group. ,,Wij focussen op één categorie en willen de bovenliggende partij zijn in consumentenelektronica. Daar willen we in het hele ecosysteem zitten, van productie tot service.”

Dan noemt hij nog niet eens Nederlandse concurrenten als Coolblue, Wehkamp en Bol.com, die een groot deel van de online markt in wit-, bruin- en grijsgoed in handen hebben. Vast staat dat ook zij de concurrentie van MediaMarkt gaan voelen.

 
Marktleider 
Sinds de start in 1979 is het concept van MediaMarkt en zijn blauwe zusje Saturn nagenoeg ongewijzigd: supergrote winkels met lage prijzen. De keten is al dertig jaar prijsleider en mede daardoor Europees marktleider op het gebied van consumentenelektronica geworden.

Het heeft inmiddels 1150 winkels in 15 landen, 65.000 werknemers en een jaaromzet van 22 miljard euro. Het bedrijf telt dagelijks 6 miljoen klantencontacten.

Met zijn grootschalige aanpak drukt MediaMarkt in elke stad of dorp kleine zelfstandigen van de markt. Ook concurrerende ketens als It’s, De Harense Smid en Mikro-Elektro konden de strijd niet langer volhouden en gingen failliet. Enkele winkels werden overgenomen door BCC. Die winkelketen lijkt als enige nog tegenwicht te kunnen bieden, maar werd vorig jaar deels overgenomen door MediaMarkt's moederbedrijf Metro. Andere elektronicaketens die de afgelopen jaren failliet gingen waren Dynabyte, Dixons, MyCom, Paradigit, Block, Kijkshop en Scheer & Foppen.

 
Slapen in digitale tijdperk 
Toch heeft MediaMarkt in Nederland volgens eigen cijfers ‘slechts’ een marktaandeel van 18,7 procent. De meeste concurrentie zit namelijk online en daar had de keten, tot enkele jaren terug, geen kaas van gegeten. ,,Iedereen zei altijd: MediaMarkt, dat zijn toch die gasten die hebben zitten slapen toen het digitale tijdperk begon? Ze vonden ons dinosaurussen,” vertelde Wild tijdens de Webwinkel Vakdagen in de Utrechtse Jaarbeurs. ,,We hadden winkels waar mensen naartoe komen. Waarom zou je dat veranderen? Toen veranderde alles en realiseerden we ons dat er een nieuwe consument is. Door de komst van online winkelen kun je geen prijsleider meer zijn, want er is altijd iemand ergens anders goedkoper. De eerste reactie was: dit is slechts een trend. Het gaat voorbij. Maar dat was geen goede reactie.”

 
Inhaalrace 
Ook MediaMarkt besefte dat het mee moest in de digitale strijd en lanceerde in 2011 zijn Nederlandse webshop. Dat was het jaar dat Martin Wild toetrad tot de directie. Hij had in 1997 op achttienjarige leeftijd al zijn eigen elektronica webshop, die hij in 2007 verkocht. Hij lanceerde de Duitse webshop van Saturn en werd Chief Digital Officer van de hele retail groep. Onder zijn leiding is MediaMarkt bezig aan een inhaalrace. Vorig jaar bijvoorbeeld namen de online verkopen met 23 procent toe tot een totaal 455 miljoen euro. Dat is 11 procent van de totale omzet.

 
Omnichannel 
,,We willen een offline en een online speler zijn. We moeten ons bedrijf transformeren, zodat we future proof zijn. We blijven innoveren. We proberen voortaan iets in de beginfase uit, niet meer als laatste. We staan open voor experimenten,” zegt Wild.
Wie denkt dat MediaMarkt stopt bij het opzetten van een eigen webshop heeft het mis. Die is slechts onderdeel van een omnichannel-strategie die verder de winkels, mobiele shops, service points, content platforms en online community’s omvat. ,,We willen een offline en een online speler zijn. We moeten ons bedrijf transformeren, zodat we future proof zijn,” zegt Wild. ,,We blijven innoveren. We proberen voortaan iets in de beginfase uit, niet meer als laatste. We staan open voor experimenten.” Vandaar ook dat zijn functie dit jaar veranderd is in Chief Innovation Officer.

 
Experimenteren 
Hoe doet MediaMarkt dat? Het bedrijf monitort continu welke trends disruptief kunnen zijn. Op het gebied van mobiel, AI, Internet of Things en de opkomst van de voice assistants van Google en Amazon. In de winkels zelf wordt al geëxperimenteerd met robots die klanten helpen en VR- en AR-ervaringen. In de megastores zijn alle prijskaartjes gedigitaliseerd zodat prijzen snel aangepast kunnen worden. Via sensoren worden klanten gevolgd in hun bewegingen door de winkel en kan MediaMarkt zien welke producten ze bekijken, zodat gepersonaliseerde aanbiedingen gedaan kunnen worden. In Barcelona heeft MediaMarkt een winkel die lijkt op de Kijkshop. Klanten kiezen hun producten op grote schermen waarna die vanuit een naburig magazijn worden aangevoerd. In Innsbruck draait een pilot waarbij klanten zelf hun producten scannen en via een Mishi Pay app afrekenen. Het concern heeft zelfs zijn eigen Retailtech Hub in München gelanceerd om te leren van startups en samen het retail landschap te veranderen. Wild: ,,Zo innoveer je retail. Bij ons geldt het motto: digitaal (webshops en robots etcetera) plus analoog (mensen) is dialoog.”

 
Lees hier ook deel 3
https://www.frank.news/2018/02/02/maakt-melkboer-picnic-stenen-supermarkten-ah-en-jumbo-overbodig/

 
Lees hier ook deel 2
https://www.frank.news/2018/01/30/moet-bol-com-bang-alibaba/

 
Lees hier ook deel 1
https://www.frank.news/2018/01/26/hoe-wehkamp-denkt-amazon-weerstaan/

 
Tuesday, 13 February 2018 | Written by André Oerlemans

Maakt ‘melkboer’ Picnic de stenen supermarkten van AH en Jumbo overbodig?

The battle of the retailers, deel 3
In the battle of the retailers plaatsen we grote retailers tegenover elkaar. In deel 3 de vraag: zijn Nederlandse supermarkten als Albert Heijn en Jumbo bestand tegen de online concurrentie van Picnic?

Over tien jaar worden de meeste boodschappen in Nederland online besteld. Nog een paar jaar verder en er bestaan geen stenen supermarkten zoals die van Albert Heijn of Jumbo  meer. ‘Dit wordt veel groter dan wij allemaal denken’, voorspelt medeoprichter Joris Beckers van online supermarkt Picnic.

 
De man van 100 miljoen wordt Joris Beckers genoemd. Niet omdat Picnic in twee jaar tijd van nul naar 100 miljoen omzet groeide, maar omdat hij vorig jaar 100 miljoen ophaalde bij investeerders om te kunnen uitbreiden. Dat is meer dan Uber en Airbnb in deze fase van hun bestaan ophaalden.

 
Picnic voorpaginanieuws
Sinds de start in 2015 is de online supermarkt trending topic. Toen Picnic in oktober in de stad Amersfoort begon, was het bedrijf voorpaginanieuws en zaten de oprichters in alle talkshows. Heel Nederland downloadde de app, terwijl je die alleen nog in Amersfoort kon gebruiken. Inmiddels zit Picnic in 30 steden, bedient het 90.000 klanten en heeft het bedrijf 5 procent van de online boodschappenmarkt in handen. Volgens Beckers is dat nog niks en zal dat marktaandeel elk jaar verdubbelen, vertelde hij tijdens de Webwinkel Vakdagen in de Utrechtse Jaarbeurs.

 
Melkboer 2.0 
Eigenlijk is Picnic geen online supermarkt. ,,Het is een vermenging van een foodsysteem met technologie,” stelt Beckers. Een melkboer 2.0. De moderne versie van de SRV-man. Ook die bracht alle boodschappen thuis, net zoals de bezorger van Picnic op gezette momenten met zijn elektrische wagentje de straat binnenrijdt. Die sfeer van vroeger draagt het bedrijf ook uit in zijn commercial, waarin in vijf stappen wordt uitgelegd hoe het werkt.

 
https://www.youtube.com/watch?v=urss5lzvZ8I

 
Boodschappen doen op de app
Je doet je boodschappen op de app, via mobiel of tablet. Niet op de computer of laptop. Picnic neemt je bestelling aan, verzamelt alle boodschappen in een groot distributiecentrum, verpakt ze in plastic zakken in kratten en levert ze aan de voordeur af als je thuiskomt van werk of school. Dat is volgens Beckers een radicaal andere manier van boodschappen doen. ,,We doen nog steeds boodschappen zoals we dat vijftig jaar geleden deden,” vertelt hij. ,,We rijden allemaal twee keer per week met de auto naar de supermarkt en besteden daar ongelooflijk veel tijd. Gemiddeld anderhalf tot twee uur in de week. Dat vinden we allemaal normaal. Het is eigenlijk heel knap dat we onszelf hebben opgevoed om ergens naar een magazijn te rijden, zelf een orderpik-rondje te lopen, in de rij te gaan staan, uit te checken en alles mee naar huis te nemen. Misschien kunnen we dat verbeteren. Vanuit die gedachte zijn we aan de slag gaan en hebben we een ander systeem voor de zelfbediening-supermarkt ontworpen.”

 
Niet zo nieuw 
Volgens hem is het is van alle tijden dat mensen graag spullen thuisbezorgd krijgen. Maar goed, dat is niet zo nieuw. Ook via Albert Heijn.nl kunnen mensen online boodschappen bestellen. Die worden zelfs op elk gewenst moment thuisbezorgd, terwijl de bezorger van Picnic één keer per dag op een vaste tijd langs komt. Jumbo biedt nagenoeg dezelfde service en brengt boodschappen zes dagen per week tot in de keuken. Beide supers hebben ook pick-up points waar klanten bestelde boodschappen kunnen ophalen.
"Daardoor is het systeem efficiënter dan supermarkten ooit kunnen zijn. Bovendien is het de bezorger die het verschil maakt."

 
Techniek en menselijke gevoel
Wel nieuw is het distributiemodel van Picnic. Het bedrijf heeft geen winkels, alleen distributiecentra en bezorgers. De lijnen zijn kort. Producten gaan direct van producent naar consument. Daar zitten geen winkels meer tussen. Klanten hoeven niet meer in rijen voor de kassa te staan om te betalen, maar betalen via de app of IDEAL.

Daardoor is het systeem efficiënter dan supermarkten ooit kunnen zijn. Bovendien is het de bezorger die het verschil maakt. Hij vormt de combinatie tussen technologie en het menselijk gevoel en zorgt voor de hoge rapportcijfers van klanten. Die sturen regelmatig selfies met hun Picnic-bezorger. Beckers: ,,Er zit een enorme merkdimensie aan. Het heeft iets losgemaakt bij klanten. Tot nu toe was de bezorgervaring in Nederland mager. Het gaat ook niet om het aantal bezorgmomenten. Albert Heijn heeft wel honderd bezorgmomenten. Wij zes. Het is een heel andere manier van denken. Het gaat om ervaring en kwaliteit van het bezorgmoment. Coolblue doet daar ook geweldige dingen in.”

 
Niet duurzaam 
Het distributiesysteem van Picnic zorgt ook voor minder verspilling. ,,Het huidige systeem is niet duurzaam,” stelt Beckers. ,,We kopen allemaal graag vers brood, maar al het brood dat na sluitingstijd nog in de winkel ligt wordt weggegooid. Dat gebeurt ook bij andere versproducten. Bij Picnic wordt brood pas gebakken als het besteld wordt. Er wordt dus niets weggegooid.”

 
Einde supermarkt 
Volgens Beckers is dit hét model om in de toekomst boodschappen te doen. ,,Als je ziet hoe groot dit wordt. Ik denk dat binnen tien jaar de meerderheid of minimaal de helft van alle boodschappen via internet wordt thuisbezorgd. Dat klinkt nu heel ongelooflijk, maar dit wordt veel groter dan wij allemaal denken,” stelt hij. Waarom denkt hij de concurrentie aan te kunnen met AH of Jumbo? ,,Albert Heijn is een winkel. Wij zijn een online dienstverlener. Een bezorger. Het is heel erg lastig om twee heren te dienen. De dienst die wij verlenen vereist een heel andere type skills. Daar is een heel ander type aandacht voor nodig.”

Beckers kwam eind jaren ’90 in de internetwereld terecht, toen Amazon en Bol.com nog webwinkels voor boeken waren. Nu verkopen die alles online. ,,Waarom zou het bij boodschappen anders zijn dan bij boeken?,” vraag hij zich af.
"Onze ambitie is: wij willen de beste melkboer ter wereld worden, niet de grootste. Ik zou het geweldig vinden als we over tien jaar een nieuw distributiesysteem hebben gecreëerd."

 
Langzame groei 
Met de 100 miljoen investeringsgeld zou Picnic snel kunnen groeien. De vraag is groot en in de steden waar Picnic zit, bestaan zelfs wachtlijsten. Daar laat Beckers zich niet door opjagen.

,,We groeien zo snel als we kunnen en gaan van stad naar stad. We proberen ieder jaar half zo groot te worden met behoud van kwaliteit. De concurrentie zal de komende jaren groot zijn. Alle grote supermarkten en bedrijven als Amazon zullen zich op dit soort systemen storten.

Onze ambitie is: wij willen de beste melkboer ter wereld worden, niet de grootste. Ik zou het geweldig vinden als we over tien jaar een nieuw distributiesysteem hebben gecreëerd. Als inderdaad op heel veel plekken in de wereld een melkboerachtige functie op een digitale manier opnieuw ontstaat.”

 
Andere bezorgdiensten
Het concept is ook in het buitenland toepasbaar, maar Picnic heeft geen plannen om de grens over te gaan. Wel om ook andere bezorgdiensten te combineren met de boodschappen. Bijvoorbeeld pakjes van Zalando, Wehkamp of welke webwinkel dan ook. Zo brengen en halen bezorgers lokaal al boeken van de bibliotheek. Beckers: ,,Als je een heel prettige bezorgervaring hebt. Als je bijna verliefd wordt op je bezorger, dan wil je het liefst dat die alles voor je doet. Op die manier kijken we ook naar de plannen van gemeentes voor smart city’s om logistieke processen beter te organiseren. E-commerce is geweldig, maar het zorgt ook voor heel veel business in de straat. Daar kunnen onze elektrische auto’s een rol in spelen.”
LEES HIER DEEL 2 VAN THE BATTLE OF THE RETAILERS:
 
https://www.frank.news/2018/01/30/moet-bol-com-bang-alibaba/

 
LEES HIER DEEL 1 VAN THE BATTLE OF THE RETAILERS:
https://www.frank.news/2018/01/26/hoe-wehkamp-denkt-amazon-weerstaan/

 
Friday, 02 February 2018 | Written by André Oerlemans

Van scheren tot sauna: Waarom marketeers geloven in het Spotify-model

We kunnen op steeds meer producten en diensten een abonnement nemen. Van de scheermesjes van de Dollar Shave Club en Boldking tot de theeën van Frank About Tea en eten van HelloFresh. Van condoom- en tamponabonnementen tot media als Netflix en Spotify. Dat is geen hype, zegt retailexpert Fred Rutgers, het wordt standaard. Zijn we als consument massaal verzamelaars geworden? Heerst de norm: eat your cake and have it too? En wat is het marketingprincipe erachter?

 
Goede naam
Het Nederlandse theebedrijf ‘Frank About Tea’ (goede naam trouwens) is onlangs op de prestigieuze Forbes-lijst ‘30 under 30’ terechtgekomen. De twee jonge Nederlandse ondernemers Valerie Hirschhauser en David Kellerman begonnen anderhalf jaar geleden met hun bedrijf dat als USP heeft: duurzame en eerlijke thee waarop je een abonnement kan afsluiten. Het exclusieve aan deze club is dat de thee verser dan vers is. Binnen een maand nadat het van de plantage is geplukt, belandt het in je theekop. Dat smaakt veel beter, zeggen de bedenkers.

