Candid. Platform
for growth.

Het geheim van de Spotify playlists 

Muziekdienst Spotify maakt een ongekende groei door, ten koste van radiozenders en platenlabels. Onafhankelijke artiesten vinden via Spotify een miljoenenpubliek. Het succes is vooral te danken aan de razend populaire playlists. De algoritmen daarvoor werken nagenoeg perfect. 

 
Spotify bereikte in september de mijlpaal van 40 miljoen betalende gebruikers. Daarnaast gebruiken miljoenen mensen de gratis versie met advertenties. De cijfers hebben Spotify zelf ook verrast, kopt Adweek. De motor achter de groei is de wekelijkse playlist Discover Weekly.

Matt Ogle is de bescheiden man achter de Spotify playlists. Hij kwam met het idee om gebruikers een lijst met nummers te sturen gebaseerd op hun eigen muziekvoorkeur. En hij ontwikkelde de algoritmen om de persoonlijke afspeellijsten samen te stellen.

 
Algoritmen als succesfactor
Social media als Facebook en Twitter gebruiken algoritmen om de volgorde te bepalen van posts die je ziet. Het gevolg: vaak onbegrijpelijke keuzes en boze gebruikers. Machines moeten zulke keuzes niet maken, dat moeten mensen doen, is de reactie. Bij Spotify gaat dat anders.

„We hebben lange tijd gedacht dat mensen superieur zijn aan algoritmen,” zegt Bob Lefsetz, auteur van de Lefsetz Letter, een nieuwsbrief over de muziekindustrie. „Wat wij hebben vastgesteld is dat de algoritmen van Spotify verbazingwekkend precies zijn.”

 
Poëzie
De 36-jarige Matt Ogle is al zijn hele leven bezig met het online vinden van dingen die emotie oproepen. Hij groeit op in Canada en studeert Engels en Computerwetenschap aan de Universiteit van Alberta. Hij houdt van poëzie en heeft een online nieuwsbrief die dagelijks een gedicht aanbeveelt. „Veel van mijn werk gaat over het oproepen van emoties met eenvoudige dingen die je online vindt,” zegt hij tegen Bloomberg Businessweek.
Na zijn afstuderen in 2004 gaat Ogle in Londen werken voor last.fm, een Britse online radiosite die suggesties geeft voor bands, songs en concerten. Wie naar deze song luisterde, luisterde ook naar die. Dat soort adviezen. Last.fm was er in die tijd een voorloper mee.

 
Drinkify
In 2011 begint hij een kantoor in Londen voor Echo Nest, een Amerikaans online muziekbedrijf, waar hij voor het eerst met algoritmen gaat werken. Drinkify is zijn creatie waarmee hij bands verbindt aan bepaalde cocktails. Je tikt de naam van de band in en de site vertelt je welke drank erbij hoort. In de media wordt het een hit, maar Ogle stopt ermee, omdat hij vreest dat winst maken met alcohol problemen gaat geven.

Zijn volgende project - een social netwerk over muziek - mislukt, omdat hij het ontwerpt voor de PC, net op het moment dat zijn doelgroep massaal overstapt op de smartphone. Het gebeurt vaker in de tech-wereld: een opeenvolging van mislukkingen waarna iemand uitgroeit tot een wereldspeler van formaat.

 
Zieltogende Discoverpagina
In 2014 komt Echo Nest in handen van Spotify. Ogle krijgt de opdracht zich te buigen over de zieltogende Discover-pagina waar je muziek kan kiezen. Een schamele 3 procent van de bezoekers maakt er dan gebruik van.

Ogle zet in op een playlist die gebruikers elke maandag krijgen als cadeautje aan het begin van de week. Het team kiest voor een mix van voor de luisteraar bekende en onbekende tracks.

 
Succes veroorzaakt crash database
De Discover Weekly playlist die in juli 2015 van start gaat, is zo succesvol dat de database in Zweden het nauwelijks aankan. Keer op keer bellen Zweedse collega’s Ogle uit bed, omdat de site op crashen staat. Op een maandag in september 2015 gaat het mis. Het duurt ruim een dag voordat de playlists weer bereikbaar zijn.

In drie maanden spelen Discover-gebruikers meer dan een miljard nummers af. Sindsdien is Spotify uitgebreid met nieuwe playlists. Sinds augustus 2016 brengt Release Radar elke vrijdag nieuwe tracks die passen bij je muziekvoorkeur. Sinds kort is er ook een dagelijkse afspeellijst Daily Mix met veel nummers die je al kent. Daily Mix is meer gericht op comfort en minder op ontdekken.

 
Nieuwe Spotify sterren
Net zoals radioshows nieuwe artiesten lanceren, doen de Spotify Playlists dat ook. Alleen is het niet de persoonlijke voorkeur van de DJ, maar speelt de lijst nadeloos in op de voorkeur van de gebruiker. Onbekende artiesten krijgen ineens een miljoenenpubliek.

Neem Mike Perry die aan de lopende band werkte bij Volvo in Zweden en ervan droomde een beroemde DJ te worden. ’s Nachts trok hij zich terug in een studio en produceerde songs, tot zijn dertigste zonder succes. Toen kwam zijn track ‘The Ocean’. Social media stonden vol met een Spotify-link naar de song. Perry zegde zijn baan op en ging die zomer toeren door Europa. Nu heeft hij ruim vijftien miljoen maandelijkse luisteraars op Spotify. „Het opende zoveel deuren voor mij,” zegt hij terugkijkend in Bloomberg Businessweek.
 
Vergelijking van geluidsgolven
De algoritmen bij Spotify werken in wezen niet anders dan bij social media. De muziekdienst verzamelt statistieken over de luistergewoonten van gebruikers, kijkt welke muziekkeuzes bij elkaar passen en stelt zo een lijst samen, vat mobileworldlive de werkwijze samen.

Voor de Release Radar playlist vergelijken audio-analisten beelden van de geluidsgolven van nieuwe muzieknummers met die van de favoriete tracks van een luisteraar. Het is wis- en natuurkunde, al komt het bij sommige mensen over als pure magie.

Bijzonder is dat die lijsten zo goed werken, dat luisteraars blij verrast zijn door de keuzes en alleen maar nog meer Spotify willen. Niets te klagen dus over algoritmen. Het blijft de natuurlijk vraag of algoritmen ook in andere gevallen, zoals bij het rubriceren van journalistieke teksten, ooit zo doeltreffend kunnen zijn.

Spotify weet mensen aan zich te binden. Veel gebruikers zijn niet alleen fan van Weekly Discover, ze zijn er verslaafd aan. Gewoon omdat het leuk is. Het einde van de groei is nog niet in zicht.
Monday, 17 October 2016 | Written by Ralph Rozema

Trump en Clinton voeren verkiezingsstrijd op social media

Van Snapchat, Facebook tot YouTube: social media zijn niet meer weg te denken bij de verkiezingen. Was 2012 het Amerikaanse verkiezingsjaar van Twitter, 2016 kan wel eens het jaar van Snapchat worden.

 
Donald Trump pakt rond het eerste verkiezingsdebat voor het eerst groots uit met Snapchat. En met succes. Miljoenen mensen klikken op het filter van Trump met de tekst DONALD J. TRUMP vs CROOKED HILLARY.

Filters op Snapchat – het zijn in feite augmented reality frames - veranderen de video’s of foto’s die je hebt geupload. Mensen krijgen gekke oren, ze spugen een regenboog uit of er komt tekst over de video heen. Het filter van Trump laat tekst en vuurwerkbeelden zien.

 
Millennials kunnen de doorslag geven
Hillary Clinton was al eerder actief op Snapchat. Zij kwam tijdens de Democratische Conventie met een filter dat alleen in de omgeving van de bijeenkomst te gebruiken was. Trump is de eerste politicus met een filter dat nationaal te zien is. Het heeft hem waarschijnlijk enkele honderdduizenden dollars gekost, meldt magazine Politico. Maar Trump kiest niet voor niets voor het medium waar vooral millennials op zitten. Het is een moeilijk bereikbare groep die bij de verkiezingen de doorslag kan geven.

Jongeren op Snapchat reageren massaal op de politieke strijd en dat doen ze vooral met bestaande filters. Je ziet Clinton en Trump afgebeeld als hertjes, met rare oren en andere vervormingen. Politiek blijft het aan de oppervlakte.

De verkiezingsstrijd op Snapchat komt nu goed op gang. Op andere social media zijn de kandidaten al langer actief. Trump heeft de meeste volgers op Facebook en Twitter. Clinton loopt voor op Youtube. Hieronder een overzicht per social medium.

 
Trump wint op Twitter
Trump (@realdonaldtrump) begon de campagne met vier miljoen volgers en heeft er inmiddels ruim 12 miljoen. Clinton (@hillaryclinton) begon met rond één miljoen en heeft er nu ruim 9 miljoen. Trump verstuurde ruim 33.000 tweets; Clinton zo’n 9.000.

Terwijl Trump veel harde meningen geeft, komt Clinton vaker met argumenten. Trump maakt Clinton voortdurend belachelijk, ook met humor. Clinton is Crooked Clinton, CNN staat voor Clinton News Network en zo gaat het door. Clinton pakt Trump aan omdat hij jarenlang geen belasting zou hebben betaald.

Aanvankelijk is Trump de enige met krachtige oneliners. Maar Clinton volgt snel. Als Trump kritiek uit op Obama, slaat zij hard terug:  Delete your account.  Die zin wordt 482.000 keer geretweet. Het is de meest gedeelde tweet in de campagne, concludeert The Wall Street Journal.

Trump is het grootst op Twitter en slaagt er goed in zo mensen naar zijn optredens te trekken. „Niemand komt zelfs maar in de buurt van Trump als het gaat om Twitter,” zegt onderzoeker Michael Cornfield van de George Washington University in USA Today.
 
Micro-targeting op Facebook
Trump heeft op Facebook 11 miljoen likes tegen 6,7 miljoen voor Clinton. Door de algoritmen krijgt niet iedereen op Facebook de posts te zien. Je moet daarvoor ook iemand volgen of vrienden zijn.

De grote trend op Facebook is micro-targeting. Net zoals bij gewone advertenties worden politieke ads steeds meer op de gebruiker afgestemd. Trump gaat daar het verst in. Zijn team verspreidde in augustus advertenties op Facebook die gebruikers leidden naar 100.000 verschillende webpagina’s, elk afgestemd op een ander kiezerssegment. Dat zegt Brad Parscale, digital director bij Trump, tegen The Wall Street Journal.

Facebook staat adverteerders toe om data in te pluggen van andere partijen, bijvoorbeeld over aankopen die gebruikers hebben gedaan. Op die manier kunnen ook politieke ads specieker op gebruikers worden gericht. Het gebeurt, maar roept veel vragen op over privacybescherming; het is onduidelijk hoe dat is geregeld.

Ook Clinton gebruikt micro-targeting op Facebook. Maar een campagnemedewerker relativeert het belang ervan. „De kandidaat moet allereerst een goede message hebben. En targeting kan nooit zo krachtig zijn als een gesprek met vrienden of buren.”

 
Clinton vooraan op Youtube
Clinton heeft op YouTube bijna 79.000 volgers en 25 miljoen views. Bij Trump zijn dat 62.000 volgers en 15 miljoen views. Trump presenteert zijn YouTube kanaal met een vette headline: ‘Trump won the Debate’. Clinton opent met een bekend campagnefilmpje: kinderen die kijken naar Trump die zegt dat hij op Fifth Avenue iemand kan doodschieten zonder een stem te verliezen.

 
Kiezersregistratie via social media apps
Social media zijn steeds meer hét platform voor de kandidaten. Televisie heeft steeds meer het nakijken. De social media bieden ook de mogelijkheid om je te registreren als kiezer. Bij Facebook en Twitter kan dat en sinds kort ook bij Snapchat, meldt magazine Mashable. Handig voor jongeren die Election Day anders zouden vergeten.

De deelname aan de verkiezingen van de leeftijdsgroep tussen 18 en 34 jaar is in de VS traditioneel laag. In 2012 bracht 46 procent van de millennials die mochten stemmen hun stem uit, blijkt uit onderzoek van Pew Research Center.
Snapchat wil het jonge mensen gemakkelijker maken om te stemmen. Gebruikers krijgen video ads te zien op het Discover-kanaal van Snapchat die verwijzen naar een mobiele pagina voor kiezersregistratie.

 
De macht van social media
De oproepen om te gaan stemmen zijn neutraal, maar beïnvloeden de uiteindelijke verkiezingsuitslag. The Washington Post deed onderzoek naar de invloed van Facebook. „Facebook drijft grote aantallen mensen naar de stemlokalen. De meesten van hen stemmen waarschijnlijk Democratisch,” stelt de krant vast.

