Candid. Platform
for growth.

Zo gaan we tv maken en kijken in 2017

Wat de printmarkt is overkomen, kon ook niet uitblijven in de tv-wereld: een grote verandering in consumentengedrag en de verregaande digitalisering. Het is een groot braakliggend terrein aan kansen. Vijf trends die de tv-wereld vanaf komend jaar gaan bepalen.
 
1. Nieuwe definitie van tv-kijkenTv is niet meer de ouderwetse kijkbuis waarop traditionele zenders hun voorgeprogrammeerde menu serveren. Het is veel breder geworden. 2017 is een mooi jaar om tv-kijken anders te definiëren. Want dat kan en doen we op verschillende manieren. Tv-kijken is óók programmacontent kijken via je mobiel, het is on demand kijken via Programma Gemist, Netflix, Amazon Prime en Videoland. Maar ook videocontent bekijken op YouTube. De consument bepaalt waar, hoe en wanneer hij/zij kijkt en daar moet de nog vrij traditioneel ingerichte tv-branche maar eens aan wennen.
Het betekent ook dat er een nieuwe marktstandaard moet komen om adverteerders een totaalpakket te bieden. De Stichting Kijkonderzoek SKO is al enige tijd bezig de reclamemarkt te voorzien van onderzoekscijfers, waarbij het online bereik, tv-bereik en gecombineerd nettobereik wil clusteren tot een totaalbereik. Hoe ver SKO daar nu mee is, is nog niet duidelijk.

 
2. Bundeling tv en social mediaDe gebundelde kracht van tv en social media is een logische trend. In de Verenigde Staten worden sportevents op Twitter nu al live gestreamd. Sanoma/SBS en NU.nl zetten de Champions League doelpunten op Twitter vlak nadat ze gescoord zijn. En zo zijn er nog talloze voorbeelden te bedenken.
Snapchat is voor tv-contentmakers het ultieme platform om de zo moeilijk te doorgronden millennial te bereiken. Denk aan sneak previews van televisiecontent of juist originele content, exclusief voor Snapchat. In Nederland begint Snapchat in januari met een op de Nederlandse markt gerichte advertentieverkooptak, terwijl tv-bedrijf BrandDeli de reclameverkoop voor Twitter gaat doen. Dat kan mooie combinaties rond tv en social media opleveren. Mogelijk dat ook Facebook stappen gaat maken in samenwerkingen met tv-zenders en producenten. Tot nu toe is dat platform wat minder “vriendelijk” op dat gebied.

 
3. Tv-content wordt kwalitatieverNetflix investeerde het afgelopen jaar voor een recordbedrag in het maken van exclusieve series en films. In 2017 gooien ze daar nog eens 800 miljoen dollar bovenop. Uiteindelijk wil de dienst voor 50 procent eigen content hebben. De kwaliteit wordt dankzij geavanceerde data - bij Netflix weet men precies wat de kijker wil - alleen maar beter. The Crown is het nieuwe pareltje. De serie over het leven van Queen Elisabeth kost per seizoen een slordige 120 miljoen euro en is daarmee tot nu toe de duurste Netflix-serie. De kijker die de serie al heeft gezien, ziet dat de kwaliteit van het scherm spat. Amazon Prime Video, dat inmiddels in Nederland te zien is, heeft ook grote ambities in het maken van eigen, unieke en hoogstaande content. Ondertussen kijken providers Ziggo en KPN naar goede formats.
De publieke omroep zou ook deze weg moeten bewandelen: minder uitgeven aan slappe formatjes met BN’ers en meer uitgeven aan drama, zoals De Zaak Menten en Als De Dijken Breken. Beide series konden rekenen op hoge kijkcijfers en een grote waardering. En wanneer begint NPO eens echt met “on demand only” programmacontent?

 
4. Merken beginnen eigen programma of zenderIn deze tijd van contentmarketing zijn er veel meer mogelijkheden voor merken om zich te laten zien. Laat ze wel wegblijven van gescripte series en geef goede journalisten en producenten de regie. Een voorbeeld: een luchtvaartmaatschappij zou een mooie reisdocumentaireserie kunnen maken die voor de gemiddelde kijker niet als reclame voelt. Natuurlijk bestaat dat al. “Vroeger” had je al ABN Amro TV. En de huidige voetbalclubs hebben al hun eigen tv-programma (denk aan Ajax TV en Feyenoord TV). Veel andere merken komen nu nog met een 30-secondenspot en vinden branded content nog een lastig verhaal. Toch zal deze ontwikkeling zich in 2017 verder doorzetten.

 
5. Programmatic en gepersonaliseerde tvProgrammatic tv komt eraan en in 2017 is die ontwikkeling niet meer te stuiten. De geautomatiseerde verkoop van reclamespots op televisie is volgens internationaal onderzoek in 2019 wereldwijd al goed voor 17 miljard dollar. De onderzoekers denken zelfs dat deze markt groter kan worden dan online video.
Met het inkopen op basis van data en techniek kunnen adverteerders hun spotjes veel gerichter op de kijker afstemmen, waar ze nu nog de grote massa proberen te bereiken en zich op de achterhaalde doelgroep 20-49 richten. Want in een huishouden zijn er verschillende kijkbehoeftes en daar zijn dus ook verschillende reclameboodschappen voor nodig. Ook Ster gaat zich nu richten op programmatic inkoop. Al is dat in eerste instantie nog digitaal, de eerste bewegingen zijn er.
Uiteindelijk zal dan ook echt de stap kunnen worden gemaakt naar addressable tv. Zo ontvang je niet alleen boodschappen die precies matchen met jouw interessegebied, maar krijg je ook gelijk een aanbieding van de bewuste adverteerder.

 
Monday, 02 January 2017 | Written by Bram van Noord

Franks Weekly: Strenge Dieuwke en rondjesdraaiende NS-baas

Franks Weekly bespreken we de afgelopen marketing- en mediaweek. Waar gaan maandag de gesprekken over bij de koffieautomaat, welke quotes inspireren en waarom maakt een tv-commercial indruk?

 
1. Het nieuws: Transparantie NPO
De publieke omroep maar weer eens. Staatssecretaris Sander Dekker heeft de NPO nog altijd in het vizier en deze keer gaat het om openheid. De bewindsman wil namelijk dat we met zijn allen precies kunnen zien hoe de geldstromen lopen in Hilversum. Hoeveel bedragen de topsalarissen, wat kosten de programma’s en wat betaalde men voor sportrechten? Voortaan kunnen politici het kabinet verzoeken om financiële details van de publieke omroepen openbaar te maken. Daarbij moet het verzoek wel relevant zijn. Bijvoorbeeld als men denkt dat er sprake is van geld over de balk smijten. Kamerleden mogen geen invloed uitoefenen op de programmering van de NPO. Voor dat laatste is topvrouw Shula Rijxman bang: straks wordt er getornd aan de journalistieke onafhankelijkheid van de publieke omroep. Rijxman heeft inmiddels een brief gestuurd naar Dekker waarin ze zich fel tegen de plannen verzet.
,,Het gevaar is dat er bijvoorbeeld aan de hand van kosteninformatie een politieke discussie ontstaat over de vraag of een bepaald programma te veel of te weinig heeft gekost, of dat het geld beter aan andere programma’s besteed had kunnen worden.”

Dekkers plannen met de publieke omroep waren tot nu toe geen groot succes. Mogelijk is dit zijn laatste stuiptrekking voordat er een nieuw kabinet is geformeerd, volgend jaar na de verkiezingen.

 
2. Het filmpje: NS-baas ketent zich vast aan windmolen
,,De NS verbruikt veel energie en dat is slecht voor het milieu.” Dat zegt president-directeur Roger van Boxtel in een filmpje dat de NS deze week live zette. En hij belooft beterschap. De Spoorwegen gaan komend jaar geheel over op windstroom. En daarom laat Van Boxtel zich aan de wiek van een windmolen vastbinden en ronddraaien. Ludiek is het zeker en het filmpje werd al meer dan 135.000 keer bekeken. Nu voortaan nog een betere copywriter, want Van Boxtel zegt op het einde: ,,Ik ben er ondersteboven van.”

 
https://www.youtube.com/watch?v=mpmN2S_frzg
3. De ‘persoon’: Carrie Fischer
In het jaar dat we afscheid moesten nemen van veel grote pop- en filmsterren overleed ook Carrie Fischer. Voor de filmfans vooral bekend als Princess Leia in Star Wars, voor de Hollywood-volgers ook fameus om haar humor en zelfspot, haar werk als “script doctor” en haar boeken. Pas 60 jaar.

Maar Fischer blijkt ook veel te zijn opgedoken in commercials. Begin dit jaar was ze nog als zichzelf te zien in een commercial van IBM
Tien jaar eerder zagen we haar in een reclame voor telecomprovider  Orange.Trieste bijkomstigheid van het overlijden van Fischer is dat de verkoop van de merchandise van Star Wars ineens een boost heeft gekregen. Vergelijkbaar met de platenverkoop van George Michael, David Bowie, Leonard Cohen en Prince. De consument is eigenlijk best voorspelbaar.

 
4. De quote: ‘Ik kan wel heel streng zijn’
Dieuwke Wynia liet zich interviewen door de Volkskrant. De eerder dit jaar bij DWDD vertrokken programmamaakster is met een tv-productiebedrijf begonnen en blikt terug. Natuurlijk komt terecht ook even haar bitchy imago aan bod. Is ze echt zo’n heks op de redactie? Ze ontkent niet dat ze hard kan zijn tegen collega’s. ,,Ik kan wel heel streng zijn. Als iemand er echt overstuur van is, is dat natuurlijk niet goed. Dat gebeurde weleens en dan moet je dat even uitpraten. Maar het is ook niet zo gek dat het gebeurt, want je speelt elke dag een wedstrijd in een vol stadion. De druk is hoog. De een kan daar beter tegen dan de ander.”

Blijkbaar hebben ze de teugels nu wat laten vieren op de DWDD-redactie na haar vertrek. Dieuwke geeft de nog zittende crew in ieder geval een lichte trap na. ,,Soms zie ik nu wel een onderwerp voorbijkomen waarbij ik denk: ik weet niet of ik dat had gedaan.”

 
5. De Commercial: Coca-Cola’s Chinese Nieuwjaar
Er zijn veel kerstcommercials, die rond het nieuwe jaar zijn wat schaarser. Een gemiste kans eigenlijk, want met een positieve nieuwjaarsboodschap val je als merk waarschijnlijk meer op dan tussen alle kerstreclames.
We konden er toch nog één vinden. Coca-Cola maakte een reclame voor het Chinese Nieuwjaar, later in januari. Thema is de onbreekbare band met je familie en de hoofdrol is voor een eenzame sneeuwpop. Ook de Chinezen gooien het dus op de pathos, waardoor het allemaal toch weer veel weg heeft van een kerstreclame. Gemaakt door bureau McCann Shanghai.

 
6. Inspirerend: Snapchat naar Nederland
Als de geruchten allemaal kloppen komt Snapchat volgend jaar - zelfs al in januari - naar Nederland om daar zijn eerste kantoor te openen. Snapchat is het snelst groeiende sociale netwerk ter wereld en wil graag plaatselijk met adverteerders in zee. Dat is goed nieuws voor de Nederlandse advertentiebranche en ook voor de creativiteit. Want samen met Snapchat moeten er toch veel creatieve campagnes te bedenken zijn, speciaal gericht op die moeilijk te vangen doelgroep: de millennials.

 
7. Het cijfer: 3
Tot slot de tv-kijktijd. Een van de grotere ontwikkelingen van dit jaar: de traditionele tv-kijker haakt af, lineaire televisie is minder populair en in 2016 was die daling wel erg groot. Maar volgens Stichting Kijkonderzoek SKO zit de gemiddelde Nederlander nog steeds ruim 3 uur per dag voor de traditionele buis, ondanks de vele mediakeuzes die hij heeft. De gemiddelde kijktijd was dit jaar 182 minuten, een daling van gemiddeld 4,2 procent. De afname is volgens SKO daarmee iets minder sterk dan in 2015. Gezien de alarmerende berichten van dit jaar rond de kijktijden, geloven wij deze uitspraak niet.
Friday, 30 December 2016 | Written by Bram van Noord

Top 25 Magazine covers 2016

Niets leuker dan in een tijdschriftenkiosk staan, Bestseller in de Amsterdamse Kinkerstraat en American Book Center op ‘t Spui zijn mijn favoriet, om alle covers van dat moment te bewonderen.

 
Van foeilelijk tot geweldig goed gelukt. Nu we aan het einde van het jaar komen, vliegen de lijstjes je weer om de oren. En daar hoort natuurlijk ook een ‘Meest opvallende covers uit 2016-wereldwijd’-lijst bij. Dat levert meteen een mooi jaaroverzicht op. Kijk, scroll, swipe en geniet…

Friday, 30 December 2016 | Written by Kim Buitenhuis

Liever Google en Samsung dan Poetin

Voor succesvolle klantenbinding of brand loyalty is de reputatie van een merk van groot belang. In landen met corruptie, dictators en slechte toegang tot internet leidt een goede reputatie zelfs tot een hogere klantenbinding van consumenten.

 
Dat blijkt uit de studie ‘Explaining the differing effects of corporate reputation across nations: a multilevel analysis’, die wordt belicht in de vierde SWOCC-selectie van 2016. Onderzoekers Bernard Swoboda, Cathrin Puchert en Dirk Morschett ondervroegen daarvoor 13.655 mensen in veertig landen.

Chauvinisme belangrijk voor merken 
Brand loyalty is overal ter wereld één van de belangrijkste marketingdoelen voor merken en bedrijven. Toch kunnen klanten in het ene land heel loyaal zijn en in een ander land niet.  Coca-Cola mag dan overal ter wereld populair zijn, in Cuba en Noord-Korea wordt het merk geassocieerd met de ‘verafschuwde’ Verenigde Staten. Dat Fransen liever in een Franse auto rijden en Duitsers een Duitse prefereren wordt tijdens een vakantie in een van beide landen meteen duidelijk.

De reputatie van een merk is belangrijk
Uit het onderzoek blijkt dat de reputatie van een merk nog belangrijker is dan economische, maatschappelijke en culturele verschillen tussen landen. De onderzoekers ontdekten dat merken en bedrijven met een betrouwbare reputatie in landen met veel corruptie, armoede of dictatoriale regimes op meer brand loyalty kunnen rekenen. Inwoners in die landen zijn namelijk op zoek naar veiligheid en zekerheid en willen veilige keuzes maken.
Met andere woorden: merken als Google, Samsung of Nike, die regelmatig bovenaan de lijstjes met meest betrouwbare bedrijven prijken, genieten in landen als Rusland, Venezuela, Cuba, Zimbabwe of andere landen met veel corruptie en armoede meer vertrouwen dan Poetin en andere leiders. In die gevallen is een goede reputatie goud waard voor de klantenbinding.

 
In landen met vrij internet speelt reputatie een kleinere rol 
In landen waar mensen wel vrij het internet op kunnen is dat effect minder merkbaar. Daar kunnen mensen makkelijker aan informatie komen, merken vergelijken en speelt de reputatie van een merk een kleinere rol. Het oordeel van consumenten wordt daar vaak gebaseerd op andere factoren zoals aandacht, korting, service en andere mechanismes die bij brand loyalty een rol spelen.

Brand loyalty werkt 
Over het effect van brand loyalty programma’s gaat het onderzoek ‘Open versus selective customer loyalty programmes’ van Carol Esmark, Stephanie Noble en John Bell die de SWOCC samenvat. Daarbij werden twee typen tegenover elkaar gezet. Het open loyaliteitsprogramma dat vooral door supermarkten als Albert Heijn en Jumbo wordt gebruikt en het selectieve programma, dat veel spa’s, kledingwinkels en juweliers gebruiken.

Beiden werken als een tierelier, maar er zit wel verschil in de manier hoe ze succesvol zijn, toont het onderzoek aan. Bij open programma’s identificeren klanten zich graag met het merk en de andere deelnemers. Bij selectieve programma’s voelen de deelnemers zich speciaal en zijn ze dankbaar voor de kortingen en andere voordelen die ze van het merk krijgen.

Zichtbaarheid van deelname versterkt de klantenbinding, dus worden klanten loyaler als marketeers cadeaus als T-shirts of pennen uitdelen of het merk klanten via social media ervaringen laat uitwisselen.

 
Bron: Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Commerciële Communicatie (SWOCC).
Wednesday, 28 December 2016 | Written by André Oerlemans

Méér mediaconcentratie in 2017

In de Nederlandse mediabranche is er maar één weg: samensmelting en samenwerken om het hoofd te bieden aan de grote Amerikaanse techbedrijven die een groot deel van de reclamemarkt in handen hebben. In de dagbladen- en radiosector zien we de bewegingen al, de tv-branche is straks ook aan de beurt.

 
ABN Amro kwam vorige week met een rapport waarin het heftige cijfers presenteerde: In de Verenigde Staten ging begin dit jaar van elke ‘nieuwe’ dollar die werd besteed aan online advertenties, 85 procent naar Google en/of Facebook. Zij hebben een voorsprong op het gebied van data-analyse, het gericht inzetten van advertenties en de meetbaarheid van advertenties. Ook de naamsbekendheid en het enorme bereik van deze platforms zijn in hun voordeel.