Een theeabonnement is één van de vele opties die je als consument hebt. Dat lijken er elke maand meer te worden en het gaat over de breedte van de retail. Want een abonnement op iets is natuurlijk al vrij oud en gewoon. Wel nieuw is dat je nu op producten een abonnement kunt nemen die niet zo gebruikelijk zijn. Zoals die thee van Frank About Tea dus.

 
Stiekem meer verkopen
,,Er worden zo abonnementen gekocht op basis van all you need, all you can use en all you can call. In dit geval ook all you can chase. Want met zo’n abonnement verkoop je stiekem eigenlijk meer.”
Fred Rutgers - op zijn businesskaartje staat onder meer retailexpert, trendwatcher en ondernemerscoach - zegt dat de telecombedrijven in feite de trend hebben gezet. ,,Daar heb je veel van die pakketten zien ontstaan. Er worden zo abonnementen gekocht op basis van all you need, all you can use en all you can call. In dit geval ook all you can chase. Want met zo’n abonnement verkoop je stiekem eigenlijk meer.”
Hij legt dat uit: ,,Ik ben een natscheerder en pas als ik een bot mesje heb, pak ik een nieuwe. Maar als je zo’n abonnement hebt op Boldking, ben je toch geneigd eerder een nieuwe te pakken en je mesje te vervangen. Als abonnee ben je blij, want het scheert comfortabeler en je hebt het gemak dat je ze automatisch bij je thuis krijgt bezorgd. Als ondernemer ben je blij, want het is een steady inkomstenbron. Het is dus wel een win-win voor beide partijen.”

 
Gemak geeft de doorslag
,,HelloFresh, dat is tafeltje dekje. Is het een nieuwe smaaksensatie? Nee. Is het gemiddeld goed? Ja. Is het makkelijk? Ja. Is het goedkoop? Nee. Maar het is ook wel weer heel cool om te zeggen dat je al een halfjaar HelloFresh eet.”
Goedkoper is het zeker niet, weet Rutgers als kenner. Maar de meeste consumenten zullen dat gevoel wel hebben. ,,Uiteindelijk is langer doorscheren met een bot mesje vaker goedkoper natuurlijk.” Het gemak geeft de doorslag. ,,HelloFresh, dat is tafeltje dekje. Je krijgt een voedselpakket toegestuurd en je kookt volgens bijgaand recept. Is het een nieuwe smaaksensatie? Nee. Is het gemiddeld goed? Ja. Is het makkelijk? Ja. Is het goedkoop? Nee. Maar het is ook wel weer heel cool om te zeggen dat je al een halfjaar HelloFresh eet.”

 
Merkentrouw afdwingen
Nog een ‘catch’. Het is heel makkelijk om abonnee te worden, vaak met één druk op de online knop. Opzeggen is wat lastiger, zo blijkt. De consument is daar misschien ook wat laks in. Merken houden daarom doorgaans langer klanten. Het marketingprincipe achter zo’n abonnement? Marketeers willen voor een deel merkentrouw afdwingen. Rutgers: ,,Vroeger had je allerlei loyaliteitsconcepten: je wilde graag dat klanten terugkwamen. Een abonnement is in feite een heel oud principe: één keer verkopen. Want opnieuw iets aan dezelfde klant verkopen is altijd makkelijker dan op zoek gaan naar een nieuwe klant. Op het moment dat je ook een clubgevoel geeft, een vip-gevoel, of in ieder geval die perceptie, ben je die klant aan het koesteren. Neem nou die Dollar Shave Club reclame. Die geeft je het gevoel dat je een werelddeal hebt. Daar spelen ze dus heel slim op in.”

https://www.youtube.com/watch?v=ZUG9qYTJMsI

 
Volgens Rutgers kunnen we alleen nog maar meer verwachten op abonnementengebied. ,,Ik zou niet verbaasd zijn als er vandaag of morgen een keer een reisorganisatie komt waarbij je voor een vast maandelijks bedrag vakantiepunten spaart. Daarmee kun je dan één of meerdere keren per jaar je reis boeken. In feite bestaat dat eigenlijk al met het timeshare-achtige concept Hapimag. Daar kun je ook met andere ‘hapimagers’ ruilen. Dat wordt verkocht onder het mom: iedereen wil toch wel veertien dagen op vakantie? En als je het bij ons regelt, ben je veel goedkoper uit. Dus waar wachten TUI of D-Reizen eigenlijk nog op? Word lid van onze reisclub, kies uit onze catalogus, en betaal een vast bedrag per maand.”

 
Sportflix
Netflix en Spotify zijn voorbeelden van disruptieve bedrijven die de mediawereld op zijn kop hebben gezet met het abonnementenmodel. Rutgers zit persoonlijk te wachten op de komst van ‘SportFlix’. ,,Ik denk dat je straks on demand naar elke sport kunt kijken die je maar wilt, tegen een vast bedrag: van schaatsen tot darten. Diegene die dat kan optuigen, gaat ongelofelijk binnenlopen. Maar je moet diepe zakken hebben.”

 
Sharing op account
Een verdieping van de abonnemententrend zien we momenteel vooral in Amerika. Dat is hier ook al wel gaande: sharing op account. We hoeven blijkbaar ook niet meer zo nodig eigenaar te zijn van die hybride auto, maar willen er wel gebruik van maken wanneer het ons uitkomt. ,,Daar staan al meer marketingconcepten omheen en allerlei nieuwe verkooptechnieken,’’ weet Rutgers. ,,Dat is de tijdsgeest. De regering heeft ons de afgelopen twintig jaar geleerd dat ze zowel de man als vrouw het liefst fulltime zien werken. Het betekent wel dat we het onszelf dus zo gemakkelijk mogelijk willen maken, om ook eens een keer samen lekker op de bank te kunnen zitten. Dan is scheermesjes of een doos hapklare brokken aangereikt krijgen heel fijn. Je gaat op termijn als consument veel minder heraankoopbeslissingen zelf maken. Dat zie je nu met deze hype en straks bestelt je koelkast het volgende pak melk. We weten op termijn precies wat we nodig hebben.”

 
Dertigrittenkaart in de sauna
,,Als ik al die thee op moet drinken die ik met dat abonnement toegestuurd krijg, kom ik niet meer aan werken toe. De doseringen die ze sturen zijn over het algemeen wel stevig.”
Wat vindt Rutgers zelf een geslaagd voorbeeld? Onlangs zag hij een aanbieding van Bussloo Sauna’s uit de gemeente Voorst. Die verkopen een dertigrittenkaart met korting én de mogelijkheid ook van een lunchbuffet gebruik te maken. Dat doen veel mensen ook, want ze moeten toch eten. Zo zijn ze per saldo veel meer geld kwijt. ,,Bussloo Sauna’s weet ook dat ze die klant dertig keer binnen hebben.” En wat vindt hij van ‘Frank About Tea’? Een opvallend en aardig idee, maar hij zegt er wel meteen bij: ,,Als ik al die thee op moet drinken die ik met dat abonnement toegestuurd krijg, kom ik niet meer aan werken toe. De doseringen die ze sturen zijn over het algemeen wel stevig.”
Wednesday, 31 January 2018 | Written by Suzanna Timmer

Moet Bol.com bang zijn van Alibaba?

The battle of the retailers, deel 2
 
In the battle of the retailers plaatsen we grote retailers tegenover elkaar. Zijn de Nederlandse spelers zoals Bol.com en Wehkamp bestand tegen de ambities van bedrijven als Amazon en Alibaba die Nederland willen veroveren?

Heeft webwinkel Bol.com een schijn van kans als Alibaba besluit de Nederlandse markt te veroveren? Ja, denkt algemeen directeur Huub Vermeulen. Door te focussen op de individuele Nederlandse en Belgische klant en samen te werken met lokale partijen, zowel online als offline, kan Bol.com de internationale concurrentie van zich afslaan, stelt hij. ‘Laten we Nederland klein houden’.

 
Komt Alibaba naar Nederland om ook hier de e-commerce markt te veroveren? Op die vraag wilde managing director Roland Palmer van Alibaba Benelux geen duidelijk antwoord geven tijdens de Webwinkel Vakdagen in de Utrechtse Jaarbeurs. Vooralsnog wil het bedrijf vooral Nederlandse retailers lokken om hun producten in China te gaan verkopen. Het wil voor hen de poort naar China openen. Maar als Alibaba besluit met zijn new retail-concept in Europa zijn vleugels uit te slaan, kan de concurrentie zijn borst nat maken. Of eigenlijk wel inpakken. Wie het ecosysteem van het bedrijf ontleedt en ziet hoe het de afgelopen jaren is gegroeid, kan maar één conclusie trekken: deze duizendkoppige Chinese draak is nauwelijks tegen te houden.

 
Antwoord is er al lang
Toch denken Nederlandse webwinkels die strijd te kunnen winnen. Tijdens de beurs vertelde Wehkamp hoe het de Amerikaanse webgigant Amazon denkt te weerstaan. Ook Bol.com is vooralsnog niet bang voor buitenlandse concurrentie. ,,Omdat we echt goed gekeken hebben welk aanbod Nederlanders nodig hebben. Wij begrijpen de Nederlandse klant beter dan wie ook en hebben het meest complete aanbod. Wie kan daar nog iets aan toevoegen? Het antwoord op internationale toetreders is er al lang,” vertelde directeur Huub Vermeulen van Bol.com.

 
Geheim van succes 
,,De kracht van wie we zijn is dat we zo dicht op de klant zitten. We kijken wie onze klanten zijn en zoomen in op hun individuele behoeftes. Zo creëren we 8 miljoen verschillende websites per dag voor 8 miljoen klanten.”
Diezelfde dag werden de jaarcijfers van de webwinkel bekend: de jaaromzet van Bol.com groeide in 2017 met bijna 30 procent tot 1,6 miljard euro. Maar wat volgens Vermeulen nog belangrijker is: de omzet van de 19.000 retailers die hun producten via Bol.com verkopen steeg met 75 procent. Ook de andere cijfers zijn imponerend: 8 miljoen unieke bezoekers per dag. Het geheim achter dat succes? Vermeulen: ,,De kracht van wie we zijn is dat we zo dicht op de klant zitten. We kijken wie onze klanten zijn en zoomen in op hun individuele behoeftes. Zo creëren we 8 miljoen verschillende websites per dag voor 8 miljoen klanten.”

 
Geen Flappies meer doen 
Je lokale klant beter kennen dan je concurrent. Focussen op diens wensen. Dat klinkt als een marketing-mantra. Dat in het in de praktijk moeilijker is dan het lijkt, ervoer Bol.com toen het de Belgische markt betrad. Die markt lijkt voor Nederlanders lokaal, maar is het niet. Belgen zoeken op andere trefwoorden, naar een ander assortiment en de marketing en klantenservice is er heel anders. Zo spreken Belgen niet over een wasdroger, maar over een droogkast. Een magnetron heet er een microgolfoven. En ze zetten geen koffie, maar maken koffie. Dat betekende dus flinke aanpassingen op de website.

De grootste blunder maakte Bol.com met zijn kerstcommercial in 2014, waarin het konijn Flappie - beroemd door het liedje van Youp van ’t Hek - vanuit zijn hok ziet hoe de familie zich voorbereidt op het kerstmaal. Die commercial werd aanvankelijk één op één voor België gebruikt. ,,Maar in België kent niemand Flappie. Ook eten ze daar geen konijn met Kerst, dus snapten ze hem in eerste instantie niet,” aldus Vermeulen. Daarom werd de commercial op kleine punten aangepast om het verhaal te verduidelijken. Vermeulen: ,,Dit heet nu binnen Bol.com een Flappie doen, als je niet doorhebt dat het in België anders werkt.”

 
Kijk zelf en zoek de verschillen:
De Nederlandse versie:
https://www.youtube.com/watch?v=CkmFaBI_8K4

 
De Belgische versie:
https://www.youtube.com/watch?v=USF4VzGY5gM

 
 
Klanten volgen
Als Nederlanders dit soort fouten in België maken, wat voor blunders zullen Amerikanen of Chinezen dan wel niet in Nederland maken, denken ze bij Bol.com. Zelfs bij de klantenservice telt elk detail, legde Vermeulen uit. ,,Uit onderzoek blijkt dat iemand uit Groningen het niet fijn vindt om met iemand uit Zoetermeer te praten. Iemand uit Maastricht is geen probleem. Daar houden we dus rekening mee.”

Via datascience en AI volgt de Bol.com het online koop- en zoekgedrag van zijn klanten. De jonge festivalganger krijgt voor Pinkpop handige gadgets gepresenteerd en als hij jaren later een gezin heeft vooral babyspullen. ,,We weten waar je naar kijkt en wat je koopt. Zo volgen we je door je leven,” zegt Vermeulen.

 
Primeurs  
Inspelen op wensen van klanten, betekent ook bezorgen binnen de tijd dat het hen uitkomt. Bol.com staat bekend om zijn snelle levering, ook op zondag, maar tijdens de beurs maakte  Vermeulen een primeur bekend. De webwinkel start dit jaar een pilot waarbij het met elektrische fietsen bestelde artikelen binnen twee uur gaat bezorgen. ,,Niet omdat we het snelste willen leveren, maar omdat we willen leveren wanneer het de klant uitkomt,” aldus de directeur.

Hij maakte nog een tweede primeur bekend. Het online kopen van fietsen blijkt niet zo populair, vanwege het gehannes met het zelf in elkaar zetten. Daarom start Bol.com samen met Union een pilot waarbij lokale fietsenmakers de fiets in elkaar zetten en afleveren. ,,Zo wordt offline en online met elkaar verbonden en maak je gebruik van lokale ondernemers,” stelt Vermeulen. ,,Laten we Nederland klein houden. Met elkaar kunnen we de buitenlandse concurrentie aan.”

 
Megabedrijf 
Toch is het de vraag of Bol.com echt klaar is voor de concurrentiestrijd met een reus als Alibaba. Dit is niet zomaar een webwinkel, het megabedrijf zit in alles. Online betaaldienst Alipay heeft meer gebruikers dan Mastercard. Zijn logistieke leverancier Cai Niao is de grootste van China. Met Alimama heeft het zijn eigen marketingbedrijf waarmee het data  verzamelt op alle commerciële en social media kanalen. Alibaba cloud is de grootste cloud-provider ter wereld en bouwt al servicecenters in Europa. Daarnaast zit het bedrijf als aandeelhouder in heel veel stenen winkels met futuristische concepten, zoals de Chinese Hema.

Tijdens de beurs benadrukte managing director Roland Palmer van Alibaba Benelux nog eens hoe groot de Chinese markt is. Die e-commercemarkt bestaat uit 731 miljoen  internetgebruikers, die alles met hun mobiel doen. Alleen al tijdens het in China populaire Single’s Day wordt een omzet van 25 miljard omzet gedraaid. Ter vergelijking: de totale e-commerce omzet in Nederland was vorig jaar 23 miljard euro. Alibaba verkocht die dag producten van 140.000 merken. Er werden 100.000 iPhones X verkocht in 50 minuten en 100 Maserati’s in 18 seconden.