Sommigen relativeren de macht van social media, zoals politicoloog Larry Sabato van de University of Virginia in USA Today. Want hoeveel volgers de kandidaten ook hebben, alleen al tijdens de primaries gingen meer mensen naar het stemlokaal: in totaal 28 miljoen (13 miljoen voor Trump; 15 mijoen voor Clinton). In november doen naar schatting 135 miljoen kiezers mee.
Thursday, 06 October 2016 | Written by Ralph Rozema

What makes you click

In de rubriek Franky beschrijven redacteuren van Frank.news hun eigen, persoonlijke media-ervaring. Vandaag Ralph Rozema over de onthullende documentaire What makes you click. 

 
What makes you click gaat over de vraag waarom mensen wel of niet klikken op een site en hoe bedrijven dat met behulp van onderzoek kunnen beïnvloeden. De makers van de docu spreken van het grootste psychologische experiment ooit.

Elke dag worden zo’n miljard mensen op internet getest. De meesten van ons zijn zich er nauwelijks van bewust, maar als je op internet zit, maak je deel uit van een gemeenschap van proefpersonen en worden je gedragingen onderzocht met als doel: je nog vaker te laten klikken en je op een site vast te houden.

 
A/B testen
Dat gebeurt via A/B testen en een analyse van de data die bezoekers achterlaten. Bedrijven bieden daarvoor verschillende versies van hun site aan en kijken hoe mensen reageren. Vaak gaat het om kleine verschillen: denk aan een andere koptekst of kleur. Zo weten we dat mensen minder snel op rode letters klikken dan op groene. En dat kan flink uitmaken in aantal views en conversies.

 
Booking.com
Neem booking.com, een van oorsprong Nederlands bedrijf. Op het kantoor in Amsterdam zijn honderden mensen bezig met het online testen van hun klanten. CMO Pepijn Rijvers vertelt in de docu hoe groot het A/B testen is geworden. ,,Wie een kwartier op onze website rond browst, is misschien wel onderdeel geweest van veertig experimenten.”

Het gaat om subtiele verschillen, die kunnen bepalen of een klant wel of niet een kamer gaat boeken. ,,Denk aan de boekingsknop. Werkt die nu beter als er wel of geen wit randje om staat?,” aldus Rijvers.

 
Persuasion
Persuasion is het sleutelwoord. Steeds meer bedrijven hebben persuasion officers in dienst. Het bedrijfsleven lijkt bij het onderzoek mijlenver voor te lopen op overheid en wetenschap. Onthullend en verbazingwekkend hoe ver het allemaal is. Ook met een stevige kritische noot, want willen we dit allemaal wel? De documentaire (45 minuten) is terug te zien bij op de site van Tegenlicht van de VPRO.

 
Wednesday, 05 October 2016 | Written by Ralph Rozema

Prijswinnende Guardian buigt hoofd voor Facebook

Het geldt als een succesverhaal: een Britse krant die uitgroeide tot digitaal medium in de wereldtop. The Guardian kwam in de spotlights door de Snowden-onthullingen. Joris Luyendijk schreef er zijn blog over bankiers. Nu vallen er ontslagen. „We verliezen de strijd met Facebook,” zegt CEO David Pemsel.

 
De kroon op het wereldwijde succes van The Guardian is de Amerikaanse tak, schrijft CNN Money. De krant bestaat in Engeland 195 jaar, maar de Amerikaanse tak begint pas in 2011. Vanuit het niets komt The Guardian in de top vijf van digitale krantenplatforms in de Verenigde Staten. Het nieuws en de onderzoeksjournalistiek slaan aan. In oktober 2014 krijgt The Guardian zelfs meer unieke bezoekers dan The New York Times.

 
Facebook en Google
Maar de advertentieopbrengsten lopen terug. Begin 2016 kondigt het bedrijf bezuinigingen aan: in drie jaar tijd moeten de kosten met 20 procent omlaag. In Engeland zijn inmiddels 270 werknemers vertrokken; nu is de VS aan de beurt. De news rooms in New York, Washington en San Francisco zullen blijven bestaan, maar moeten met honderd man (dat is 30 procent) inkrimpen.

De top van de Guardian Media Group wijst naar de dominantie van de techgiganten. Facebook en Google slurpen steeds meer advertenties op. „Wij zijn een sterk merk, maar de verschuivingen op de digitale advertentiemarkt raken onze inkomsten hard,” schrijft CEO Pemsel in een memo aan het personeel dat is gepubliceerd in The Huffington Post.
 
Vooraan bij de innovatie
In het boek Innovators in Digital News’ (2015) noemt mediaonderzoeker Lucy Küng The Guardian als voorbeeld van succes: hoe een nationale krant kan innoveren en in korte tijd in de wereldtop kan komen. Global, open, digital, is het devies.

De krant kondigt in 2011 een ‘digital-first strategy’ aan. De redactie stelt vanaf dan niet meer print, maar digitaal centraal. De digitale platforms moeten de reader engagement vergroten en ruimte geven voor commerciële partijen. Er komen investeringen voor brand marketing.

 
Van print naar digital first
Een digitale krant maken is één ding, een bestaande redactie van een papieren krant omvormen is een stuk ingewikkelder. „Er moet een nieuw team komen dat visueel is ingesteld, met technici die de codes voor de website schrijven,” zegt een medewerker.

Uiteindelijk ontstaat een nieuwe organisatie. Redactie en technische staf zitten bij elkaar. Door de korte lijnen kunnen redacteuren en technici snel overleggen over digitale tools en hoe ze de user experience kunnen verbeteren.

In 2013 is theguardian.co.uk de op één na grootste nationale news website. Maar belangrijker: wereldwijd staat The Guardian op de derde plaats na de Daily Mail en The New York Times. De buitenlandse bezoekers vormen nu tweederde van het totaal. Het is ook voor adverteerders een aantrekkelijk publiek: jong, Engelstalig, liberaal en digital connected.

 
Prestigieuze prijzen
De Guardian krijgt niet alleen veel lezers, maar wint ook grote prijzen. De krant krijgt een Pulitzer Prize (de belangrijkste Amerikaanse journalistieke prijs) voor de onthullingen over de inlichtingendienst NSA op basis van documenten van Edward Snowden. De NSA-onthullingen stuwen de lezersaantallen omhoog. Op één dag in 2013 bezoeken zeven miljoen mensen de site.

Vorig jaar won de krant meerdere awards voor de verslaggeving over fatale schietpartijen in de VS waarbij de politie was betrokken. De berichtgeving over politiemisbruik in Chicago viel op in de Amerikaanse editie.

Een bekende Nederlander die voor The Guardian schrijft is Joris Luyendijk. Hij schreef er zijn blog over de bankiers in de Londense City. En schrijft nog steeds artikelen, zoals onlangs over de Brexit.

 
Wereldwijde strategie
Het doel van The Guardian is om uit te groeien tot een ‘leading global news and media brand’ met kantoren verspreid over de wereld. Naast de Amerikaanse tak volgt in 2013 een digitale editie voor Australië. The digitale krant profiteert van de enorme Engelstalige markt: ook in Canada en India wordt de site gelezen.

Maar op de lange termijnstrategie komt ook kritiek, omdat de online content gratis is. Het idee is dat met zoveel lezers en prestigieuze verhalen de adverteerders wel zullen aansluiten. Dat blijkt maar ten dele het geval.

Die digitale content moet haast wel gratis zijn, omdat The Guardian concurreert met de BBC, die de grootste gratis news site ter wereld heeft.

 
Branded content
Native advertising moet bijdragen aan de oplossing. In 2013 wordt een branded agency opgericht, de Guardian Labs. In 2014 komt het tot een grote deal met Unilever van ruim een miljoen euro voor het maken van een interactieve en cross-media content en het organiseren van live events.

De krant houdt vast aan de lange termijnstrategie: met kwaliteitsjournalistiek een enorm publiek bereiken. „Wij gelden als het sterkste news brand in ons land,” zegt managing director Anna Watkins van Guardian Labs in 2015 tegen Digiday. „Dat willen we niet ondermijnen. Streven naar winst op de korte termijn, is niet goed voor ons.”

 
Sterk merk alleen is niet voldoende
Maar de strategie levert te weinig inkomsten op. De bedoeling was om in 2018 kostendekkend te zijn. Het is de vraag of dat met het afhaken van adverteerders haalbaar is.

In het memo dat in de Huffington Post staat, schrijft CEO Pemsel: „Bedrijven als Facebook en Google groeien in dominantie. Volgens sommige schattingen gaat 85 procent van de digitale advertentieopbrengsten rechtstreeks naar hen. Het is onvermijdelijk dat zulke aardverschuivingen in het businessmodel onze inkomsten negatief beïnvloeden ondanks het sterke merk The Guardian.”

Die 85 procent lijkt aan de hoge kant. Uit onderzoek uit 2015 van eMarketer blijkt dat 44 procent van alle digitale advertentieopbrengsten naar Facebook en Google gaan, meldt Forbes. Maar het doet niets af aan de trend.

Medewerkers van The Guardian voelen zich overvallen door de inkrimping. Het doek valt niet, maar op de redactie komt het hard aan, vertelt één van hen. Het blijkt onvermijdelijk: de digitale krant maakt een knieval voor de techbedrijven.
Monday, 03 October 2016 | Written by Ralph Rozema

Hoe CNN miljoenen millennials aan zich bindt

De wereldwijde nieuwszender CNN gaat steeds meer digitaal. En met succes, want het internetkanaal Great Big Story weet miljoenen jongeren aan zich te binden. Hoe kan dat? CNN, daar kijken toch alleen maar vijftigplussers naar?

 
„We horen veel over BuzzFeed, Vice en Vox. Zij zijn allemaal goed,” reageert CNN Worldwide President Jeff Zucker tegen TVNewser. „Maar wie bereikt de millennials? Dat is CNN.”

Het mediabedrijf lanceerde oktober vorig jaar internetplatform Great Big Story. Een verhaal verteld in een video van enkele minuten, aangrijpende onderwerpen, professioneel gefilmd. Als je het voor het eerst aanklikt, weet je soms niet wat je ziet.

 
Gemiddelde leeftijd: 27 jaar
De cijfers zijn indrukwekkend. Het eerste half jaar krijgt Great Big Story veertig miljoen views per maand, melden Adweek en CNBC. De gemiddelde leeftijd van de 6,2 miljoen fans is 27 jaar, een doelgroep die lastig te bereiken is. Per video zijn er gemiddeld 730.000 views en 22.000 shares. Zo’n 80 procent van de views is op de smartphone.

Het contrast met het televisiekanaal van CNN kan nauwelijks groter zijn. Daar is de gemiddelde leeftijd van de kijkers 61 jaar. Het tv-station werd ooit groot door de live verslagen. Miljoenen kijkers volgden zo de oorlogen in Irak. Verslaggevers van CNN stonden er bovenop.

Maar het tv-kanaal trekt geen jongeren meer aan. Er is ook kritiek op de vele herhalingen. CNN TV mist de sprankelendheid van het begin in de jaren ‘80.

 
Korte documentaires
Great Big Story, een onafhankelijke tak binnen CNN, moest de millennials weer terug brengen. Maar dat het zo’n vaart zou lopen, hadden ze bij CNN zelf ook niet gedacht.

De video’s hebben de stijl van tijdloze documentaires en staan daarmee los van het harde nieuws, waarmee CNN groot is geworden. „De nieuwe aanpak trekt wereldwijd kijkers aan en vormt een perfecte aanvulling op ons andere werk,” zegt Zucker.

De stories gaan over mensen of plekken. Een kijkje in een verlaten Russisch mijndorp. Over het immense natuurmuseum van het Smithsonian Institute. Of over een koorddanser die in de Alpen tussen bergtoppen in de lucht balanceert.

https://www.youtube.com/watch?v=TSfGS7rv3co

 
Concurrentie met Vice
Great Big Story concurreert met Vice, dat andere videoplatform voor jongeren. Maar er zijn grote verschillen. Vice is meer gericht op nieuws en komt met spraakmakende documentaires over IS of dwangarbeiders in Polen. De filmstijl bij Vice is beweeglijk, de beeldmontage is ruw.

De items van Great Big Story zijn meer gepolijst, in de korte documentaire stijl van tv, met beelden die emotie oproepen, met muziek die de kijker de story intrekt. Great Big Story lijkt te kiezen voor meer mainstream dan Vice. Beide benaderingen doen het goed bij millennials.

Naast CNN en Vice is ook BuzzFeed in video gestapt. Gericht op een vergelijkbare jonge doelgroep. Bij Great Big Story zien ze dat niet als een probleem. „Wij denken dat er naast hun audiences veel meer kijkers te bereiken zijn,” zegt medeoprichter Chris Berend in Digiday UK.
 
Branded content als verdienmodel
Great Big Story draait financieel op branded content. Geen advertenties rond een videoclip, want dat leidt tot irritatie. Wel branded video’s die iets toevoegen voor de doelgroep.