Eigenlijk zijn de cijfers ook weer niet zo verrassend. Publishers merken het namelijk dagelijks. Ook hier pakken - met name - Google en Facebook een groot deel van de advertentiemarkt online. En aangezien er in 2018 volgens ABN Amro 2 miljard van de totale advertentiemarkt van 3,5 miljard euro in Nederland naar ‘digitaal’ gaat, moeten uitgevers hard nadenken over hoe ze de strijd aan moeten gaan met de twee techreuzen. Ja, ze werken ook wel samen met deze partijen, maar het is toch vooral een gevecht. Zolang ‘Brussel’ de macht van Google en Facebook nog niet aan banden heeft gelegd, blijft het advertentiegeld daar met grote bakken binnenstromen.

 
Combinatiepakketten aanbieden is een oplossing
Wat kunnen de Nederlandse spelers doen om te concurreren? ABN Amro meldt in het rapport dat de traditionele spelers moeten inzetten op klantloyaliteit, verticale markten, mobiel en integrale dienstverlening. Zet in op meerdere kanalen en biedt adverteerders combinatiepakketten, is één van de adviezen. En richt je op verticale markten, is een andere tip. Dan maak je een verdiepingsslag die Google en Facebook niet maken. Neem vergelijkingssites met zoekfuncties op specifieke sectoren. Zo kun je online advertenties aantrekken.

Het andere antwoord is concentratie en samenwerking. Ook al vinden de grote Nederlandse mediapartijen dat vaak lastig - één gezamenlijk groot bereiksonderzoek kwam het afgelopen decennium ook maar moeizaam van de grond - het is wel de enige weg.

 
Mediaconcentratie zet door
Dit jaar konden we al een aantal bewegingen zien. Zo werd in januari al aangekondigd dat de radiozenders van 538Groep (Talpa) en Sky Radio Group (van het Telegraaf-concern) in 2017 één worden, waarbij het ook één groot salesapparaat krijgt dat de spotmarkt moet bedienen. Het is de allereerste grote fusie in het radiolandschap en het zou niet vreemd zijn als er meer zouden volgen. Want ook de nog steeds groeiende zender Qmusic (onderdeel van het Persgroep-concern) kan wel een partner gebruiken op de reclamemarkt. Wellicht dat zelfs Ster (publieke omroep) kan aanhaken.

Een ander voorbeeld van mediaconcentratie dat we dit jaar hebben gezien, is nog vers: vorige week kondigde het Vlaamse Mediahuis aan Telegraaf Media Groep (TMG) te willen overnemen. Als alles doorgaat, ontstaan er dan twee grote partijen op de dagbladenmarkt, de Persgroep en Mediahuis, die samen 90 procent in handen hebben. De twee grote partijen kunnen samen zorgen voor enorme slagkracht rond de drukkerijen, maar ook in sales. Daardoor kunnen ze zich concentreren op investeringen in goede producten.

 
Concentraties in de tv-markt
De televisiemarkt moet in 2017 ook die kant op. De dalende kijktijden en druk op de reclamesales hielden de tv-industrie dit jaar in een wurggreep. Het moet de bestaande partijen (RTL, SBS) in die branche aan het denken hebben gezet. Zij moeten het nu nog heel erg hebben van de GRP’s, maar zien ook dat het publiek steeds meer voor on demand en online kiest. Niet alleen is dus een goede online videostrategie nodig, maar ook moet men sterk gaan kijken naar samenwerking. Bovenin de markt gebeurt dat al, want volgend jaar vloeien Ziggo en Vodafone in Nederland samen. In Amerika zien we die beweging op nog grotere schaal, want AT&T wil daar Time Warner overnemen.

Ziggo en Vodafone hebben samen een groot digitaal bereik en vele abonnees. Hoewel Ziggo zelf content produceert, zouden ze nog een grote contentpartner kunnen gebruiken die aanhaakt. Dan komt al snel RTL in beeld, dat al de sales doet voor het succesvolle Ziggo Sport. Het is zomaar even een gedachte die niet onrealistisch is.

Een in Nederland succesvol mediabedrijf zal op meer paarden moeten wedden. Zo zullen de in Nederland grote mediaconglomeraten als Sanoma/SBS, Telegraaf Media Groep, de Persgroep en RTL over de eigen schutting heen kijken. Een mooi voorbeeld op de reclamemarkt is het nog jonge BrandDeli, dat niet alleen de tv-zenders van Discovery, VIMN (MTV, Comedy Central) en FOX (zoals FOX Sports Eredivisie) samen heeft gebracht in één saleshuis, maar ook de sales gaat doen voor VICELAND (de tv-zender van VICE), digitaal met influencersplatform Makers Channel en - zoals deze week bekend werd - ook Twitter in Nederland aan zich heeft gebonden. Een typisch staaltje concentratie én samenwerking.

Op die manier moeten mediawaakhonden ook naar de bewegingen kijken. Het gaat er niet om of twee grote (Belgische) partijen straks te veel macht zouden hebben op de dagbladenmarkt. Laat ze eerst eens kijken of ze Google en Facebook wat minder ruimte kunnen geven. Het belangrijkste is nu dat Nederlandse media levensvatbaar moeten zijn.
Tuesday, 27 December 2016 | Written by Bram van Noord

Franks Weekly: De Zuckerberg der lage landen & een Hollander in New York

In Franks Weekly bespreken we de afgelopen marketing- en mediaweek. Waar gaan maandag de gesprekken over bij de koffieautomaat, welke quotes inspireren en waarom maakt een tv-commercial indruk?

 
  1. Het nieuws: RTL kapt met teletekstGehoord op een verjaardag toen de stukjesschrijver even naar de voetbaluitslagen ging kijken (818 inderdaad); alleen voor jou houden ze dat teletekst in de lucht. Natuurlijk is het volkomen achterhaald en wat was het eigenlijk een kansloos medium..teletekst. Je kan er natuurlijk veel te weinig op kwijt - en al helemaal geen foto’s - en geen enkele adverteerder kon ook maar iets met die lelijk vormgegeven lappen tekst. Maar toch is het pure nostalgie; 601…laatste sportnieuws…..801 laatste voetbalnieuws….101 laatste nieuws….en voor de liefhebbers; 217 en 218 de kijkcijfers. Per 1 april 2017 stopt RTL in ieder geval met het aanbieden van nieuws via teletekst. Alleen de pagina’s 888 en 889 blijven in stand, puur voor de ondertiteling voor doven en slechthorenden. De NPO, het echte teletekst dus, is niet van plan om de lettertjes op te heffen, maar het houdt wel een keertje op natuurlijk. Je kan het niet, uit nostalgische overwegingen, blijven subsidiëren natuurlijk.
  1. Het filmpje: Dunkin’ Donuts, maar dan grappigHet is natuurlijk een klassieke manier van een tv-reclame opbouwen. Klanten die zogenaamd heel oprecht vertellen dat ze het merk echt het allerbeste in de wereld vinden. De mannen en vrouwen van Saturday Night maakten een parodie op een soortgelijke, zogenaamd ‘echte’ commercial, maar dan zijn de klanten iets minder lyrisch. Dus dat ze een ‘coffee to go’ keihard tegen een autoruit aangooien of met hun hand buiten de deur hangen waardoor ze een sigaret kunnen roken. Oh ja, we lazen het op Adformatie dat ook nog wist te melden dat de donutmakers het (weer) in Nederland gaan proberen binnenkort. Wel lekker.
 
  1. De ‘persoon’: Bas Korsten, de koning
    Hij staat er maar mooi tussen, onze eigen Bas Korsten, creative director bij J. Walter Thompson Amsterdam. Samen met mensen als David Bowie en James Corden behoort hij volgens het Amerikaanse Ad Weekly tot de vijftig meest creatieve mensen van de planeet. In het AD: ,,De vergelijking loopt mank. Sommige mensen uit de lijst zijn gekozen voor hun hele oeuvre, terwijl ik mijn nominatie te danken heb aan een project.’’ Hij doelt op The Next Rembrandt, een portret van een man met een witte kraag en een hoed. Het schilderij is gemaakt op basis van Rembrandts complete ­oeuvre, waarbij gebruikt is gemaakt van deep lear­ning-algoritmes en gezichtsherkenningstechnieken.  
 
  1. De quote: ‘Blendle was een Facebook zonder vrienden’
    Het blijft interessant om te volgen wat Blendle-oprichter Marten Blankesteijn allemaal weet van ons leesgedrag. We zouden hem daar graag eens uitgebreid over spreken (en ons voordeel ermee doen). Op Mediafacts vertelt de ‘Zuckerberg van de lage landen’ hoe hij in de beginfase van Blendle volledig geautomatiseerd wilde gaan werken: dus zonder redactie met alleen maar techneuten. ,,Dat ging slecht. We hadden nog te weinig gebruikers. Blendle was een Facebook zonder vrienden. De bedroevende opmaak van de artikelen hielp ook niet echt.”
    Blendle huurde wat stagiaires in en dat groeide toch uit tot een redactieteam (met allemaal hippe millennialnamen. Toch Arnoud, Aid, Anna en Pepijn?). ,,We deden A/B leestesten om te bepalen welke artikelen de gebruikers het meest aanklikten. Ook plaatsten we bij berichten de logo’s van de bijbehorende dagbladen en tijdschriften. De titels boven berichten verdwenen, want logo’s bleken beter te werken! Verder pasten we fonts aan voor een betere leesbaarheid. Na enige tijd stuurden we zes verschillende e-mails naar zes verschillende groepen gebruikers. Bij elke verfijning nam het aantal gebruikers toe. Net als onze omzet, die na elke verbeterstap met vijf procent steeg. Na enkele stappen heb je het dan al over flinke bedragen.”
 
  1. De Commercial: Heineken Het is misschien een beetje makkelijk om aan het einde van dit jaar te citeren uit lijstjes, maar deze is misschien wel aardig en het zegt iets over het hoge niveau dat Heineken haalt in de filmpjes (daar een verhaal over,  ja ja ja!). Het verhaal over deze grap was in ieder geval het best gelezen verhaal van Adweek van het afgelopen jaar. De manier waarop Heineken millennials over de hele wereld weet te bereiken is gewoon knap (hoewel we die Champions League-gast op die boot nooit hebben begrepen). Het gaat over een dilemma dat alleen mannen (in de verte) zullen herkennen; een jongen kijkt altijd met zijn vrienden op de bank naar voetbal en op een dag krijgt hij alleen VIP-kaartjes voor Roma-Real. Hij gaat, ondanks het schuldgevoel, toch naar het stadion, maar zijn vrienden blijven hem maar bellen dus genieten is er niet bij. Vlak voor de wedstrijd verschijnen die mannen waarmee hij altijd kijkt op het grote scherm en nodigen ze hem uit om alsnog samen te kijken op een mooie plek in het stadion. Gaaf gedaan, niks mis mee.
 

  1. Inspirerend: Het SportgalaHet Sportgala met de uitverkiezing van de beste sporters levert altijd een heleboel gezeik op. De NOS krijgt altijd kritiek; dat het de verkeerde sporters nomineert, niks van showbusiness weet, er is altijd wel iets met de muziek of met een of andere opmerking van Tom of Dione. Afgelopen woensdag had onze publieke omroep dat allemaal prima op orde. De sportman van het jaar was precies goed gekozen met Max (volgende keer gewoon komen jongen) en ook op de andere prijzen was weinig aan te merken. Inhoudelijk gezien was het bovendien een leuke, snelle show met veel ruimte voor wat frivoliteiten en leuke grapjes (‘we garanderen dat jullie tot het einde mogen blijven’). De slagroom op de taart verzorgde Frank Rijkaard die met zijn speech over Johan Cruijff een heuse tranentrekker/internethit in petto had. En ja, die filmpjes met de hockeymeiden waren een beetje oubollig (daar iets anders voor volgend jaar), maar het was een mooie avond waarin de sport werd gevierd. Prima de luxe!
 

  1. Het cijfer: 450 De overheid vraagt vaker gebruikersgegevens op bij Facebook en dat deed het in de eerste helft van 2016 450 keer, het grootste aantal keer in de afgelopen jaren. Dat blijkt uit een eigen rapport van het social mediamerk. Aan bijna 90 procent van de aanvragen voldeed het belangrijkste merk ter wereld. De aanvragen gingen over 758 accounts en in 28 gevallen was er sprake van een spoedverzoek. Dat laatste is het geval als snel ingrijpen nodig is, bijvoorbeeld bij levensgevaar of als er een andere gevaarlijke situatie dreigt. In de Telegraaf: ,,De meeste verzoeken gaan volgens Facebook over strafrechtelijke onderzoeken zoals overvallen en ontvoeringen. In veel gevallen wordt er dan zogenoemde basisinformatie opgevraagd, zoals de naam van een gebruiker, hoe lang iemand actief is en het ip-adres waarmee is ingelogd op een account.’’
Friday, 23 December 2016 | Written by Bas Hakker

Overstappen via Instagram

Leuk, het is weer tijd om tot diep in de nacht, met aan wanhoop grenzende stress, polissen te vergelijken om een paar tientjes goedkoper uit te zijn.

 
Leuker kunnen ze het ook hier gelukkig maken. Er wil althans nog wel eens een poging worden gedaan. AnderZorg valt op dit jaar.

 
1,2 miljoen mensen wisselden afgelopen jaar van zorgverzekering. Een markt waar je als zorgverzekeraar bij wil zijn. En daarom worden we tegen het einde van het jaar meestal doodgegooid met overstapspotjes. Meestal, want vorig jaar was het beduidend minder met de reclames, simpelweg omdat er te weinig aanpassingen in wetswijzigingen (en dus pakketten) waren geweest. Op zich ook een opvallend gegeven: dat zou namelijk niet hoeven te betekenen dat je automatisch minder investeert in mensen voor je te winnen.

 
Jarenlang zetten zorgverzekeraars voor mijn gevoel in op grote emoties, de klant en zijn of haar keuze centraal stellen: ‘aandacht voor de klant’, ‘Mens wat ben je mooi’. Het begon allemaal met de commercial van Menzis in 2009 met de mooie ‘Somewhere over the Rainbow’-variant van die man met moeilijke naam: Israel Kamakawiwo’ole. Het doet mij persoonlijk goed om te zien dat er weer wat meer variatie lijkt te ontstaan.

 
Overstappen via Instagram
Als de doelgroep die je hoopt te bereiken, bestaat uit jongeren tussen de 18 en 34 (de millennials) is dat zo gek niet bedacht. Wel een brede doelgroep overigens, zeg ik als iemand die nog (nét) mag meedoen in deze categorie. De campagne die Bureau XXS ontwikkelde voor verzekeraar Anderzorg vloeit voort uit de resultaten van hun eigen onderzoek: 86 procent van de jongeren onder de 32 jaar vindt dat overstappen makkelijker moet worden. Een krappe 60 procent vindt het logisch dat verzekeraars hun doelgroep ook op social media van dienst zijn.

Met een online documentaire, twee tv-commercials, radiospots, Spotify-reclame, en een actiepagina roepen ze jongeren op over te stappen via Instagram. Even vroeg ik me af of de populistische communicatie rondom #deleven de doelgroep ook echt aanspreekt. Een van de dingen waarmee je als marketeer goed kan nat gaan, is je jeugdige doelgroep té populair aanspreken. Maar het verhaal klopt. De muziek van Sef, de korte kernachtige boodschappen en de documentaire met Sef, die uitlegt waar de (door taalpuristen gehate) term ‘de leven’ vandaan komt maken het verhaal mooi rond.

 
Even zoeken
Maar dan de uitwerking. Ik heb de commercial voornamelijk op de radio gehoord, een medium dat het lastig maakt om een heel specifieke call-to-action te hanteren. ‘Anderzorg, de leven, Instagram’. Dat waren de steekwoorden die bleven hangen. Het meest logische leek me dan ook om de IG-pagina van de verzekeraar op te zoeken. Met 31 accounts - allemaal met hetzelfde AnderZorg-logo - als resultaat was het wel even zoeken. Gelukkig worden de zoekresultaten naar relevantie weergegeven; de bovenste twee resultaten, Anderzorg (met doorlink) of Stap_over_via_insta (direct), leiden naar de juiste pagina.

Het Bureau van AnderZorg heeft goed gekeken naar de mogelijkheden van Instagram. Het heeft gekozen voor dezelfde magazine-achtige opmaak als het veelbesproken magazine van Ballentines whisky op Instagram. Zes Instagram-foto’s, elk een ander pakket. Verschillende prijzen en daaronder concreet het bijbehorende Eigen Risico-bedrag. De volgende doorlink brengt me bij een nieuwe pagina met pakketkeuzes. Kort, maar voor zover ik het kan inschatten behoorlijk compleet. Het pakket kun je direct afsluiten via de ‘link in bio’. Verfrissend. Ik ben benieuwd of de aanpak - ondanks de lage volgersaantallen - werkt.

Persoonlijk hoop ik wel dat in een volgende Instagram-update die verwarrende losse landingspagina’s niet meer zichtbaar zijn in de zoekresultaten, maar binnen een verborgen menu-structuur. Maar dat kan ook aan mij liggen natuurlijk, als bijna  aan de leeftijdsgrens ontsnappende millennial.
Thursday, 22 December 2016 | Written by Lianne Kooistra

Peter Thiel, kleurrijk ‘tech-man’ in het Trumpteam

Van Google tot Twitter: de CEO’s van techbedrijven in Silicon Valley moeten weinig hebben van Donald Trump. Maar er is één grote uitzondering: miljardair Peter Thiel, oprichter van PayPal en bestuurslid van Facebook. Hij zit in het overgangsteam van Trump. Wie is Thiel, wat wil hij en welke toekomst ziet hij voor de tech startups?