 
Poort naar  China openen 
,,Het klopt dat we een Chinees bedrijf zijn, maar we zijn druk bezig om te globalisen,” zegt Palmer.
Alibaba zelf behaalde in 2017 op al zijn platforms een omzet van 547 miljard dollar. Van de top 100 merken die Forbes opstelt is 75 procent vertegenwoordigd op Alibaba. De missie van het bedrijf is simpel: het makkelijk maken om overal ter wereld zaken te doen. Dat ‘overal’ beperkt zich nu nog vooral tot China. ,,Het klopt dat we een Chinees bedrijf zijn, maar we zijn druk bezig om te globalisen,” zegt Palmer. ,,Daarom hebben we nu in Europa vijf verschillende kantoren, zoals ons kantoor in Amsterdam.” Dat kantoor is echter vooral bedoeld om Nederlandse ondernemers te helpen hun producten op de Chinese markt te verkopen. Nu de koopkracht van Chinezen toeneemt, zijn ze vooral geïnteresseerd in Europese merken en producten. Palmer: ,,China stond altijd bekend als de fabriek van de wereld, maar het wordt steeds meer de consument gedreven maatschappij van de wereld. Het is nu de nummer twee achter Amerika en het groeit en groeit. De vraag is met name groot naar Europese producten, omdat Europese producten staan voor kwaliteit. Die zijn heel gewild.”

 
New retail 
,,Stel je een winkel voor waar je artikelen uit het schap koopt en tegelijkertijd met je mobiel bestelt. En dan vraag je de winkel om alles bij jou thuis af te leveren omdat je een bioscoopje gaat pikken. Dat kunnen wij vandaag niet in Nederland.”
De enige webwinkel waarmee Alibaba in Nederland actief is, is Aliexpress. Maar met levertijden van een week of langer is dat geen geduchte concurrent. Het wordt pas gevaarlijk als Alibaba zijn totaalconcept op Europa loslaat. Dat heet new retail. Dat behelst de integratie van online, offline, logistics, data, plus social media, interactieve content en entertainment. En dat allemaal op één app. ,,Niet zoals in het westen, dat je naar vijf verschillende apps gaat om dat allemaal te doen,” aldus Palmer. Hij haalde een citaat aan van Alibaba’s vicevoorzitter Joe Tsai toen hij het concept aan de aandeelhouders moest uitleggen. ,,Stel je een winkel voor waar je artikelen uit het schap koopt en tegelijkertijd met je mobiel bestelt. En dan vraag je de winkel om alles bij jou thuis af te leveren omdat je een bioscoopje gaat pikken. Dat kunnen wij vandaag niet in Nederland.”

 
Gamechanger 
Alibaba kan dat wel en dat is volgens hem de reden dat de achttien vrienden die in 1999 samen met voorzitter Jack Ma het bedrijf begonnen, nog steeds dag en nacht voor Alibaba werken, terwijl ze allemaal al miljardair zijn. ,,Omdat ze geloven dat dit bedrijf een world game changer is,” stelt Palmer.

 
Lees hier deel 1 van The battle of the retailers:
 
https://www.frank.news/2018/01/26/hoe-wehkamp-denkt-amazon-weerstaan/
Tuesday, 30 January 2018 | Written by André Oerlemans

Hoe Wehkamp denkt Amazon te weerstaan

The battle of the retailers, deel 1
In the battle of the retailers plaatsen we grote retailers tegenover elkaar. Zijn de Nederlandse spelers zoals Bol.com en Wehkamp bestand tegen de ambities van bedrijven als Amazon en Alibaba die Nederland willen veroveren?

Hoe kan een oer-Hollands bedrijf als Wehkamp de concurrentie met een internationale reus als Amazon overleven? Door te focussen op Nederlandse gezinnen, luidt het antwoord van CEO Piet Coelewij. Maar ondertussen dendert de Amazon-trein door en wil het Amerikaanse e-commercebedrijf alle Nederlandse verkopers naar zijn platform halen.

 
Waar kun je als online warenhuis beter je slimme marketingaanpak toelichten dan op de jaarlijkse Webwinkel Vakdagen in de Jaarbeurs in Utrecht? Dat moet Wehkamp gedacht hebben. Tegelijkertijd koos Amazon de beurs uit om voor het eerst in het openbaar zijn plannen voor de Nederlandse markt kenbaar te maken.

De clash van culturen had niet groter kunnen zijn. Terwijl Wehkamp zijn overlevingsstrategie presenteerde, kwamen de Amerikanen brutaal een markt veroveren. Vicepresident Alex Ootes, verantwoordelijk voor de expansie in Europa, riep Nederlanders retailers op om al hun producten voortaan via Amazon te verkopen.

 
Ze zijn er al
In de media werd de afgelopen jaren veel gespeculeerd over de komst van Amazon naar Nederland. Voor de website Amazon.nl in 2014 hoefde niemand bang te zijn, behalve misschien de boekenbranche. Daarop verkoopt Amazon meer dan 3 miljoen e-books. Maar de echte stap op Nederlandse bodem was eigenlijk de vertaling van de Duitse website Amazon.de in het Nederlands. ,,Daar zijn we heel tevreden over. In feite maakt de URL niet zoveel uit,” vertelt Ootes.

Eind 2017 werd ook de mobiele app in het Nederlands vertaald, werd iDEAL als betaalmogelijkheid toegevoegd en in november werd Amazon Prime in Nederland geïntroduceerd. Met deze abonneedienst voor video, muziek, e-books, gratis verzending en andere voordelen, kregen Nederlandse consumenten ineens toegang tot de twee miljoen artikelen op de webshop van Amazon. Ook daar verwacht de VP veel van.

 
Europees netwerk
Volgens hem hoeft Amazon niet eens in Nederland aanwezig te zijn om de markt hier te veroveren. ,,We zitten nu in de UK, Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje en met deze vijf landen kunnen we heel Europa afdekken,” aldus Ootes. ,,Nederland beleveren we vanuit het Ruhrgebied en Lille.”

Amazon heeft inmiddels 41 zogeheten fullfilment centers, enorme distributiecentra van tien voetbalvelden groot, waar alle artikelen opgeslagen worden. Samen vormen ze een fijnmazig netwerk door heel Europa, waarmee de webgigant alle landen kan bedienen.

 
Alles via Amazon 
Over de strategie die Amazon bij zijn expansiedrift hanteert is het bedrijf duidelijk. Het wil zoveel mogelijk verkopers - sellers - aan zich binden. Het platform werkt wereldwijd met honderdduizenden sellers samen. Die betalen een vaste fee en 6 tot 15 procent commissie per verkocht product. Samen zorgen de sellers voor de helft van alle transacties op Amazon. ,,Wij hopen dat jullie allemaal overwegen om via Amazon te gaan verkopen. Op die manier krijg je toegang tot 300 miljoen klanten en 100 miljoen maandelijkse bezoekers van de website,” luidde Ootes’ openlijk uitnodiging aan een paar honderd retailers in de zaal. En die wilden maar wat graag, of ze nu kaas, sieraden, mokken met foto of e-books verkochten.

Ondernemers die hun producten via het bedrijf van Jef Bezos gaan verkopen kunnen het beste groot beginnen, stelt Ootes. Dus meteen het hele assortiment erop knallen. ,,Uit onderzoek blijkt dat dit niet ten koste van de bestaande omzet gaat. Het meeste is extra omzet. Ik ken sellers die zeggen: laat de eigen website maar zitten. We gaan alles via Amazon verkopen,” stelt hij.
,,Sinds 2016 zijn er 1800 online fashion shops bijgekomen"

 
Markt groot genoeg 
Hoe wapen je jezelf als Nederlandse webshop tegen dit soort geweld? Of is de markt groot genoeg voor meerdere spelers? CEO Piet Coelewij van Wehkamp denkt het laatste. Volgens de laatste cijfers groeide de e-commerce markt in 2017 met 15 procent tot een totale omzet van 23 miljard euro. Sinds 2016 zijn er 1800 online fashion shops bijgekomen. Dat zijn er meer dan er aan stenen winkels uit het straatbeeld verdwenen, rekende hij voor.

,,Meer winkels betekent dus meer concurrentie,’’ stelt Coelewij. ,,Tegelijkertijd is de markt aan het internationaliseren. Internationale spelers als Amazon en Alibaba hebben een derde van de Nederlandse markt in handen. In 2011 was dat nog maar 5 procent. Wij denken dat de Nederlandse markt groot genoeg is om onze eigen plek te creëren.”
,,De Nederlandse markt heeft zijn eigen specifieke kenmerken. Nederlandse klanten hebben een eigen specifieke mindset."
Focus op gezinnen
De vraag blijft echter hoe Wehkamp, met ‘slechts’ 500.000 bezoekers per dag en een aanbod van ‘slechts’ 400.000 verschillende artikelen, denkt bedrijven als Amazon en andere buitenlandse internetreuzen te kunnen weerstaan? Door te focussen op een specifieke doelgroep: typisch Nederlandse gezinnen, stelt Coelewij. ,,De Nederlandse markt heeft zijn eigen specifieke kenmerken. Nederlandse klanten hebben een eigen specifieke mindset. Nederlandse gezinnen zijn heel anders dan die in de UK, Duitsland of de VS. Wij moeten zorgen dat we precies leveren wat zij willen en met producten komen die bij Nederlanders aanslaan. Internationale spelers kunnen alleen alles voor iedereen leveren. Als ze met ons willen concurreren moeten ze dat loslaten,” legt hij uit.

 
Brand Purpose
Wehkamp focust op gezinnen in elke fase van hun leven. Een belangrijke subdoelgroep zijn mensen die artikelen voor anderen kopen, lees moeders. De CEO’s van gezinnen, zoals Coelewij ze noemt. Om hen te bereiken heeft Wehkamp zijn zogenoemde brand purpose onderzocht, het waarom van zijn bestaan. Bedrijven die dat helder hebben doen het namelijk 80 procent beter dan gemiddeld op de markt. Coelewij: ,,Wij willen de nummer één in gezinnen worden. Dan moet je weten wat er bij hen leeft. Wat voor hen relevant is. Gezinnen zijn misschien niet de meest hippe doelgroep, maar iedereen maakt deel uit van een gezin. Ook moderne mensen. Wij moeten zorgen dat onze communicatie daarbij aansluit.”

 
Meer tijd in drukke bestaan 
Uit het onderzoek bleek dat één ding voor alle groepen hetzelfde was: we hebben het ontzettend druk met zijn allen. Dat bood een opening voor een nieuwe marketingcampagne rond de boodschap dat online winkelen bij Wehkamp het leven makkelijker maakt en meer ruimte laat voor andere leuke en mooie dingen. Daarop inhakend werd tijdens de feestdagen de commercial ‘Meer tijd voor de mooiste tijd van het jaar’ gelanceerd.

https://www.youtube.com/watch?v=DOItK2BWnd4

De commercial werd goed ontvangen. 2,5 miljoen Nederlandse vrouwen zagen hem drie keer, 5 miljoen Nederlandse vrouwen 1 keer.
Concurreren 
Wehkamp kiest dus niet voor schaalgrootte, maar voor specifieke oplossingen voor specifieke klanten. ,,Hoe meer je kunt differentiëren, hoe moeilijker het wordt voor internationale bedrijven om met jou te concurreren. Ze moeten van hun schaalgrootte weg om te doen wat jij doet,” aldus Coelewij.

 
Lees hier ook deel 2 van The battle of the retailers:
 
https://www.frank.news/2018/01/30/moet-bol-com-bang-alibaba/

 
Lees hier ook deel 3 van The battle of the retailers:
 
https://www.frank.news/2018/02/02/maakt-melkboer-picnic-stenen-supermarkten-ah-en-jumbo-overbodig/

 
 
 
Friday, 26 January 2018 | Written by André Oerlemans

Lezersonderzoek: meer cases, contentmarketing en een 7,5

Klein Cubaantje uit eigen doos alarm, maar we vonden het te waardevolle informatie om niet te delen. Na twee jaar tijd werd het tijd om wat onderzoek te doen naar onze lezers. Waarom? Omdat we alleen verhalen willen maken die jullie aardig, waardevol en interessant vinden.  

Bovendien zijn we met allerlei plannen bezig - een nieuwe site, events, een contentmarketingstudio, podcasts - dus we wilden wel eens toetsen wat jullie van al die plannen vinden.

En dus vroegen we onderzoeksbureau Vostradamus om lezersonderzoek te doen. Zij selecteerden 557 van onze nieuwsbrieflezers (ja, we snappen dat zij iets meer met ons hebben dan andere marketingprofessionals, maar het is tenslotte ook onderzoek naar ónze lezers en niet naar onze vijanden). Qua samenstelling zijn jullie voornamelijk mannen én vrouwen tussen de 35 en 65 jaar en senior wat betreft functieniveau. De meeste lezers zijn werkzaam als ZZP’er of bij een adverteerder. Een vrij evenwichtig clubje mensen dus dat aardig wat werkervaring heeft in de marketingsector.
"We staan op bijna alle aspecten die we onderzochten in de top 3, maar een autoriteit zijn we nog niet"
Vrolijk stemmende rapportcijfers
Yes! Onze rapportcijfers stemmen vrolijk. We worden op alle aspecten bovengemiddeld beoordeeld. De lezers vinden onze verhalen, vergeleken met de collega’s van andere marketingsites, ‘inspirerend’ en ‘nieuwswaardig’. Ook laten we volgens jullie een ‘ander geluid’ horen. We staan op bijna alle aspecten die we onderzochten in de top 3 samen met Frankwatching, behalve op het gebied van ‘autoriteit’ waar we slechts als vijfde eindigden. Een autoriteit zijn we duidelijk (nog) niet.

Meerdere keren per maand op bezoekBijna de helft van onze lezers (47 procent) bezoekt de website meerdere keren per maand, bijna één derde meerdere keren per week en 4 procent dagelijks. Pijnlijk leerpunt: driekwart van jullie geeft aan ons niet via social media te volgen. We krijgen gemiddeld een 7,5 als rapportcijfer, waarvoor dank! Degenen die ons dagelijks bezoeken, geven ons zelfs een 8,3 (er slingeren in mijn schuur oude rapporten rond met stukken mindere cijfers). Ook onze nieuwsbrief krijgt een 7,5. Nog een leerpunt trouwens: 87 procent van onze lezers wil niet vaker dan twee keer een nieuwsbrief dus daar moeten we nog maar eens goed over nadenken (of het gewoon niet doen).

Meer lezen over contentmarketingOnze lezers denken graag mee over de onderwerpen en ze willen vooral meer lezen over contentmarketing (69 procent), merkstrategie (53 procent), social media (40 procent), verdienmodellen (36 procent) en cases (34 procent). Inderdaad; er waren meerdere antwoorden mogelijk. Programmatic buying is vooralsnog het minst populaire onderwerp trouwens. In de open vragen geven lezers aan content te missen over ‘cases’, business-to-business, onderzoek en doelgroepstrategie.

Nieuwe plannen:cases, cases, casesWe onderzochten ook wat jullie van onze nieuwe plannen vinden. De meerderheid van de lezers wil graag meer whitepapers, e-books en - daar zijn ze weer - cases. Het maken van videoseries is daarna favoriet. De lezers zijn het minst geïnteresseerd in podcasts.

Leuk vonden we zelf de vraag wat lezers zouden doen als zij hoofdredacteur zouden zijn. Onze kritische lezers zouden - vanwege de gelijkenis met onze vrienden van Frankwatching -  iets aan de naam van frank.news doen. Verder waren ze kritisch op de navigatie en moeten we de laadsnelheid verbeteren en stoppen met de irritante nieuwsbrief pop-up. Voor de aardigheid hebben we nog wat leuke opmerkingen verzameld die mensen ons meegaven:

‘Inhoudelijk nog net een stapje verder gaan zodat het geboden inzicht direct in praktijk kan worden gebracht. Bijvoorbeeld door uitwerking in een (eventueel betaald) e-book/instructievideo, webinar, etc.’
‘Irritante pop-ups van frank.news verwijderen bij lezers... werkt averechts’
‘Kan spontaan niet meteen iets noemen, voor lezers uit vak is het vaak handig om ook praktische zaken rond cases te zien: cijfers, hoe aangepakt, kosten, maar ook benchmarks checklists en handige modellen (die iets toevoegen op standaard aanbod)’
‘Meer verhalen van mensen uit het vak. Meekijken op de werkvloer, de kijk- en voelsprieten van een vakgenoot in beeld.’
‘Nog duidelijker een anders zijn; in de mediawereld praat iedereen elkaar na. Dus wees anders.’
‘Stimulerend en actief contentbeleid op social media om tot echte discussies en prikkelende interacties te komen. Echt een community waar je als vakspecialist bij wilt horen!’
‘Uitbreiden naar verkoop van diensten met de kennis die jullie bezitten, als dat al niet gebeurt.’
 