In het eerste half jaar kwam de branded content van twee bedrijven: General Electric en HP (Hewlett Packard Company). HP sponsorde een achtdelige videoserie ‘The Dreamers’ over mensen die bepaalde technologie gebruiken. Het merk HP is nauwelijks aanwezig. In één van de branded video’s wordt HP alleen als bron voor de data genoemd.

 
Hewlett Packard Enterprise
In een video over het regenwoud is de sponsortekst (‘A Great Big Story by Hewlett Packard Enterprise’) even in beeld. Je ziet dieren sluipen door de jungle. Een natuurbeschermer vertelt over verborgen camera’s en hoe je de big data daarvan goed kunt verwerken. In twee minuten video noemt ze twee keer de naam van het bedrijf. Voor de rest zijn het gewoon mooie en informatieve beelden. Branding moet subtiel, is de gedachte, anders is de jonge audience verdwenen.

Branded content is overigens niet nieuw voor CNN. Het bedrijf heeft sinds ruim een jaar een in-house branded content studio. Sinds augustus 2016 is CNN International daarvoor een samenwerking aangegaan met Sharethrough. Digital advertising levert nu 28 procent van CNN’s advertentie-inkomsten. Dat zal de komende vijf jaar naar verwachting doorgroeien tot 50 procent.

 
Snapchat Discover
Los van Great Big Story bereikt CNN veel millennials via Snapchat Discover. Op het Discover-kanaal van Snapchat zijn video’s te zien van ruim twintig geselecteerde partners, waaronder CNN, BuzzFeed en Vice.

Via Snapchat Discover brengt CNN breaking news, politieke en entertainment stories. Er is een speciaal Snapchat-team voor opgericht. „We zijn blij met het design van Discover,” zegt Samantha Barry, hoofd social media bij CNN Worldwide. ,,Er ligt nadruk op content en headlines. Dat werkt prima voor ons.”

Uit een studie in opdracht van Variety blijkt dat 47 procent van de Snapchatters in de VS dagelijks Discover bezoekt. 30 procent zegt de app zelfs te gebruiken voor nieuws over de presidentsverkiezingen. BuzzFeed wordt het meest bekeken (54% van de ondervraagden). CNN scoort 24%, Cosmopolitan 24%, National Geographic 20% en Vice 11%.

 
Take me There
CNN heeft grote ambities voor de toekomst. Naast meer video’s voor internet en social media komt Great Big Story met Virtual Reality. De VR-serie ‘Take me there’ moet kijkers gaan onderdompelen in uitzonderlijke milieus, van Hawaii tot de onderwaterpyramides bij de kust van Japan.

Veel Nederlanders zijn CNN uit het oog verloren. Maar het mediabedrijf lijkt terug van weggeweest.

 
Friday, 23 September 2016 | Written by Ralph Rozema

Nieuwe politieke media zetten Facebook naar hun hand

Een nieuwe groep politieke media maakt in de VS furore op internet. Ze zijn speciaal ontworpen voor Facebook en halen daar miljoenen hits, meer dan gevestigde media als CNN. De oprichters verdienen er flink aan.

 
De 35-jarige Adam Nicoloff heeft een drukbezochte Facebook-pagina Make American Great Today waarmee hij steun geeft aan Donald Trump. De pagina staat los van de officiële campagne. Sterker nog: Nicoloff is weliswaar Republikein, maar had liever een andere kandidaat dan Trump gezien. Maar met die pagina verdient hij duizenden dollars.

Nicoloff begon ‘Make American Great Today’ in augustus vorig jaar vanuit zijn huis in Saint Louis. Tot dan gaf hij marketingadviezen aan lokale bedrijven. Met zijn Facebook-pagina zette hij zijn eerste stappen in de wereld van nieuwe politieke media, vertelt hij in The New York Times Magazine.

 
Verdienmodel
Zijn verdienmodel is eenvoudig, maar het werkt. Zorg dat je veel volgers krijgt, publiceer posts met links naar een externe website met veel advertenties en hoop op veel traffic. Zo’n model werkt lang niet altijd, want goede content maken is duur en advertenties kunnen sitebezoekers evengoed wegjagen.

Maar ‘Make American Great Today’ heeft daar geen last van. De content is goedkoop (eenvoudige bewerkingen van stukken van elders), de populistische retoriek slaat aan en de grote interesse in Trump maken dat de advertenties veel opleveren. Maandelijks verdient Nicoloff zo’n 20.000 dollar. Zijn belangrijkste uitgaven zijn de hosting van de website en advertenties die hij zelf op Facebook plaatst.

 
Hausse aan politieke media
‘Make American Great Today’ maakt deel uit van een hausse aan nieuwe politieke media in de VS die zich vooral op Facebook manifesteren. Onbekende namen zijn het, maar inmiddels met grote invloed: The Angry Patriot, US Uncut, US Chronicle, Fed-Up Americans of American News. Er zijn er inmiddels tientallen. Hun opkomst valt samen met de aanloop naar de presidentsverkiezingen, maar zij staan los van de politieke partijen.

 
Nieuwe media nemen news feeds over
Onderzoeksjournalist John Herrman dook in de wereld van deze nieuwe politieke media. „Een nieuwe klasse media is opgekomen en dreigt onze news feeds over te nemen ,” schrijft hij in The New York Times Magazine.

Veel van de nieuwe media steunen Trump. Dat wil niet zeggen dat alle eigenaren fan van hem zijn; soms willen ze gewoon geld verdienen. Daarnaast zijn er nieuwe media die eerst democraat Bernie Sanders steunden en zich nu tegen Trump opstellen. Hillary Clinton is bij die nieuwe media minder aanwezig.

 
Deel dit verhaal: de enige vraag aan lezers
Natuurlijk, ook traditionele kranten en omroepen zijn aanwezig op Facebook. Maar de meeste missen het succes en de groei van de politieke nieuwkomers. Hun strategie is anders. Herrman: „De nieuwe media combineren activisme met journalistiek. Opvallend is wat ze wel en niet van hun lezers vragen. Ze vragen niet om meer verhalen aan te klikken. Ze streven niet naar engagement met het merk. Het enige wat ze lezers vragen is om het verhaal dat nu voor hen staat met anderen te delen. De rest is secundair.”

 
Het succes herhaald
Heb je één succesvolle pagina op Facebook, dan vraagt dat om meer. Online marketeer Terry Littlepage heeft inmniddels vijftig pagina’s op Facebook met titels als The American Patriot en My Favorite Gun, met in totaal zo’n tien miljoen volgers. Hij steekt maandelijks duizend dollar in advertenties op Facebook; de opbrengsten liggen in een goede maand rond de zestigduizend dollar.

Littlepage heeft gemengde gevoelens omdat hij geen fervent aanhanger is van Trump en hem nu wel aan het promoten is. Zijn favoriete kandidaat was Ted Cruz, die het niet heeft gered. Littlepage is een opportunist: hij heeft ook politiek linkse pagina’s op Facebook gehad, maar hij vond dat hij daarmee te weinig verdiende.

Naast de pagina’s die Trump steunen, heeft politiek links ook succesvolle nieuwe media op Facebook gelanceerd. Een voorbeeld is US Uncut met zo’n anderhalf miljoen volgers.

 
Politieke oorlog met memes
De politieke pagina’s gebruiken veel memes, beelden met een tekst eroverheen. Dat kan heel onschuldig: een foto van Sanders met een quote waarin hij pleit voor gratis onderwijs. Maar memes krijgen de meeste aandacht als je een tegenstander in een kwaad daglicht stelt.

Begin dit jaar loopt de strijd met memes tussen Sanders en Clinton hoog op. Zo verschijnt een portret van Clinton met een suggestieve tekst over steekpenningen die ze zou hebben aangenomen. Zulke memes worden tienduizenden keren gedeeld.

 
Zuckerberg weet van niets
De nieuwe politieke media zetten Facebook naar hun hand. CEO Mark Zuckerberg staat op het standpunt dat Facebook gebruikers faciliteert, maar dat het geen redactionele keuzes maakt over wat wel of niet op het netwerk mag. Politieke media in de vorm van een Facebook-pagina kunnen dus hun gang gaan. Facebook checkt ook niet of beschuldigingen kloppen; je kan over presidentskandidaten schrijven wat je wil.

Maar dat blijkt niet helemaal waar te zijn. Bij sommige politieke media grijpt Facebook hard in. Zo verwijderde Facebook de pagina ‘Occupy Democrats Logic’, omdat die te ver zou gaan. Die pagina ging tekeer tegen de politiek linkse pagina ‘Occupy Democrats’, omdat die onwaarheden zou verspreiden. Facebook verwijdert ook memes die in strijd zouden zijn met de regels.

En daarmee zitten we weer middenin het debat over censuur, of Facebook nu wel of niet een mediaorganisatie is, en of het netwerk door zulke keuzes een politiek gekleurde organisatie is.

 
Denk als een startup
Gevestigde media hebben het steeds moeilijker door de concurrentie van nieuwelingen. Ze zullen niet in alles meegaan – denk aan de populistische toon – maar kunnen wel wat leren. De nieuwe media hebben een voorsprong, omdat ze denken vanuit Facebook. „Deze uitgevers zijn ooit begonnen met een eigen Facebook-pagina. Ze denken vanuit het sociale netwerk, hoe ze daar succesvol kunnen zijn. Ze passen hun content daarop aan,” zegt onderzoeker Herrman.

Bij een analyse van de eigen krant kwam de online sectie van The New York Times tot een vergelijkbare conclusie: ,,We moeten leren denken als een tech startup.

 
Nieuw medialandschap
Onderzoeker Herrman verwacht dat de politieke media op Facebook ook na de verkiezingen zullen blijven bestaan. Tenminste in de VS. Daar leeft politiek meer dan in Nederland. Het is nu nog het wilde westen waar nieuwe pagina’s opkomen en andere verdwijnen. Uiteindelijk ontstaat een nieuw medialandschap dat zich vooral op Facebook manifesteert. Met een steeds grotere rol bij de presidentsverkiezingen.
Friday, 16 September 2016 | Written by Ralph Rozema

Interactieve video: laat kijker kiezen wat belangrijk is

Door een video interactief te maken speel je beter in op de wensen van consumenten en vergroot je het engagement. Laat kijkers kiezen wat ze precies willen zien. En help ze met handige knoppen binnen de video voor extra informatie of om direct een product te bestellen.

 
„Op de smartphone kan je niet zonder interactieve video’s. Een video beslaat het hele scherm, dus als je gebruikers keuzes wilt geven, dan moet je dat binnen de video doen,” zegt commercieel directeur Tom Ruijgrok van Blue Billywig. „We merken dat consumenten er blij mee zijn, ze kunnen zelf precies bepalen wat ze zien. Bedrijven krijgen meer inzicht in wat gebruikers willen en kunnen beter op de klantbehoefte inspelen.”

Blue Billywig, gevestigd in een bosrijk stukje Hilversum, is een online videoplatform. Bedrijven kunnen er terecht voor ontwerp, beheer en analyse van videocontent. Een productiebedrijf maakt de deelvideo’s. Blue Billywig, dat 35 werknemers telt, plaatst het bij elkaar en voegt interactieve elementen toe.

 
Succes bij KPN
KPN had de primeur. Het bedrijf maakte voor KPN in 2009 voor het eerst een interactieve video. „Geen video van acht minuten, maar korte clips van 25 seconden. Dat bleek te werken. Die video’s namen het call center veel werk uit handen.” Door in de video enkele vragen te beantwoorden komt de klant bij het antwoord op zijn specifieke vraag. Het begon met zevenduizend views per maand; inmiddels zijn dat er 250.000.

Sindsdien is het snel gegaan: van reisorganisaties tot woningcorporaties. Bedrijven en instellingen zijn volop met interactieve video aan de gang.

Zo geeft Allerhande interactief kookles. Tijdens het afspelen van de video kan je kiezen welke variant je wil zien – Hollandse of Italiaanse gehaktballetjes – , je kan het recept te voorschijn toveren en als een stap je te snel is gegaan, kan je die even terugkijken. De interacties maken de video gebruiksvriendelijk.

Bekijk hier de interactieve kookvideo van de Allerhande
 
 
Creatief of zakelijk
Een video van Blue Billywig zelf gaat nog verder. Je kan kiezen tussen een zakelijk of creatief pad, waarbij je door je keuzes andere fragmenten te zien krijgt en zo je eigen video samenstelt. Met flitsende muziek op de keuzemomenten. ,,We willen dat mensen niet alleen kijken, maar een ervaring krijgen die ze bijblijft,” zegt Ruijgrok.

„Je kan kijkers hun eigen soundtrack laten samenstellen,” zegt product owner Linda van der Veldt als ze de video toont. „Klik op de gitaar, de drums of de zanger, wat je maar wilt horen. Creatieve video’s lenen zich prima voor dat soort interactieve elementen.”