 
Half december zindert het van opwinding in de Trump Tower in hartje New York. Aanstaand president Donald Trump krijgt de topmensen van de grote techbedrijven op bezoek. Om de beurt nemen ze de met goud afgewerkte lift naar de 25ste verdieping: Jeff Bezos van Amazon, Timothy Cook van Apple, Elon Musk van Tesla, Sheryl Sandberg van Facebook,  Larry Page en Eric Smidt van Alphabet, het moederbedrijf van Google. Ze hebben grote twijfels geuit over Trump, maar zijn gekomen. Trump zit aan tafel naast Peter Thiel, de tech-man in zijn overgangsteam.

Trump laat zich van zijn sympathieke kant zien. „Dit is werkelijk een geweldige groep mensen; er is niemand zoals jullie in de wereld. Wij zullen alles doen om jullie te helpen, we zullen er voor jullie zijn.” De bijeenkomst, beschreven in The New York Times, duurt anderhalf uur, langer dan gepland.

iPhones uit China of de VS?
De campagnetaal is verdwenen. Had Trump niet gedreigd dat Apple al z’n iPhones in de VS moest maken in plaats van in China en dat hij de macht van Amazon zou breken? Zulke uitlatingen hebben de relatie tussen Trump en Silicon Valley op scherp gezet.

Verbazingwekkender nog is de rol van techmiljardair Peter Thiel in het overgangsteam. Terwijl heel Silicon Valley afstand neemt van de presidentskandidaat, doneert Thiel aan de Trump-campagne ruim een ton en spreekt hij op de Republikeinse conventie. Thiel is libertarian, een voorstander van vergaand kapitalisme en open grenzen; Trump wil de grenzen juist sluiten. Maar Thiel deelt met Trump zijn afkeer voor politieke correctheid.

 
PayPal mafia
Peter Thiel is medeoprichter van betalingsdienst PayPal. De oprichters staan tegenwoordig bekend als de ‘PayPal mafia’ met bekende namen als Elon Musk (nu van SpaceX en Tesla) en Reid Hoffman (van LinkedIn). De groep slaat een grote slag als ze na een paar jaar PayPal voor anderhalf miljard dollar verkopen aan eBay. Thiel gebruikt zijn geld om te investeren in talrijke startups. Als een van de eersten steekt hij geld in Facebook en komt in het bestuur. Het maakt hem een van de rijkste en invloedrijkste mensen in Silicon Valley. Op de achtergrond, dat wel. In de speelfilm The Social Netwerk over Facebook komt de acteur die Peter Thiel speelt net een halve minuut in beeld.


Beurzen voor startups
Op de conventie van de Republikeinen afgelopen zomer is Thiel een vreemde eend in de bijt. Hij is homo en voorstander om marihuana te legaliseren, waar de Republikeinen weinig mee op hebben, zoals Bloomberg vaststelt. Thiel is tegen onderwijs aan universiteiten, die erop gericht zouden zijn om iedereen hetzelfde te leren. Hij heeft een eigen beursprogramma opgezet voor studenten die willen stoppen met hun studie om een startup te beginnen. Hij staat bekend om zijn soms wereldvreemde standpunten. In een essay keert hij zich tegen vrouwenkiesrecht, omdat onder vrouwen kapitalisme minder zou gedijen. En hij gaat nog verder: democratie staat het floreren van kapitalisme in de weg. In Trump ziet hij iemand die de puinhopen van de democratie kan opruimen om ruim baan te geven aan kapitalisme.

Thiel wordt geboren in Frankfurt. Als hij één jaar oud is, verhuist het gezin naar Cleveland in de Verenigde Staten. Op jonge leeftijd ontpopt hij zich als een briljant schaker. Hij studeert aan Stanford University (hij maakt zijn studie wel af), werkt enige tijd als jurist, maar gaat uiteindelijk met PayPal aan de slag. Het aanvankelijke idee is om een nieuwe geldeenheid te introduceren waar overheden geen controle over hebben. In de praktijk wordt PayPal een betalingsdienst voor bestaande geldeenheden.

 
Drijvende steden buiten overheidsbereik
Thiel wil dat innovatie ruim baan krijgt en ziet de overheid als remmende factor. Daarom investeert hij in onderzoek naar Seasteading, het plan voor de aanleg van drijvende steden voor de kust. De eilanden moeten buiten de territoriale wateren liggen, zodat de overheid geen enkele regels kan stellen en ondernemingen kunnen bloeien. Maar het is de vraag of het utopia zonder regels er ooit zal komen. Thiel twijfelt er inmiddels zelf aan, zoals hij vertelt aan techsite Wired.
 
Thiel regelt ondergang van Gawker
Hij komt veelvuldig in de media, maar heeft daarmee een ambivalente relatie. In 2016 wordt bekend dat hij tien miljoen dollar heeft gestoken in de juridische strijd tegen de website Gawker, die society news en roddel bevat. Gawker schrijft op een blog dat Thiel homo is en publiceert artikelen over zijn vrienden. Als Gawker een sekstape van worstelaar Hulk Hogan op de site plaatst, komt Thiel met de miljoenen over de brug om hem juridisch te helpen. Een faillissement voor Gawker is onontkoombaar. Zo regelt Thiel dat. Hij benadrukt dat hij ook geld geeft aan een fonds voor goede journalistiek.

 
Liefde voor Startups
Zijn grote liefde zijn de startups in Californië. Hij gaat ze langs, praat met jonge ondernemers en steekt er miljoenen in. Ze moeten zich richten op uitvindingen die er toe doen. „We hoopten op vliegende auto’s, maar we kregen 140 tekens,” is een favoriete slogan van Thiel, waarmee hij Twitter een sneer geeft. Thiel investeert bijvoorbeeld veel in medische en biotech startups, gericht op dna-onderzoek en verlenging van het leven. Hij is erdoor gefascineerd en verwacht dat mensen 120 kunnen worden, schrijft techsite Mashable. Thiel hoopt via Trump meer ruimte te kunnen geven aan veelbelovende startups.

Bij Facebook zijn ze niet zo blij met de steun van Thiel voor Trump. Facebook wil open grenzen, wil goede werknemers uit de hele wereld kunnen halen en dus geen immigratiebeperkingen. CEO Mark Zuckerberg zoekt een tussenweg. „Natuurlijk is Facebook voorstander van diversiteit, we kunnen niet de helft van Amerika vanwege hun politieke voorkeur negeren,” laat hij weten. Er is nog veel onduidelijk over wat de gevolgen van Trump voor social media zullen zijn. Peter Thiel blijft vooralsnog in het bestuur van Facebook. Wellicht denkt Zuckerberg tactisch en blijkt Thiel de juiste link om invloed te houden op de aankomende president.

De bijeenkomst in de Trump Tower krijgt een vervolg. Het idee is om elk kwartaal met een kleine groep tech CEO’s bijeen te komen. Dat zal vooral gaan over technische beroepsopleidingen en immigratie. De techbedrijven opereren internationaal en willen werknemers uit het buitenland kunnen blijven aantrekken. Trump leek daar tijdens het overleg voor open te staan. ,,We willen slimme en talentvolle mensen in ons land,” zou hij hebben gezegd.

 
Thursday, 22 December 2016 | Written by Ralph Rozema

Radio 538 stabiele marktleider

Redacteur: Linda Haring

Het marktaandeel van marktleider Radio 538 blijft in oktober en november stabiel ten opzichte van de voorgaande meting, maar is weer toegenomen in vergelijking met vorig jaar. De daling in marktaandeel van 3FM lijkt te stoppen. ORN Radio (de regionale omroepen) realiseert een lichte groei in aandeel ten opzichte van de voorgaande meting, maar ten opzichte van vorig jaar groeit het met maar liefst 6 procent.

 
Qmusic en Sky Radio leveren iets aan aandeel in, maar zijn stabiel in vergelijking met vorig jaar of groeien licht. NPO Radio 5 groeit fors in aandeel, met bijna een kwart. Het aandeel ligt nu bijna op 4 procent, een groei die te danken is aan de Evergreen Top 1000. Volgens Radio.nl bereikt Radio 538 gemiddeld 3,5 miljoen unieke luisteraars per week van 10 jaar en ouder. Aardig is ook de analyse op radio.nl op programmaniveau. Daar valt te lezen dat ‘Evers Staat Op’ over het hele jaar gezien een marktaandeel haalde van 15,2 procent, het beste jaar in vier jaar tijd. Coen en Sander scoorden in de middag een marktaandeel van 18 procent tussen 20 en 49 jaar terwijl dat percentage volgens de zender zelf vorig jaar nog op 16 procent zat.

3FM groeit licht
De aandelen van E-Power en NPO 3FM groeien licht. Het wachten is op de volgende serie cijfers als de resultaten van ‘Het Glazen Huis’ in Breda en de herstructurering van 3FM duidelijker worden. Giel Beelen had zijn laatste ochtendshow half november dus pas in latere cijfers komt naar voren hoe ‘ochtendopvolger’ Domien Verschuuren het op de zender doet en natuurlijk hoe de ‘verjonging’ valt. Datzelfde geldt trouwens voor het gedoe over het salaris van Beelen. Zendermanager Basyl de Groot gaf tijdens de presentatie van de nieuwe plannen aan dat hij verwacht dat de cijfers iets zouden dalen;  mensen moesten immers eerst even zoeken. Misschien is hij dus wel zeer tevreden over de voorlopige stabilisering.

De aandelen van Radio Veronica, Radio 10, 100%NL dalen licht. Hieronder een kort overzicht van de grootste stijgers en dalers van deze meting:

Stijgers: ORN Radio, NPO Radio 2, NPO 3FM, E-Power, NPO Radio 5, NPO Radio 4, Classic FM

Dalers: Qmusic, Sky Radio, NPO Radio 1, Radio 10, Radio Veronica, 100%NL

Gelijk: Radio 538, SLAM, Sublime FM, BNR Nieuwsradio en overige zenders.

Wednesday, 21 December 2016 | Written by Redactie Frank.News

De winkel is dood, lang leve de winkel

Mensen kopen hun spullen nog steeds liever in die oude vertrouwde fysieke winkel dan dat ze online shoppen. Dat blijkt uit onderzoek van marktonderzoeksbureau Vostradamus in opdracht van frank.news. 


In het onderzoek werd een aantal productcategorieën voorgelegd aan ruim 1000 respondenten die aangaven of ze deze spullen voornamelijk in een online winkel of in een fysieke winkel kopen (zie onderstaande tabel). Vooral spullen als schoenen, kleding, boodschappen en alles voor de woninginrichting kopen Nederlanders bij voorkeur in de vertrouwde winkel. Op het gebied van boeken slaat de balans steeds meer door richting het online shoppen en elektronica kopen mensen ook graag online. In alle gevallen konden respondenten ook kiezen voor ‘beiden’. Hieronder staan alle cijfers:

Logische resultaten in vergelijking met marktaandelen online
  Volgens Wijnand Jongen, directeur van Thuiswinkel.org, de organisatie die de belangen van webshops behartigt zijn het vrij logische resultaten. ,,Het marktaandeel van de totale online bestedingen ten opzichte van de totale bestedingen ligt ongeveer op 10 tot 12 procent dus dat zie je ook terug in de resultaten. Wel zien we dat dit percentage stijgende is. Dus in de cijfers zal je in de toekomst zien dat steeds meer mensen de voorkeur geven aan online shoppen, zowel thuis als in de winkel.” Volgens Jongen past het bij een ontwikkeling waarbij het leven van mensen online én offline plaatsvindt. In zijn boek met de bijzondere titel ‘Het einde van online winkelen’ staat hij uitgebreid stil bij de wijze waarop deze twee werelden in elkaar overlopen. ,,Het echte leven vindt voor jongeren online én offline plaats. Die ontwikkeling zie je terug in de customer journey waarbij sommige fases op de bank met de iPad plaatsvinden en een ander gedeelte met vriendinnen in een winkel. Aan winkelketens de uitdaging om op allebei de gebieden een aandeel mee te pakken.”

 
Kitty Koelemijer: Supermarkt online gaat groeien

Volgens prof. Kitty Koelemeijer, marketinghoogleraar aan de Nyenrode Universiteit - met als specialiteit retailing en consumentengedrag - zijn de cijfers ook vrij logisch. ,,Je ziet vooral dat de rol van winkels tijdens het totale aankoopproces aan het veranderen is. Je was aangewezen op de fysieke winkel voor het gehele koopproces, maar nu oriënteer je vaak online en vervolgens koop je het in de winkel. Tegelijkertijd hebben fysieke winkels nog een belangrijke rol voor allerlei aankoopdoelen. Bijvoorbeeld mensen die producten in het echt willen zien of die persoonlijk advies willen. Daar zitten nog wel mogelijkheden voor fysieke winkels om het verschil te maken, maar nieuwe technologieën verbeteren de online propositie. Een groot deel van de customer journey is nog niet in een algoritmes te vangen.” Opvallend blijft toch het cijfer voor de boodschappen in de supermarkt waar slechts 2,5 procent van de ondervraagden een voorkeur heeft voor online. ,,Ik denk dat het gaat komen, nu is er op elke hoek nog een winkel, maar straks wordt het gewoontegedrag doorbroken en gaat echt opeens hard met online shoppen. Dat kan bijna niet anders.”

Passen voornaamste argument kopen in fysieke winkel
In het onderzoek is ook gevraagd naar de reden dat mensen de voorkeur geven aan een fysieke winkel boven online shops (zie onder). Mensen noemen het passen/aanraken als voornaamste argument (70 procent) en daarna volgen ‘direct meenemen’ (47 procent), ‘dichtbij’ (32) en ‘service’ (31 procent). Tegelijkertijd gaven de respondenten natuurlijk ook argumenten om voornamelijk online te kopen (zie onder); ze krijgen de spullen lekker thuisbezorgd (52 procent), kunnen alles elk moment van de dag kopen (40), krijgen de beste deal (40) en het aanbod is groot (40).





De evolutie van webshops 
Zijn zaken als ‘passen’, ‘aanraken’ en ‘direct meenemen’ online te organiseren op de wat langere termijn? Wijnand Jongen: ,,De beleving wordt steeds beter online; de kleuren van modefoto’s zijn beter en straks zal virtual reality ook nog voor grote stappen gaan zorgen. Als die nieuwe technologieën eenmaal op grote schaal worden toegepast dan zullen mensen vaker voor online winkelen kiezen en dat zeg ik echt niet omdat ik hier werk.” Want, iets meer op macroniveau, hoe schetst hij eigenlijk de toekomst van de Nederlandse retail? Hoe ziet winkelen er over een jaar of vijf uit? ,,Er zullen concentraties van winkelgebieden komen in de steden waardoor er minder vierkante meters nodig zijn op andere plekken. Niet ieder dorp behoudt dus een elektronicazaak en een woonwinkel, maar daarvoor moet je bij de winkelconcentraties zijn waar ook altijd iets te beleven is. En online vult ondertussen de gaten in en zal ook steeds meer beleving toevoegen.”

Jongen verwacht dat de percentages van mensen die online winkelen zullen toenemen; en de fysieke winkels moeten mee want zonder webshop ben je gewoon niet aantrekkelijk genoeg. ,,De rol van fysieke winkels moet je niet onderschatten want daar moet echt wat gebeuren. Zij moeten zichzelf opnieuw uitvinden door ook kleine technologiebedrijven te worden waarbij ze alle weten van klanten.”

 
 Online en offline integreren
Ook Koelemijer verwacht dat de online wereld steeds nadrukkelijker deze schotten uit het aankoopproces kan houden. ,,Online gaat het veel over gemak; alle maten zijn beschikbaar, je kan makkelijk doorklikken en in de fysieke winkel moet je maar vertrouwen op de aardigheid en service van de verkoper.” Ze denkt ook dat offline en online steeds meer gaan integreren. ,,Zonder Amazon en Alibaba zullen jullie cijfers gestaag toenemen in de richting van online, maar deze bedrijven kunnen dat versnellen. Stel dat opeens Singles Day van Alibaba een enorm succes wordt zoals in China het geval is. Dan krijgt online een enorme boost.”

Koelemeijer verwacht dat het integreren van offline en online gemakkelijker opgepakt gaat worden door de online bedrijven dan door de ouderwetse fysieke winkels. ,,Ga maar eens opeens met 150 winkels het online gedeelte oppakken, dat zal niet meevallen. Terwijl andersom een zaak als Coolblue natuurlijk veel gemakkelijker een paar winkels kan openen; want het hoeft daar geen keiharde omzetten te draaien.”

 
 Kleding vaker online gekocht in afgelopen 12 maanden

In het onderzoek is ook nog gevraagd naar welke producten mensen de afgelopen twaalf maanden vaker online kopen dan daarvoor (zie onder). Het geeft een indicatie van de categorieën die nog kunnen groeien online. Vooral kleding (32 procent) en elektronica (27 procent) worden vaker online gekocht vergeleken met de periode daarvoor.


Conclusie: Nederlanders aarzelen met webshoppen
Nederlanders lijken nog een beetje aarzelend op het gebied van webshoppen en de oude, vertrouwde winkel hebben we nog zeer diep in ons hart zitten. De verwachting van kenners is dat alle productcategorieën - met boeken en kleding als koplopers - steeds meer via internet verkocht gaan worden. Ontwikkelingen als ‘virtual reality’ en vooral het verbeteren van de echte achterblijvers - zoals de online supermarkten - zullen deze ontwikkeling versnellen. Samen met de toename van het verkopen via webshops vinden er in het fysieke retailkanaal allerlei grootschalige ontwikkelingen plaats. In dorpen is nog plek voor een bakker en een slager, maar het grote winkelen verplaatst zich allemaal naar de steden.

 
Tuesday, 20 December 2016 | Written by Bas Hakker

Waar eindigt het marketingsucces van Netflix?