Conclusie: aan de slag
Natuurlijk moesten we op de redactie best even glimlachen om de resultaten. We vinden het stoer om het in twee jaar tijd zó goed te doen; dat we iedere maand weer zoveel mensen bereiken en vooral dat jullie ons waarderen. Er bleven trouwens genoeg zaken over die beter kunnen en daar gaan we niet te lang over vergaderen, maar vooral mee aan de slag. Oh ja, de naam blijft gewoon hetzelfde, dat is nu eenmaal zo gelopen en het staat voor ‘openhartig’. Zie ons en Frankwatching allebei als een bouwmarkt op hetzelfde industrieterrein waar je langsgaat als je iets nodig hebt. Wij hebben de inspiratieverhalen en de cases en Frankwatching de how-to-verhalen (waar ze hartstikke goed in zijn).
  1. Bijna niemand vindt ons nog via social media. Het is goed om zonder hulp van ‘Zuckerberg’ een publiek op te bouwen, de droom van iedere uitgever, maar eigenlijk kan het natuurlijk niet. Wij moeten immers zijn op de plekken waar mensen zijn die iets met marketing hebben en zij hangen nu eenmaal rond op Facebook, Twitter, YouTube en Instagram, dus wij ook en snel ook.
  2. Jullie willen cases en dat snappen we wel. We kunnen wel heel hard zeggen dat contentmarketing werkt, maar als de mensen van Datona.nl uitleggen dat ze meer gereedschap verkopen omdat Rintje Ritsma voor ze vlogt dan spreekt dat meer aan.
  3. We zijn nog niet zo ‘toonaangevend’, daarin zijn onze gewaardeerde collega’s verder en dat moeten we dus beter doen. Hoe? Tja, betere verhalen maken (audio, video en geschreven), onvergetelijke mini-events organiseren en….betere verhalen maken. Of hadden we dat al gezegd?
  4. We moeten echt wat meer video gaan maken. Daar zijn we mee bezig - hou ons in de gaten - maar we willen het vooral zélf doen. Dat zal niet altijd makkelijk zijn voor het clubje schrijvende journalisten dat we nu eenmaal zijn, maar we gaan het toch lekker doen. Omdat het leuk is en belangrijk en we straks tegen bedrijven willen zeggen: zó moet je video aanpakken als je een beetje impact wil hebben met je content.
  5. Oh ja en we zijn inderdaad met een nieuwe nieuwsbrief bezig, maar die zullen we netjes twee keer per week versturen.
Als je het leuk vind kun je hieronder de ongecensureerde rapportage van Vostradamus over het onderzoek lezen.

Thursday, 25 January 2018 | Written by Bas Hakker

De dag die je wist…..NPO Radio 2 is marktleider

Door Linda Haring

Nog niet eerder was het zenderaandeel van NPO Radio 2 zo hoog tijdens de november-december meting, een recordluistercijfer voor de Top 2000! Ook NPO 3FM heeft met Serious Request in december het zenderaandeel weer iets zien toenemen. 

 
Het zenderaandeel van NPO Radio 2 kwam op 15,9 procent, een stijging van 43 procent ten opzichte van een jaar eerder in deze twee maanden. De interesse voor de Top 2000, uitgezonden tussen Kerst en Oud & Nieuw, is heel erg groot. Tel daarbij de stijgende lijn van de laatste maanden van de zender en je krijgt dit succes.

Een ander opvallend cijfers is dat van Sky Radio. Er waren best wat geluiden met twijfel over de wekenlange focus op kerstmuziek, maar die analyse blijkt - qua marktaandeel - niet terecht. Sky Radio, The Christmas Station heeft goede zaken in de november-december meting gedaan en zag het aandeel toenemen tot 10,6 procent.

De campagne die Radio 10 in de media gevoerd heeft, heeft ook vruchten afgeworpen. De zender zag het aandeel verder groeien naar 7,8 procent. Al met al kan gezegd worden, dat de Talpa-zenders een succesvol jaar achter de rug hebben, waarbij Radio 538 onlangs 25 jaar bestond en het in de zomer het hoogste zenderaandeel ooit (13,2 procent juni-juli meting) liet aantekenen. De zender sluit het jaar af met een gemiddeld marktaandeel van 12,1 procent in de doelgroep 10+. Eveneens het hoogste gemiddelde zenderaandeel in het 25-jarig bestaan van de zender.

Nog meer hosanna, want ook Radio 10 heeft het hoogste aandeel in zestien jaar tijd gescoord met een zenderaandeel van 7,8 procent in 10+. De zender is sinds de terugkeer op de FM hard gegroeid en heeft de afgelopen meting zelfs Qmusic ingehaald qua zenderaandeel. Het zenderaandeel van Veronica staat nog wel onder druk, maar de zender werkt hard aan het herstel met de ingezette nieuwe programmering en het aantrekken van Giel Beelen in het ochtendtijdvak.

De stijging van de zenderaandelen van bovenstaande zenders heeft luisteraars bij de andere zenders weggehaald. Zenders als Radio 538, Qmusic, NPO Radio 1 zagen de aandelen flink dalen. Waarbij Radio 538 verhoudingsgewijs wel aandeel ingeleverd heeft, maar ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar nog 0,3 procent groei weet te realiseren.
Bron: NLO/GfK, doelgroep 10+, ma-zo 6:00 - 24:00 uur
Tuesday, 23 January 2018 | Written by Redactie Frank.News

Waarom speelgoedzaken in de buitenwijken niet werken

Zet een Hornbach naast zijn concurrenten op een industriegebied buiten de stad en hij trekt zeker klanten. Maar zet een speelgoedwinkel op eenzelfde locatie en mensen houden het liever bij de kleinere speelgoedwinkel in de stad. Hoe kan dat?

Speelgoedketen Toys XL is niet meer. Nou ja, de winkels zijn er nog wel, maar moederbedrijf Blokker Holding verkocht afgelopen najaar de hele keten, samen met Bart Smit en Intertoys, aan een Londense investeerder. Blokker kampte al langer met financiële problemen en de speelgoedbranche beleefde vorig jaar moeilijke tijden (Mattel rapporteerde teleurstellende cijfers en de winst bij Lego daalde voor het eerst in dertien jaar). Maar de grootschaligheid en locaties van de Toys XL-winkels, door de keten zelf geprezen als Unique Selling Point, waren misschien ook geen gelukkige keuze. Want winkels met een oppervlakte van minstens 2.000 vierkante meter en een assortiment van ruim 12.000 artikelen mogen dan aantrekkelijk klinken; hoe gezellig klinkt speelgoed kopen in de ‘outlet mall & megastores’ van Akersloot Amsterdam, de Arnhemse woonboulevard of Retailpark Roermond?

 
Zelfde concept, ander resultaat
Met zijn grootse opzet maakte Toys XL dezelfde fout als de Amerikaanse speelgoedketen Toys ‘R Us in de jaren negentig: ook die zette enorme speelgoedzaken neer aan de rand van steden. De winkels van 4.000 vierkante meter en 18.000 producten waren vele malen groter dan Bart Smit en Intertoys, maar de prijzen waren niet concurrerend genoeg en Nederlanders bleken niet bereid de auto te pakken voor speelgoed. Ze vonden bovendien die enorme speelgoedpakhuizen maar maar niks. Maar diezelfde opzet - grote winkels in de periferie - lijkt wél te werken voor andere branches: de omzet van IKEA in Nederland steeg vorig jaar met ruim 4 procent, Hornbach krijgt een nieuw filiaal van 15.000 vierkante meter en 120.000 artikelen aan de rand van Zwolle (en was al recordhouder van de grootste bouwmarkt van Nederland met 20.000 vierkante meter in Breda) en op enkele kleine stadswinkels na zitten de meeste doe-het-zelfzaken geclusterd op grote terreinen buiten de binnenstad. Waarom werkt het ene retailconcept wel grootschalig en het andere niet?

 
Latente behoeften
,,Als branchevereniging voor retailers wil ik niemand afvallen, dus ik zeg niet specifiek iets over Toys ‘R Us,” zegt Van der Linden.
,,Het is uiterst belangrijk dat een locatie past bij de behoefte van de doelgroep,” zegt Sietske van der Linden, beleidsadviseur locatiebeleid bij retail-brancheorganisatie InRetail. Hoewel Toys ‘R Us wel voorzag in de behoefte aan een groot aanbod speelgoedartikelen - die er nog altijd is - ging het mis bij de locatie: in Utrecht zat de speelgoedketen bijvoorbeeld helemaal aan het einde van de woonboulevard - geen logische plek, en zeker geen winkel waar je op zit te wachten als je op zoek bent naar gordijnen, bedden en kasten.
,,Als branchevereniging voor retailers wil ik niemand afvallen, dus ik zeg niet specifiek iets over Toys ‘R Us,” zegt Van der Linden. ,,Maar de consument heeft altijd meerdere behoeften tijdens het winkelen - dat kunnen ook latente behoeften zijn - en daar moet je als retailer in voorzien. Als je naar een speelgoedzaak in de binnenstad of een lokaal winkelcentrum gaat, is dat waarschijnlijk geen bezoek dat alleen op speelgoed gericht is. Je moet bijvoorbeeld ook nog even naar de apotheek, een pakketje ophalen of brood halen. Of je wilt nog even funshoppen en gaat op zoek naar een jurk, maar weet dat je ook zonder jurk, maar mét zeepjes kunt thuiskomen. Dat houden consumenten in gedachten als ze eropuit gaan.”

 
Je krijgt wat je verwacht
Maar waarom werkt een cluster aan woonwinkels of aan doe-het-zelfzaken dan wél zo goed? Latente behoeften op andere gebieden dan meubels en klusmaterialen kun je op die industrieterreinen immers niet vervullen. ,,Consumenten gaan nog altijd dolgraag naar een woonboulevard, omdat die winkelgebieden invullen wat mensen verwachten: een breed aanbod aan meubels en accessoires op één plek. Je zoekt eerst online naar het bankje dat je wilt, dan even welke woonwinkels er bij jou in de buurt zitten en pakt de auto naar de winkel om daar het bankje te testen.”

 
Behoefte van de klant
,,Elke locatie vraagt om een specifieke invulling. En de behoefte van de klant moet daarbij altijd vooropstaan.”
Mensen vinden het volgens Van der Linden bovendien niet erg om een stukje te rijden voor meubels: zonder auto krijg je grote spullen ten slotte lastig thuis en doordat je veel meubel-, bedden- en vloerenwinkels op één plek vindt, ben je verzekerd van een breed aanbod in alle segmenten en prijsklassen. Hetzelfde geldt voor doe-het-zelfzaken, zegt de retailexpert: ,,Als je op zaterdag lekker wilt klussen, wil je niet ver hoeven rijden voor dat ene schroefje. Je wilt dus een groot assortiment - en het liefst een cluster van bouwmarkten, zodat je bij de volgende winkel kunt binnenstappen als ze in de eerste winkel dat ene onderdeeltje niet hadden. Elk winkelgebied heeft een specifieke functie. Daar moet je als retailer rekening mee houden als je een locatie kiest: elke locatie vraagt om een specifieke invulling. En de behoefte van de klant moet daarbij altijd vooropstaan.”

 
Locatie, presentatie en belevenis
De tijden waarin retailers een winkelpand huurden voor een vast aantal jaren of er een kochten, is voorbij, zegt Van der Linden. ,,Je moet flexibeler zijn; je bedrijfsconcept moet nu ook de digitale consument in het hart weten te raken. Daardoor wordt locatie nog belangrijker: waar hoort je retailconcept thuis? Hoe en waar wil je je presenteren? Recht tegenover de Tweede Kamer, in hartje Den Haag, zat lang een showroom van een luxe automerk als Porsche of Tesla. Puur om het aanbod te showen natuurlijk; consumenten gaan daar niet even een auto kopen. Maar zo presenteerde het merk zich middenin de stad. Ik verwacht dat winkels - mede door nieuwe digitale mogelijkheden - steeds meer showrooms worden. Zet een tablet neer in de winkel waarop consumenten het aanbod kunnen bekijken en bestellingen kunnen plaatsen en je zit niet meer vast aan locaties buiten het centrum om je in de kijker te spelen. De belevenis wordt belangrijker.”

 
Toplocatie in de stad
In het buitenland gebeurt dit al veelvuldig, zegt Van der Linden: denk aan de M&M’S World in Londen en New York: enorme winkels op centrale locaties waar je M&M’s en merchandise van de bekende snoepjes kunt kopen. ,,De huur kunnen ze vast niet betalen uit die verkoop, maar op zo’n toplocatie ziet de hele wereld je en het is een ervaring om binnen te zijn. Toen ik er was, deed het personeel - schijnbaar - spontaan de moonwalk van Michael Jackson. En in de enorme Toys ‘R Us op Times Square blijf je kijken: je kunt er speelgoed kopen, maar ook zitten gamen. Die winkels zijn één en al beleving. Dat moet je bereiken als je wilt overleven.”

 
Toekomst
,,We blijven spullen willen zien, voelen en aanraken. Maar het ‘geknipt ordenen’ van nu - aparte autoboulevards, woonboulevards, doe-het-zelfclusters en beddenaanbieders - gaat veranderen, voorspel ik.
Herkenbare, goedbezochte grootschalige winkels in perifere gebieden, zoals woonboulevards en doe-het-zelfzaken, zullen volgens Van der Linde altijd blijven bestaan. ,,We blijven spullen willen zien, voelen en aanraken. Maar het ‘geknipt ordenen’ van nu - aparte autoboulevards, woonboulevards, doe-het-zelfclusters en beddenaanbieders - gaat veranderen, voorspel ik. Er komen minder, maar kwalitatief betere winkelgebieden. Dat is alleen maar goed: er zijn veel meer winkels dan we nodig hebben en 45 procent van de vierkante winkelmeters bevindt zich buiten de stad, met leegstand in het centrum tot gevolg. Winkels krijgen ook een herkenbaarder aanbod en we gaan er niet meer alleen naartoe om spullen te kopen, maar ook om ze te bestellen en ze te tryen en buyen. Denk aan de fietsenbranche, waar je - in de binnenstad en daarbuiten - allerlei modellen elektrische fietsen kunt testen. De winkel van de toekomst is servicegericht.”
Tuesday, 23 January 2018 | Written by Kim van der Meulen

Zeeman: de marketingcursus ‘normaal blijven’ voor beginners

Met zijn vijftig jaar levenservaring is het merk Zeeman een interessante retailer om eens goed onder de loep te nemen. Want hoe lukt het de Nederlandse winkelketen om goedkoop te zijn zonder goedkope uitstraling te hebben? En waar dankt het zijn positieve imagoverandering van de laatste jaren aan?

 
Liep je tot een aantal jaar geleden misschien nog met een grote boog om deze geel met blauwe ‘onderbroeken- en sokkenwinkel’ heen, inmiddels lopen hipsters met Zeeman-shoppers in de rondte alsof het nooit anders is geweest. En word je allesbehalve raar aangekeken als je vertelt dat je je sokken en panty’s het liefst bij deze retailer shopt die dit jaar alweer z’n vijftigste verjaardag viert.

Met dank aan succesvolle campagnes
Volgens Caroline van Turennout, marketingmanager bij Zeeman, is deze verandering heel geleidelijk gegaan. ,,Verschillende campagnes, mede geïnitieerd door mijn voorganger Jacques van der Bom, hebben hier de afgelopen jaren een grote bijdrage aan geleverd. Denk bijvoorbeeld aan de gele onderbroekencampagne, de goedkope trouwjurk die binnen twee minuten was uitverkocht en de geslaagde stunt tijdens Amsterdam Fashion Week in 2011.”