Op de site van Blue Billywig kan je je eigen video regisseren. Kies je soundtrack, acteur en camera. Klik op de homepage op de tv om het uit te proberen.

 
Videostrategie
De trend van video op de smartphone is al een tijd aan de gang. Uit onderzoek van Ooyala blijkt dat videogebruik op smartphone en tablet vorig jaar met 35 procent is gegroeid. Sinds 2013 is dat met 170 procent toegenomen. Het onderzoek richt zich op de VS, maar in Nederland is de trend niet anders. Het bereik van video wordt steeds groter, helemaal onder millennials.

Maar veel bedrijven hebben nog nauwelijks een videostrategie. „We zijn daar wel eens verbaasd over,” zegt Esther van Dorst, marketeer bij Blue Billywig. „Dan heeft een bedrijf een uitstekende marketingafdeling, maar blijkt video het ondergeschoven kindje te zijn.”

 
Conversie of engagement
De eerste stap die Blue Billiwig zet met bedrijven is het ontwerpen van een videostrategie. Wat is je doelstelling? Conversie, engagement, customer care of E-learning zijn heel geschikt om interactieve video toe te passen.

Maar interactieve video is geen doel op zich. „Het moet je doelstelling ondersteunen. Anders krijg je een prachtig opgetuigde kerstboom, maar als niet helder is wat je wilt bereiken, heb je er weinig aan. Alles begint bij het vaststellen van je doelen.”

 
Branching en overlays
Interactieve video maakt gebruik van twee uitbreidingen op je videocontent. Branching is dat je vertakkingen in een video maakt, dat elke kijker een eigen weg gaat en eigen video samenstelt. Ontwerpers maken een flow chart met mogelijke combinaties van videofragmenten. Vergelijk het met een customer journey, maar dan binnen een video.

Naast branching zijn er overlays, knoppen bovenop het beeld. Door te klikken kan je een actie uitvoeren, bijvoorbeeld iets downloaden, een formulier invullen of een specifieke video in de video bekijken. Of kies voor bepaalde toepassingen van een product: je kan de kijker zelf laten bepalen wat hij of zij wil zien.

 
Gepersonaliseerd en interactief
Mooi is ook de combinatie van een interactieve en gepersonaliseerde video. Als bepaalde gegevens van je bekend zijn, dan wordt de inhoud van de video daarop afgestemd. Pensioenfonds APG doet er al zijn voordeel mee. Bijvoorbeeld je leeftijd of de gezinssamenstelling is bekend en dus krijg je alleen die video’s te zien die op jou van toepassing zijn. „Bij complexe onderwerpen als pensioenen biedt interactieve video een uitkomst,” zegt Van Dorst. APG won er een communicatieprijs mee.

 
Consumentenonderzoek
Uit onderzoek van Trendbox in opdracht van Blue Billywig blijkt dat consumenten interactieve video waarderen. Proefpersonen kregen een lineaire of interactieve video te beoordelen, waarna ze de andere variant te zien kregen. Interactief springt eruit. Mensen waarderen het om zelf door de video heen te kunnen navigeren, ze onthouden de informatie beter en voelen zich meer betrokken. Bij de leeftijdsgroep tot 35 jaar scoort interactieve video het hoogst.

 
Goudmijn voor analisten
Bedrijven zien als grote winstpunt dat ze meer kunnen analyseren. Bij lineaire video is na te gaan hoe lang iemand kijkt. Interactieve video vertelt ook welke knoppen een gebruiker aanklikt. „Bedrijven kunnen zo speciek op wensen van klanten inspelen,” zegt Ruijgrok. „De bedrijfsleiding spreekt KPI’s af om het succes te meten. Met het platform kan je zien in hoeverre de doelstellingen zijn behaald.”

 
360-graden video
De nieuwste trend is 360-graden video. Ook dat kan interactief. Ruijgrok ziet er veel in. „Je loopt door een gebouw en kan alle kanten opkijken. En op elke plek die ertoe doet kunnen we een overlay leggen waar de consument meer informatie krijgt, een product goed kan bekijken of kiezen om een bepaalde richting in te slaan.”

Ruijgrok verwacht dat over vijf jaar interactieve video gemeengoed is, in elk geval voor de smartphone. Veel bedrijven hebben nu nog een slag te maken. „Het gaat integraal deel uitmaken van de marketing.”

En vanwaar Blue Billywig? De kenners weten het al lang. Blue Billywig komt uit Harry Potter. Het beestje, dat zo klein is dat je het niet ziet, kan een zweverig gevoel veroorzaken waardoor ineens alles kan. Zo vanzelfsprekend kan interactieve video gaan worden.
Thursday, 08 September 2016 | Written by Ralph Rozema

Is Musical.ly de nieuwe Snapchat?

In de rubriek Franky beschrijven redacteuren van Frank.news hun eigen, persoonlijke media-ervaring. Vandaag Ralph Rozema over de app Musical.ly die in rap tempo de wereld verovert.De mooiste media-ervaring is natuurlijk live. In de trein van Amsterdam naar Maastricht gaf een tienertweeling van een jaar of twaalf een inkijkje in hun wereld. Lekker swingen tegen de bank aan, charmante bewegingen met hun handen en een verleidelijke blik. Met de smartphone in de hand.
Even later vertelden ze hun medereizigers waar het om draait: de app Musical.ly. Samen playbacken, het is fun en als je geluk hebt word je als tiener een wereldster.

Playback appMusical.ly heeft inmiddels zo’n 100 miljoen gebruikers wereldwijd. Vooral jonge tieners blijken dol op de playback app te zijn, waarmee je je eigen muziekvideo kan opnemen en delen.

Vergeet SnapchatMisschien had je nog niet de moeite genomen je erin te verdiepen, maar Musical.ly wordt nu al genoemd als de nieuwe Snapchat. De groei van de app gaat even snel als bij Snapchat in de begintijd. Vooral in de Verenigde Staten gaat het hard.
Sommige tieners zijn dankzij Musical.ly uitgegroeid tot wereldster. Op internet kan je ze vinden, zoals de vijftienjarige Ariel Martin (Baby Ariel) met elf miljoen fans. Of de veertienjarige tweeling Lisa en Lena uit Duitsland met zeven miljoen volgers.

Ophef in AustraliëSnapchat lag in het begin onder vuur vanwege de seksueel getinte foto’s die jonge gebruikers elkaar stuurden. Met de playback app Musical.ly kunnen tieners hun creativiteit uiten. Onschuldig zou je denken, maar een school in Australië heeft de app verboden, schrijft techmagazine Mashable. De app zou aanzetten tot seksueel getinte dansbewegingen bij kinderen.

Live zingenVolgens Mashable valt dat overigens wel mee. Het is niet anders dan op Instagram, waar tieners zich met selfies op een aantrekkelijke manier aan de wereld presenteren.
Het bedrijf heeft inmiddels een app uitgebracht die nog een stukje verder gaat. Want met Live.ly kan je live playbacken en dat is nog leuker dan opnemen.
Friday, 02 September 2016 | Written by Ralph Rozema

Facebook de mist in met vervangen mensen door machines

Facebook heeft de voltallige redactie van de trending sectie ontslagen, omdat algoritmen dat werk beter zouden kunnen doen. Maar twee dagen na het ontslag verschijnt in de trending sectie een compleet verzonnen nieuwsverhaal, dat in de VS voor veel ophef zorgt.

 
Het was even schrikken voor de 26 medewerkers  - curators en copywriters - die afgelopen vrijdag naar huis werden gestuurd. Ze kregen een uur om hun computer en smartphone in te leveren en het kantoor in New York te verlaten. De details komen uit internetmagazine Quartz en ook andere media als The Washington Post melden het ontslag.

Facebook vindt dat mensen bij de nieuwsselectie geen objectieve beslissingen nemen. Daarom kunnen machines en algoritmes dat werk beter doen.

 
Fake artikel over debatleider Megyn Kelly
Maar twee dagen later blijkt dat de algoritmen wel hele eigenzinnige besluiten nemen. Op zondag verschijnt een fake nieuwsartikel over presentator Megyn Kelly van televisiezender Fox, dat terecht komt in de trending sectie op Facebook. Kelly is bekend van het televiedebat met Donald Trump en de ruzie daarna volgde.

Het nieuwsverhaal vertelt dat Kelly bij Fox is ontslagen, omdat ze steun zou hebben gegeven aan Hillary Clinton. Maar van dat ontslag blijkt niets waar te zijn. Het verhaal heeft intussen 200.000 likes. Facebook verwijdert het fake verhaal pas na een dag uit de trending sectie.

 
Facebook belangrijke nieuwsbron
De ophef is groot omdat Facebook zich steeds meer ontwikkelt tot belangrijke nieuwsbron in de Verenigde Staten. Zo’n 44 procent van de volwassen Amerikanen gebruikt Facebook voor de nieuwvoorziening, constateert het Pew Research Center. Maar nieuws moet je checken om er zeker van te zijn dat het klopt. Dat is het minste wat je als lezer mag verwachten.

CEO Mark Zuckerberg zegt dat Facebook geen mediabedrijf is, maar een tech-organisatie. Het geeft informatie door en hoeft dus niks te checken. Ook de criteria voor de selectie van nieuws – wat komt wel en niet in de trending sectie – blijven in nevelen gehuld.

 
Conservatieve standpunten niet welkom
Facebook gebruikte tot nu toe een algoritme om verhalen van lezers te verzamelen en liet redacteuren een samenvatting schrijven die in de trending sectie kon komen. Dat team kwam in opspraak, omdat het conservatieve standpunten uit de trending sectie zou weren.

Nu de redacteuren weg zijn, is er alleen het algoritme nog. De enige mensen die nog aan ‘Trending’ werken, liet Facebook weten, zijn technici die het algoritme verfijnen. Maar die checken dus niet of een nieuwsverhaal klopt.

 
Fake en echt door elkaar
Sinds het verwijderen van het Kelly-verhaal uit de trending sectie, zijn daar weer ‘echte’ news stories te zien. Vooral licht nieuws – een bekende acteur die naar een party gaat, een curiositeit over de kipsandwiches van McDonald’s.

Het probleem is dat nieuws dat gecheckt is en fake verhalen op Facebook dwars door elkaar zitten. Je zou zeggen: je hebt een redactie nodig om dat uit elkaar te houden.

 
Fortune haalt uit
Die visie is steeds vaker te horen. Neem zakenblad Fortune. „Sorry, Mark Zuckerberg”, kopt het blad, „maar Facebook is zonder enige twijfel een mediabedrijf. En moet dus ook de verantwoordelijkheden op zich nemen die daarbij horen.”

Naast het indelen van posts van gebruikers, benadert Facebook media voor het leveren van content. Dit jaar krijgen uitgevers en celebrities zo’n vijftig miljoen dollar betaald om content te leveren. „Het maakt niet uit of Zuckerberg zegt dat het geen mediabedrijf is. Het heeft de functies van mediabedrijven overgenomen,” schrijft Fortune.

 
Ook technici niet neutraal
Facebook heeft ook een punt: objectieve criteria voor wat nieuws is, bestaan niet. De oplossing die steeds meer nieuwsorganisaties kiezen is transparant te zijn over de criteria om iets wel of niet in de nieuwssectie te plaatsen.

Dat is wat anders dan zulke keuzes aan machines overlaten, zoals Zuckerberg wil. Het is een onmogelijk streven, want ook technici die computers aansturen hebben opvattingen. Zij bepalen via de techniek welk nieuws je wel of niet te zien krijgt. Zonder transparantie daarover. En zonder kennis over het nieuws. Het zal op die manier niet lang duren voor het volgende fake bericht in de Facebook trending sectie verschijnt.

 
Thursday, 01 September 2016 | Written by Ralph Rozema

DJ Khaled, de koning van Snapchat

Met zo’n zes miljoen volgers is de 40-jarige DJ Khaled de ster van millennials op Snapchat. Zijn nieuwe album ‘Major Key’ geeft sleutels voor zijn succes op het sociale medium. „DJ Khaled is de king van Snapchat,” zegt senior vice-president Emmanuel Seuge van Coca-Cola.

 
DJ Khaled als gidsAls je Snapchat wilt begrijpen, neem dan DJ Khaled als je gids, schrijft zakensite Bloomberg. Apple Music en Ciroc Vodka hebben inmiddels contracten met hem gesloten. Want de DJ, producer en rapper is met zijn video’s en tips voor succes niet weg te slaan op het sociale netwerk. „Reis samen met mij op weg naar meer succes,” roept hij op de achterbank van zijn auto, terwijl zijn chauffeur gas geeft.