Netflix-CEO Reed Hastings staat op een kruispunt. Want kan de streamingsdienst overleven in de wereld die het zelf heeft gecreëerd? Zullen tv-stations en filmmakers content blijven aanleveren nu Netflix zich steeds meer als directe concurrent ontpopt?  En kan Netflix rivalen als Amazon voorblijven?

 
 
Te midden van de glitter en glamour van het Venetian Hotel in Las Vegas oefent Reed Hastings zijn speech voor de CES, de grote consumentenelektronicashow iets verderop. Hastings kan zijn gehoor maar nauwelijks boeien. Dat gebeurt pas aan het slot, als de CEO bekendmaakt dat Netflix op dat moment wereldwijd gaat. In één klap 130 landen erbij. Je ziet Hastings groeien, de aanwezigen zijn gefascineerd.

Een verslaggever van The New York Times tekent de scène begin 2016 op. Het is de apotheose van jaren werk aan de uitbreiding. De afronding van het project brengt Hastings een zekere rust. „Toen wij in de DVD business begonnen, hadden we nog geen idee dat streaming onze toekomst zou zijn,” zegt hij. Ook was het moeilijk te voorspelen dat Netflix van lokaal naar wereldwijd zou gaan. En van het streamen van films van derden naar eigen, originele series. „Het zijn uitdagingen die we hebben waargemaakt.”

 
House of Cards, experimenteren was niet nodig
Vanaf 2011 voegt Netflix eigen content toe aan de streamingdienst. Van het politieke drama ‘House of Cards’ (2013) tot de hitserie ‘Stranger Things’ in 2016. Acteur Kevin Spacey die de hoofdrol speelt in ‘House of Cards’ herinnert zich hoe Netflix de makers benaderde: „Wij hebben onze data bekeken en weten dat ons publiek deze serie gaat volgen. Een pilot is niet nodig. Hoeveel afleveringen willen jullie maken?” Netflix heeft zulke intieme kennis van de kijkers, dat het niet nodig is eerst te experimenteren.

‘House of Cards’ is vanaf het begin een succes. Vijf maanden later volgt ‘Orange is the New Black’ met opnieuw goede kritieken. Het is een even wonderlijke als onwaarschijnlijke omslag: een techbedrijf op Sillicon Valley dat zich steeds meer ontpopt als wereldwijd televisienetwerk.

 
Wiskunde in Swaziland
CEO Reed Hastings beweegt zich in het hoofdkwartier in Los Gatos van hot naar her. Hij heeft geen eigen kamer. „Mijn kantoor is mijn telefoon,” zegt hij. Hastings groeit op in de buitenwijken van Boston. Als vrijwilliger geeft hij wiskundesles in Swaziland in Afrika. Hij studeert ICT aan Stanford University in Californië en gaat er nooit meer weg. Zijn achtergrond helpt hem om Netflix technisch perfect te maken. Sinds 2011 heeft Netflix een eigen content-delivery network met servers op meer dan duizend lokaties.

 
 
Netflix als grote concurrent
Media- en entertainmentbedrijven zien Netflix als een steeds grotere concurrent. Vooral tv-stations vrezen dat de originele content van Netflix wel eens de ondermijning kan zijn van hun eigen businessmodel. Hastings is niet onder de indruk. Hij denkt dat kijkers hoe dan ook overstappen op internet. De uitdaging is om meer kijkers aan te trekken. „De slag gaat om het winnen van de tijd van de consument,” zegt hij tegen Bloomberg.
Het zijn de consumenten die Netflix steeds weer naar een nieuw hoogtepunt leiden, simpelweg door tips voor films en series met anderen te delen. Netflix dringt geen abonnementen op, maar brengt de films, de spektakels, de series onder de aandacht. De abonnees komen dan bijna vanzelf.

 
Netflix AdAge Marketeer van 2016
Marketingsite AdAge roept Netflix uit tot marketeer van 2016. Niet omdat de marketing zo uitzonderlijk is, maar om het resultaat; dat mensen content eindeloos blijven delen. Het is indrukwekkend, schrijft AdAge, hoe Netflix met hetzelfde gemak kijkers weet te trekken voor een onbekende bovennatuurlijke thriller als voor een tv-serie. Netflix gedijt dankzij mond-op-mondreclame en slaagt erin content te maken die steeds opnieuw wordt gedeeld.

AdAge roemt CEO Reed Hastings om het gebruik van big data, waardoor Netflix weet wat individuele kijkers willen en filmtips op de persoon kan afstemmen. Het is goed doordacht en het werkt. Maar dat kan nog altijd beter. Bij beoordelingen op internet mist Netflix de magie die consumenten noemen over de playlists van Spotify. Sommigen vinden dat die playlists hun eigen voorkeuren beter kennen dan zijzelf. Zoiets lees je niet over Netflix.

 
Lessen in contentmarketing van Netflix
Het Amerikaanse contentbureau NewsCred vindt dat andere bedrijven wel wat kunnen leren van de marketing van Netflix:
1. Maak eigen, originele content. Met het aanbod van eigen producties kan Netflix concurreren met giganten als HBO.
2. Lever series niet per deel af, maar breng de hele serie in één keer. Zo bouw je een hechte relatie met je kijkers op en speel je in op mensen die een hele serie in één keer willen bekijken. Grote kans dat ze hun abonnement zullen verlengen.
3. Gebruik data om persoonlijke tips te geven. Voor de promotie van het tweede seizoen van ‘House of Cards’ lanceerde Netflix tien trailers, elk voor een ander deel van het publiek. Zo legde een trailer bedoeld voor vrouwen het accent op de vrouwelijke hoofdrolspelers. Liefhebbers van dramaseries kregen een trailer met accent op de verwikkelingen en schandalen van het seizoen.
4. Publiceer branded content. Netflix publiceert bijvoorbeeld in magazine Wired over hoe tv verandert door de technologie van streaming.

Amazon Prime
Ondertussen staan de concurrenten niet stil. Amazon kondigde deze maand aan de streamingsdienst Prime Video naar 200 landen uit te breiden. In Nederland heeft Netflix inmiddels vaste voet aan de grond, maar elders kan Amazon wellicht snel terrein winnen. En wat gaan de grote tv-netwerken doen: hun eigen netflixjes lanceren? De tv-netwerken en studios vragen al steeds hogere bedragen voor hun series, waardoor de kosten voor Netflix oplopen. „Netflix zit gevangen in een wapenrace die het zelf heeft uitgevonden,“ zegt analist Michael Pachter in The New York Times. Door de oplopende kosten moet Netflix voortdurend nieuwe abonnees krijgen om anderen voor te blijven.

 
Narcos en de kerstruzie
Het nieuwste succes van Netflix is ‘Narcos’, de serie over de vroegere Colombiaanse drugsbaron Pablo Escobar waarvan er inmiddels twee seizoenen zijn gemaakt. In het centrum van Madrid hangt een gigantische poster voor de serie met de tekst: ‘Oh, blanca Navidad’ (O, witte Kerst), een speelse verwijzing naar de kleur van cocaïne, zoals de krant El País meldt. De regering van Colombia is not amused over de verheerlijking van de man die zoveel geweld heeft gebracht en wil dat Netflix de poster verwijdert. De Colombianen hebben een punt, maar de ophef zorgt voor een wereldwijde publiciteitsgolf voor de serie. Op het kantoor van Netflix houden ze zich maar even op de achtergrond. Zo gaat ook deze keer de publiciteit bijna vanzelf.

 
Monday, 19 December 2016 | Written by Ralph Rozema

Franks Weekly: De Belgjes, een Hollandse hoax en Denzel   

In Franks Weekly vatten we het belangrijkste nieuws van de afgelopen marketing- en mediaweek samen in zeven features. Waar gaan maandag de gesprekken over bij de koffieautomaat, welke quotes inspireren en waarom maakte een tv-commercial indruk?

 
  1. Het nieuws:Mediahuis doet bod op TMG


    Willen we meer of minder Belgen op de dagbladenmarkt? Dat is wel de vraag van deze week nu het Vlaamse Mediahuis een bod heeft gedaan op Telegraaf Media Groep. Het verraste velen, maar heel onlogisch is het niet. Er is een consolideringsslag gaande in deze markt van teruglopende advertentie-inkomsten en men zoekt schaalvergroting, ook voor drukvoordelen.
    Mediahuis is al eigenaar van NRC Media en De Limburger in Nederland en zou met TMG zijn positie in Nederland dus verder willen versterken.
    Als alles doorgaat dan zijn er twee grote Belgische krantenconcerns die de Nederlandse markt domineren: de Persgroep en Mediahuis. Slechts Het Financieele Dagblad en noordelijke uitgever NDC zijn dan nog Hollands. Bij De Telegraaf - dat straks dus misschien opgeslokt wordt - verzuchtte men al: blijft er dan niets Nederlands?Of het echt doorgaat, is nog even de vraag. Mediahuis biedt 243 miljoen, 50 procent meer dan de huidige waarde. De koers van TMG is flink gekelderd de afgelopen jaren. Het bedrijf voert reorganisatie op reorganisatie door. Mediahuis wil optrekken met de grootste aandeelhouder van TMG, de familie Van Puijenbroek, die momenteel een belang van 41,3 procent heeft in het mediabedrijf. Het betekent onder meer dat ze Dasym van investeerder Frank Botman - met 22 procent ook een grote aandeelhouder  - zullen passeren. Hij beheert het vermogen van John de Mol en was de afgelopen jaren stiekem achter de schermen bezig aan een masterplan met TMG. De kans is groot dat hij gaat dwarsliggen. Interesting times, zo vlak voor de kerst.
  2. Het filmpje: NPO schrapt woord ‘Kerst’ uit filmpje


    NPO heeft een sfeervol filmpje gemaakt voor de feestdagen. Onder het motto ‘december vier je samen’ hebben veel publieke omroepcoryfeeën het gezellig samen. Maar er is al weer een relletje uitgebroken, want NPO heeft ervoor gekozen het woordje Kerst te schrappen uit het filmpje. Om de minderheden in ons land tegemoet te komen, is de lezing.
    De reacties op sociale media - en uiteraard zitten daar wat politieke (splinter)partijen tussen - kunnen natuurlijk niet uitblijven. De strekking: na Zwarte Piet verliezen we nu ook ‘kerst’ als woord. En ‘De NPO is toch van ons samen?’ NPO-baas Shula Rijxman lag al eerder onder vuur, omdat de NPO te veel grachtengordel en te weinig het gewone volk is.


    https://www.youtube.com/watch?v=z5JDhe3kxuU

     
  3. De ‘persoon’:Denzel Washington


    In tijden van grote treurnis, hebben we gelukkig altijd nog Denzel Washington voor een beetje duiding. Hij reageert tijdens een event rond zijn nieuwe film Fences op de hele fake news kwestie. ,,Als je geen krant leest ben je onvoldoende geïnformeerd. Als je de krant wel leest ben je verkeerd geïnformeerd.” Hij hekelt de haast en onzorgvuldigheid van ‘de media’. Het gaat er volgens hem tegenwoordig niet om of het nieuws waar is, als je maar de eerste bent. ,,Dus jullie hebben een enorme verantwoordelijkheid”, zegt hij tegen de betreffende journaliste. ,,Probeer niet de eerste met het nieuws te zijn, maar vertel de waarheid.”
    Washington had eerder dit jaar ook last van nepnieuws toen werd gesuggereerd dat hij niet langer de Democratische presidentskandidate Hillary Clinton zou steunen en was overgestapt naar kamp-Trump.


    https://www.youtube.com/watch?v=KrE1ZvldiFE
 

  1. De quote:‘De Ster kan meer op de advertentiemarkt dan gedacht’


    Dat zegt de nieuwe Ster-baas Frank Volmer in een interview met Adformatie. Blijkbaar is de Ster al die jaren voor zijn komst vooral online voorzichtig geweest rond reclameverkoop. De perceptie rond Ster is dat je als salesapparaat van de publieke omroep aan strenge regels gebonden bent. Maar dat is volgens de ex-Telegraaf baas helemaal niet zo. ,,Het grappige is dat de meeste mensen die ik spreek over die regels beginnen: we mogen en kunnen dit niet. Maar in de afgelopen drie maanden ben ik juist bezig geweest met de vraag: hoezo dan niet?’’ Ster gaat binnenkort daarom onder meer beginnen met programmatic verkoop.
 

  1. De Commercial: The Good Life Agency 
    Er kwam begin deze week in het nieuws dat reclameman Fred Moolhuijsen met The Good Life Agency zou komen, een bureau dat diensten levert om ‘gewone’ mensen succesvol(ler) te laten lijken. De lancering van The Good Life Agency trok met een promotiefilmpje veel aandacht. Op sociale media vroeg men zich al af of dit niet gewoon een hoax zou zijn.
    En dat blijkt inderdaad zo te zijn, weten we sinds vandaag. Het imagobureau is niet echt, maar een sociaal experiment voor de nieuwe SIRE campagne ‘Voor wie doe jij het eigenlijk?’. Doel van het experiment was om te kijken hoe ver mensen gaan voor een succesvol(ler) imago en tegelijk om een maatschappelijk debat los te maken over het toenemende streven naar perfectie. Lucy van der Helm, directeur SIRE, legt uit: ,,De campagne laat mensen stilstaan bij de vraag of je bepaalde keuzes maakt omdat je daar zelf gelukkig van wordt of om hiermee aan verwachtingen van anderen te voldoen. Perfectie lijkt tegenwoordig de norm. Gewoon goed is niet goed genoeg meer.”
 

  1. Inspirerend:LINDA.


    We hebben het in deze rubriek wel heel vaak over LINDA.. Ook deze week weer. Maar terecht. Het is voor ‘bladenmakers’, of beter tijdschriftenuitgevers, elk jaar weer het meest inspirerende voorbeeld van hoe je bladen moet maken in deze tijd. En dat werd donderdagavond ook weer duidelijk tijdens de uitreiking van de Mercurs, de jaarlijkse magazineprijzenslag. Linda. won als Mediamerk van het Jaar, een nieuwe categorie bij de Mercurs. En het won ook in de categorie Merkinnovatie van het Jaar voor LINDA.TV. Daar kunnen veel andere makers van magazines zich aan optrekken.
 

  1. Het cijfer:2 miljard


    ABN Amro verwacht dat de online advertentiemarkt in Nederland volgend jaar de helft van de totale reclamemarkt beslaat. In 2018 neemt het de horde van 2 miljard euro. Volgens ABN Amro is de totale reclamemarkt 3,5 miljard euro groot. Een kwart van die online advertising gaat naar mobiel. Grote zorg voor alle lokale publishers is dat bijna al het geld naar Google en Facebook gaat.
    In de Verenigde Staten ging begin dit jaar van elke ‘nieuwe’ dollar die werd besteed aan online advertenties, 85 procent naar Google en/of Facebook. Zij hebben een voorsprong op het gebied van data-analyse, het gericht inzetten van advertenties en de meetbaarheid van advertenties. Ook de naamsbekendheid en het enorme bereik van deze platforms zijn in hun voordeel. Volgens de bank moeten traditionele spelers zich richten op een multimediale strategie en op verticals, in de vorm van vergelijkingssites met zoekfuncties op specifieke sectoren.
Friday, 16 December 2016 | Written by Bram van Noord

Personality magazine killt personality

De Linda., de Wendy, de Youp, de Matthijs, de Marijke, de Wubbo en niet te vergeten de Jezus! Het zijn slechts een paar titels uit de enorme berg personality-magazines die de afgelopen jaren op de markt zijn verschenen.

 
En geloof het of niet, maar die markt lijkt nog steeds niet verzadigd. Begin december kwam naar buiten dat ook Chantal Janzen in 2017 een eigen magazine met bijbehorend platform krijgt. Werktitel: &C.

 
Waarom?! Je zou denken dat het een keer klaar is met die BN’ers die zo nodig een eigen blad willen. De meesten sneuvelen al na een paar edities en er is er eigenlijk maar eentje die het wel goed doet: Linda de Mol. Waarschijnlijk niet zozeer om haar geweldige personality, maar gewoon omdat ze een goed format heeft neergezet. Iets wat er nog niet was en waar een hele grote doelgroep mee bereikt wordt. Heel eerlijk? In mijn ogen is alles wat daarna kwam een slap aftreksel hiervan. Wendy van Dijk doet het aardig met haar, vaak vrij zweverige, ‘zoektocht naar geluk’, maar zitten we er echt op te wachten? Net als op een magazine vol met het gemopper van Van Rossem in Maarten! of de belevingswereld van Catharine Keyl in CatharineNU? Ik niet in ieder geval. En ik vrees met grote vreze voor de inhoud van &C.

 
Niet omdat Chantal Janzen niet leuk is of haar belevingswereld niet interessant. Chantal Janzen is wel degelijk een personality. Eentje met een goede dosis humor, een ongetwijfeld heel enerverend leven en vast ook een interessante kijk op de wereld. Maar het geforceerd promoten van de zoveelste BN’er neigt naar vergezochte topics en het kopiëren van alles wat al gedaan is op dit vlak. Een marketingtool dat er enkel op gericht is zo veel mogelijk advertenties kwijt te kunnen. En dat zou zo zonde zijn van die leuke Chantal. Een killer voor haar personality.

 
Hopelijk zit ik er vreselijk naast en wordt &C wel degelijk leuk en vooral ook vernieuwend. Maar ik zou er ook voor willen pleiten dat personality magazines enkel nog gemaakt worden voor de 65e verjaardag van ooms en tantes. Hartstikke leuk voor familie en vrienden en daarna lekker laten verstoffen op zolder.
Thursday, 15 December 2016 | Written by Heleen Scheurwater

Sentimentmeting: Proces Geert Wilders goed voor aandacht op social media

Met de Tweede Kamerverkiezing in het vooruitzicht, is er een grote behoefte aan meer duidelijkheid over de stem en mening van de kiezer. Daarom schakelt frank.news, i.s.m. Vostradamus, iedere maand de sentimentmeting op social media in. De conclusie van de afgelopen maand? Zo’n proces tegen Geert Wilders is prima voor de aandacht op social media.