Designer FRANK
Tijdens de AFW werd een grote hype gecreëerd door de nieuwe designer FRANK (goede naam) te lanceren waar de hele mode-industrie nieuwsgierig op afkwam. Met als gevolg veel enthousiaste reacties voor deze nieuwe designercollectie. En tot ieders verbazing werd uiteindelijk bekend gemaakt dat het om een collectie van Zeeman ging. Humor en gevoel voor mode: daar scoorde de retailer belangrijke punten mee.

Beste winkelketen in baby- en kinderkleding
Een andere belangrijke oorzaak voor hun positieve imago is natuurlijk ook de winkel en het kwalitatieve assortiment zelf, vertelt Van Turennout. ,,We bestaan nu vijftig jaar en kopen dus ook al vijftig jaar kleding in. Hier zijn we in de loop van de tijd steeds beter in geworden. Dit zie je terug in de lage prijs en de goede kwaliteit.” Zo is Zeeman al drie jaar op rij uitgeroepen tot ‘Beste winkelketen in baby- en kinderkleding’. ,,Onze baby- en kindercollectie is voor de consument erg interessant door de combinatie van een goede kwaliteit en een aantrekkelijk design.”
,,We bestaan nu vijftig jaar en kopen dus ook al vijftig jaar kleding in. Hier zijn we in de loop van de tijd steeds beter in geworden. Dit zie je terug in de lage prijs en de goede kwaliteit.”
Prijsbewust
Het feit dat meer klanten zonder gêne de Zeeman binnenstappen, komt volgens Van Turennout ook door een ontwikkeling bij de consument zelf. ,,Een steeds grotere groep mensen koopt prijsbewust. En niet iedereen doet dat omdat het perse nodig is. Er zijn ook genoeg consumenten die gewoonweg geen zin hebben om de hoofdprijs te betalen voor een basic wit t-shirtje of een onderbroek.”



 
Fan van goede basics
Als we naar de resultaten van de afgelopen tien jaar kijken, heeft de retailer alleen maar zwarte cijfers geschreven. Ondanks of misschien juist wel dankzij de crisis. ,,Het gaat al jarenlang goed met Zeeman. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor is ook dat wij basics verkopen. Sokken gaan kapot en moeten vervangen worden. Net als ondergoed: dat blijven mensen kopen.” En ook nu er dus geen sprake meer is van een crisis gaat het de retailer voor de wind. ,,We zijn niet aan het instorten. Integendeel: de consument is inmiddels fan geworden van die panty of dat ondergoed, en zien we met regelmaat terug.”
,,Het gaat al jarenlang goed met Zeeman. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor is ook dat wij basics verkopen. Sokken gaan kapot en moeten vervangen worden. Net als ondergoed: dat blijven mensen kopen.”
Achterstallig onderhoud
Ook de verandering en verbetering van het winkelinterieur is een reden voor meer consumenten om eens vaker bij Zeeman binnen te stappen, vertelt Van Turennout: ,,Veel van onze winkels hadden te maken met achterstallig onderhoud. Inmiddels hebben we 65 procent verbouwd en is de drempel nog lager om bij ons naar binnen te gaan.”

Trouwe klant
Al moet de gouwe ouwe Zeeman-klant natuurlijk ook tevreden zijn met het nieuwe winkelconcept. Wordt hier ook rekening mee gehouden? ,,Zeker! Je moet ook weer niet te veel veranderen. We hebben heel veel trouwe klanten die gewend zijn aan onze tafels en bakken waar de producten in liggen. Dit maakt ons uniek, en dat houden we dus zo.” Dit interieur past daarnaast ook perfect bij de goederenstroom waarmee de retailer al jaren werkt. ,,De producten komen twee keer per week binnen en krijgen geen vaste plek met artikelstickers ervoor, maar schuiven als het ware door de winkel heen. Hierdoor kunnen we heel flexibel inspelen op de volumes die binnenkomen. En dat zie je dus ook weer terug aan de lage prijs.”

De Zeeman-doelgroep
Over die trouwe klant gesproken, op welke doelgroep richt Zeeman zich eigenlijk? Van Turennout: ,,We vatten dat niet in demografische kenmerken samen, maar meer in mentaliteit. Zeeman is er voor oplettende mensen die kwaliteit belangrijk vinden en graag verrast worden. We zijn opmerkelijk eenvoudig zonder dat het saai wordt.”

Concurrentie
In de afgelopen jaren is de markt van het lage prijzensegment een stuk voller geworden. Belangrijk dus om sterker te blijven dan de concurrentie. Maar hoe? Van Turennout: ,,We kijken naar alle concurrenten in het lage prijssegment, ook foodketens als Lidl die basiskleding aanbieden en Action en Primark.” Door de duidelijke keuze van Zeeman voor de basic textielgroepen en kinderkleding heeft het naar eigen zeggen weinig last van de concurrenten. ,,In onze campagnes leggen we de nadruk op onze kerngroepen. Veel retailers gaan van moment naar moment. Dat doen wij ook, maar we proberen wel echt steeds onderscheidend te zijn door het over onze producten te laten gaan.”

Zeeman-modellenbestand
De marketingstrategie van de retailer is nog steeds opvallend goed uitgedacht. ,,We kiezen voor rustige campagnes met een nuchtere toon. Hebben ons eigen modellenbestand met 15.000 Zeemanklanten om het zo herkenbaar en aantrekkelijk mogelijk te houden. De producten worden ook altijd in dagelijkse situaties getoond.”

Het startpunt van iedere campagne komt uit de merkessentie: Zeeman bestrijdt complexiteit. ,,Dat zie je terug bij de trouwjurkcampagne. We kijken naar een fenomeen als een bruiloft en denkt dan: wat kost zo’n bruiloft veel, kan het niet goedkoper? Vanuit die vraag kwamen we op het idee voor de goedkope trouwjurk.”

 


Bureau Persuade
Daarnaast speelt Zeeman ook in op de dagelijkse nood van de consument. ,,Toen er aan het begin van 2017 bleek dat 1 op de 3 Nederlandse mannen met gaten in hun onderbroeken bleven rondlopen, was dat voor ons natuurlijk een mooi haakje om op in te spelen,” aldus Van Turennout. ,,We werken trouwens al meer dan tien jaar nauw samen met ons bureau Persuade. Persuade begrijpt ons merk als geen ander. Die stabiele en hechte relatie is een van de succesfactoren voor onze campagnes.”
,,Toen er aan het begin van 2017 bleek dat 1 op de 3 Nederlandse mannen met gaten in hun onderbroeken bleven rondlopen, was dat voor ons natuurlijk een mooi haakje om op in te spelen,” aldus Van Turennout.
Technologische ontwikkelingen
Het kan natuurlijk niet allemaal geweldig zijn. Ook deze retailer loopt na vijftig jaar nog tegen lastige punten aan. Op technologisch gebied, zoals bij de website en online shop bijvoorbeeld, vertelt Van Turennout: ,,We staan voor eenvoud en dan moet je je bij alle nieuwe ontwikkelingen afvragen: past het echt bij ons en moeten we hier wel of niet in mee gaan? Ik word dagelijks gebeld door allerlei bedrijven die verschillende handige tools aanbieden. Natuurlijk heel fijn dat dat soort dingen op de markt zijn, maar het moet ook low cost blijven.”

Werk aan de webshop
Ook de webshop is nog niet ideaal. ,,Er gaat nog weleens wat fout, mede dankzij het feit dat we nog geen goede inzage hebben in onze voorraden in de winkel. Dit hangt samen met de goederenstroom.” Zeeman is een pushorganisatie, zo legt Van Turennout uit. ,,De artikelen zitten in dozen, met daarin alle maten door elkaar. Die artikelen zijn niet per kleur en maat apart geregistreerd. Als je ze online wil verkopen moet je ze allemaal gaan uitpakken. Voor ons businessmodel is dat een hele grote uitdaging.” Dit is inmiddels opgelost door alles uit te pakken. ,,Het blijft dus ingewikkeld. Het liefst wil je dat de klant het op kan halen in de winkel.” Dat is voor de retailer alleen nog niet rendabel. Gelukkig heeft de consument er over het algemeen wel begrip voor dat het technologisch gezien niet helemaal optimaal gaat. ,,Door een duidelijke uitleg te geven, houden we de consument tevreden.”

Zeeman in zeven landen
Een belangrijke verandering voor de komende tijd is de internationale uitbreiding voor de retailer. ,,Wat niet veel mensen weten, is dat we inmiddels in zeven landen winkels hebben. We zijn nu ook te vinden in Frankrijk, Spanje, Oostenrijk, Duitsland, Luxemburg en België. En dat gaat heel goed. De combinatie van lage prijzen en mooie winkels is overal relevant.” Prettig zo’n nieuwe start in een land waar de consument je nog niet kent. ,,Het gaat echt om de producten en de nieuwe winkels. En je hebt niet te maken met achterstallig onderhoud of een stoffig imago. Heel fijn om fris te beginnen.” De plannen van Zeeman voor 2018 hebben hier dan ook alles mee te maken: ,,We willen steeds relevanter worden voor een bredere doelgroep in Nederland en België. En expanderen in de andere landen waar we nu ook zitten. Daar is nog heel veel ruimte.”
,,Het gaat echt om de producten en de nieuwe winkels. En je hebt niet te maken met achterstallig onderhoud of een stoffig imago. Heel fijn om fris te beginnen.”
Goedkoop zonder goedkope uitstraling
Tot slot de kernvraag: hoe kun je als merk goedkoop zijn zonder een goedkope uitstraling te hebben? Van Turennout tipt: ,,De basis is een goede kwaliteit van de producten die je aanbiedt. Dit hebben we mogelijk gemaakt door een jarenlange relatie op te bouwen met onze leveranciers. Daarnaast zorgen verpakkingen, of in ons geval het gebrek eraan, ook voor een lagere prijs. Net als het feit dat we geen pashokjes hebben in de winkels, waardoor er dus meer plek is om de producten neer te leggen. Heb je de intentie om goedkoop te zijn, wees dan dus ook echt goedkoop, en draai elk dubbeltje om.”
Wednesday, 10 January 2018 | Written by Kim Buitenhuis

Onderzoek 'femvertising' geeft Dove gelijk

Stereotype reclame waarin vrouwen zich niet herkennen werkt niet. We moeten af van magere, blanke modellen en echte vrouwen laten zien, realiseerden ze zich bij Unilever-dochter Dove. Een Zweedse studie over ‘female empowerment advertising’ oftewel ‘femvertising’ geeft het merk gelijk.

 
Het onderzoek wordt belicht in de vierde SWOCC-selectie van 2017. Studenten van de Zweedse Stockholm School of Economics voerden experimenten uit met stereotype en minder stereotype reclame. Dat deden ze voor verschillende merken op het gebied van ondergoed, sportkleding, shampoo, telecom en auto’s. Wat bleek: stereotype reclame leidt tot meer weerstand onder vrouwen. Ze ergeren zich, laten zich niet beïnvloeden en krijgen het gevoel om juist het tegenovergestelde te willen zijn.

Minder stereotype femvertising roept minder weerstand op en wordt positiever beoordeeld. Zowel het merk als de commercial.

 
Droomwereld
Volgens de onderzoekers heeft het gebruik van stereotypen nog steeds de overhand. Lang was de heersende gedachte in marketing om mooie, slanke, succesvolle mensen in commercials te laten zien. Aan die droomwereld konden consumenten zich spiegelen en optrekken. Daarom overheersen in reclame nog steeds sociale rolmodellen en stereotypen. Dat de werkelijkheid anders is, was geen issue. Deze eeuw wordt langzaam gehakt gemaakt van die aanpak.

Vooral vrouwen pikken het niet meer. Stereotype schoonheidsidealen leiden namelijk tot een negatief zelfbeeld en beperken vrouwen juist in hun ontwikkeling. Bovendien herkennen zij zich niet in de op hen toegespitste reclame.

 
Kritiek op campagnes
Lichaamsverzorgingsmerk Dove kwam ook tot die conclusie. Dove-campagnes werden in het verleden vaak bekritiseerd. Toen ging het vooral over de magere modellen, met wie vrouwen met een maatje meer zich niet konden identificeren. In oktober 2017 ging het merk nog flink de mist in met een misplaatste advertentie waarin een zwarte vrouw zich wit wast met Dove zeep. Daarvoor moest het bedrijf flink door het stof.

Inmiddels heeft moederbedrijf Unilever zich met andere partijen aangesloten bij het VN Vrouweninitiatief ‘Unstereotype Alliance’. Dove lanceerde de nieuwe campagne ‘My Beauty My Say’, waarin werd gebroken met stereotypen. In de commercial mochten dikke, dunne, blanke, donkere, lesbische en oudere vrouwen vertellen hoe zij over schoonheid denken. Een breekpunt. De commercial is alleen op YouTube al 13 miljoen keer bekeken.

 
Meer omzet
Tijdens het event ‘Energie van Diversiteit’ vertelde Unilever al waarom het achterhaalde en seksistische stereotypen schrapt uit reclame. Uit onderzoek blijkt namelijk dat 40 procent van de doelgroep zich niet meer aangesproken voelt door de advertenties van het bedrijf. Uit de eerste cijfers bleek al dat reclame zonder ‘stereotypes’ 25 procent meer omzet en meer impact oplevert.

 
Reactance theorie
De studie ‘Advertising like a girl: Toward a better understanding of femvertising and its effects’ van ina Åkestam, Sara Rosengren en Micael Dahlen geeft Unilever en Dove daarin gelijk. Zij verklaren de resultaten vanuit de zogeheten reactance theorie uit de psychologie. Die stelt dat iedereen geneigd is om zijn of haar persoonlijke vrijheid te behouden. Als iemand gedwongen wordt om tegen zijn zin een bepaald beeld te accepteren, roept dat weerstand op en zal die persoon juist het tegenovergestelde gedrag vertonen. Volgens de onderzoekers zorgt de nauwe beeldvorming in reclame voor dit effect.

 
Vrouw als CEO
Volgens het SWOCC heeft het onderzoek diverse praktische implicaties voor marketeers. Zij zouden vrouwen vaker op een niet-traditionele manier moeten neerzetten. Het maakt daarbij niet uit om welk product het gaat. Het werkt bijvoorbeeld ook voor auto’s en sportkleding. Ook gaat het bij stereotypen niet alleen om uiterlijke kenmerken zoals dik of slank, blank of zwart. Het gaat ook om sociale rollen. Dus zet vrouwen niet altijd neer als huisvrouw of telefoniste, maar ook als CEO en ingenieur. Ook niet-stereotype reclame valt namelijk onder het kopje duurzaamheid, waar veel bedrijven naar streven.

 
https://www.youtube.com/watch?v=_XOa7zVqxA4&t=6s
Monday, 08 January 2018 | Written by André Oerlemans

Rebranding: Spar schudt stoffige imago van zich af door ‘citywinkels’

Jarenlang had de Spar een stoffig imago: het was de buurtsuper in slaperige dorpen of de makkelijke supermarkt op vakantie. Met hippe winkels in grote steden is dat imago verdwenen. Hoe heeft de keten dat aangepakt? Een sterk staaltje rebranding.

Net naast de drukke Mariaplaats in Utrecht, hartje centrum en op steenworp afstand van cafés en grote winkels, zit sinds maart een hippe, drukbezochte, twee verdiepingen tellende supermarkt. Geen Albert Heijn of Jumbo, maar een Spar. U weet wel, de ietwat tuttige winkel die altijd alleen bezocht werd in het buitenland of in dorpskernen. Het aanbod van de ‘citywinkel’ in Utrecht is, zoals de meeste stedelijke filialen van de supermarkt, bedoeld voor voorbijgangers: een snelle hap, van ochtendkoffie tot avondsnack. Handig om even naar binnen te lopen. En dat is precies de bedoeling.