 
Sociaal netwerk van millennials
Snapchat geldt als het sociale netwerk van millennials. De verticale video’s die je via het platform verstuurt, blijven in de regel niet langer dan 24 uur bestaan (al is het mogelijk om video’s te bewaren).  DJ Khaled filmt alles, van zijn ontbijt tot ontmoetingen met bevriende rappers. We zien hem planten water geven terwijl hij roept tegen een beeld van een leeuw dat in zijn tuin staat. Vorig jaar wees een vriend hem op Snapchat. Hij probeert het. „Ik wist er niks van. Ik praatte maar wat in mezelf.”

 
Jetski
Zijn doorbraak komt als hij filmt terwijl hij in het donker aan het jetskiën is. Maar het gaat mis, hij ligt urenlang stil op het water. Zijn volgers op Snapchat zien de video’s, die meteen een hit zijn. Khaled geeft er een andere draai aan. „The key,” zegt hij, „is om niet in het donker te gaan jetskiën.”

 
Gouden sleutel als logo
The Key – de gouden sleutel – wordt zijn handelsmerk en logo. Het komt terug, hij gebruikt het in zijn video’s met tips. Er zitten even onzinnige als waardevolle tips bij, maar bij zijn volgers slaat het aan. The key om goed te slapen is voldoende kussens te hebben. The key voor succes op Snapchat is niet bang te zijn om jezelf te blijven. Sinds de jetski-nacht is Khaled haast synoniem met Snapchat. Hij schijnt het sociale netwerk te begrijpen waar iedereen op wil scoren, maar waar niemand greep op krijgt. Hij raakt bevriend met CEO Evan Spiegel, maakt Snapchat-video’s voor Ciroc Vodka en gaat een deal aan met Apple Music. Zijn uitspraken halen ook traditionele media als Time en Bloomberg Businessweek. „Hij heeft het netwerk opengebroken,” zegt Emmanuel Seuge van Coca Cola tegen Bloomberg.

 
Snapchat Stories en Discover
Bij nieuwe Snapchat-gebruikers slaat de verwarring toe zodra ze de app openen. Want het scherm ziet er compleet anders uit dan je gewend bent. Open de app en het lijkt alsof je de camera van je smartphone hebt geopend met een paar vage iconen in de hoeken. Door te swipen kom je in de berichtenbox: daar vind je de selfies van je vrienden met emojis of een trendy filter erover heen. Swipe de andere kant op en je komt bij de Stories, videoclips van vrienden en mensen die je kan volgen, zoals DJ Khaled. De bovenste helft van het scherm toont Snapchat’s Live Stories en Snapchat Discover. De Discover-kanalen worden gemaakt door media als CNN, The Wall Street Journal, Vice en Buzzfeed, elk met zo’n tien video’s per dag.

 
Neem horizontaal op; snij verticaal uit
Bedrijven die op Snapchat willen adverteren, komen in een nieuwe wereld. Want een ad is een verticale video die millennials in tien seconden moet overtuigen. De video ads worden vertoond binnen Snapchat Live en Discover. Daarnaast zijn er andere advertentiemogelijkheden, zoals gesponsorde lenzen (die een virtuele laag over een gezicht leggen) en gesponsorde geofilters. Je kunt in een studio de opname van een horizontale en verticale video handig combineren, schrijft consultant Brian Honigman. Neem horizontaal op, zorg dat de story zich in het midden afspeelt en maak daar een verticale uitsnede.
Maar DJ Khaled werkt anders. Zijn snapchatvideo’s tarten alle regels van het vak. Hij loopt rond met z’n smartphone, praat in zichzelf, tegen zijn leeuw en met iedereen die hij tegenkomt. In de video’s zitten lege passages die je eruit zou willen knippen. Slechte kleuren, overbelicht. Maar bij millennials slaan ze aan.

 
The key to success
Hij maakt gebruik van opzwepende slogans als ‘Bless up’ of ‘The key to success’ die door bedrijven als Mastercard en Burger King al zijn overgenomen. Met zijn gouden sleutel heeft hij een logo dat tot de verbeelding spreekt. Maar bovenal zijn de video’s rauw, oprecht, onopgesmukt, zoals je bij een branded video zelden zal zien. Dat blijkt op Snapchat te werken. „Blijf jezelf,” is het belangrijkste advies van Khaled. Die succesvolle rauwe presentatie moet ook bedrijven aan het denken zetten.

 
Bedrijven in Nederland op Snapchat
In Nederland zitten bedrijven en instellingen nog maar kort op Snapchat. Vodafone heeft vloggers die met een ‘Fantastic Friday Deal’ komen. De NOS laat jonge redacteuren het laatste nieuws brengen, compleet met emojis. De Hogeschool van Amsterdam werft studenten op Snapchat. Marketingfacts liet onderzoek doen naar ervaringen van bedrijven. Van de 83 ondervraagde merken,  bleken er 19 actief op Snapchat, waarvan 90 procent korter dan een jaar. Engagement en verhogen van awareness zijn de belangrijkste redenen om op het netwerk actief te zijn.

Snapchat stelt andere eisen, merken de bedrijven. Content moet snel en ‘fun’ zijn en niet zo commercieel zoals op andere platformen. Ga niet puur je merk promoten, de content moet meer ‘in the moment’ zijn. Volgersaantallen zijn nog laag, constateert Marketingfacts. Een kwart van de merken heeft minder dan 50 volgers, ruim de helft zit onder de 500 en 16 procent heeft er meer dan 2.000. Er valt nog wat te verbeteren.

 
Apple Music
Larry Jackson van Apple Music noemt DJ Khaled in Adweek als voorbeeld. „Hij is gepassioneerd, ambitieus en het belangrijkste: hij is echt. Het is de oprechtheid waarmee hij zijn audience bereikt en waarom zijn volgers van hem houden.”

DJ Khaled’s onlangs uitgekomen album ‘Major Key’ met artiesten als Jay Z en Meghan Trainor geeft subtiele hints om succesvol te zijn op Snapchat. In een interview met de Daily Mail zet Khaled zijn tips op een rijtje (sommige liggen zo voor de hand dat je vergeet eraan te denken): blijf jezelf, breng positieve boodschappen die motiveren, laat mensen zien wat je doet in je dagelijkse leven en gebruik gewone taal: praat zoals je altijd praat.

Snapchat is een vluchtig netwerk. De magie van DJ Khaled kan ineens voorbij zijn. Hij is zich ervan bewust, laat hij Bloomberg weten, en dus bewaart hij zijn posts. „Niet allemaal, maar wel mijn beste.”
Thursday, 25 August 2016 | Written by Ralph Rozema

Hoe John Hanke Pokémon op de kaart zette

Van Google Earth tot Pokémon Go. Dat is ruwweg de weg die John Hanke afgelegde, de CEO van Niantic, het bedrijf achter Pokémon Go. De app heeft sinds de lancering in juli al 250 miljoen dollar opgebracht. Hanke wil mensen achter de computer weghalen en buiten bij elkaar brengen. 

Pokémon Go snelst groeiende game ooit
Met alleen al in de eerste week tien miljoen downloads is Pokémon Go de snelst groeiende mobiele game ooit. Inmiddels zijn er wereldwijd meer dan 30 miljoen gebruikers. Het bedrijf ligt volgens de Financial Times op koers om een miljard binnen te halen.

 
Eerste wereldwijde toepassing augmented reality
Het kan je bijna niet ontgaan zijn: groepjes mensen die overal ter wereld met hun smartphone op zoek zijn naar de ‘pocket monsters’ van Pokémon Go. Het spel is daarmee de eerste wereldwijde toepassing van augmented reality. De app maakt gebruik van GPS en de camera van de smartphone, en voegt beelden op het scherm toe om je te leiden naar plaatsen waar de kleine monstertjes zich schuilhouden. De jacht op de Pokémons kan je vergemakkelijken door digitale hulpmiddelen te kopen. Pokéballen om de monstertjes te vangen of wierrook om ze te lokken. Met de verkoop van die digitale goederen verdient het bedrijf geld.

 
Risk en Stratego
Een journalist van The Telegraph herinnert zich de kamer van John Hanke toen die bij Google werkte. Hij zag er computer games, maar ook spellen als Risk en Stratego die maar één doel hebben: de wereld overnemen. Met Pokémon Gó domineert Hanke nu zelf de wereld. Na zijn MBA-studie aan de Universiteit van Californië in Berkeley is Hanke mede-oprichter van Keyhole. De startup komt voort uit een spelbedrijf, maar legt zich toe op digitale cartografie en satellietbeelden. In 2004 wordt Keyhole voor 35 miljoen dollar overgenomen door Google.

 
Keyhole wordt Google Earth
Het belangrijkste product Keyhole wordt omgedoopt tot Google Earth. Hanke wordt bij Google vice-president van de ‘Geo’-divisie, die naast Google Earth ook Google Maps en StreetView omvat.  „Google Earth was één van de grootste lanceringen op internet ooit. Met Pokémon Go maken we nu iets vergelijkbaars mee,” zegt Brian McClendon, destijds bestuurder bij Keyhole en nu bij Uber. „Hij heeft met Google Earth de aarde in je broekzak gebracht en nu brengt hij pocket monsters op de aarde,” vat het internetmagazine van zijn opleiding in Berkeley zijn carrière samen.

 
Startup binnen Google
Het bedrijf Niantic begint in 2010 als interne startup binnen Google, maar wordt in 2015 onafhankelijk na de herstructurering van Google binnen moederbedrijf Alphabet.  De eerste apps die Niantic ontwikkelt, kan je zien als voorlopers van Pokémon Go. De eerste is Field Trip, een app die een schat aan informatie toevoegt over de locatie waar je je bevindt.

 
Ingress
Daarna volgt Ingress, de eerste augmented reality game app. Ook Ingress maakt gebruik van de camera en GPS op de smartphone. Twee rivale groepen vechten om controle te krijgen over duizenden ‘portals’ verspreid over de wereld. Spelers moeten historische plekken bezoeken om ‘portals’ te openen en territorium te winnen. De echte magie - en Hankes motivatie om zulke games te ontwikkelen - is offline. „Het geeft mij zoveel voldoening te zien dat mensen buiten samen komen en hun vreugde te zien. Het plezier dat mensen krijgen als ze hun stad verder ontdekken  en nieuwe vrienden ontmoeten,” zegt Hanke.

 
Pokémon Go begint als 1-aprilgrap
Pokémon Go begint verrassend genoeg als 1 aprilgrap. Google en de Pokémon Company verstoppen op 1 april 2014 Pokémon in Google Maps. Mensen worden uitgedaagd om het monstertje te vinden via de Google Maps mobiele app. Het spel bestaat korte tijd, maar gaat extreem viraal. ,,Google Maps plus Pokémon is als chocolade en pindakaas,” zegt Hanke in Business Insider UK. Het idee is geboren.Niantic weet spelgigant Nintendo en de Pokémon Company te interesseren voor een spel dat uiteindelijk Pokémon Go zal worden. CEO Tsunekazu Ishihara van de Pokémon Company, zelf een fanatiek Ingress-speler, reageert enthousiast. Ook Nintendo, dat met de smartphones wel wat in te halen heeft, stapt in het project. Niantic is inmiddels los van Google een zelfstandig bedrijf.

 
Verdienmodel van de app
Pokémon Go is een zogeheten freemium game. Downloaden is gratis, zodat iedereen het spel kan spelen. De gamer wordt vervolgens verleid met extra opties die de kans op succes verhogen, maar waarvoor je wel moet betalen.  Eén op de vijf spelers van Pokémon Go geeft geld uit voor de smartphone app. Alleen al in de VS en Groot-Brittannië zijn er volgens onderzoeksbureau YouGov elf miljoen betalende gebruikers. De bestedingen variëren nogal. Volgens YouGov zit ruim de helft van de miljoen betalende Britse spelers tussen een bedrag van 0,93 en 17,40 euro. Ruim zevenduizend mensen hebben meer dan 87 euro aan het spel besteed.

 
Kansen voor brands
YouGov wijst op de kansen die dit biedt voor merken, zowel bij deze app als breder bij augmented reality games. Sommige bedrijven liften al mee op het succes van Pokémon Go. McDonalds in Japan maakt veel extra winst sinds vestigingen zijn veranderd in PokéGyms en PokéStops waar spelers naar toe worden gelokt. Niantic komt met meer gesponserde locaties voor Pokémon Go. „Het is de tweede component in ons business model,” verklaarde Hanke onlangs. „Bedrijven betalen ons om een lokatie te zijn binnen het virtuele spel. De verwachting is dat dat klanten zal aantrekken.” Het is overigens een misvatting te denken dat Pokémon Go alleen voor jongeren is. Tweederde van de spelers zit volgens YouGov in de leeftijdsgroep van 18 tot 34 jaar; een derde is boven de 34.