 
 
De belangrijkste conclusies: Geert Wilders veroorzaakt meeste social media activiteit
  1. Geert Wilders veroorzaakt de meeste social media-activiteit, is ook koploper als het om de meeste berichten met negatief sentiment gaat én is onmisbaar voor de activiteit rondom zijn partij. Dankzij Wilders wordt deze meer dan verdubbeld. We zien hierin een duidelijke samenhang met het proces Wilders. In november heeft dit er waarschijnlijk aan bijgedragen dat de PVV van 24 naar 29 zetels is gestegen in de peilingen.
  2. Mark Rutte is de tweede meest besproken politieke leider. Hij zorgt er trouwens ook gelijk voor dat er met meer negatief sentiment over zijn partij wordt gesproken. We kunnen stellen dat de premierbonus zich vertaalt in aandacht, maar niet in positieve berichtgeving. Zou dat er iets mee te maken hebben dat zijn VVD niet meer de koploper is in de peilingen?
  3. Diederik Samsom en Lodewijk Asscher hebben één ding gemeen: ze voegen relatief weinig toe aan de social media activiteit rondom hun partij. Geen wonder dat de PvdA in de peilingen steeds verder wegzakt.
  4. In de vorige sentimentmeting viel al op dat over de SP als enige met meer positief dan negatief sentiment wordt gesproken. Dit is ook het geval voor lijsttrekker Emile Roemer.
 
Vorige maand berichtten we al over het opvallende feit dat de PvdA de meest besproken partij op social media was in het afgelopen jaar, terwijl de partij in de peilingen wegzakte naar een gedeelde zesde/zevende plek. De PVV, op dit moment weer de grootste partij als we de peilingen mogen geloven, neemt een derde plek in en zakte qua activiteit juist weg in de maand oktober. Dat blijkt in deze laatste sentimentmeting alweer verleden tijd te zijn. In ons onderzoek, mede mogelijk gemaakt door marktonderzoeksbureau Vostradamus, hebben we ons gefocust op de meest besproken lijsttrekkers, en partijleden. Wat voegen de partijleiders eigenlijk toe aan de ‘rumour around the brand’ van hun partij? Hoeveel wordt er over hen bericht? En roepen ze een negatief of juist overwegend positief sentiment op?





Rechtszaak Wilders veroorzaakt activiteit
Wat opvalt is dat Geert Wilders het afgelopen jaar de meeste activiteit veroorzaakt, met 197.836 berichten in totaal. Ook als het om berichtgeving met negatief sentiment gaat, is hij koploper met 21.738 berichten. Als we de activiteit van de PVV vanaf 1 november vergelijken mét en zonder Wilders, dan zien we dat de lijsttrekker ervoor zorgt dat deze meer dan verdubbelt.

Aan de verschillende pieken in de sentimentmeting van de PVV-lijsttrekker valt de grote piek op 17 november op. Deze wordt veroorzaakt door berichtgeving over de reactie van Geert Wilders op de strafeis van het OM. 7 procent van de berichten over dit onderwerp is negatief, en 3 procent positief. De grootste piek is te zien op 9 december; de dag waarop Wilders schuldig werd bevonden in het ‘minder Marokkanen’- proces. Het gaat om 7502 berichten in totaal, waarvan 10 procent met een negatief en 5 procent een positief sentiment. Ook de volgende dag is er nog veel activiteit met 3873 berichten, waarvan het sentiment anders dan de dag ervoor overwegend positief is met 14 procent tegen 10 procent.

In de peilingen is de partij in de afgelopen maand van 24 naar 29 zetels gestegen. We kunnen concluderen dat het proces van Wilders de PVV niet alleen de hoogste social media aandacht genereert, maar ook een zetelwinst oplevert.

Tweede plek voor Rutte
In de sentimentmeting van de VVD viel al op dat de partij op een tweede plek stond als meest besproken partij. Dat zien we in dit onderzoek ook terug: Mark Rutte staat op een tweede plek van meeste activiteit met 9 procent positief en 12 procent negatief. Als we kijken naar hoeveel Rutte toevoegt aan de activiteit voor zijn partij, zien we dat dit de VVD wel iets meer berichten oplevert, maar dat is zeker geen verdubbelaar zoals bij Wilders het geval is. Verder valt op dat vooral het negatieve sentiment stijgt als we Rutte aan de zoekopdracht toevoegen.

De echte negatieve uitschieter is op 19 november, waarop de VVD-lijsttrekker zijn speech houdt tijdens het partijcongres. Dit levert 26 procent aan negatieve berichten op tegenover 10 procent positief. De grootste positieve piek is op 26 augustus: de dag dat Rutte officieel als lijsttrekker werd voorgedragen. Hierover wordt meer positief (9 procent), dan negatief (7 procent) bericht.

 
 Asscher & Samsom weinig invloed
Diederik Samsom en zijn opvolger Lodewijk Asscher hebben één ding gemeen: ze voegen relatief weinig toe aan de social media activiteit rondom hun partij. Dat de PvdA in onze vorige meting nog als meest besproken partij uit de bus kwam, daar hebben zij duidelijk niet veel invloed op gehad. Alleen op 9 december als de uitslag van de lijsttrekkerverkiezing bekend is, zien we een duidelijke piek. Al had het opstappen van Jacques Monasch begin november een vergelijkbaar effect.

Als we de twee heren met elkaar vergelijken is duidelijk te zien dat Diederik Samsom het afgelopen jaar minder populair was dan Asscher. Dit zie je alleen al aan de hoeveelheid berichten: 28966 voor Samsom tegenover 35.838 voor Asscher. In aantallen (3178) en percentages (9 procent) levert het laatstgenoemde i.v.m. de rest geen slechte score op als het om negatief sentiment gaat.

 
 Emile Roemer enige positief
De SP, in de peilingen een vijfde plek, was in de vorige sentimentmeting al de enige partij met meer positief dan negatief sentiment. Dit geldt ook voor lijsttrekker Emile Roemer. Met een totaal van 9600 berichten, waarvan 10 procent positief, en 7 procent negatief. Zijn grote negatieve uitschieter was op 21 september, toen Roemer onder vuur lag om zijn zorgplannen. De aftrap van de verkiezingscampagne op 29 augustus leverde de SP-lijsttrekker juist een overwegend positief sentiment op. De interne aanval van zijn partijgenoten is niet meegenomen in deze meting.

 
Jesse Klaver gelijk
De GroenLinks-lijsttrekker is degene die als enige een gelijk percentage aan zowel negatief als positief sentiment scoort (beide 11 procent). We kunnen daardoor stellen dat er over Jesse net zoveel negatief wordt bericht als positief. De lijsttrekker voor GroenLinks staat op een vierde plek qua aantal berichten. Door zijn optreden in tv-programma Buitenhof op 25 september maakte Klaver zich iets minder populair met de uitspraak; ‘Het klinkt misschien raar maar mijn levensverhaal heeft gewoon veel overeenkomsten met Obama’. Dit zien we terug in de negatieve piek (9 procent). Begin dit jaar deed hij het een stuk beter door zijn speech tijdens het partijcongres van GroenLinks, score: 11 procent positief tegenover 7 procent negatief.


CDA opvallend laag
Wat verder opvalt, is dat de lijsttrekkers van D66 en CDA (derde en vierde in de peilingen), net als bij de vorige sentimentmeting een stuk minder populair zijn. Alexander Pechtold scoort nog een zesde plaats na Jesse Klaver, maar CDA-lijsttrekker Sybrand Buma met 6761 is in dit rijtje nog minder populair dan Marianne Thieme (10854).

Negatief sentiment voor Sylvana
Als we tot slot naar de percentages kijken van berichten met negatief sentiment, blijkt dat Geert Wilders in vergelijking tot de acht anderen veel besproken namen met 11 procent ’slechts’ een vijfde plek inneemt. Sylvana Simons neemt met 18 procent aan negatieve berichtgeving een eerste plek in. In absolute aantallen staat zij qua activiteit op een derde plek. De grote negatieve pieken worden in het geval van het DENK-partijlid veroorzaakt door berichten over onderwerpen als ‘uitzwaaidag Sylvana‘, 27 mei, en ‘dreigfilmpje Sylvana’ op en rond 22 november. Op de dag, tevens piekmoment, dat zij aangeeft zich aan te sluiten bij DENK, is het sentiment 10 procent positief en 12 procent negatief.

We stuiten hier overigens wel op de beperkingen van de geautomatiseerde sentiment classificatie. Een ‘negatief’ bericht kan zowel een bericht zijn waarin negatief wordt gereageerd op alles wat Sylvana Simons aan verwensingen over zich heen heeft gekregen, als een bericht dat negatief is over Sylvana zelf.



 
Over het onderzoek: Welke sociale media worden gemeten om tot de online sentimentmeting te komen?
De volgende bronnen worden gemeten: Twitter, Facebook (betreft bedrijfspagina’s), Blog, Forum, Google+, YouTube, Instagram, Pinterest, LinkedIn en Nieuwssites. Met uitzondering van alle privéaccounts die afgeschermd zijn.

Vostradamus heeft voor dit onderzoek gebruik gemaakt van de namen van de politieke lijsttrekkers. De openbare accounts van deze lijsttrekkers en van hun politieke partijen zijn hierdoor dus ook in de meting meegenomen. Met als mogelijk gevolg dat de positieve berichtgeving per partij hierdoor iets hoger is uitgevallen, vergeleken met het sentiment van het volk.

 
 Is het aantal berichten dat niet als positief of negatief is gemeten, neutraal?
Deze berichten zijn neutraal of op basis van zoekwoorden niet geclassificeerd tot positief of negatief. Nieuwsberichten zijn overigens altijd als neutraal omschreven. Kanttekening hierbij is wel dat sarcastische berichten door Coosto niet als sarcastisch gezien worden, en kunnen daardoor toch als positief gemeten worden, terwijl ze negatief bedoeld zijn.

 
Bron online sentimentmeting: Coosto door Vostradamus
Gemeten periode: 1 januari 2016 t/m 11 december 2016
Bron aantal zetels: Peilingwijzer.nl; combineert de peilingen van I&O Research, Ipsos, Peil.nl, De Stemming/ EenVandaag en TNS NIPO tot één schatting van de politieke krachtsverhoudingen voor de Tweede Kamer.
Thursday, 15 December 2016 | Written by Kim Buitenhuis

Pizzagate met Nederlands tintje

Het zingt nog steeds rond: Pizzagate, een complottheorie over een netwerk dat kinderen misbruikt onder leiding van Hillary Clinton. Onlangs liep een gewapende man de pizzeria in Washington binnen waar het allemaal zou gebeuren. Hij is gearresteerd. Veel meer mensen denken dat het pedonetwerk van de Democraten echt bestaat. Niet alleen in de VS, ook in Nederland.

 
Ook Nederlandse media schrijven over Pizzagate, zoals bijvoorbeeld het AD. Een bericht over het vermeende complot, over de gewapende Amerikaan die de pizzeria binnenloopt omdat hij het met eigen ogen zou willen vaststellen en over de arrestatie van deze man.

Maar het zijn de vooral reacties onder het artikel die de aandacht trekken. Lezers vinden het bestaan van het pedonetwerk aannemelijk. Alleen al de horrorkelders van een verlaten metrostation in de buurt spreken boekdelen. Die zouden terug te vinden zijn in ‘zieke kunst’ die Hillary’s campagneleider John Podesta aan de muur heeft hangen, ‘allemaal verwijzend naar pedofilie’.

Verder zoeken brengt je bijvoorbeeld naar de Nederlandse site xandernieuws. Het is een site die op het eerste gezicht oogt als een volwaardige nieuwsrubriek, maar fake nieuws bevat. De hoeveelheid feiten is overigens indrukwekkend, sommige kloppen wel, andere niet, en het staat vol met gesuggereerde verbanden.

Ontvoering van Madeleine McCann
Herinner je je nog de ontvoering van de Britse peuter Madeleine McCann in Portugal? Dat was vlak bij het huis van de Britse oud-politicus Clement Freud, die kinderen zou hebben misbruikt. Maar wie logeerde er in die tijd in zijn Portugese huis? Juist, Hillary’s campagneleider Podesta.

De New York Times bestempelde Pizzagate direct als fake news. De krant werkt met onafhankelijke factcheckers. Maar een lezer van het AD brengt de NYT in verband met de pedo’s. „De huidige CEO van de NYT is Mark Thompson, die tijdens het Jimmy Savile misbruikschandaal CEO was van de BBC. Hij was verantwoordelijk voor de decennia lange doofpot.” Je mist nog net de vergelijking met het misbruik in de katholieke kerk.

Complottheorie overtuigend gebracht
De reacties en de teksten op xandernieuws zijn op het eerste gezicht overtuigend door de grote feitenkennis die erachter schuil lijkt te gaan. Waar het mis gaat, zijn de verbanden die ze leggen, verbanden waarvoor geen enkel bewijs wordt aangevoerd.

Complottheorieën zijn fascinerend door de vindingrijkheid die je erin terugvindt. Toch vraag je je af wat mensen bezielt zich zo diep in een onderwerp te verdiepen met maar één doel: uiteindelijk de waarheid te verdraaien om iemand of een groep in een kwaad daglicht te stellen. Bij Pizzagate leidde het net niet tot een gewapend treffen, maar dat had anders kunnen uitpakken.

The New York Times heeft inmiddels hard teruggeslagen met een stap-voor-stap analyse van waar Pizzagate vandaan komt. Centraal staan enkele e-mails van John Podesta (verspreid door wikileaks), waarin de term cheese pizza voorkomt. Cheese pizza is afgekort cp en staat dat niet voor child pornography?, vraagt iemand op internetforum 4chan zich af. Vanaf dan gaat het hard. Leden van social media fantaseren erop los en de complottheorie is geboren.

Uiteindelijk wordt Pizzagate voer voor cabaretiers. Stephen Colbert van The Late Show weet er wel raad mee.

 
Wednesday, 14 December 2016 | Written by Ralph Rozema

Wat contentmarketingkoning Joe Pulizzi verwacht van 2017

De ongekroonde koning van het contentmarketingvak is - zonder concurrentie - Joe Pulizzi. Even opletten dus als hij gefundeerde voorspellingen doet over 2017 op basis van meer dan 60 collega-kenners van het vak.

 
Wat Cor Hospes is voor Nederland is Joe Pulizzi voor de hele wereld; de man in het oranje die niet een klein beetje, maar álles afweet van contentmarketing. Boeken als Epic Contentmarketing en de laatste Content Inc zijn een inspiratiebron voor iedereen die zich ook maar een beetje met dit nieuwe vakgebied bezighoudt (of die ambities heeft). Over de hele wereld preekt Pulizzi het contentmarketingevangelie en zijn veelal trouwe volgers houden angstvallig in de gaten wat hij allemaal bedenkt, doet en vooral vindt. De man werkte in het begin van deze eeuw bij Penton Media, een grote business-to-business uitgever waar hij zich bezighield met allerhande customer media initiatieven; nieuwsbrieven, websites, blogs en webinars, dat werk. Die tak van het bedrijf werd steeds groter en tijdens zijn ontmoetingen met marketingmanagers besefte hij: dit nieuwe vakgebied zou wel eens heel groot kunnen worden.

 
Eigen content Pulizzi prima op orde
Natuurlijk heeft Pulizzi zijn eigen content prima op orde; er verschijnen regelmatig podcasts met zijn visie, hij schrijft met zijn team veel inspirerende cases en zijn boeken lopen goed. De plek waar al deze ‘content over content’ samenkomt is op de site van het Contentmarketing Institute waarmee hij in 2010 begon. Drie jaar daarvoor startte hij een bedrijf (Junta42) om merken en media aan elkaar te koppelen, maar er bleek vooral behoefte aan kennis op het gebied van contentmarketing. Op Marketingfacts gaf hij eerder dit jaar in de aanloop naar het congres ‘Content Marketing Fast Forward’ een bijzonder aardig interview: ,,Ik wilde een product verkopen waar te weinig vraag naar was. Achteraf gezien heb ik daar toen een jaar mee verspild. Ik had een tunnelvisie ontwikkeld en was te veel met mijn product bezig en te weinig met het luisteren naar mijn doelgroep. Toen ik in 2009 nog eens met een kritisch oog naar alle reacties op mijn blogposts van de voorgaande twee jaar keek, werd me duidelijk waar mijn doelgroep wél behoefte aan had: advies, training, events.” Het CMI maakt volgens datzelfde verhaal vandaag de dag jaarlijks een omzet van meer dan 10 miljoen dollar en volgens de eigen website werken er meer dan twintig mensen. Dat ging niet zomaar, vanaf 2010 werd de term ‘contentmarketing’ door de hele wereld omarmd en Pulizzi werd als bedenker de verpersoonlijking van deze hype die al lang geen hype meer is. Het Content Marketing Institute is een meer dan serieus kennisbedrijf; het besteedt aandacht aan nieuwe ontwikkelingen, bespreekt interessante auteurs, organiseert contentmarketingevents (prijzen en congressen), geeft trainingen en lanceert regelmatig magazines.