Buurtsuper in nieuw jasje
,,Spar heeft het oubollige imago heel geleidelijk van zich afgeschud door de formule weer eigentijds te maken,” zegt Laurens Sloot, hoogleraar Retail Marketing Rijksuniversiteit Groningen en directeur van de EFMI Business School. Die citywinkels - dit jaar staat de teller op vijftig exemplaren - zijn daar een goed voorbeeld van, volgens afzwaaiend directeur Sjaak Kranendonk ligt de omzetgroei hier boven de tien procent. De zaken gaan dus goed. En dan werkt de Spar ook nog hard aan de verdere ontwikkeling van vier andere concepten: de Spar Buurt (de bekende dorpssupermarkten), Spar Express (bij tankstations, nog in pilotfase), Spar University (op universiteitsterreinen; openingsactie op de VU: een sixpack bier en een pizza voor vijf euro) en de Spar Enjoy (recreatiewinkels). De winkels kregen dit jaar een nieuwe look - fris, modern en industrieel - en het ook het assortiment kreeg een make-over: minder traditioneel, meer vers en gemak.
,,Daarmee is de aloude ‘buurtsuper’ in een nieuw jasje gestoken,” zegt Sloot. ,,En het 3.0-concept, zoals de Spar de nieuwe winkelformule noemt, wordt geleidelijk uitgerold. Zo worden de assortimenten verder toegesneden op de functie van de winkels, is recent een nieuwe huisstijl geïntroduceerd en is de pay-off aangepast: ‘Mijn buurt, mijn Spar’ is vervangen door ‘Je vindt het bij Spar’.”
,,De nieuwe slogan benadrukt het gemak van Spar en het feit dat er op ieder moment van de dag iets lekkers te krijgen is,” verklaarde commercieel directeur Susanne Kroon.
Eetmomenten  Sinds de restyling ligt de nadruk ligt dus niet meer op het lokale karakter, maar op het assortiment - of liever: het moment waarop je iets eet. Want elk ‘eetmoment’ is in de supermarkt te herkennen aan een specifieke kleur. De Spar moest dan ook vooral een gemakswinkel worden. ,,De nieuwe slogan benadrukt het gemak van Spar en het feit dat er op ieder moment van de dag iets lekkers te krijgen is,” verklaarde commercieel directeur Susanne Kroon. De slogan gaat in folders en andere reclame-uitingen dan ook gepaard met allerlei producten en diensten van de Spar, van croissantjes tot stomerijservice. Die folders, voorzien van nieuwe look-and-feel, zijn er trouwens alleen nog voor de bekende buurtsupers. Die hebben toeristen en toevallige passanten niet nodig.

Gemak voorop
Dat Spar durft te experimenteren met nieuwe formules, komt volgens Sloot doordat ze de juiste mensen aan het roer hebben: ,,Mensen als Sjaak Kranendonk, de afzwaaiende CEO, en Susanne Kroon verdienen wat dat betreft een groot compliment. En Spar heeft ruimte gegeven aan een topondernemer als Erwin Binneveld, die het Spar University-concept heeft neergezet. Niet alleen is dat erg succesvol, het is ook een voorbeeld voor veel andere Spar-ondernemers om te vernieuwen.” De Spar is geen lokaal supermarktje - ook al is de keten in Nederland met 1,5 procent marktaandeel relatief klein -, maar heeft een groot en rijk internationaal netwerk. Dat draagt volgens Sloot ook bij aan het succes van het nieuwe winkelconcept. ,,Ik was tien jaar geleden eens op studiereis in Dublin en keek daar toen al mijn ogen uit bij het Spar City-concept: gewoon moderne winkels met heel veel gemak. Dat slaat nu ook steeds meer in Nederland aan. Nu de consument vanwege de goed draaiende economie druk is en ook centen heeft, zie je dat de portemonnee voor dit soort concepten makkelijker wordt getrokken.”
Online boodschappen doen  En omdat de klant ook online gemak wil - ook van een buurtsuper die al 85 jaar bestaat - kwam daar afgelopen zomer ook nog een nieuwe website waarop producten uit de supermarkt sneller en makkelijker besteld konden worden. Alles wat je voor 10.00 uur bestelt, wordt diezelfde dag nog geleverd, belooft de site. Wat overigens alleen voor de Spar Buurt lijkt te gelden, want de Utrechtse vestiging die ik opzoek bezorgt niet in mijn postcodegebied, terwijl ik maar een kwartier fietsen van de Spar vandaan woon.

Bijzonder aan de site is dat je de aanbiedingsprijs betaalt die op dat moment geldt en dat de bestellingen binnenkomen bij de buurtsuper bij jou om de hoek, waar de boel netjes voor je wordt ingepakt. De bestelservice ondersteunt daarmee verkoop uit de winkel. De Spar zet duidelijk in op service: ,,Is een artikel niet op voorraad, dan belt, mailt, appt de ondernemer om te overleggen wat de wens is van de klant,” zei manager E-commerce bij Spar, Sarah Bouwmeister, daarover tegen Marketing Tribune. Daar wordt aardig gebruik van gemaakt: de winkels die via de site bestelservice aanbieden, hebben een hogere omzet dan de overige winkels.

Vergelijking met AH to Go
Met de City Spar en het gemak hoog in het vaandel laat de nieuwe formule van de keten zich wel enigszins vergelijken met die van AH to Go, maar daar wil Kranendonk niets van weten: ,,We zijn altijd in de buurt én we hebben een goed assortiment. Daarin zijn we echt anders dan de AH to Go. Die verkopen voornamelijk spullen die je direct kan nuttigen,” liet hij weten in het AD. Hoewel hij het stokje per 1 januari overdraagt aan voormalig V&D- en Etos-topman John van der Ent, is de uitbreiding van de keten als het aan hem ligt nog lang niet voorbij: hij mikt op nog eens 100 tot 150 nieuwe Spar-winkels in Nederland. ,,De formule gaat gewoon door met zich verbeteren, op zijn eigen manier,” voorspelt ook hoogleraar Laurens Sloot.
,,Natuurlijk, Spar is duur als je dat vergelijkt met ketens als AH en Jumbo, maar de keten weet nog geld te verdienen op plaatsen waar anderen dat niet meer lukt,” Zegt Sloot.
Wel een beetje duurKleine kanttekening: uit verschillende tests - Kassa, RTL Nieuws, Consumentenbond - kwam Spar als een van de duurste supermarkten uit de bus, voor producten van zowel huismerken als A-merken. De keten verdedigde zich vaak met het feit dat de Spar als buurtsuper een extra functie vervult, bijdraagt aan de leefbaarheid - op plaatsen waar andere supermarkten het voor gezien houden - en nu eenmaal een kleine buurtwinkel is met een lagere omzet en naar verhouding hogere kosten. Dat argument gaat door online bestellingen en de verschillende winkelconcepten straks in elk geval niet meer bij alle vestigingen op. ,,Natuurlijk, Spar is duur als je dat vergelijkt met ketens als AH en Jumbo,” zegt ook Sloot. ,,Maar de keten weet nog geld te verdienen op plaatsen waar anderen dat niet meer lukt.”
Wednesday, 03 January 2018 | Written by Kim van der Meulen

Unox Nieuwjaarsduiken gouden reclameformule

De jaarlijkse Nieuwjaarsduiken die Unox twintig jaar geleden adopteerde, blijven een gouden reclameformule voor free publicity voor het worst- en soepmerk. Ook dit jaar namen op 1 januari 51.000 mensen, verspreid over 162 locaties in binnen- en buitenland, een duik in het ijskoude water van zee, rivier of zwemplas.

In Scheveningen deden 10.000 deelnemers traditiegetrouw mee aan de grootste nieuwjaarsduik ter wereld. Zoals elk jaar getooid met de bekende Unox muts. En uiteraard wordt iedereen na afloop getrakteerd op Unox erwtensoep. Zelfs als media de naam Unox niet noemen, kunnen ze niet voorkomen dat op elk spectaculair plaatje de merknaam vol in beeld komt. Een prachtig staaltje van free publicity dus.

Unox doet er ondertussen alles aan om de duik te laten uitgroeien tot een succesvol concept voor content marketing. Zo doneert het merk per deelnemer in Scheveningen een euro aan de voedselbank. Daarnaast liet het de afgelopen weken bekende foodvloggers en BN’ers een voedselbanketletter bakken met een rookworst erin. Zo zetten Chickslovefood, Lekker & Simpel, Laura’s Bakery en actrice Liza Sips hun recept online. De Hippe Vegetariër maakte haar eigen variant zonder vlees met de vegetarische gehacktballetjes van Unox en tv-chef Sandra Ysbrandy bedacht de BLT-voedselbanketletter.

Tuesday, 02 January 2018 | Written by André Oerlemans

Google topman: ‘mobiele consumenten’ worden gezien als tweederangs burgers

Over enkele jaren doen bijna alle consumenten online aankopen via hun smartphone. E-commerce wordt mobile commerce. Merken en bedrijven die hun website en mediastrategie daar niet op aanpassen missen de boot, voorspelt Product Director Luke Wroblewski van Google.

Wroblewski is expert op het gebied van mobile design en auteur van diverse populaire webdesign boeken. Bij Google werkt hij aan verbeteringen van Google +, zeg maar de mislukte kloon van Facebook. Dat mag dan een gebed zonder eind lijken, Wroblewski geniet internationaal veel aanzien en meer dan een miljard mensen gebruiken software die hij heeft ontwikkeld. Af en toe reist hij de wereld rond om colleges en presentaties te geven en zo was hij onlangs te gast bij het congres How To Make It Work 2017 in Amsterdam.

 
Roepende in de woestijn
De Google-directeur kan uren vertellen over mobile design en hoe Apple, Samsung en Google jaren bezig zijn met het bedenken, ontwikkelen en testen van navigatie en gebruikersfuncties op hun mobiele devices en apps. Al die inspanningen dienen uiteindelijk maar één doel: meer engagement en conversie. Toch erkennen veel merken nog steeds het belang van mobiel niet. Wroblewski ziet veel slechte mobiele webshops en voelt zich al jaren een roepende in de woestijn. ,,Ik heb geprobeerd mensen te overtuigen dat mobiel belangrijk is, maar al tien jaar geloven ze me niet,” zegt hij. ,,Dan zeggen ze: mensen kopen niet mobiel. Als dat wel gebeurt zeggen ze: ze kopen geen dure artikelen mobiel. Als dat ook gebeurt zeggen ze: ze kopen niet veel dure artikelen mobiel. Er is steeds een soort rationalisering die ik niet begrijp. Mobiele consumenten worden gezien als tweederangs burgers. Ook wij softwareontwikkelaars behandelen mobiel nog steeds als een minderwaardig categorie. Omdat het scherm kleiner is, omdat het langzamer is en minder interfaces heeft. Maar we geven het gewoon te weinig kans.”

 
,,Ik heb geprobeerd mensen te overtuigen dat mobiel belangrijk is, maar al tien jaar geloven ze me niet,” zegt Wroblewski.
 
Harde cijfers
Volgens Wroblewski snappen veel marketeers niet hoe de online economie werkt. Daarom onderbouwt hij zijn pleidooi met harde cijfers. De getallen die het groeiende belang van mobiel het best duidelijk maken zijn de verkoopcijfers van desktop computers versus smartphones. In 2006 werden er wereldwijd 239 miljoen pc’s verkocht en tien jaar later 269 miljoen. ,,Niet zo’n indrukwekkende groeicurve,” aldus Wroblewski. In 2006 werden er 68 miljoen smartphones verkocht. Nu gaan er 1,7 miljard per jaar van over de toonbank. ,,Niet veel? Er zijn maar zeven miljard mensen op aarde en we verkopen bijna 2 miljard van deze devices per jaar.” Volgens hem zal het dan ook niet lang meer duren voordat iedereen zo’n supercomputer in zijn zak heeft, waarmee de hele wereld binnen bereik komt.

 
Meer gebruikers
Deze aantallen creëren volgens hem enorme mogelijkheden omdat het aantal mobiele gebruikers van websites en apps net zo explosief stijgt. Facebook had in 2006 12 miljoen gebruikers op de desktop. Dat waren er vorig jaar 120 miljoen. Het aantal mobiele gebruikers zat toen al op 1,7 miljard. ,,Dat laat zien dat deze devices ook gebruikt worden,” stelt Wroblewski. Maar niet om mee te bellen. ,,Vijf jaar geleden belde 96 procent van de mensen minstens één keer per week met hun mobiel. Nu belt 30 procent niet meer met zijn mobiel, onder wie ikzelf,” vertelt hij.

 
Steeds sneller
Dankzij mobiel bereiken merken sneller een groter publiek. Skype kreeg in 2006 in 630 dagen tijd 40 miljoen gebruikers. Ongekend. De app Super Mario Run lukte dat vorig jaar in vier dagen. Binnen één dag had het spelletje er al 10 miljoen. Pokémon Go deed het in twee dagen en Angry Birds in drie dagen. Zet dat maar eens af tegen giganten als Facebook en Twitter die tien jaar geleden nog meer dan twee jaar nodig hadden om 10 miljoen gebruikers te krijgen.

 
Geld verdienen
Merken hebben dankzij mobiel dus een groter publiek dat ze sneller kunnen bereiken. Maar verdienen ze ook geld? Ja, luidt het antwoord van Wroblewski. Hij toont dat aan met cijfers van online betaaldienst PayPal. In 2006 was het jaarlijkse betaalvolume via mobiel 900.000 dollar.  Logisch, want toen werd er nauwelijks met de smartphone gekocht en betaald. Dat is nu wel anders. Eind vorig jaar was het betaalvolume op mobiel gegroeid naar 102 miljard.

 
Cyber Monday en Singles Day
Ook de mobiele verkoopcijfers stijgen al jaren. Tijdens Cyber Monday, het grootste e-commerce koopjesfestijn in de VS, werd tien jaar geleden voor 610 miljoen dollar verkocht en vorig jaar voor 3,4 miljard. Van die verkopen werd 31 procent via mobiel gekocht. Tijdens  Singles Day in China werd vorig jaar voor 17,8 miljard geshopt, waarvan 84 procent via de smartphone. De VS kan volgens Wroblewski dan ook nog veel leren van China. ,,Zij hebben hun zaakjes op mobiel wel voor elkaar”, stelt hij. ,,Sommige landen zijn blijkbaar in staat bijna 90 procent mobiele sales te halen tijdens het belangrijkste koopfestijn van het jaar.”

Ook sommige bedrijven snappen dat. Retailer Walmart focust wel op mobiel en haalde dit jaar 60 procent van zijn bestellingen op Black Friday via de smartphone binnen. Dat is twee keer zoveel als de gemiddelde Amerikaanse retailer. Bij mode-gigant ASOS uit de UK worden zelfs 70 procent van alle aankopen via de mobiel gedaan.

 
Betere mobiele website nodig
Meer omzet uit mobiel halen begint bij een goed mobile design. Wroblewski: ,,Wat ik steeds hoor is: mobiel converteert slechter dan desktop. Dat is waar als je je desktop website kopieert naar je mobiele site. Maar als je het prioriteit nummer één maakt om zaken geweldig te maken op mobiel behaal je andere resultaten. Merken en bedrijven met die houding halen 80 procent van hun traffic en 70 procent van hun verkopen via mobiel binnen. Het komt er op neer dat je mobiel de prioriteit geeft die het verdient.”

 
,,We hebben nog zoveel te verbeteren op het internet. Op mobiel zijn de dingen nog erger. We kijken zover vooruit naar de toekomst dat we vergeten de dingen vandaag te verbeteren,” zegt Wroblewski.
 