 
Overlast van spelers
Spelers zorgen soms voor overlast. In Nederland klaagde de NS dat mensen naar een Pokémon zochten op gevaarlijke plekken langs het spoor. Ook het AMC in Amsterdam mopperde over mensen die met hun smartphone verboden ruimtes ingingen. Zulke locaties zijn inmiddels uit het spel verwijderd. Het spel heeft ook last heeft van bedriegers. Sommige mensen gebruiken andere software om het spel binnen te komen of manipuleren hun locatie, meldt techmagazine Mashable. Spelers in Australië bleken Pokémons te vangen in compleet andere delen van de wereld. Niantic gaat valsspelers uit het spel zetten.

 
Oculus Rift
CEO John Hanke ziet een grote toekomst voor augmented reality. Maar hij ziet niets in de brillen waar veel techbedrijven mee komen, zoals de Oculus Rift van Facebook. „Ik denk niet dat we gemaakt zijn om in een donkere kamer te zitten met een stuk elektronica om ons hoofd. Ik ben er meer gecharmeerd van om naar buiten te trekken en sociale relaties aan te gaan.”

 
Thursday, 18 August 2016 | Written by Ralph Rozema

Branded content helpt uitgevers barre winter door

Er komt een barre winter aan voor uitgevers. Branded content kan een oplossing bieden, mits goed onderscheidbaar van de rest. Het is niet de minste die dat zegt: CEO Mark Thompson van The New York Times, door velen nog steeds gezien als de beste krant ter wereld.

 
Ook goede kranten en hun internetsites hebben het moeilijk en The New York Times is geen uitzondering. De NYT experimenteerde met nieuwe vormen – van pakkende video’s tot onderscheidende longreads – om lezers te blijven trekken. Maar abonnees en adverteerders lieten de krant en site aanvankelijk in de steek. Nu trekt het aantal digitale abonnees aan.

Voor het Reuters Instituut van Oxford University schreef Thompson zijn visie op in het artikel ‘The Challenging New Economics of Journalism’.

 
Winter is coming
‘Winter is coming’. De terugkerende waarschuwing in de hitserie Game of Thrones mag dan fantasie zijn; Thompson voorspelt dat er voor uitgevers echt een barre winter aankomt die een aantal van hen de kop gaat kosten. En voor sommige is het helaas al te laat.

Hij ziet dat veel uitgevers ervoor kiezen om content van anderen dan maar goedkoop te recyclen en die aan te vullen met digitale advertenties. Dat werkt dus niet.

Hij ziet consumptie van nieuws snel switchen van de sites van uitgevers naar social media als Facebook en Snapchat. In de VS is dat al 46 procent van het nieuws; in Groot-Brittannië 35 procent. Veel uitgevers geven nu ruimte op hun site aan content discovery platforms (zoals Taboola), die die ruimte verkopen ‘aan God mag het weten.’

 
Branded content als alternatief
Er is een alternatief, houdt Thompson zijn lezers voor. ,,Wij zien bij de The New York Times dat er ruimte is voor digitale advertenties die gebruikers nuttig en prettig vinden.” Sinds ruim twee jaar heeft de NYT een eigen studio voor branded content: T Brand Studio, met als slogan ‘Stories that Influence the Influential’. Bij T Brand werken 70 journalisten, videographers, ontwerpers en technici.

Die branded content gaat de NYT dit jaar naar verwachting zo’n 50 miljoen dollar opleveren. Bij de smartphones is de groei het grootst.

Aparte advertenties gaan er uiteindelijk uit, want die worden nauwelijks bekeken. De groei zit in verhalen van adverteerders - in de vorm van tekst, slide shows, video of virtual reality - die naast de journalistieke content wordt geplaatst. Gebruikers moeten branded content wel kunnen onderscheiden van de gezaghebbende journalistieke producties die de journalisten van de NYT maken.

 
Engagement van lezers
Bij branded content, betoogt Thomson, staat engagement van lezers voorop. Vroeger liet een lezer zijn ogen even over een advertentie gaan. Branded content moet zo goed zijn dat lezers er tijd voor vrij maken. Het moet zich onderscheiden door kwaliteit en relevantie voor de gebruikers.

De CEO waarschuwt voor simpele oplossingen, zoals clickbait (koppen die meer beloven dan een artikel biedt en uiteindelijk lezers wegjagen) of de obsessie met het aantal unieke maandelijkse views (die blijken dan vaak van buiten de doelgroep te komen).

 
Investeer in kwaliteit
Naast branded content gaat de The New York Times door met digitale abonnementen. Tot verbazing van veel andere uitgevers zit daar bij de NYT een steeds verder stijgende lijn in. Thompson is daarover minder verbaasd. Het sleutelwoord is kwaliteit. ,,Terwijl anderen redacties uitkleden, investeren wij in kwaliteitsjournalistiek.” Dat trekt betalende lezers aan. Volgens de CEO gaat het ook om de mindset binnen het bedrijf. ,,Wij zijn ervan overtuigd dat alle verhalen die we maken het waard zijn om voor te betalen,” zegt hij.

Branded content, digitale abonnementen, e-commerce en events dragen bij aan het verdienmodel. Het is allemaal belangrijk, vindt Thompson, maar het is niet de kern waar het om gaat. ,,Alle uitgevers moeten zich afvragen of hun journalistieke producten het waard zijn om voor te betalen. Als dat niet zo is, wacht hen hetzelfde lot als de bakker wiens brood niet goed is.”

 
Strategische partners
Ook de organisatie moet volgens Thompson veranderen. Journalistieke redacties en commerciële afdelingen zijn traditioneel strikt gescheiden. In de huidige digitale wereld werkt dat niet meer. Redacties en commercial departements moeten strategische partners worden. Ze moeten samenwerken als het gaat om redactionele doelstellingen, user experience, innovatie in dataverwerking, technologie, creatief ontwerp en nieuwe benaderingen bij het business model.

De storm komt eraan, aldus Thompson. ,,Newsrooms en commerciële afdelingen die de nieuwe werkelijkheid ontkennen, zullen het niet redden. Degenen die kwaliteit en hun audience voorop stellen (...) zullen de juiste plek vinden, niet alleen om te overleven, maar ook om te groeien.”
Thursday, 21 July 2016 | Written by Ralph Rozema

Taboola ’s werelds grootste alternatief voor Facebook

Met een miljard unieke bezoekers per maand is Taboola wereldwijd het tweede grootste internetplatform na Facebook. Het noemt zichzelf ’s werelds grootste ‘content discovery platform’ en plaatst advertenties en artikelen op sites die je bezoekt. Tot ongenoegen van veel lezers. Maar gezaghebbende media gaan met ze in zee. „Wij bieden de journalistiek een uitweg,” zegt Taboola-CEO Adam Singolda.

 
Wie ‘Taboola’ bij Google intikt, krijgt tientallen adviezen om adware te verwijderen. Want Taboola is behalve groot ook omstreden. De ads die het plaatst, roepen irritatie op. Denk aan frivole advertenties die opduiken op serieuze nieuwssites. CEO Singolda erkent dat zulke fouten in het verleden veel zijn gemaakt. „Het lukt nu steeds beter om content met een toegevoegde waarde te plaatsen,” zegt hij

Taboola plaatst widgets en native ads op sites die mensen bezoeken. In Nederland is Taboola nog relatief klein, maar op Engelstalige sites kom je het overal tegen: aangeraden artikelen, slideshows en video’s en links naar websites.

 
Groeien als onkruid
Elke maand klikken meer dan een miljard mensen op content van Taboola. Op desktops zijn dat er 800 miljoen; op smartphones nog eens 200 miljoen. Taboola groeit als onkruid, kopte de International Business Times onlangs. Een jaar geleden bedroeg het aantal klikken nog niet de helft. De groei komt vooral vanwege de agressieve internationale expansie in onder meer Rusland, Brazilië en China.

In de VS is Taboola het grootst. Het bedrijf claimt 93 procent van alle Amerikaanse internetgebruikers van boven de vijftien jaar te bereiken. Je herkent de Taboola items aan kopjes als ‘We recommend’ of ‘Around the Web’.

„Alle merken, uitgevers en marketeers hebben verhalen die ontdekt en herontdekt moeten worden,” zegt Singolda. „Ik ben enthousiast over de schaal waarop we dat nu aan topmerken kunnen aanbieden.”

 
Eenvoudig verdienmodel
Het verdienmodel van Taboola is eenvoudig. Het platform krijgt inkomsten van adverteerders die via Taboola content of links op andere sites kunnen plaatsen. Dat kunnen ook uitgevers van informatieve sites zijn die artikelen willen promoten.

De websites die content of links via Taboola plaatsen, krijgen daarvoor betaald. Dat kunnen bijvoorbeeld journalistieke nieuwssites zijn.

 
Israëlische inlichtingendienst
Taboola, in 2007 opgericht in Israël, is nu gevestigd in New York. CEO Adam Singolda is afkomstig uit de Israëlische militaire inlichtingendienst. Hij leerde daar werken met grote hoeveelheden data.

Als 20-jarige stuurt hij een team militairen aan die encryptiewerk verzorgen voor de beveiliging van mobiele communicatie. ,,Die ervaring is onbetaalbaar,” zegt hij terugkijkend.

Na zijn diensttijd gaat hij met internet aan de gang. „Internet heeft een discovery problem. Er is zoveel content, niemand weet zijn weg erin te vinden. Ik wil mensen dingen laten ontdekken waarvan ze geen idee hebben dat het er is.”

 
Van BBC tot Huffington Post
In de loop der jaren zijn steeds meer gevestigde media met Taboola in zee gegaan. Onder hen zijn de BBC, Bloomberg, USA Today, Time en The Huffington Post. In mei 2016 ging Taboola een overeenkomst aan met het Amerikaanse mediabedrijf NBC om al haar websites van extra content te voorzien.

In 2015 breidde Taboola fors uit in Europa en wist bekende namen aan zich te binden, zoals de Daily Mail, L’Express en Euronews.

 
Strijd tegen Facebook
Taboola werpt zich op als alternatief voor Facebook en zelfs als redder van de journalistiek. Want nieuwsmedia verspreiden steeds meer content via Facebook, maar raken zo hun controle kwijt. „Ze verliezen de controle over de relaties met hun lezers en maken zich afhankelijk,” zegt Singolda tegen internetmagazine Mashable.

Uitgevers die artikelen plaatsen op Facebook krijgen extra hits, maar lijken blind te zijn voor de keerzijde. „Je krijgt traffic en dat is goed. Maar heb je op Facebook een eigen identiteit? Ken je je lezers op Facebook?”

Daar ligt de uitdaging, vindt Singolda. „Hoe krijgen topuitgevers aandacht van mensen? Hoe kunnen ze hen terugwinnen? Hoe kunnen ze voorkomen dat hun artikelen alleen in een social media feed worden gezien en verder niet? Ik ben bang voor een toekomst waar Facebook 80 procent van je business in handen heeft.”

Mediabedrijven moeten uit de greep van Facebook komen. Daar kan een bedrijf als Taboola, in de visie van de CEO, een alternatief voor zijn.

 
Scherpe kritiek
Taboola als alternatief voor social media dus. Maar de kritiek op Taboola zelf is niet mals. De toegevoegde content past lang niet altijd bij de news sites waar die wordt geplaatst. Een paar voorbeelden van headlines waarmee Taboola de plank flink missloeg: ‘Zeven oorzaken voor een laag testosterongehalte’, ‘Negen mensen waarvan je niet gelooft dat ze bestaan’, ‘Gevaarlijk. Bekijk dit niet samen met je vrouw’. Zulke toegevoegde koppen op news sites wekken irritatie op. Het is spam, click-bait, degrading, zeggen critici.

De bekende investeerder Marc Andreessen veegde twee jaar geleden in Fortune de vloer aan met Taboola. Serieuze uitgevers ‘should be shot’ als ze zulke content-links gebruiken. Het maakt deel uit van de race naar het laagste waarmee het internet wordt doordrongen, vindt Andreessen.

 
Taboola’s technologie
Taboola werkt er hard aan de technologie te verbeteren, waardoor de content beter aansluit bij de websites en de wensen van de gebruikers. Het platform gebruikt ‘predictive technology’, die steeds beter voorspellingen kan doen over interesses van mensen. „Ons doel is om zoekresultaten te laten zien, voordat je de zoekterm hebt ingetikt,” zegt Singolda. Daartoe analyseert het bedrijf honderden real-time factoren, variërend van je locatie tot je gebruik van social media. Hoe het zit met privacybescherming blijft onduidelijk.

 
De concurrentie zit niet stil
Op termijn is de positie van Taboola allerminst zeker, want de concurrentie groeit. Google, Yahoo, AOL en anderen zijn bezig met vergelijkbare producten. Een belangrijke concurrent van Taboola in dezelfde niche is Outbrain, een ander voormalig Israëlisch bedrijf dat vanuit New York opereert.