 
De visie van Pulizzi: strategische content
Pulizzi schrijft daar regelmatig goede blogs (want hij heeft er echt verstand van) waarin hij zijn visie etaleert. Wat die visie is? Dat je vooral de tijd moet nemen voor het opbouwen van een band met je doelgroep zodat je weet waar ze behoefte aan hebben, dat je keuzes moet maken. Op Marketingfacts eerder dit jaar dus: ,,Coca-Cola wil cola verkopen aan iedereen. Maar je kunt geen contentplatform creëren voor iedereen. Dat wordt nooit een succes. Wat je wel kunt doen, is verschillende interessegebieden onderscheiden, zoals Procter & Gamble de laatste vijftien jaar al doet met microwebsites gericht op specifieke doelgroepen; van werkende moeders tot meisjes in de puberteit. Dan kan contentmarketing wél werken.” Keuzes maken dus. ,,De grootste valkuil is om voortdurend iedereen te willen plezieren - zowel binnen je organisatie als in je publiek. Ik herinner het me nog uit mijn verleden als uitgever: elke keer als we vijftien doelgroepen tegelijk probeerden te bereiken, faalden we. Overal ‘ja’ tegen zeggen is geen strategie. Strategie draait om ‘nee’ zeggen.” Dat geldt trouwens ook voor de verschillende kanalen. ,,Uit onze enquêtes blijkt dat marketeers via gemiddeld dertien tot vijftien kanalen met consumenten of klanten communiceren. Dat zijn er teveel. Je kunt je beter op een klein aantal kanalen concentreren met je contentmarketing. Sterker nog, vaak is het verstandig om met één kanaal te beginnen. Dat kan van alles zijn: een blog, een serie video’s op YouTube, een magazine.” Een middel dat je helpt bij het aanbrengen van die focus is volgens Pulizzi de ‘why-test’. ,,Pak een blaadje papier, deel hem in twee kolommen en zet je doelgroep bovenaan. Noteer in de linker kolom alle manieren waarop je nu communiceert met je doelgroep. Beschrijf in de rechterkolom hoe zo’n activiteit bijdraagt aan de doelstellingen van je organisatie. Wees kritisch. Bijvoorbeeld: je werkt voor een b2b-organisatie, dus waarom post je op Facebook? Als je niet goed onder woorden kunt brengen waarom je iets doet, stop er dan mee.’’

 
Mooie traditie: meer dan 60 visies
Een mooie traditie van het ‘Contentmarketing Institute’ is om elk jaar een e-book te publiceren met daarin de visie van prominenten op de ontwikkelingen in het vakgebied. Dit jaar heeft het CMI meer dan 60 belangrijke influencers gevonden die zo’n visie geven. Wij hebben de beste (nou ja, vinden wij) 7 er even uitgelicht:
  1. Michael Brenner (CEO Marketing Insider Group) gelooft in specialisatie (niches via content creëren), meer visuele content, op maat gesneden content (‘de goede content op het juiste moment bij de juiste persoon’) en dat merken steeds menselijker worden door aansluiting te zoeken bij de passie van hun doelgroep.
  2. Travis Wright (mede-oprichter van CCP.digital), verwijst naar onderzoek waaruit blijkt dat de hoeveelheid content door bedrijven met 300 procent is toegenomen, maar dat minder dan vijf procent van die content meer dan vijf keer is gedeeld. Hij pleit daarom voor een hele gerichte contentstrategie waarbij er echt een focus ligt op een specifieke doelgroep.
  3. Stephanie Losee (hoofd content Visa) gelooft in content genereren door sponsorships. ,,In de nieuwe sponsorcontracten wordt vastgelegd hoe er samengewerkt wordt op het gebied van content met interviews op de eigen site, films op Facebook en programma’s op Facebook Live.’’
  4. Scott Abel (The Content Wrangler) pleit ook voor content op maat: ,,Het verstrekken van gepersonaliseerde content is de heilige graal van contentmarketing; maar zonder gestroomlijnd productieproces, op basis van data en uitgevoerd met behulp van automatisering vallen de resultaten tegen.’’
  5. Mike Stelzner (Social Media Examiner) lijkt een vrij somber beeld te hebben van de toekomst van content. Volgens hem zullen grote partijen als Facebook en LinkedIn volledig bepalen welke content uiteindelijk tot het publiek doordringen. Lichtpuntjes ziet hij ook. ,,Maar het is wachten op de slimme jongeren die ons weer de vrijheid teruggeven.’’
  6. Ahava Leibtag (AHA Media Group) gelooft in niches: ,,Dus, als je een bouwbedrijf bent dat gespecialiseerd is in een bepaald type cement dan gaat je content over dat soort cement.’’
  7. Rebecca Lieb (adviseur, auteur, analist) denkt dat context de toekomst heeft. ,,Er komen methoden voor het maken van gepersonaliseerde en relevante realtime berichten op basis van triggers als de aankoopgeschiedenis, het weer, de fysieke locatie, en talloze andere factoren. Dergelijke campagnes zijn zeer complex en technisch veeleisend, maar zoals een Disney-executive me eens vertelde; hoe meer context er is, hoe hoger de ROI.’’
 
Conclusie van Pulizzi

Als conclusie van deze interessante toekomstvoorspellingen (die eigenlijk neerkomen op: we zullen vooral veel persoonlijke, relevante en inhoudelijke content zien en de ICT is ondersteunend aan die ontwikkeling) geeft Pulizzi zijn eigen visie op de toekomst van het vakgebied dat nog zo moet groeien. Hij doet drie voorspellingen op basis van alle visies waarvan dit de vrij vertaling is:
  1. Bedrijven zullen steeds vaker complete mediabedrijven en hun doelgroepen opkopen in plaats van dat ze zelf zo’n platform met achterban proberen op te bouwen;
  2. Nieuwsbedrijven zullen steeds beter online geld ophalen voor hun content. Dit zal de mogelijkheid bieden aan bedrijven om ook geld te vragen of in ieder geval een verdienmodel op te tuigen in de vorm van events en trainingen.
  3. Printmagazines gemaakt door merken zullen een echt marketingtool worden. Op deze manier kunnen merken de online ‘clutter’ omzeilen.
Ach, reclamemakers, contentmakers, storytellers en iedereen die iets met content wil of denkt dat hij of zij daar iets mee zou móéten doen, check gewoon even dit filmpje (en dit interview) en luister - kritisch, maar vol interesse - naar de meester. Pulizzi weet het gewoon zeker: als je slechte content maakt, kun je er beter mee kappen en - sterker nog - kap ook maar meteen met middelmatige content want je wint er helemaal niks mee. Wat je dan wél moet doen? Misschien wel de zes stappen die hij in zijn laatste boek uitgebreid beschrijft boven je bureau hangen als contentmarketeer:

1. Vind ‘The sweet spot’: waar ontmoet jouw expertise de interesse van de doelgroep?
2. Zoek ‘The Content Tilt’: in hoeverre is jouw content anders dan dat van de concurrentie?
3. Building the Base: kies voor een eigen kanaal en wordt daar dominant.
4. Harvesting audience: zorg voor een goede e-maillijst met unieke adressen waarmee je op contentgebied zaken doet.
5. Lanceer verschillende kanalen als je publiek eenmaal groeit (via boeken, blogs en events).
6. Verdien geld: zorg voor een goed verdienmodel.

 
Als je die stappen allemaal in de gaten houdt, moet het uiteindelijk wel goed komen. Zo heeft Pulizzi het immers zelf ook allemaal gedaan met zijn instituut en dat loopt prima. Afgelopen juni verkocht hij het zelfs aan UBM, de nummer 1 b-to-b eventorganisator van de VS en Azië.
Tuesday, 13 December 2016 | Written by Bas Hakker

Miljardairbroertjes Stripe maken ‘business-to-business’ sexy

Ze gelden als even succesvol als disrupting. Ze hebben de steun van grote investeerders als Peter Thiel en Elon Musk. Hun bedrijf Stripe regelt niet alleen betalingen, maar zet startups wereldwijd op de kaart. Onlangs werd bekend dat de oprichters Patrick (28) en John (26) Collison beiden miljardair zijn geworden.

 
De twee Ierse broers hebben met hun bedrijf in San Francisco gedaan wat iedereen voor onmogelijk hield: een business-to-business company sexy maken. Wie waar ook ter wereld een startup begint, kan bij hen terecht. Je bent jong, hebt een goed idee en wil de wereld veroveren. Stripe regelt niet alleen dat betalingen snel en vlekkeloos verlopen, het geeft startups toegang tot nieuwe markten, regelt visa en andere formaliteiten, zodat jonge ondernemers over de hele wereld kunnen werken.

De broers komen vanuit Ierland naar de VS om te studeren: John Collison gaat naar Harvard, Patrick naar het MIT, de Technische Universiteit in Massachusetts. Al na een jaar houden ze hun studie voor gezien en verhuizen naar Sillicon Valley in Californië. Ze hebben in de praktijk gemerkt hoe lastig het is om online geld naar elders in de wereld te sturen en sleutelen aan een oplossing. Dat moet toch met één klik kunnen vanuit het social netwerk waar je je op dat moment bevindt. Hun werkwijze blijkt een schot in de roos.

Trendy Manhatten-hotel
Het huidige kantoor van Stripe ligt in het hart van San Francisco. Bij de receptie staan een paar fietsen tegen de wand. Het geheel maakt de indruk van een hipster lounge van een trendy Manhatten-hotel, zoals een verslaggever van The Irish Times het kantoor beschrijft. Informeel, maar in een sfeer waar ruimte is voor nieuwe, grote dingen.

De broers zijn opgegroeid in het Ierse Limerick. Hun ouders hebben een hotel aan het meer Lough Derg. Patrick herinnert zich nog dat hij zijn eerste laptop kocht. „John en ik begonnen toen onze eerste marketingcampagne: om onze ouders te overtuigen een snelle internetverbinding te nemen,” vertelt hij The Irish Times. ,,Dat kostte een paar jaar. We leerden ervan om investeerders te zijn voor de lange termijn.’’

Als tieners beginnen de twee hun eerste onderneming Auctomatic, dat tools levert voor veilingsites als eBay. Nog voor hun twintigste verkopen ze het bedrijf voor zo’n vijf miljoen dollar. Auctomatic blijkt een goede leerschool voor Stripe.

Van credit cards tot bitcoins
Stripe begint in 2010 als online betaaldienst. Het bedrijf levert software om online betalingen te kunnen ontvangen via credit cards, mobiele diensten als Android Pay en Apple Pay en in de vorm van bitcoins. Het sleutelwoord is eenvoud: transacties moeten met zo min mogelijk handelingen te regelen zijn. De eerste klanten, zo meldt Bloomberg, zijn kleine Amerikaanse techbedrijven. Maar Stripe groeit snel uit tot directe concurrent van gigant Paypal.

Stripe krijgt inkomsten door een klein percentage van elke transactie in te houden. Vergeleken met Paypal is de software simpeler en de structuur in de tarieven overzichtelijker. Stripe is goedkoper voor kleine, beginnende startups. Grotere ondernemingen zijn goedkoper uit met Paypal. Maar Paypal is verouderd en geldt als bureaucatisch. Stripe is nieuw, rekent af met onnodige regels en straalt energie uit.

Trump en Clinton als klant
Het bedrijf weet klinkende namen als klant te werven, waaronder Adidas, Shopify, Pinterest en Twitter. En dat gaat steeds verder. Stripe speelt ook een rol bij de presidentsverkiezingen. Drie Amerikaanse presidentskandidaten (Trump, Clinton en Sanders) hebben de software van Stripe bij hun fondsenwerving gebruikt. Inmiddels is het bedrijf actief in 25 landen; in Nederland loopt een bètatest.

Stripe, Braintree en Adyen schudden bankwereld op
Zakenbladen Forbes en Inc. Magazine wijzen erop dat Stripe nog een relatief kleine vis is in de financiële wereld. De transacties van Stripe besloegen vorig jaar zo’n 20 miljard dollar. Bij gigant First Data was dat 1700 miljard in de VS alleen. Stripe gaat ver met vernieuwingen, maar heeft ook daarin concurrentie. PayPal kocht in 2013 Braintree, dat deels vergelijkbaar is met Stripe. Ook de Nederlandse startup Adyen, schrijft The Wall Street Journal, is een directe concurrent. Het is een strijd op het scherpst van de snede.

Stripe Atlas: de wereld openen voor startups
Stripe zet in op meer dan betalingen alleen. Begin 2016 komt het bedrijf met een nieuw product Atlas, dat startups waar ook ter wereld moet helpen om business te doen in het buitenland. Stripe wil bureaucratische obstakels wegnemen, zodat ondernemers daar geen tijd aan verliezen. Atlas richt zich op startups in Afrika, Latijns-Amerika, het Midden-Oosten en delen van Azië. „Een groot deel van de economische groei zal van deze regio’s komen. We willen ondernemers daar graag bereiken,” zegt Patrick Collison in The New York Times. De startups waar Stripe mee werkt, krijgen advies over belastingen en wettelijke regelingen en faciliteiten bij het opzetten van webservices.

De broers willen met Stripe de wereld voor startups financieel open gooien. Het past in het streven naar een wereld met open handel. Het is nog onduidelijk in hoeverre Trump, die de markten in de VS wil beschermen, daar paal en perk aan gaat stellen. Stripe focust nu nog op de VS, maar wil startups dezelfde faciliteiten ook voor markten in andere landen gaan aanbieden.

Elon Musk en Peter Thiel
Opvallend is dat mede-oprichters van Paypal nu investeren in Stripe. Onder hen zijn Peter Thiel en Elon Musk, de man achter Tesla en SpaceX. Ze zien veel in de visie van Stripe, maar uiteindelijk is veel terug te voeren op de broers Collison zelf, die een perfect duo vormen. John let goed op de operationele discpline voor de korte termijn. Patrick is meer de dromer en kijkt liever tien jaar vooruit. Investeerders lopen met hem weg. Zoals een van hen het verwoordt: „Hij is slim, denkt dingen door, is charismatisch, een goede leider. Het is zeldzaam dat allemaal in één persoon te vinden.”

Stripe waakt ervoor de fouten te herhalen die Google en Paypal hebben gemaakt. Bill Alavarado  die deel uitmaakt van het team verwoordde dat het scherpst in magazine fastcompany: „Google en Paypal zoeken een eigen relatie met de klanten van bedrijven. Wij maken ontwerpen voor snelle transacties, ja, maar ook zodanig dat jullie als startup zelf controle kunnen houden over jullie product en jullie klanten.”

 
Monday, 12 December 2016 | Written by Ralph Rozema

Franks Weekly: Kersttruien en ‘what the fuck is going on with YouTube?’

In Franks Weekly bespreken we de afgelopen marketing- en mediaweek. Waar gaan maandag de gesprekken over bij de koffieautomaat, welke quotes inspireren en waarom maakt een tv-commercial indruk?

 
1. Het nieuws: De MediaTop100

Dat John de Mol, net als vorig jaar, bovenaan staat in de MediaTop100 die afgelopen week werd gepubliceerd is niet zo bijzonder. Maar veel interessanter is de rol van een aantal relatief nieuwe gezichten die - terecht - als bijzonder invloedrijk worden ingeschat. Zo komt Arjen Lubach dit jaar binnen op 4 en dat snappen we eigenlijk wel. Dat heeft alles met het sterke ‘Zondag met Lubach’ te maken en vooral met de manier waarop hij onderwerpen op de agenda van de politiek en media weet te krijgen. Bovendien is Lubach online een hele grote meneer. Zo was hij kritisch op onderwijsvernieuwing, plaatste vraagtekens bij TTIP, maakte het koningshuis belachelijk en pakte Facebook heel kritisch aan. Zijn filmpjes over deze kwesties werden herhaald bij DWDD en hij schuift graag aan in een talkshow als het ergens over gaat. Niet zelden ging de politiek zich er ook mee bemoeien en dan heb je dus invloed. Een andere persoon die opzien baarde in de Top 100 is Enzo Knol op plek 12. Terecht natuurlijk, hoewel het de vraag is of zijn ‘morgen ga ik naar de kapper filmpjes’ ook veel indruk maken op volwassenen. Voor jongeren is Knol echter een held en dus verdient hij deze plek.

Beetje kritiek op lijstOh ja, twee voorzichtige puntjes van kritiek op de lijst, met alle respect of zoiets. Als eerste: in deze Trumptijden is het een zeer politiek correct, DWDD-achtig Joop.nllijstje. Er zijn aan de rechterkant immers ‘influencers’ die veel meer vat hebben hebben op mensen met een tikkie rechtse denkpatronen. Jan Dijkgraaf (slechts op 91), Erik de Vlieger, de redacteuren van GeenStijl, SvennusMax en zeker Wierd Duk zijn mensen die online heel veel invloed hebben. Invloedrijk zijn ze natuurlijk niet als jij als samensteller van de lijst keurig naar DWDD, Pauw en Nieuwsuur kijkt. Maar ja, invloed is invloed.