Beter mobile design nodig
Volgens Wroblewski gaan er de komende jaren veel zaken veranderen. Nieuwe technologieën als AI, machine learning, VR: ze gaan allemaal een rol spelen op het internet. Maar merken en softwareontwikkelaars kunnen beter eerst hun huidige websites op orde brengen. Wroblewski: ,,We hebben nog zoveel te verbeteren op het internet. Op mobiel zijn de dingen nog erger. We kijken zover vooruit naar de toekomst dat we vergeten de dingen vandaag te verbeteren.”

 
College
Voor een beter mobile design geeft hij een aantal basisregels. Het moet logisch zijn, je moet veel testen en herhalen en je kunt niet iedereen tevreden houden. Het hele bijna drie uur durende college van Wroblewski hierover is te zien op YouTube.

 
https://www.youtube.com/watch?v=xiyOTcVHqHw

 
Wednesday, 27 December 2017 | Written by André Oerlemans

Burger King geeft Franse fan een ‘eigen’ restaurant

Sullyvan K, frequent bezoeker van een Burger King in Bordeaux en actief social mediagebruiker (637 posts over Burger King), is op een wel heel bijzondere manier in het zonnetje gezet door de hamburgerketen. De Franse Burger King pakte een volledig restaurant in met rood pakpapier en toverde de vestiging om tot ‘Home of Sullyvan K’; het grootste kerstcadeau dat ze voor deze trouwe klant konden bedenken.

https://www.youtube.com/embed/FS4qdwza1Hs

In één nacht werkten 35 man aan de realisatie van dit grootse project. Ze gebruikten een kilometer inpakmateriaal om het gebouw in te pakken. Ook kreeg Sullyvan een eigen gemarkeerde parkeerplaats, een eigen gouden dienblad, een eigen tafel en zijn eigen Whopperverpakking. En ook prettig voor zo’n grote King-fan: een jaar lang gratis eten bij Burger King voor zichzelf en zijn tafelgenoten.

Jaloerse medebezoekers kunnen proberen hetzelfde voor elkaar te krijgen. Degene die de meeste reacties onder Sullyvans video op social media plaatst, wint ook een jaar lang gratis Burger King-eten. Het werkt. Binnen een paar uur kreeg de video al meer dan 40.000 reacties op Facebook; de teller staat inmiddels op ruim 140.000 reacties. Dat noemen wij een staaltje slimme (en leuke!) marketing, van Burger King en het Franse bureau Buzzman.
Friday, 22 December 2017 | Written by Redactie Frank.News

Ron Simpson van The Avocado Show: het merk is groter dan het restaurant

The Avocado Show is in principe ‘gewoon’ een restaurant in de Amsterdamse Pijp. Maar het is vooral het merk waarmee eigenaar Ron Simpson de wereld wil veroveren. Een contentmarketingcase over de online connectie met…avocadofans.

 
Ron Simpson en Julien Zaal, allebei afkomstig uit de evenementenwereld, hadden in 2016 een goed jaar gedraaid. Ze hebben inmiddels een aardige online achterban en daar putten ze uit als ze een goed feest organiseren. De online wereld van vooral Instagram kent weinig geheimen voor de mannen. Ze zeiden tegen elkaar: moeten we niet iets bedenken dat langer dan een dag meegaat? Het zou een klein zaakje in de Amsterdamse Pijp worden, geen gedoe met leningen en ze vonden een pand waarin ze die ambitie konden vormgeven. Ze belden Jamie van Heije om zakelijk te helpen en die vond het zó leuk dat hij ook instapte in ‘The Avocado Show’, een restaurant met alleen gerechten van de…..inderdaad.



ContentmarketingwettenBepalend voor het succes van The Avocado Show zijn de wetten van de (online) contentmarketingwereld: je bouwt een publiek op, maakt ze fans van je merk en daarna kan je eigenlijk alles aan je achterban verkopen wat je wilt. Het is veel meer dan een marketingconcept, namelijk een businessmodel (Joe Pulizzi en Robert Rose schreven hierover hun standaardwerk Killing Marketing). Het bijzondere aan de versie van The Avocado Show is dat het publiek al bestond terwijl je daar normaal gesproken veel tijd voor moet uittrekken.
,,Als iemand online een oreotaart heeft gemaakt dan wordt dat direct 18 miljoen keer geliket. Dat zijn producten die fans hebben.’’
Goede naam voor een restaurantAl nadenkend over de plannen kwamen ze uit op de avocado als basis, ‘The Avocado Show’ was een goede naam voor een restaurant. De mannen ontdekten dat er een online wereld is van avocadoliefhebbers die met elkaar verbonden is door de liefde voor dit - plotseling hippe - product. ,,Er zijn wereldwijd meer dan 100 miljoen avocadofans,’’ zegt Simpson. ,,Dus stel dat je onderzoek moet doen naar de haalbaarheid dan is dát de basis. Mensen eten het niet alleen op grote schaal, ze zijn zelfs fan, het valt in de categorie ‘oreo’. Als iemand online een oreotaart heeft gemaakt dan wordt dat direct 18 miljoen keer geliket. Dat zijn producten die fans hebben.’’ Het tweede belangrijke uitgangspunt was dat de avocado een icoon is…loop een hip winkeltje binnen en je ziet cactussen, flamingo’s, unicorns en avocado’s. ,,Die staan voor knappe meisjes en levensgenieters uit de stad en de avocado zei: fuck it, ik hoor hier tussen.’’

 
Een verdienmodel rond avocado’sOkay, dat is dus ‘de markt’, maar dan is het nog zaak om de wereld van de avocado te koppelen aan die van de drie mannen. Pas dan ontstaat er immers iets van een verdienmodel. ,,Wij bestudeerden die avocadowereld en ontdekten dat die wereld van niemand is. De avocado is niet geclaimd, er is geen marktleider ofzo en dat is raar. Want als je in Nederland een watertje bestelt dan zeg je toch Spa Blauw? De avocado noem je gewoon bij de naam; we kwamen t-shirts, menukaarten en avocado’s in de supermarkt tegen, maar er is geen moedermerk en toen viel het kwartje ineens.’’

Het besef ontstond dat ‘The Advocado Show’ een wereldwijd merk moest worden. ,,We zijn echt niet het eerste avocadorestaurant in de wereld, maar wel het eerste merk met het restaurant als basis waar alles samenkwam; de liefde voor de avocado, maar ook de lifestyle die erbij hoort. ,,Bij ons maken mensen al foto’s van zichzelf als ze binnenlopen. Dan gaan ze zitten, nemen weer twee foto’s van het interieur en dan is er nog steeds niets besteld. Wij hebben wel eens geturfd hoe dat werkt en 98 procent van de bezoekers pakt zijn telefoon als het eten komen en maakt de foto die op Instagram gratis reclame voor ons is.’’


De koningin van de avocadoZe vonden Shawn Harris, ‘de koningin van de avocado’, bereid om geld te investeren en begonnen te bouwen aan het merk ‘The Avocado Show’. Daarbij past moeiteloos een merchandiselijn van 100 producten die in februari moet staan, een koffietafelboek met het verhaal van de avocado, een documentaire over de grootsheid van de avocado en vooral een franchiseconcept waarbij er het komende jaar vijf The Avocado Showrestaurants in Europa moeten staan.
Foto: Adrielle Dankier, Shawn Harris, Ron Simpson en Julien Zaal
 
50.000 volgers facebookMaar nog even een klein stapje terug. Nog voordat het restaurant openging in maart werd die connectie gemaakt met de avocadoliefhebbers en de media pakten dit op. De mannen hadden 50.000 volgers op facebook en Instagram en waren nog niet eens open. ,,Sterker nog, we zouden eigenlijk pas in oktober opengaan. We waren echt bezig met het zagen van banken toen we 200, 300 man per dag moesten wegsturen omdat we nog niet open waren. Toen zijn we tempo gaan maken en vanaf de eerste minuut zaten we vol.’’

 
Boven verwachting leverenEerst publiek bouwen en dan pas leveren. Is dat het geheim van het succes? ,,Jazeker en ook dat we altijd above expectations leveren. Bij conceptzaken is het eten nog wel eens bijzaak, maar bij ons niet. Er zitten echt hardcore foodcritics in mijn netwerk en die zeiden: je hebt er echt moeite in gestoken.’’ Dus hij is niet alleen een vluchtige merkdenker? ,,Weet je wat ik vooral ben? Een consument. Als iets een enorme hype is en het blijkt bij een bezoekje niet goed dan is dat een enorme afknapper. Alsof je drie maanden met een meisje aan het daten bent en de seks is slecht.’’
,,Op een dag belde Google met de vraag; waarom hebben jullie een miljoen hits per dag, maar nog geen website?’’
212 miljoen interacties in de maandThe Avocado Show is een groot succes, ze hebben naar eigen zeggen 212 miljoen interacties per maand op social media en op een dag belde Google met de vraag; waarom hebben jullie een miljoen hits per dag, maar nog geen website? Op dit moment ligt de focus op franchise. ,,Dat is best wel stoffig allemaal. We respecteren de regels, maar willen ze ook hérschrijven. We maken dus een enorm boek, een documentaire én die productlijnen zodat mensen ons een beetje kunnen volgen.’’
Het idee is als volgt: McDonalds en Starbucks zijn groot en log, maar zij van The Avocado Show kunnen het helemaal anders gaan doen. Voor de zomer moeten er drie zaken open zijn in steden als Berlijn, Brussel en Londen. ,,Normaal gesproken is een franchiseconcept gebaseerd op één zaak, maar wij hebben een plan gemaakt waarbij ondernemers echt iets gaan doen met hun leven en dat kan met ons merk. Als jij de juiste persoon bent in een stad dan komen wij met een vijfjarenplan om ‘de stad over te nemen’.’’ Dat gaat er dus over waar de eerste zaak komt, waar de tweede, hoe ze ‘take away’ moeten aanpakken en catering kunnen doen. Wij komen met het plan met de titel: hoe word ik het mannetje of vrouwtje van Berlijn. Dat gaat veel verder dan: jij betaalt mij X en wat mag ik dan doen. We willen die 100 zaken in 5 jaar maar met 25 mensen doen. Je zet een groot restaurant neer en daarna ga je de stad dekken op treinstation en andere plekken. Alle spullen kun je bij ons inkopen en dan kun je gaan bouwen.’’
,,Normaal gesproken is een franchiseconcept gebaseerd op één zaak, maar wij hebben een plan gemaakt waarbij ondernemers echt iets gaan doen met hun leven en dat kan met ons merk.’’
McDonalds is een vastgoedbedrijfIn hoeverre is The Avocado Show straks anders dan de Mac, hét franchisevoorbeeld in de foodsector? ,,Je moet dan eens goed kijken naar de diepere lagen ónder zo’n bedrijf. McDonalds is een vastgoedbedrijf waar je ook kan eten en niet andersom. Daarbij moet in plaats X alles hetzelfde zijn als in plaats Y. Dat is prima, maar wel old school. Vandaag de dag reizen mensen veel dus van mij hoeft de McDonalds in India niet hetzelfde te zijn als die van Amsterdam. Wij doen dat dus anders, leveren een ondernemersplan, een ziel en content. Onze zaak in Amsterdam hoeft er echt niet hetzelfde uit te zien als die op Bali. Wij hebben bijvoorbeeld 100 gerechten ontwikkeld, maar ondernemers mogen daar zelf hun eigen gerechten uit kiezen want ze kennen de trends in de stad goed.’’

 
Content van hoog niveauDe gerechten worden dus wel in Amsterdam bedacht en datzelfde geldt voor de content. ,,Ik zit niet te wachten op allerlei lokale Instagramaccounts. Wij produceren de content op extreem hoog niveau en dat kunnen ze lokaal delen. De documentaire is bijvoorbeeld in het Engels en het koffietafelboek wordt in zes talen vertaald. Het is een soort van crowdsourcing, wij zijn echt goed in marketing, maar als mensen ideeën hebben dan horen we dat graag.’’
En wordt het al tijd voor een gave feelgood tv-commercial? ,,McDonalds doet ook aan marketing voor het bedrag dat franchisenemers betalen, maar wij gaan voorlopig geen tv-commercial maken natuurlijk want we willen altijd de connectie zoeken met de avocadoliefhebber en dat kan niet op tv. Waarom zou ik met een shotgun schieten? Kijk, de meeste horecamensen snappen niet zoveel van merken en wij zijn merkenbouwers die hele goede horecamensen inhuren. Het merk is groter dan het restaurant.’’

 
https://www.instagram.com/p/BZMURZHl9T2/?taken-by=theavocadoshow

 
Thursday, 21 December 2017 | Written by Bas Hakker

Giel Beelen helpt Veronica aan betere luistercijfers

Door Linda Haring

Met het uitkomen van de luistercijfers rollen ook altijd de persberichten bij ons binnen. Er is hierin overigens een duidelijke lijn te ontdekken; de winnaars sturen hun vrolijke berichten en bij de verliezers is het stil.

Radio 10 en Veronica claimden in ieder geval hun overwinningen. De nieuwe ochtendman Giel Beelen haalde 5,3 procent marktaandeel voor dat tijdstip en Radio10 steeg qua marktaandeel van 5,6 naar 7,3 procent. Er was geen mail van 3FM (van 6,4 naar 3,8 procent in een jaar) deze keer en ook Radio 538 (lichte daling marktaandeel) sloeg een rondje ronkende persberichten over.

De teloorgang van NPO3FM is compleet, de zender is in zenderaandeel zelfs voorbij gestreefd door NPO Radio 5. NPO Radio 5 noteert overigens de grootste stijger in zenderaandeel met een toename van 0,4 procent (absoluut) naar een aandeel van 3,9 procent. Waar het aandeel van NPO3FM vorig jaar nog op 6,4 procent stond, dient de jongerenzender deze meting genoegen te nemen met een aandeel van 3,8 procent, een verlies van 2,6 procent absoluut.

De vraag is met het dalende zenderaandeel van NPO 3FM en de decembermaand van Serious Request of er net zo veel geld als voorgaande jaren opgehaald zal worden voor het Rode Kruis. Of staat er dit jaar weer zo’n jonge held als Tijn met zijn nagellakactie, waardoor er 2,5 miljoen euro binnenstroomt? Dit is de meest succesvolle individuele actie ooit geweest tijdens Serious Request. In ieder geval zijn er weer 3 dj’s opgesloten in het glazen huis in Apeldoorn, waar zij verblijven tot kerstavond. Dan zullen we zien, waar de teller op zal staan voor het doel van 2017 (herenigen van ouders en kinderen met name in conflictgebieden, zoals Nigeria en de Democratische Republiek Congo) voor het Rode Kruis.

Het aandeel van marktleider Radio 538 staat dus ook licht onder druk, daar waar het aandeel van NPO Radio 2 gelijk blijft en fors gestegen is ten opzichte van vorig jaar. En dat terwijl in radioland de meest spannende radiomaand er nog aan dient te komen. Verwachting is dat NPO Radio 2 de ranglijst gaat aanvoeren tijdens de decembermetingen. Sky Radio ziet het aandeel toenemen en zal ook tijdens de Kerstperiode weer liefhebbers van kerstmuziek aan zich binden, waardoor dit aandeel zal gaan stijgen. Het zenderaandeel van 100%NL staat onder druk, niet alleen in deze meting, maar ook ten opzichte van de cijfers van vorig jaar. Daarentegen doet Radio 10 dus erg goede zaken en ziet het station het marktaandeel naar 7,3 procent groeien. Ook de cijfers van Veronica zitten dus in een opwaartse lijn, dit aandeel (voor de hele dag) stijgt naar 4,3 procent.
Hieronder een kort overzicht van de grootste stijgers en dalers van deze meting.
Luistercijfers oktober-november 2017 (zenderaandelen in %)

Bron: NLO/GfK, doelgroep 10+, ma-zo 6:00 - 24:00 uur

Foto: ANP
Wednesday, 20 December 2017 | Written by Redactie Frank.News

MediaMonks AR-partner Snap

Met Lens Studio maakt Snap Inc. het voor iedereen mogelijk eigen World Lenses te maken via de desktop app voor Mac of Windows. Het publiek en bedrijven kunnen de nieuwe app downloaden, maar voor marketeers is het meest interessante nieuws dat Snap ook nieuwe partners heeft goedgekeurd die speciale Lenses kunnen ontwikkelen voor merken en bureaus. Het Nederlandse MediaMonks is er een van.