 
Friday, 15 July 2016 | Written by Ralph Rozema

Hoe Joe Pulizzi zijn website groot maakte

In de rubriek Franky beschrijven redacteuren van Frank.news hun eigen, persoonlijke media-ervaring.  Ralph Rozema bladerde op z’n iPad door het boek Epic Content Marketing van Joe Pulizzi en stuitte op een paar hele praktische tips.

 
Iedereen kent het probleem: je bent net een website begonnen of net actief op een social medium en je wilt niet alleen volgers, je wilt ook dat die volgers uit je doelgroep komen. En eigenlijk wil je nog veel meer: namelijk dat die volgers influencers of opinion leaders zijn.

Toen Joe Pulizzi zijn website contentmarketinginstitute.com begon, was dat precies wat hij regelde. Het ligt zo voor de hand dat je geneigd bent om eraan voorbij te gaan. Of te denken dat het te simpel is om effect te kunnen hebben.

Blog commenting strategy, noemt Pulizzi zijn aanpak. Hij was zelf ook een beetje verbaasd over het effect toen hij de eerste stap zette naar relaties met content marketeers over de hele wereld.

 
Commentaar schrijven
Wat de deur opende naar key industry influencers, schrijft Pulizzi, was simpelweg commentaar schrijven onder blogs van sleutelpersonen. Natuurlijk, inhoudelijk commentaar, laten zien dat je in het vak zit, dat je constructieve ideeën kan toevoegen. Zorg dat je met je reacties bij hen opvalt.

Op een conferentie vroeg Pulizzi zijn gehoor wie van hen een corporate blog bijhield. Dat was zo’n 50 procent. Vervolgens vroeg hij wie commentaar gaf op blogs van anderen. Dat bleek niet meer dan 10 procent. ,,What a shame,” reageerde Pulizzi.

Je kunt de beste content creator op aarde zijn, maar als je niet de juiste kanalen actief benadert, blijf je geïsoleerd. Zet het bovenaan je lijst van technieken om je content te verpreiden: geef commentaar op blogs van anderen in je sector.

 
Lijstje maken
Pulizzi maakt het concreet: maak een lijst met tien tot vijftien belangrijke blogs, waarmee je je wilt verbinden. En schrijf tenminste één keer per week een informatieve reactie onder elk van die blogs.

Het kan je een paar uur per week kosten, maar het resultaat zal er zijn. De influencers die je kiest, zullen je kennen. Na een tijdje zullen ze jouw content gaan delen en erop reageren. Het zal je eigen blog positief beïnvloeden.

Pulizzi was verrast toen hij na enige tijd grote influencers waar hij aanvankelijk tegen opkeek tot zijn vriendenkring kon rekenen.

 
Friday, 08 July 2016 | Written by Ralph Rozema

BuzzFeed en het geheim van virale content

The Web’s king of viral content. Steeds opnieuw slaagt BuzzFeed erin om content viraal te laten gaan. De site werd ooit bekend vanwege lijstjes met grappige katten. Maar naast entertainment biedt de site ook serieus nieuws. En met succes. In Nederland weten millennials BuzzFeed goed te vinden.

 
BuzzFeed begon in 2006 als een lab om virale content te testen. Wanneer kan een verhaal of beeld rekenen op extreem veel hits?

Populair zijn nog steeds de afbeeldingen van katten. Meer dan twintigduizend items met of over katten hebben inmiddels op de site gestaan. Het trekt gebruikers naar de site toe, die ook verder op BuzzFeed rondkijken.

Populair zijn ook de listicles: lijstjes zoals ‘30 tekenen dat je bijna 30 bent’ of ‘de 10 mooiste exotische vruchten in de wereld’ scoren hoog onder millennials.

 
Medialab
Oprichter Jonah Peretti geldt als een ‘nerd genius’. Hij analyseert grote aantallen data om te bepalen wanneer content viraal gaat. Peretti volgde zijn opleiding aan het Medialab van het MIT, de prestigieuze technische universiteit in Massachusetts. Hij was medeoprichter van de Huffington Post en stapte in 2011 volledig over naar BuzzFeed.

We hebben bij BuzzFeed veel geluk gehad, vindt Peretti. „Vaardigheid is 67 procent geluk. We waren geobsedeerd door social content en ads voordat anderen ermee begonnen. De wereld ging mee met wat wij al aan het doen waren.”

 
Virale content gedecodeerd
Hij maakte gebruik van wat hij leerde op MIT. „Je krijgt veel data over wat consumenten lezen en delen. Delen is het belangrijkst, dat iemand het waard vindt om je content naar een vriend te sturen. Data daarover kun je meteen gebruiken voor nieuwe content op je media.”

BuzzFeeds doel is om te voorspellen wanneer content viraal gaat. Maximaliseer de karakteristieken die daarbij horen. Dat zal de verspreiding versnellen. Onderzoeker Lucy Küng van de University of Oxford zegt in haar boek Innovators in digital news’ dat BuzzFeed er deels in geslaagd is om virale content te decoderen. Alleen al op Facebook heeft BuzzFeed daardoor maandelijks tientallen miljoenen interacties (likes, comments en shares).

 
Interview met Obama
Sinds 2012 brengt BuzzFeed ook nieuws. Van korte nieuwsartikelen tot onderzoeksjournalistiek. Een logische stap naast entertainment, vindt Peretti. In 2014 had de site ruim zevenduizend nieuwsverhalen uit 20 verschillende landen. Een groter contrast met de lichte listicles en quizzen is nauwelijks denkbaar: de nieuwspagina oogt als een professionele newssite.

Begin 2015 onderstreepte Peretti nog eens het belang van nieuws. „Nieuws vormt het hart en de ziel van een mediabedrijf. Het is de beste manier om impact op de wereld te hebben.”

Voor de site werden bekende journalisten aangetrokken, onder wie Lisa Tozzi van The New York Times en de huidige hoofdredacteur Ben Smith, afkomstig van Politico. Smith had in 2015 voor BuzzFeed een interview met Obama.

De site heeft speciale aandacht voor onderwerpen die leven onder millennials. Thema’s variëren van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, terrorisme, technologie tot homorechten.

Hoofdredacteur Smith vindt dat de kattenvideo’s en nieuws prima samengaan. „We gaan door met prachtige cat-led-entertainment, maar we hebben ook fors geïnvesteerd in journalistiek. Dat is niet strijdig met elkaar: mensen houden van dieren en ze willen weten wat er in de wereld gebeurt.”

 
BuzzFeed video
De nieuwste en snelst groeiende tak van BuzzFeed is video. Het is een trend die overal op het internet zichtbaar is. Video spreekt millennials aan en adverteerders willen het graag. Televisiestation NBC investeerde afgelopen jaar 200 miljoen dollar in BuzzFeed. Deze zomer gaat BuzzFeed speciale video’s maken over de Olympische Spelen voor verschillende platforms.

Bij video ligt de nadruk op entertainment. Dat kan op termijn ten koste gaan van de nieuwsrubriek. Analisten bij CNN verwachten dat BuzzFeed uiteindelijk het nieuws zal aanpakken om ruimte te maken voor meer winstgevende activiteiten als video.

 
Verdienmodel
BuzzFeed werd winstgevend in 2013. Een jaar later bedroegen de advertentieopbrengsten al meer dan honderd miljoen dollar. De site heeft alleen native ads in dezelfde vormgeving als de overige content. Peretti: „Ik wilde één platform voor nieuws, entertainment en branded content. Dat waren gescheiden teams, die allemaal gebruik maakten van de data en de innovaties die we op het platform doorvoerden.”

Zo’n driekwart van de bezoekers van BuzzFeed komt binnen via social media. De helft zit in de leeftijdsgroep van 18 tot 34 jaar. En ruwweg de helft bezoekt de site op de smartphone. Dat is een aantrekkelijke groep voor adverteerders. „We hebben nooit die doelgroep opgezocht,” zegt Peretti in het boek van Küng. „Zij vinden onze site. De meesten zijn hoog opgeleid. Ze wonen in grote steden en zijn breed geïnteresseerd in cultuur.”

De native content wordt gemaakt in een aparte divisie, die vergelijkbaar is met een reclamebureau. Ze werken er direct samen met de brands en maken content in de stijl van BuzzFeed. De advertentietarieven liggen hoger dan elders, maar de merken profiteren van BuzzFeeds expertise om de content viraal te maken.

Uitgangspunt is mobile first. „Onze ads doen het beter op de smartphone. Dat is de belangrijkste reden dat BuzzFeed winst maakt. Als consumenten steeds meer kiezen voor social en mobiel, komt dat onze onderneming ten goede.”

 
Klonen van Buzzfeed  
Het succesvolle businessmodel van BuzzFeed heeft wereldwijd geleid tot sites die dezelfde formule uitproberen, maar zonder vergelijkbaar succes. In Nederland hanteert upcoming.nl  een vergelijkbare formule: ga na wat trending topics zijn en stem je items daarop af. De site bevat listicles, quizzen en een nieuwspagina, waar serieus nieuws overigens ontbreekt.

Voor Nederlandse millennials is de Engelstalige site van BuzzFeed geen enkel probleem, gewend als Nederlanders zijn aan Amerikaanse series of stand-up comedians. Uit onderzoek blijkt dat BuzzFeed vooral bij vrouwelijke millennials goed scoort. Misschien voegt de Amerikaanse invalshoek juist wel wat toe.

 
Mix van tech en journalistiek
De kracht van BuzzFeed is hoe het tech en journalistiek weet te combineren. De analyse van data staat garant voor hoge bezoekersaantallen; de site biedt entertainment en nieuws, gemaakt door professionele journalisten.

De vraag is of met de aandacht voor video de nieuwssectie behouden blijft. Of dat BuzzFeed gaat terugvallen naar louter entertainment. Aan de newssite te zien lijkt dat voorlopig nog niet het geval.
Monday, 27 June 2016 | Written by Ralph Rozema

Vice spreekt taal van millennials

Medianetwerk Vice, bekend van online videokanalen voor millennials, gaat reorganiseren. Vice geldt als voorbeeld van hoe je met videoreportages geld kunt verdienen. Maar de online kanalen alleen leveren te weinig op en daarom komen er wereldwijd twintig televisiekanalen bij. Vice gaat meer investeren in nieuws, want dat is wat jongeren willen. Adverteerders staan klaar.

 
Ooit begonnen als alternatieve online krant in Canada, is Vice uitgegroeid tot een global empire dat nieuws brengt waar je niet om heen kunt. Kort geleden kreeg premier Rutte de vraag wat hij als EU-voorzitter gaat doen aan de Noord-Koreaanse dwangarbeiders die in Polen werken. Diverse media brachten dat nieuws, maar de bron was de reportage ‘Cash for Kim’ die Vice maakte in Polen.

Brutaal en volhardend drong een team van Vice door tot scheepswerven waar de Noord-Koreanen te werk waren gesteld. Verslaggevers stelden lastige vragen bij koppelbureaus en volgden de Noord-Koreanen naar hun overnachtingsplek die ze behalve voor werk niet mochten verlaten. De opnamen zijn rauw en soms snel gemonteerd, het zijn indringende beelden.

 
Eagles of Death Metal
Vice viel ook op na de aanslagen in Parijs. Het was CEO Shane Smith die als eerste een interview had met de band Eagles of Death Metal na de aanslag tijdens hun optreden in theater Bataclan. Indruk maakte Vice ook met z’n reportage over IS, waarvoor een verslaggever embedded was gegaan bij de terroristische organisatie.

Het mediabedrijf begon in 1994 in Montreal, in de woorden van de The New Yorker, als een gratis magazine met een reputatie voor provocatie. De oprichters schreven over wat hen toen interesseerde: drugs, rapmuziek en Montreal’s punk rock scene.

 
Van Canada naar New York
De verhuizing naar New York in 1999 ontstond uit een grap. Mede-oprichter Shane Smith had een Canadese krant verteld dat Vice was opgekocht door een plaatselijke miljonair Richard Szalwinksy. Dat was niet waar, maar de miljonair besloot uiteindelijk wel in Vice te investeren, waardoor het een kantoor in Manhattan kon openen.

Het huidige hoofdkantoor zit in Brooklyn, New York. CEO Smith ontvangt er zijn gasten in de Bear Room met een opgezette grizzlybeer. Die beer bedreigde ooit een cameraploeg van Vice in Alaska en moest worden doodgeschoten.

Smith gaat nog steeds zelf graag op reportage en presenteert het Vice News op het HBO-kanaal. Zijn wilde haren heeft hij deels achter zich gelaten. Hij is nu meer executive dan de punkrocker van weleer, maar met een voorkeur voor spektakel, op zoek naar evenwicht tussen entertainment en journalistiek.

 
Eerlijk en ontwapenend
De troef van Vice zijn de jongeren die het bedrijf aan zich weet te binden. Het is de tone of voice, de manier van filmen die millennials aanspreekt. Ruw, ongepolijst, maar ook eerlijk en ontwapenend. Soms hoor je ze praten over volgende shots die ze willen maken. Je ziet niet alleen wat op straat gebeurt, maar ook hoe hun journalistieke product tot stand komt, schrijft vakblad CJR.