Tot slot, Alexander Klöpping is natuurlijk een hele leuke vent, slimme gast met een heel mooi bedrijf dat (met behulp van zijn rustige zakenpartner, ps. organisatie; Marten Blankesteijn vergeten jongens?) over een tijdje echt wel de wereld gaat veroveren. Maar is hij de man met de brede mediavisie? Wat zei hij ook alweer in DWDD toen Matthijs vroeg wat we konden doen aan het nepnieuws op Facebook? Koop eens een krant, tja…

 
2. Het filmpje: Jumbo, the movie?

Ooit vroeg Wilfried de Jong in ‘24 uur met…’ aan Jochem Myjer waarom hij nooit eens een maatschappijkritische geluid liet horen. Myjer keek de supergoede interviewer aan en schudde met zijn hoofd; begreep deze oud-collega dan niet dat hij vooral feelgood was. Hij sliep vroeger met de beste feelgoodfilms onder zijn kussen en maakte er een ambacht van om mensen een goed gevoel te geven. Feelgood wordt nog wel eens onderschat, maar een goed feelgoodverhaal vertellen is het allermoeilijkste wat er is. Ga maar eens na hoeveel goede feelgoodfilms er gemaakt zijn; Four Weddings and a funeral, The Notebook, High Fidelity, Alles is Liefde.
Lang intro-alarm; okay. Maar goed, een kerstcommercial draait dus ook om vakmanschap; het verhaal moet kloppen, er moet iets van humor inzitten en je moet het vooral geloven. Dat hebben de makers van de Jumbo-commercial gewoon goed gedaan, natuurlijk is het mierzoet, maar je ziet Lammers daar wel lopen..die goedzak (hoe heet hij eigenlijk in de commercial?). Zo’n dromer in een koophuis die door zijn vrouw op pad wordt gestuurd voor de boodschappen, maar zich onderweg in het ene na het andere avontuur met goede bedoelingen stort. Waarom volgend jaar niet een keertje helemaal de box uit denken en een echt kerstverhaal schrijven? En dan niet - heel flauw - een lange commercial maken, maar de beste scenarioschrijver (Kim van Kooten) en regisseur (Joram Lürsen) een topbudget geven om iets geweldigs te maken met Frank Lammers als hoofd van het gezin in de hoofdrol.

https://www.youtube.com/watch?v=thuyscDJUvA

 
3. De ‘persoon’: Netflix marketeer van het jaar

Ad Age heeft Netflix uitgeroepen tot marketeer of the Year. Het Amerikaanse Adformatie roemt Netflix in de manier waarop het data inzet om aandacht te genereren. ,,Netflix heeft onder mede-oprichter Reed Hastings een case-study neergezet voor de manier waarom data zorgen voor de goede boodschap voor de goede kijker.’’ Het magazine roemt bijvoorbeeld de marketing die niet op marketing lijkt rond de serie ‘Stranger things’. Netflix deed een vier uur durende live-uitzending op het gameplatform Twitch en het maakte een 360 graden video waarbij kijkers middenin de serie zitten. We zullen binnenkort wel een goed ‘Netflixmarketingverhaal’ maken. Het bedrijf toverde kroegen bijvoorbeeld om in Luke’s Diner, het favoriete café van de hoofdrolspelers van Gilmore Girls, puur om fans de kans te geven in de serie te zitten. In deze zaak kreeg je bovendien gratis koffie en op de mokken zat weer een speciale code die toegang gaf tot een bijzonder gedeelte op Snapchat. Met Netflix komt het wel goed, zo lijkt het; het heeft 86,7 miljoen ‘subscribers’ in de hele wereld.

 
 4. De quote: ‘Een goede stap in de richting.’

Dat vindt voedselwaakhond Foodwatch van het feit dat de levensmiddelensector geen stripfiguren meer op de verpakking van ‘ongezonde producten gericht op kinderen’ gaat zetten. Jonge striphelden als de Minions en SpongeBob lijken immers een positieve invloed te hebben op het aankoopproces. Toch had deze club liever een iets strengere overheid in plaats van het aan de sector zelf over te laten. ,,Nu mogen alleen producten die voldoen aan voedingscriteria van de voedingsindustrie reclame maken met kinderidolen. Maar die regels zijn zo slap dat zelfs sommige ijs, frisdrank en chips als gezond worden beschouwd en er dus reclame gericht op kinderen voor gemaakt kan blijven worden. Dat is absurd.’’
Het besluit is genomen door de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). Het Voedingscentrum, de voorlichtingsinstantie van de overheid waarschuwt al een tijdje tegen kindermarketing.

 
5. De Commercial: LINDA TV
Onbegrijpelijk dat het juist LINDA gebeurt. Want wat is het geheim van de content van de fenomenale LINDA-app? Dat het bijna altijd volkomen origineel is en niet lijkt op wat er al is; daarom is het ook zo ongelooflijk populair (257.838 downloads sinds de lancering op 26-10-2015). Blijkbaar werken er op de redactie een paar mensen die de kunst beheersen om met een frisse blik naar de werkelijkheid te kijken. De websoap Bitterzoet, Fred van Leer die kledingtips geeft en A-Soial waarbij BN’rs haat-tweets voorlezen over zichzelf; topcontent!

Op LINDA TV staan vrolijke filmpjes met een kwinkslag en die vooral grappig en origineel zijn. Jammer dat al die creatieve redactiemensen blijkbaar een beetje grieperig waren toen de kerstcommercial in elkaar werd gezet. Want dat is gewoon een moddervette ‘Sky Radio-achtige BN’rs in een kersttrui die doen alsof ze gezellig zitten te eten met elkaar film’. Zonde hoor, wij kunnen zomaar tien beter ideetjes uit de mouw schudden. Jildou mag ons bellen.

http://https://www.youtube.com/watch?v=TKUbaCdoMUE

 
6. Inspirerend: YouTube best bekeken

Het is de tijd van de lijstje. Nou ja inspirerend is misschien overdreven, maar wel belangrijk….Is er nog een rode draad te ontdekken in de best bekeken filmpjes (in Nederland) op YouTube van 2016?
1. CHEE YEE Teoh – PPAP Pen Pineapple Apple Pen 2. Holland’s Got Talent – Nick Nicolai verplettert jury met talent
3. The Late Late Show with James Corden – Adele Carpool Karaoke
4. AVROTROS – O’G3NE – Clown (Beste Zangers 2016)
5. Snapking – Naar bed met zus van beste vriend! (Gaat compleet fout)
6. Dylan Haegens – 10 manieren om uit de klas gestuurd te worden! – deel 2
7. The Voice Kids – Jade & Senna – Samen voor Altijd
8. StukTV – Van A naar B 2.0
9. Snapking – Vriendin wilt seks met beste vriend?!!
10. AVROTROS – Douwe Bob – Slow Down (Eurovisiesongfestival, eerste halve finale)

In ieder geval is daar de definitieve doorbraak van YouTubers als aanjager van miljoenenhits. Het zou flauw zijn om te zeggen dat de smakeloosheid het beste wordt gewaardeerd, maar een beetje jammer dat er geen goede TED-lezing tussenstaat is het wel. Een vage Japanse komiek en instructies hoe je je klas wordt uitgestuurd…tja…het blijft toch even wennen voor de generatie die opgroeide met helden als Gullit, Van Basten, Red Hot Chili Peppers en Theo Maassen, maar ja dat zeiden onze ouders (Hup John Lennon) misschien ook…..

 
7. Het cijfer: 15 miljoen

De best verdienende YouTuber van 2016 is PewDiePie, hij harkte volgens Forbes 15 miljoen US Dollar binnen. Deze Zweed, die eigenlijk Felix Kjellberg heet, heeft inmiddels 50 miljoen abonnees. Bijzonder is trouwens dat hij 100.000 exemplaren van zijn boek verkocht. Op de tweede plaats staat Roman Atwood met 8 miljoen dollar. Volgens Quote is Enzo Knol in Nederland grootverdiener met 350.000 euro per jaar.
Veel boeiender om allerlei redenen is trouwens de discussie die Kjellberg is begonnen over YouTube. Volgens hem heeft YouTube iets veranderd in haar logoritmes waardoor zijn views (en die van honderden collega’s) flink gekelderd zijn. Volgens PewDiePie gaat het vooral om de ‘suggested video’s’ waarmee hij normaal gesproken veel views binnenhengelt. Deze aanbevolen filmpjes leveren volgens de Zweed na november alleen maar oude meuk op en bovendien verschijnen er op de raarste momenten pornosuggesties. ,,What the fuck is going on YouTube?(...) Ik wil mijn publiek niet ophitsen, maar druk zetten op YouTube om deze fout te herstellen.’’ Interessant is dat deze welbespraakte, zakelijke gast zich keihard afzet tegen zijn voornaamste werkgever en het opneemt voor zijn collega’s; daar kunnen voetballers, wielrenners en politici nog een voorbeeld aan nemen.

 
 
Friday, 09 December 2016 | Written by Bas Hakker

Content plannen met hulp van Google

Hoe zorg je het hele jaar door voor waardevolle content op je website en social media-kanalen? Leer van de bedrijven die er al langer hun voordeel mee doen: het HHH-model van Google brengt marketing, publishing (en SEO) samen.

 
Om je website en andere kanalen aantrekkelijk te maken en te houden, maak je als merk natuurlijk een contentstrategie. Daarin leg je de strategische keuzes vast aan de hand van een vaste structuur. Veel bedrijven werken al met zo’n speciale contentstrategie, waarin alle uitgangspunten van het contentmarketingbeleid verankerd liggen. Voor wie nog wel wat hulp kan gebruiken, lees hier de do’s en dont’s.

Wat ga je vertellen?
Wie wat interessants te vertellen heeft, bereikt automatisch meer mensen op social media. Niet alleen wat je zelf vertelt, maar ook wat anderen over je zeggen (bloggers, vloggers, influencers) dragen daar aan bij. Om te voorkomen dat je in het wilde weg content deelt, en de content juist de merkboodschap ondersteunt, leg je dat vast in je contentplan.
Hoe ga je het vertellen?
Niet nieuw meer, maar nog altijd het meest gebruikte (en bejubelde) model om concrete structuur aan te brengen in een contentwirwar is het ‘Hero, Hub, Hygiene-model’ van Google, oftewel: het HHH-model. Oorspronkelijk bedacht en in de zomer van 2014 geïntroduceerd als strategie voor het delen van videocontent op YouTube. Daar viel voor veel bedrijven nog wel wat winst te halen. Het tot dan toe door vloggende tieners gedomineerde platform leverde bedrijven namelijk aanzienlijk minder engagement op. In de Top-100 YouTube-kanalen kwam geen enkel merk voor, terwijl zich onder de populairste 100 Facebook-pagina’s (meeste likes) zeker meer dan tien bedrijven bevonden. Een jaar later staat het er al heel anders voor: kijkers gaan speciaal naar YouTube om naar branded content te kijken. De top 10 trending video’s op YouTube werd in 2014 zelfs volledig gedomineerd door merken. De views van de Top100-merken zijn in datzelfde jaar verdubbeld en het aantal subscribers groeide gemiddeld met 47 procent.

Wat heeft dit te maken met brede contentstrategie? Het HHH-model bleek uitkomst te bieden en werd daarom door veel merken ook gebruikt als leidraad voor hun overall contentstrategie. Het model onderscheidt drie verschillende niveaus die allemaal onderdeel moeten zijn van een gedegen contentplan.



HERO voor de ‘Pow’
HERO-content bestaat uit unieke, grootschalige campagnes. Disruptief, inspirerend, dan wel shockerend, vaak emotioneel of met veel humor. Deze content bezorgt kijkers een ‘pow’-moment. Gericht op activatie en het verhogen van de engagement, specifiek getarget op consumenten van het merk en in de regel gebaseerd op storytelling. Met deze content - die je omnichannel inzet - wil je je merk of een (nieuw) product behorend tot je merk onder de aandacht brengen bij je klanten. HERO-content zet je dan ook onder meer in rondom evenementen, acties, productlanceringen en seizoenscampagnes. Het klassieke voorbeeld dat altijd in één adem wordt genoemd met ‘geslaagde HERO-content’ is de Volvo-reclame met Jean Claude van Damme, die langzaam een split maakt tussen twee rijdende vrachtwagens. De commercial voor de SuperBowl 2015 van Budweiser spreekt ook tot de verbeelding. Of denk nog even aan de tranentrekker van Duitse supermarktketen Edeka van vorig jaar kerst. Overigens kan HERO-content ook alleen op Facebook of andere kanalen worden ingezet.

Niet elk merk beschikt over de budgetten voor de productie van een video. Ook met beperktere marketingbudgetten kan de HERO-content juist worden ingevuld. Het heeft zelfs zijn voordelen: kleiner beginnen betekent wel meer vrijheid, meer snelheid en een korte time-to-market. Met een slimme light-productie, een simpele maar doeltreffende video die viraal gaat, een grote online winactie of een zoektocht naar ‘het nieuwe gezicht voor je food-merk’ kom je er ook.

 
HUB-content produceer je met regelmaat
HUB-content is de content die je met enige regelmaat produceert, de push content als het ware. Doordat het met enige regelmaat wordt ingezet, is dit ook de content die ervoor zorgt dat je kijkers terugkeren voor meer. HUB-content kan misschien nog het beste worden vergeleken met een magazine. En hoe relevanter en nuttiger de HUB-content is, des te meer kom je in gesprek komt met je doelgroep. Deze output kan dus tevens de input voor nieuwe content vormen. De HUB kan bestaan uit een YouTube-kanaal, een blog, een online magazine of de wekelijkse inspiratietips binnen je e-mailmarketingstrategie. In elk geval een vaste plek waar bezoekers regelmatig kunnen kijken of je al iets nieuws hebt geplaatst.

Het eerder besproken food-merk kan binnen deze content bijvoorbeeld kookvideo’s en demo’s inzetten, al dan niet in samenwerking met bekende vloggers en bloggers.

Hygiene content
Als laatste, maar zeker niet het minst belangrijk: de ‘hygiene-content’. Dit wordt de brede basis, de hoeksteen van je contentplan. Doordat je met een regelmatige frequentie (een aantal keer per week of per maand) deze content publiceert, vergroot je je zichtbaarheid en relevantie. Het geeft je doelgroep vaak ook antwoorden op vragen. How to-artikelen, een ‘kijkje achter de schermen’ en reviews behoren tot deze categorie. Niet voor niets wordt de Hygiene-content ook vaak de ‘help’-content genoemd.

Weer even terug naar het food-merk. Binnen deze content kies je er voor regelmatig recepten te delen, achtergrondinformatie ‘á la de Keuringsdienst van Waarde’ te geven, productinformatie tot leven brengen en ingewikkelde kook- of snijtechnieken te demonstreren in een ‘how to’-video. Zo maak je pullcontent van de bovenste plank.

De hygiene content is trouwens ook het type content dat contentmarketing, publishing en SEO dichter bij elkaar brengen. Hoe relevanter, menselijker en gebruiksvriendelijker je namelijk schrijft, des te hoger zet Google je in haar rankings. Dat kon je ook lezen in dit artikel met tips en tricks voor toepassing van SEO. 
 
Waar haal je je nieuws vandaan?
Deze vraag heeft vooral betrekking op je aanpak voor de HUB- en hygienecontent. Je vindt het antwoord op de vraag op de plek waar je zelf iets wilt vertellen, namelijk: op social media en in communities. Volg influencers, trendwatchers in je vakgebied, bekijk social media-analytics en wees zelf actief in community’s. En voorafgaand aan het opstellen van je contentjaarplan een brainstromsessie met andere afdelingen. Ook de afdelingen die minder gelieerd zijn aan de marketingafdeling. Vergeet vooral de customer care-afdeling niet: als er één afdeling is die weet wat er speelt bij je klanten, is deze afdeling het wel.

 
Hoe vertel je het (niet)?
Sceptici beweren dat de grote hoeveelheid beschikbare content haar doel wel eens voorbij zou kunnen schieten in het aankomende jaar. En dat als we in hetzelfde tempo content blijven produceren het straks zijn waarde kan gaan verliezen. Hoe je dat voorkomt? Door te zorgen - waarschuwing voor de enorme open deur - dat jouw content wel waarde biedt. En ‘waarde’ op social media is anders dan voor offline content, bedenk dat ook goed. Met de merkboodschap in een populair jasje steken kom je er niet.
 
Hoe zet je het in?
Het HHH-model moet leidend worden voor al je content. Je moet ermee ondervangen dat de ene persoon in het bedrijf bezig is met een nieuwsbrief voor relaties, terwijl de andere op Twitter en Facebook post over het laatste bedrijfsevenement, zonder dat er een link tussen deze twee is. De ‘contentpiramide’ die voortvloeit uit het HHH-model zorgt ervoor dat contentsoorten in elkaar grijpen en elkaar versterken. Er zijn talloze modellen om zelf content mee in te plannen. Sommige bedrijven bieden een gratis te downloaden contentkalender aan, al dan niet in ruil voor je gegevens. Publiceren moet je dan nog steeds zelf doen. Dat hoeft niet bij Hubspot, een van de populairste (betaalde) contentkalender tools. Het pakket bevat naast de contentkalender ook tools voor social media, blogs, SEO, e-mailmarketing en analytics. Verder is CoSchedule een contentkalender plugin, speciaal voor WordPress en biedt het gratis Google Calender veel voordeel als je met Google Drive en Gmail werkt. Nadeel is alleen dat het publiceren van content hier niet kan worden geautomatiseerd.

 
 
 
 
 
Thursday, 08 December 2016 | Written by Lianne Kooistra

Aasgierengedrag

Tarieven van freelance journalisten en fotografen zijn vaak een schijntje. Maar via een advocaat meteen 530 euro vragen voor een nietszeggend plaatje van een paar folders, zoals Fotopersburo Dijkstra deed, is buitensporig. Aasgierengedrag, vinden we bij frank.news.

 
Weet u wat een persfotograaf van het AD - de op één na grootste krant van Nederland - verdient als hij bij nacht en ontij, door weer en wind een foto voor de krant maakt? 46,50 euro als het voor een regio-editie is en 102,50 euro als het voor de landelijke editie is. Bij de kranten van de NDC, het Dagblad van het Noorden, de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad,  krijgen persfotografen 45 euro en ervaren fotografen een toeslag van 15 euro. Goede fotografen bij NRC of Volkskrant verdienen meer, maar over het algemeen zijn de tarieven geen vetpot.