 Voorheen waren zij hiervoor aangewezen op het team van Snap zelf. Die partners vormen een selectief gezelschap, bestaande uit ​Fishermen Labs, Haus, Avatar Labs, North Kingdom, Trigger Global, MediaMonks en VidMods. Het Nederlandse creatief digitaal productiebureau MediaMonks is dus een van de slechts zeven partners en de enige in Nederland die exclusief gebruik kan gaan maken van de AR-software van Snap om, op alle tien kantoren wereldwijd, AR Face en World Lenses te creëren. Natuurlijk zijn ze hier bij MediaMonks trots op, dus dat nieuws werd al snel via verschillende media verspreid.

https://twitter.com/MediaMonks/status/941671607470305280

Victor Knaap, CEO van MediaMonks: ,,We zijn enorm blij om een van de eerste Snapchat Lens Studio-partners te zijn. Het is een fantastisch platform waar we mee kunnen gaan spelen en onze teams kunnen niet wachten om Lenses te gaan produceren voor (inter)nationale bureaus en merken.”

De stap is een wijziging in de koers van Snap, omdat adverteerders nu niet meer uitsluitend afhankelijk zijn van Snaps eigen AR-team als zij gebruik willen maken van een Lens. Niet-partners, zoals het gewone publiek, kan ook gebruik maken van Lens Studio, maar in tegenstelling dat de geselecteerde zeven bureaus kunnen zij daarmee alleen World Lenses maken. Selfie Lenses, zoals Snaps ‘dog face’ en ‘rainbow stick’ overlays zijn alleen beschikbaar via Snap zelf of een van de partners.

 
Monday, 18 December 2017 | Written by Redactie Frank.News

Hugo de Koning van YoungCapital: concurrenten zijn retailers die op V&D lijken

Stel, het is je missie om jonge mensen aan het werk te krijgen en daar een bedrijf in op te starten. Dan kijk je naar de bestaande uitzendbranche en doe je het kunstje na van de grootste spelers in dit veld. Toch? Nee dus. Hugo de Koning van YoungCapital deed het helemaal anders. En met veel succes. Zijn advies voor een succesvolle business: stort je op een bestaande markt en doe het beter, slimmer en sneller dan de concurrent.

 

Juist niet doen
In 2000 richtte De Koning samen met twee vrienden YoungCapital op, een recruitmentbureau voor jongeren. De drie waren toen zelf nog student en gingen vol ambitie aan de slag. Inmiddels, zeventien jaar later, is YoungCapital met 5 miljoen ingeschrevenen de grootste jongerenuitzender van Europa. Iedere week gaan via de 1000 vaste recruiters van YoungCapital ruim 25.000 starters, young professionals en studenten aan de slag. In 2016 behaalde het bedrijf een omzet van 203 miljoen euro, een groei van 60 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Voor 2017 wordt een omzet van 320 miljoen verwacht. En dit alles door juist níét te doen wat de gevestigde orde in de uitzendbranche doet.



Inefficiënt proces
Wat doet De Koning met YoungCapital dan zo anders dan de rest? Hij legt het uit aan een paar duizend toehoorders tijdens het ING Business Boost Live event in Ahoy. ,,Wij zijn een technologiebedrijf,’’ legt De Koning uit. ,,En de traditionele uitzenders zijn retailers. Daar kunnen ze niets aan doen, want ze bestaan al 60 jaar. Voordat de huidige technologie er was, hadden zij al een heel groot netwerk aan winkels en die hebben ze nog steeds. Randstad heeft bijvoorbeeld nog altijd honderden vestigingen. Daar moet je echt naartoe lópen om je aan te melden als werkzoekende. En dat is een heel inefficiënt proces. Wij doen dat anders. Wij hebben een heel groot online netwerk en 50.000 mensen per dag op onze websites. Die mensen kunnen zich daar registreren en wij steken pas tijd in ze als ze hebben gesolliciteerd. Traditionele uitzenders doen dat niet. Die steken al tijd in mensen waarvoor ze nog geen werk hebben. Ook dat is een heel inefficiënt proces”.



Traditionele uitzender lijkt op V&D
De Koning maakt zich niet zo druk om hoe de concurrentie het aanpakt. Maar hij weet zeker dat dit andersom wél het geval is: de concurrent kijkt wel degelijk met een schuin oog naar YoungCapital. ,,Ja, absoluut,’’ zegt hij. ,,Je ziet dat wij als challenger in de markt het de grote spelers in de uitzendbranche erg moeilijk maken. Dat zijn retailers en ik denk soms wel dat ze erg op V&D lijken. Ik kan de toekomst niet voorspellen, maar ze moeten wel erg snel veranderen om mee te kunnen komen in de toekomst.’’

 

Friday, 15 December 2017 | Written by Heleen Scheurwater

Stroom opnieuw beste mediabureau van Nederland

Toegegeven, het is een klein Cubaantje uit eigen doos, maar wij wilden het toch even vertellen omdat het aardig nieuws is. Mediabureau Stroom uit Rotterdam, net zoals frank.news (wij dus) onderdeel van de Candid Goup, is door Nederlandse adverteerders voor het tweede opeenvolgende jaar uitgeroepen tot beste mediabureau van Nederland. Net als vorig jaar staat Stroom ook dit jaar op de eerste plaats in het Adformatie Kerstrapport. Het mediabureau wordt door adverteerders als beste beoordeeld in de categorie klanttevredenheid en gewaardeerd met een 7,7. Daarnaast staat Stroom op de eerste plaats in de lijst met meest bekende bureaus.

Volgens de directie van Stroom spelen twee factoren een belangrijke rol bij het prolongeren van de titel: de aandacht die het mediabureau heeft voor zijn klanten en de opstelling als businesspartner. ,,We hebben daar de laatste paar jaar stevig op ingezet en je merkt dat het werkt. Dit is een team effort. Wij ontzorgen klanten en helpen al hun mediavraagstukken oplossen,’’ stellen directeuren Yessica Zwetsloot en Rutger Mackenbach van Stroom.

Stroom heeft naar eigen zeggen online en offline geïntegreerd, waardoor medewerkers gespecialiseerd zijn in verschillende mediagebieden. De klant heeft één aanspreekpunt, in plaats van verschillende personen. ,,Iedereen is zo meer betrokken. Je merkt dat je op alle gebieden expert bent, zelf aan de knoppen zit en weet wat wel en niet werkt,’’ legt Zwetsloot uit.

Wat ook gewaardeerd wordt, zo blijkt uit het Kerstrapport van onze gewaardeerde collega’s van Adformatie, is dat Stroom de business van klanten centraal stelt. ,,Wij zijn echt een businesspartner,’’ stelt Mackenbach. ,,Wij kijken of het de klant ook echt resultaat oplevert. Dat onderscheidt ons. Onze klanten willen geen GRP’s, impressies of clicks, maar meer omzet, marktaandeel en merkbekendheid.’’ Stroom is een onafhankelijk mediabureau met klanten als Blokker, Klaverblad Verzekeringen, De Hypotheker, FNV, 2K Games en Rockstar.
Wednesday, 13 December 2017 | Written by Bas Hakker

‘Als mensen ‘nee’ zeggen word ik irritant’

De Candid Group (waar frank.news ook bij hoort) heeft M2media overgenomen. Wij vroegen de eigenaren naar de reden van de overname en naar hun plannen voor de toekomst. ‘Voor internationale bureaus is Nederland niet relevant.’

Gérard Ghazarian van de Candid Group en Nico Hilhorst van M2media gingen in juni met elkaar eten in Utrecht. Ghazarian vertelde Hilhorst destijds over zijn plannen om te bouwen aan het grootste onafhankelijke bureau van Nederland, een bureau dat Nederlandse adverteerders beter kan servicen dan de grote internationale netwerken. Ghazarian: ,,Voor internationale bureaus is Nederland niet relevant.’’ Bert van Grieken, partner bij M2media en in het verleden actief voor deze aangehaalde internationale bureaus, is duidelijk over de internationale concurrenten: ,,Niet voor niets eindigen die bureaus altijd laag in het jaarlijkse onderzoek van Adformatie, ze zijn gewoon veel minder ondernemend. Ik belde van de week een collega bij zo’n internationaal mediabureau en toen kreeg ik eerst een deuntje van Beethoven, daarna vroeg iemand wie ik precies zocht en toen weer Beethoven. Kijk, als een klant belt dan zijn er twee opties; óf hij wil geld neerleggen óf hij heeft een probleem. Daarom hebben wij twee telefonistes en vier noodtelefoons voor als onze telefonistes niet opnemen.’’

Gezamenlijke visieDe mannen vonden elkaar blijkbaar in het ondernemerschap en service, maar is er ook een gezamenlijke visie op de manier waarop je adverteerder en doelgroep bij elkaar brengt? De kijkers en luisteraars zijn immers niet meer te vinden op NPO1, maar ze zweven vrolijk ergens online rond. Van Grieken: ,,Eigenlijk is het mediagebruik altijd aan verandering onderhevig; vroeger was er één zender, daarna kwamen de commerciëlen erbij en nu krijgen we nog meer mogelijkheden met online. Voor ons als mediabureaus is dat alleen maar goed want marketeers kunnen dat simpelweg allemaal niet meer overzien.’’

Advertentieknoppen van Google en Facebook
Okay, dat is waar natuurlijk, maar tegelijkertijd krijgen adverteerders steeds vaker zelf de advertentieknoppen van Google en Facebook in handen dus wordt de functie van mediabureaus niet veel minder relevant de komende jaren? ,,Nee want die specialistische kennis om alle mogelijkheden te overzien is er simpelweg niet bij merken,’’ zegt Ghazarian. ,,Maar los daarvan geloven wij in een groot bureau omdat wij het ondernemerschap willen aanbieden om de nummer twee in een bepaald segment naar de nummer één positie te helpen. Daar zijn wij straks volledig op ingericht.’’
,,Adverteerders willen niet met teveel bureaus aan tafel, maar met mensen die hun sector goed begrijpen en vooruithelpen.’’
Niet alleen media-adviesVolgens de heren zal er een bureau ontstaan dat zich niet alleen beperkt tot media-advies en -inkoop. Hilhorst: ,,Adverteerders willen niet met teveel bureaus aan tafel, maar met mensen die hun sector goed begrijpen en vooruithelpen.’’ Waarom zouden merken dan voor dat nieuwe bureau kiezen, er zijn toch voldoende goede bureaus in Nederland? De kneep zit hem volgens de heren in het brede netwerk van de Candid Group zodat merken veel diensten tegelijk kunnen inkopen..heel belangrijk hierin is het gedeelte van de data. ,,Wij hebben hard gewerkt om toegang tot hele goede data te bieden. In veel gevallen bevindt die data zich versnipperd over verschillende partijen, maar wij kunnen echt met een zeer uitgebreid pakket komen.’’

Waarom verkopen als het goed gaat?Met M2Media lijkt het op het eerste gezicht vrij goed te gaan. Nummer 1 op het gebied van media en marketing in de MT 100 en recent met Schiphol een hele forse klant binnengehaald. Waarom dan toch verkopen? ,,Ik geloof heel erg in het netwerk,’’ zegt Hilhorst. ,,Want we werken nu voor een grote partij als Schiphol, maar blijkbaar durven andere bedrijven van die grootte nog niet in te stappen.’’

Om grote partijen aan zich te binden heeft een bureau schaalgrootte nodig. Niet alleen om vertrouwen te wekken bij deze bedrijven, maar soms ook vanwege de regelgeving, zo legt Van Grieken uit. ,,De overheid mocht bijvoorbeeld niet met een onafhankelijk Nederlands mediabureau werken vanwege een tekort aan omzet en daardoor verdween er een groot gedeelte van ons belastinggeld naar het buitenland. Nu kunnen ze dat gewoon aan een Nederlandse partij besteden.’’
,,Wij zijn de afgelopen jaren door elk internationaal netwerk benaderd, maar we waren helemaal niet verkoopklaar".
Door elk netwerk benaderdMaar toch, je verkoopt je bedrijf toch niet zomaar? Van Grieken: ,,Wij zijn de afgelopen jaren door elk internationaal netwerk benaderd, maar we waren helemaal niet verkoopklaar". Het voelt ook niet als verkoop, maar als samen verder gaan.’’ Ghazarian gelooft vooral in het ondernemerschap. ,,Het belangrijkste is dat wij het meest ondernemende netwerk van  Nederland zijn. Er is geen netwerk waarin zoveel verstand zit van merken bouwen.’’

Van Grieken houdt wel van die mentaliteit en heeft daar ook voorbeelden bij. ,,Ik las op een dag in Adformatie over een mediabureauselectie door Monuta, maar we zaten blijkbaar niet bij de twaalf bureaus die mochten meedoen. Ik wist wel waarom want we hadden een slechte relatie met het bureau dat de selectie deed. Dus ik stuur die man een mail en bel er direct achteraan waarna we alsnog mochten meedoen. We hadden nog 24 uur en dus zei hij: ga je in één dag iets goed opleveren? Dat was geen enkel probleem en uiteindelijk wonnen we het. Als mensen ‘nee’ zeggen word ik irritant.’’

Hobbels op de wegGrote plannen, ondernemerschap, schaalgrootte. We snappen het enthousiasme en zijn echt niet vies van een positief verhaal op ons eigen medium. Maar ja, het leven is natuurlijk geen rolschaatsbaan. Van Grieken vertelde tussen de regels door ook over de hobbels die ze namen met M2Media en daar wil ik wel iets meer van weten. ,,Ondernemerschap is niet altijd mooi,’’ zegt hij dan ook zelf. ,,Je moet het ook niet idealiseren. Als een klant niet betaalt en ondertussen gaan je mensen op wintersport dan heb je een probleem. Hij vertelt over een collega die een geweldige sportauto had gekocht met een contract voor vier jaar en een half jaar later was zijn vrouw zwanger. ,,Daar kan geen kinderwagen in, zei hij toen opeens. Dat was een belangrijk persoon en dan voel je je toch even gepiepeld. Uiteindelijk hebben we toch maar wat geregeld.’’

Hele nare beslissingenNog even door maar over die mindere tijden, hoe ging het in de crisisperiode bijvoorbeeld? Van Grieken: ,,We gingen al in het begin van de crisis met 40 procent omlaag in omzet en toen moesten we dus afscheid nemen van mensen. Dat zijn hele nare beslissingen en gesprekken want we hebben een hechte groep. Het gaat er gewoon om dat je eerlijk bent.’’ Hilhorst: ,,Ik heb toen echt wel eens een traantje weggepinkt.’’ Okay, tot slot: stel dat we over een jaartje weer bij elkaar zijn, wat moet er dan voor bedrijf staan? Ghazarian: ,,Dan gaat het in deze wereld nog meer om data en dus moeten we daar nog meer mensen voor hebben. Je moet die mensen niet puur technisch, maar vooral strategisch laten denken. Dat optimaliseren kan een machine veel beter dus laten we juist mensen toevoegen op de plekken waar ze meerwaarde hebben; strategie, creatie, klantrelatie.’’

 
 
Tuesday, 12 December 2017 | Written by Bas Hakker

By accepting you will be accessing a service provided by a third-party external to https://www.candidplatform.com/

Be Candid,
it’s contagious.

Candidness is the quality of speaking with
honesty and authenticity. Our Candid editorial
team shares stories that matter on media, data,
marketing, creativeness and technology.