 
Andere melkkoe 
Sommige fotografen hebben nu een andere melkkoe gevonden: het internet. Daar plaatsen nieuwssites nogal eens foto’s zonder naamsvermelding of zonder toestemming van de fotograaf. In veel gevallen per ongeluk, maar toch; als fotograaf kun je daar behoorlijk aan verdienen, zo laat Fotopersburo Dijkstra zien.

 
Dure vergissing 
Op 25 april plaatste frank.news een verhaal over nieuw onafhankelijk onderzoek naar folderbereik. Een redactiemedewerker zocht een bijpassende foto en vond op internet een foto van een paar folders die uit brievenbussen staken. Geen bijzonder plaatje, maar wel passend bij het verhaal. Hij zag echter de naam van fotograaf Dijkstra over het hoofd en maakte daarmee een dure vergissing, zo bleek een half jaar later.

 
Meteen een advocaat 
Toen ik nog chef bij de krant was, overkwam ons dat wel vaker: een foto plaatsen zonder naamsvermelding. Dan belde de fotograaf in kwestie me op en kwamen we er meestal samen uit. We plaatsten alsnog de foto met zijn naam of betaalden de vergoeding die onze fotografen ook kregen. Dat het ook anders kan, laat Fotopersbureau Dijkstra zien. Geen telefoontje, geen amicaal briefje. Nee, op 7 november komen er meteen een mail en een brief binnen van advocatenkantoor i-ee, gespecialiseerd in portretrecht en auteursrecht.

Volgens juridisch medewerker Linda de Vries heeft haar cliënt schade geleden in de vorm van gederfde licentie-inkomsten en inbreuk op auteursrecht. Bovendien is er tekst over de foto geplaatst - ja, dat gebeurt nu eenmaal op een nieuwssite - en is de foto verminkt omdat hij is bijgesneden – ja, het was nu eenmaal niet zo’n beste foto.

 
Eieren voor je geld 
Frank.news maakte excuses en verwijderde de foto meteen, maar daarmee was de zaak niet afgedaan. Op 9 november kwam de claim: binnen tien dagen 530 euro betalen, anders maken we er een rechtszaak van. Onderbouwd met allerlei jurisprudentie. Na een beetje onderzoek op internet bleek dat i-ee berucht is om dit soort claims en al regelmatig door rechtbanken terecht is gewezen over dit soort absurd hoge bedragen.

Maar de mails bleven komen en mevrouw De Vries haalde de ene na de andere rechtszaak aan om haar claim te onderbouwen. Daar worden directies van uitgeverijen bang van en meestal zwichten ze en betalen. Want je kunt wel naar de rechter stappen, maar als je de zaak verliest moet je ook nog eens de advocaatkosten van de tegenpartij betalen. Die kunnen hoog oplopen, gezien de lange brieven en uiteenzettingen die i-ee stuurt, tegen ongetwijfeld een hoger tarief dan de meeste fotografen betaald krijgen.

 
Nooit meer Dijkstra
Natuurlijk vinden wij bij frank.news dat freelance fotografen eerlijk betaald moeten krijgen en dat je niet zomaar foto’s kunt plaatsen zonder naamsvermelding. Maar vergissen is nu eenmaal menselijk. Even de telefoon pakken en vragen hoe we dit samen kunnen oplossen kost geen enkele moeite. Meteen een advocaat op je dak sturen en absurde bedragen eisen is niet de manier hoe we in medialand met elkaar omgaan. Dat is aasgierengedrag. Dus als een van de media waar ik voor werk ooit nog een fotopersbureau nodig heeft, dan weet ik wel wie ik nooit, maar dan ook nooit meer zal benaderen: Fotopersbureau Dijkstra.

 
Thursday, 08 December 2016 | Written by André Oerlemans

Eindelijk revolutie in onderzoek mediabereik

Het onderzoek naar bereik van Nederlandse media verandert sneller dan ooit. Of het nu gaat om kijk- en luistercijfers, de oplages van kranten en tijdschriften, het bereik van online- en buitenreclame; overal is een golf van vernieuwing aan de gang. Eindelijk gaan we meten wat we kunnen meten.

 
Als je de techniek en de data hebt, gebruik ze dan ook, lijkt de laatste tijd het devies in medialand. Digitalisering is niet meer weg te denken uit het meten van bereik van radio- en tv-zenders, kranten, tijdschriften, online publishers en buitenreclame. Dat bleek onlangs tijdens de MWG-bijeenkomst Update Mediabereiksonderzoeken. Frank.news zet de belangrijkste ontwikkelingen in vijf mediabranches op een rij.

 
 1: NOBO nieuwe online planning-currency
Online reclame groeit als kool, maar wie laat op een betrouwbare manier zien waar we het beste al die banners, displays, pop-ups en reclamevideo’s kunnen plaatsen? Het Nederlands Online Bereiks Onderzoek - kortweg NOBO - zo luidt het antwoord, sinds de VINEX (de Verenigde Internet Exploitanten) op 1 november deze nieuwe standaard voor digitaal bereiksonderzoek lanceerde. Een initiatief van de 20 grootste Nederlandse mediabedrijven. Binnen NOBO wordt het voor het eerst mogelijk om het internetgedrag van personen op alle platformen, cross-device en op detailniveau te meten en te rapporteren. Op 1 januari 2017 kan de mediawereld zich opmaken voor de eerste dagelijkse datarapportages.

 
3-in-1-onderzoek 
Het NOBO-onderzoek combineert drie verschillende onderzoeken. comScore verzamelt via tagging de totaaltellingen van het aantal views en de tijd van het bezoek per app, website, publisher, brand en subbrand. Kantar TNS vormt een onderzoekspanel van 5000 personen en meet hun internetgedrag en bezoek. Bij 2000 mensen wordt extra meetsoftware geïnstalleerd om ook het bezoek aan non-tagged apps, websites en publishers als Google en Facebook te kunnen meten. Kantar TNS integreert de data uit beide bronnen tot een gezamenlijke rapportage over bereik, frequentie en tijdsduur per publisher, brand en device.



Marktplaats de grootste  
 Wat je dan krijgt? Een voorbeeld daarvan is de rapportage van oktober 2016. Die maand trok Marktplaats de meeste bezoekers: 7,5 miljoen. Een bereik van 48,5 procent van de Nederlandse bevolking. De website werd door 4,4 miljoen mensen bezocht via desktop/laptop, door 2,3 miljoen mensen via tablet en door 3,8 miljoen via hun smartphone. Daarna komen Nu.nl (6,1 miljoen bezoekers), NOS (5,1 miljoen), Buienradar (5 miljoen) en het AD (4,7 miljoen).

Gekeken naar selectiviteit per doelgroep scoren bij mannen in de leeftijd 25-54 jaar de sites van SLAM radio (selectiviteitsindex 165), Voetbal International (163) en Quote (160) het hoogst. Bij de vrouwen in die leeftijd zijn dat Blogtoday (selectiviteitsindex 176), Flair (169) en Libelle (167).



 2: NOM koppelt print en digitaal bereik 
NOBO werkt voor zijn online panel samen met het online panel van de Stichting Kijkonderzoek (SKO). Ook het Nationaal Onderzoek Multimedia (NOM) gaat deze data gebruiken in zijn rapportages. Het NOM is sinds 2001 verantwoordelijk voor het leveren van bereikscijfers voor dagbladen en magazines in Nederland. Uitgevers van kranten en magazines nemen hun digitale uitgaves al een tijdje mee in de oplagecijfers, zodat ze de dalende oplages van print kunnen opkrikken. Voor adverteerders is het zaak om inzicht te krijgen in zowel het online als het print bereik.

Het NOM verzamelt nu cijfers over printoplages, maar ook digitale tellingen (censusdata). Doel is om de cijfers uit de NOM Print Monitor te koppelen aan de data over digitaal bereik van het NOBO-panel. Zo ontstaat één bestand waarin het totale bereik van mediamerken in kaart wordt gebracht, ongeacht het platform waarop hun content wordt verspreid. De eerste gecombineerde rapportages moeten medio 2017 verschijnen.

 
Ook bereik huis-aan-huisbladen gemeten
Tot nu toe meet het NOM vooral het bereik van landelijke en grotere regionale media. Vanaf 2017 worden ook huis-aan-huisbladen opgenomen in het reguliere bereiksonderzoek. Over het bereik van regionale en lokale media wordt één keer per jaar de NOM Regio Monitor uitgebracht, in plaats van de huidige tweejaarlijkse publicatie. De grotere steekproef zorgt voor betrouwbaardere cijfers en maakt betere doelgroep metingen mogelijk.

De NOM Print Monitor meet actuele bereikcijfers en wordt vier keer per jaar uitgebracht. Begin 2016 bereikten Nederlandse dagbladen 6,8 miljoen Nederlanders van dertien jaar en ouder en magazines 11,5 miljoen lezers. Dagbladen hadden een betaalde oplage van 2,4 miljoen kranten en verspreiden dagelijks 3,1 miljoen kranten. Magazines hadden een oplage van 12,2 miljoen en verspreidden 19,7 miljoen tijdschriften. Naast deze cijfers wil NOM ook de digitale tellingen gaan publiceren.

 
 3: SKO wil één totaalkijkcijfer 
Ondanks alle technische mogelijkheden en de bergen data die bedrijven als Ziggo en KPN verzamelen, is het Nederlandse kijkonderzoek van de Stichting Kijkonderzoek (SKO) redelijk achterhaald en ouderwets. Nog steeds wordt via kijkkastjes dagelijks bij een panel van 1200 huishoudens, bestaande uit 2700 personen, gemeten naar welke zender en welk programma ze hebben gekeken. Sinds 1 januari 2016 levert SKO ook dagelijkse kijkcijfers over online bekeken programma’s, die ze uit het panel en online tellingen haalt, en sinds juni ook over online bekeken commercials. Via de kijkcijferfabriek wil SKO een model creëren waarin tv-data gekoppeld worden aan online-videodata om tot één totaalkijkcijfer te komen. Een ingewikkeld fusieproces, vertelde vertrekkend directeur Bas de Vos op de MWG-bijeenkomst.

 
Transparant en controleerbaar 
Bij de nieuwe methode komen de online tellingen van comScore, doet Kantar TNS het panelonderzoek en zorgen onderzoeksbureaus GfK en Nielsen dat hieruit één currency voor tv en video ontstaat. Momenteel wordt het nieuwe systeem uitgebreid getest. In het eerste kwartaal van 2017 moeten de eerste gecombineerde rapportages verschijnen. Doel van SKO is om transparant en controleerbaar te meten wie er nu echt zit te kijken naar al die online programma’s en commercials en in de toekomst echte crossmediale cijfers te kunnen brengen.

 
Publiek opbouwen 
De fusie van onderzoeken moet meer inzicht geven over de overlap tussen tv en online bereik. Momenteel kijken mensen gemiddeld zo’n 120 minuten per maand online tv. In de leeftijdscategorieën 13-19 en 20-34 is dat aandeel het grootst en bedraagt het enkele procenten van de totale kijktijd. SKO laat zien hoe je per programma het extra aandeel van online en uitgesteld kijken kunt toevoegen.



Nieuwe planningtool 
Voor mediaplanners komt er een nieuwe planningtool waarin ze kunnen kiezen voor GRP’s op tv, online video of een combinatie van beide. Groot probleem blijft volgens De Vos dat er nog steeds geen integratie is tussen kijkonderzoek en data management platforms met online data en tv-data, zoals van Ziggo en KPN. Voor een echt goed onderzoek is dat wel een vereiste, stelde hij.

 
Netflix-abonnees kijken meer tv 
In het kijkonderzoek wordt tegenwoordig ook video on demand meegenomen. Twijfelachtig, omdat op Netflix of HBO geen reclame wordt uitgezonden. Wel is het zo dat mensen met een Netflix-abonnement vaker lineair tv kijken, zo blijkt uit onderzoek. Een aardig nieuwtje in een tijd dat het lineair tv-kijken afneemt. De VOD-dienst wordt het meest bekeken op zondag en door de doelgroep 25-34 jaar .



 4: Luisteronderzoek op de schop  Radio bereikt wekelijks 90 procent van alle Nederlanders van tien jaar en ouder. Het National Luister Onderzoek dat hun luistergedrag meet gaat in 2018 op de schop. Dat dit onderzoek sinds de jaren ’60 niet noemenswaardig is veranderd, is eigenlijk te gek voor woorden. Nog steeds vult een steekproef van 10.000 luisteraars wekelijks een dagboekje in. Daarin schrijven ze achteraf naar welke radiozenders ze die week hebben geluisterd. Ook al is dat radiolog veranderd van een soort kalender in 1967 naar een weekrooster in 2003 en naar een digitale app op de smartphone anno 2016; het blijft een vorm van actief meten, waarbij veel ‘vervuiling’ van data optreedt.



Samen met Finland, de Baltische Staten, Turkije en Polen (deels via dagboek) is Nederland een van de weinige landen in Europa waar nog op deze manier gemeten wordt. Het merendeel van de landen hanteert een systeem waarbij luisteraars elke dag telefonisch gevraagd wordt naar welke zenders ze gisteren hebben geluisterd.

 
Voorloper in passief meten 
Het nieuwe systeem gaat vanaf 2018 het luistergedrag passief meten. In plaats van luisteraars achteraf vragen naar welke zender ze hebben geluisterd, wordt hun luistergedrag per minuut geregistreerd. Dat gebeurt via een elektronische meter die luisteraars als een horloge, pager of app op hun smartphone bij zich moeten dragen. Of ze dat ook doen wordt gecontroleerd.

Deze nieuwe methode maakt het mogelijk om wekelijks te rapporteren en ook online live-radio te meten, inclusief de advertenties, zelfs programmatic en lokale advertenties. Volgens Frans Kok van de Stichting Nationaal Luister Onderzoek (NLO) verandert met dit systeem de definitie van radioluisteren ‘van geluisterd volgens de respondent naar technisch hoorbaar voor de meter’. Met dit nieuwe systeem loopt Nederland samen met landen als Zwitserland, IJsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen voorop in Europa.

 
Eerst testen 
In september heeft NLO via een zogeheten ‘Request for Proposal’ (RpF) onderzoeksbureaus

uitgenodigd om voorstellen voor de nieuwe methode in te dienen. Begin 2017 wordt een bureau gekozen en 2018 wordt het nieuwe onderzoek geïntroduceerd. In de tussentijd wordt alles getest en wordt er proefgedraaid. ,,Zorgvuldigheid staat voorop,” stelt Kok.

Zo worden diverse apps van aanbieders als GfK, SoundAware en Ipsos bekeken. Nu al blijkt dat de meter voor 16 procent extra batterijverbruik zorgt als gekozen wordt voor een app op de smartphone en dat er actief panelmanagement en een technische helpdesk nodig zullen zijn.

 
 5: Buitenreclameonderzoek telt meer fietsers 
Het bekroonde buitenreclame-onderzoek wordt sinds 2009 uitgevoerd in opdracht van JIC Buitenreclame. Het onderzoek naar het bereik van de 85.000 reclameobjecten leunt zwaar op verkeers- en passantentellingen. JIC is met diverse updates bezig. Zo werkt het sinds oktober met nieuwe verkeerstellingen van het CBS onder 40.000 respondenten. Daaruit blijkt onder meer dat in grote steden het fietsverkeer sterk is gestegen en dat er 10 procent meer passanten  langs OHH-objecten rijden.

 
Pilot met Travel App 
Een ander belangrijk onderdeel is verplaatsingsgedrag, dat JIC via GPS-metingen onder 2500 deelnemers en online web-mapping door 8500 respondenten in kaart brengt. In oktober en november is het gestart met een pilot waarbij een Travel App het verplaatsingsgedrag nog nauwkeuriger en per modaliteit meet. In februari 2017 volgt een regionale pilot en als die succesvol is wordt de app landelijk uitgerold.

Uiteraard moeten al die voorbijgangers de reclame ook daadwerkelijk bekijken. Het model voor zichtbaarheidsonderzoek dat JIC gebruikt om dat te meten wordt herijkt en aangepast aan het Nederlandse straatbeeld, onder meer voor fietsers, A0-formaten, reclamemasten langs snelwegen en voor de verschillen tussen drukke stedelijke en stille landelijke plekken. Daarbij worden ook onderzoeksresultaten uit Finland, Zweden en de UK meegenomen.
Wednesday, 07 December 2016 | Written by André Oerlemans

Kerstcommercial van LINDA.tv

Productiebedrijf Big Shots produceerde de kerstcampagne van LINDA.tv, een videoclip waarin alle LINDA-sterren een (bijzondere) variant op het nummer ‘Jingle Bells’ ten gehore brengen.

 
Naast Linda de Mol zijn echte LINDA-helden als Fred van Leer, Arie Boomsma, Bobbi Eden, Bastiaan van Schaik en de onvermijdbare Leco van de partij. In nauwe samenwerking met de redactie van de succesvolle app heeft de regisseur een clip ontwikkeld die de komende weken online, via de LINDA.tv app en op tv te zien zal zijn. Het is de eerste keer dat LINDA.tv een tv-commercial uitbrengt en tevens de eerste grote videocampagne.

De video is vanaf 7 december online en op tv te zien:

https://youtu.be/TKUbaCdoMUE

 
Wednesday, 07 December 2016 | Written by Bas Hakker

By accepting you will be accessing a service provided by a third-party external to https://www.candidplatform.com/

Be Candid,
it’s contagious.

Candidness is the quality of speaking with
honesty and authenticity. Our Candid editorial
team shares stories that matter on media, data,
marketing, creativeness and technology.