Vice maakt momenteel een reorganisatie door. Er komt meer nadruk op nieuws. „Op YouTube merken we dat onze volgers meer nieuws willen,” zegt Smith. Nieuws in de vorm van korte en lange video’s over thema’s als milieu, economie en conflict. De nieuwsuitzendingen op betaalkanaal HBO worden uitgebreid en zullen uiteindelijk dagelijks worden.

 
Jongeren van internet naar tv
Verder komen er wereldwijd zo’n twintig tv-kanalen bij in onder meer Canada, Groot-Brittannië en Frankrijk. Die moeten inkomsten binnenbrengen met advertenties gericht op een breed jong publiek. Naast de ruim dertig bestaande buitenlandse kantoren komen er nieuwe vestigingen in onder meer Hongkong. In Amsterdam is al een kantoor dat de Nederlandstalige website onderhoudt.

Vice’s eerste tv-kanaal, Viceland, ging enkele maanden geleden in de VS van start. De eerste berichten zijn positief: Vice lijkt erin te slagen jongeren vanaf de internetkanalen mee te nemen naar tv. Bedrijven als Unilever, Samsung en T-Mobile adverteren op het kanaal. Vice onderzoekt de mogelijkheden voor een lineaire tv-zender in Nederland. De groei zit er wereldwijd in en sommige analisten vergelijken het Vice van nu met CNN in de begintijd.

 
Journalistiek en entertainment
Vice lijkt in de programma’s een middenweg te zoeken tussen journalistiek en entertainment. Daar is veel discussie over. De reportages – zoals deze maand meelopend met het Iraakse leger tegen IS – zijn indrukwekkend, maar ook een beetje sensatiegericht. ,,Alles draait om de manier van video editen en bij Vice is de edit gericht op entertainment,” zegt een criticus in CJR.

Een vrouwelijk redacteur kreeg ooit de opdracht een video te maken over sekswerkers in een stripclub in een ontwikkelingsland. Vice vroeg haar undercover te gaan als prostituée, wat ze weigerde. „Ze wilden het sensationeel maken en de sekswerkers gebruiken op een manier waar ik me niet in kon vinden,” zegt de redacteur die inmiddels Vice heeft verlaten.

 
Content trekt millennials
Het succesvolle verdienmodel van Vice heeft alles te maken met de jonge doelgroep. De content trekt millennials aan, waardoor adverteerders Vice weten te vinden. Naast korte ads voor de video’s worden sponsoren vermeld als co-creator. Zo sponsorde buitensportbedrijf The North Face een serie over ‘the most remote places on earth’. Garnier en Toshiba namen delen van de website voor hun rekening.

Maar Vice krijgt – los van de nieuwsreportages die zoveel lof oogsten – ook kritiek omdat bij sommige producties journalistiek en advertenties dwars door elkaar zouden lopen. Bij zulke branded content is niet te zien dat een bedrijf invloed heeft op de inhoud van een stuk. En dat tast de geloofwaardigheid van Vice aan.

 
Zonder geld geen media
CEO Smith zegt in The New Yorker dat inkomsten uit branded content nodig zijn om reportages te financieren. „Het kost geld om de daklozen in Bogota’s rioleringssysteem journalistiek te onderzoeken of de oorlog in Syrië te verslaan. Iedereen in de media die zegt geen geld te willen verdienen, zegt in wezen: ik wil niet werken. Zonder geld geen media.”

Al met al slaagt Vice erin traditionele vormen als nieuwsreportages te combineren met een innovatieve ‘millennial style’ die bij jongeren aanslaat. „We weten wat we willen,” zegt Smith. „Ruwweg is dat uitgroeien tot het grootste mediabedrijf voor jongeren in de wereld.”

 
Thursday, 16 June 2016 | Written by Ralph Rozema

Small data onthult echte verlangens consument

Vergeet big data. Big data zijn getallen zonder emoties, terwijl het daar juist om gaat. Small data wil zeggen dat je onderzoek doet door mee te draaien en te observeren bij gezinnen en dat levert cruciale inzichten op. Branding consultant Martin Lindstrom schreef er het boek Small Data over dat een hit werd in de Verenigde Staten en nu ook in het Nederlands vertaald is.

 
Toen LEGO in de problemen kwam doordat kinderen steeds meer games gingen spelen, zochten onderzoekers van het bedrijf gezinnen op. Door in het dagelijkse leven van kinderen te duiken, kregen ze inzicht in welke verlangens zij nu echt hadden.

Een 11-jarige Duitse jongen, die een fanatieke skateboarder was, liet trots zijn afgesleten Adidas sneakers zien. Want die waren precies op de juiste plekken aan de zijkant afgesleten waardoor je kon zien hoe goed hij was. Die sneakers vormden de small data waarmee LEGO uiteindelijk een nieuwe strategie bedacht.

Die jongen wilde uitdagingen aangaan en die konden niet ingewikkeld genoeg zijn, schrijft Lindstrom. LEGO nam dat idee over. De speelgoedfabrikant kwam met geavanceerde bouwsels met meerdere typen legostenen. ,,Kinderen moesten er echt wat voor doen en dat sloeg aan. Het heeft het bedrijf gered. Dat hadden we met big data nooit voor elkaar gekregen.”

 
Wereldwijd gevraagd
Martin Lindstrom wordt wereldwijd gevraagd. In Saoudi-Arabië, Rusland of de VS schakelen bedrijven hem in. Of het nu om de inrichting van een supermarkt of internetshop gaat. En zijn aanpak is altijd hetzelfde: op kleine schaal. Hij komt bij enkele gezinnen, praat en observeert tot in de details. Hoe is de kamer ingericht?  Wie neemt de beslissingen in huis? Wat staat er in de koelkast? Welke afbeeldingen hangen er aan de muur? Wat zijn de verborgen verlangens die mensen hebben?

 
Shopping mall in Saudi-Arabië
In Saoudi-Arabië werd Lindstrom om advies gevraagd voor de inrichting van een nieuwe shopping mall. Ook in dat land slaagde hij erin bij gezinnen thuis te komen, hij sprak met mannen en vrouwen apart over hun dromen. Hij verwonderde zich over de vele afbeeldingen van waterpartijen aan de muren. Hij zag de magneetjes op de koelkast met vaak de Eiffeltoren erop. De dromen van reizen en water zijn terug te zien in het winkelcentrum waardoor er extra bezoekers komen.

De onderzoeksmethodes van Lindstrom zijn vergelijkbaar met die van antropologen. Het is participerend onderzoek, waarbij de onderzoeker woont bij een gezin. Hij eet mee, kijkt samen met hen televisie en ondertussen observeert hij wat er gebeurt. Antropologen doen dat jarenlang en gebruiken wetenschappelijke analyses; Lindstrom doet het enkele weken en gaat meer intuïtief te werk.

 
De flagship store van Tally Weijl
Voor modeketen Tally Weijl werd Lindstrom ingeschakeld om te helpen bij de nieuwe flagship store in Wenen. Lindstrom draaide mee met gezinnen met tienermeisjes, vroeg naar hun dromen, bekeek hun kamers, kledingkasten en foto’s, kortom: dook in hun levens.

Het vertrouwen werd uiteindelijk zo groot dat Lindstrom van de ouders en dochters toestemming kreeg om een keer hun smartphones in te zien. Het bleek dat de tieners, als ze net wakker waren, selfies naar vriendinnen stuurden om hun outfit voor de dag voor te leggen. Lindstrom realiseerde zich toen pas hoever mode en de digitale wereld met elkaar vervlochten waren.

In de winkel van Tally Weijl kwamen paskamers waar de spiegel ook als touch screen werkte, waarmee de jonge klanten zich via social media in real time met hun gekozen kleding aan vriendinnen elders konden laten zien. Het sloot aan bij een behoefte. De vernieuwing haalde, samen met een trendy inrichting, de winkelketen uit het slop.

 
Kleuren voor schoonmoeders en -dochters
Voor een bedrijf in India werd Lindstrom benaderd een nieuwe verpakking te ontwerpen voor cornflakes en andere ontbijtgranen die niet meer goed verkochten. In de grote families waar Lindstrom kwam, bleek een grote rivaliteit tussen schoonmoeders en schoondochters bij het beslissen over inkopen. Hij ontdekte ook dat de moeders hun slaapkamer hadden ingericht met felle kleuren, terwijl de dochters zachte kleuren gebruikten. Die kleuren liet hij op producten terugkomen. Het bedrijf ging goed lopen met verpakkingen die voor tweederde fel gekleurd waren en voor een derde de zachte kleuren van de dochters hadden.

Lindstrom analyseert zulke small data om zo te komen tot aanbevelingen voor de bedrijven. Hij zoekt naar verbanden bij behoeftes en werkt die voor toepassing in de praktijk uit. Zoals de combinatie bij Tally Weijl van een traditionele paskamer met een groot scherm voor social media.

 
Bedrijven verblind door big data
In een interview aan de University of Pennsylvania zegt Lindstrom dat de corporate world volkomen verblind is door big data. „Het is praktisch onmogelijk om emoties met zulke data te beschrijven. Daar ligt het probleem.”

Big data gaan bovendien over het verleden en niet over de toekomst. „Kijk naar de top 100 van grootste innovaties van onze tijd, dan zie je dat zo’n 60 tot 65 procent gebaseerd is op small data.” Big data kunnen aanvullend zijn.

Onlangs gaf Lindstrom een presentatie voor drieduizend executives in New York. Hij vroeg wie het afgelopen jaar één of twee dagen in een huis van een consument had doorgebracht. „Twee mensen staken hun hand op. Dat zegt genoeg.”

Hoe beschrijf je je geliefde, gaat hij verder. „Dan zeg je niet: ‘ik houd van haar omdat ze 1.75 lang is en vanwege de laatste vier cijfers van haar telefoonnummer’. Dat zijn data waarbij het emotionele aspect ontbreekt.”

 
Werkelijke verlangens
Lindstrom wijst er ook op dat consumenten naar de buitenwereld, zoals op Facebook, een geïdealiseerd beeld geven van zichzelf. Wie wil weten wat de werkelijke verlangens van consumenten zijn, moet zich niet door zulke big data laten leiden, maar mensen in hun thuissituatie onderzoeken.

Het hoeft niet bij veel gezinnen te gebeuren, als je er maar diep induikt en oog hebt voor details, vindt Lindstrom. „Soms heb je aan tien mensen al voldoende om een brand of business succesvol te transformeren.”

In een video gaat Martin Lindstrom in op small data (vanaf 0.45):
https://www.youtube.com/watch?v=smgFwRNiVMU

 
 
Tuesday, 14 June 2016 | Written by Ralph Rozema

Social video moet zich in 3 seconden bewijzen

Branded en social video hebben de toekomst. Meer nog dan om techniek zal het blijven gaan om creativiteit. Die moet er vanaf spatten. De videowereld is volop in beweging. Managing director Pablo van den Berg van video- en contentbedrijf Yune verwacht dat de huidige trends zich voortzetten: „Merken worden steeds meer broadcaster.”

 
„Toen wij in 2007 begonnen, maakten we traditionele bedrijfsfilms. Nu heeft internet een enorme vlucht genomen en maken we veel meer branded video,” zegt Van den Berg. „De ontwikkelingen gaan snel, dat was toen nauwelijks te voorzien.”

Video’s op de site van Yune tonen een grote variatie: van spectaculaire beelden, snel gemonteerd en met veel effecten, tot meer ingetogen animaties. Tanks die over een zandverstuiving rollen in een spot voor Defensie, maar ook een heldere uitleg van een verzekeringsmaatschappij.

Creativiteit staat voorop. „Je moet de kijker al in het begin weten te pakken. De naam van het bedrijf is minder prominent dan vroeger, het gaat erom dat je de kijker een beleving biedt die blijft hangen,” legt Van den Berg uit.

 
Video en social media vinden elkaar
Video en social media groeien naar elkaar toe. Van den Berg: „We hebben het voordeel dat we beide in huis hebben. We zijn een videobedrijf en zijn goed thuis op social media. Die combinatie heeft ons speed gegeven. We weten wat voor video werkt op een bepaald social mediakanaal.”

We praten in het vergaderzaaltje met glazen wanden middenin de grote werkruimte. Een team werkt aan animaties. Anderen overleggen met een klant. Een jongen loopt met een stapel pizzadozen langs. Even verderop duikt hij de studio in waar alles klaar staat voor een social video voor Albert Heijn. De spotlights staan aan. De laatste hand aan de opstelling. Dan gaat de camera draaien.

Social video’s vragen een andere aanpak dan televisie. Ze worden gemaakt voor Facebook of YouTube, maar ook voor Instagram. En Snapchat komt eraan. Het liefst verschillende video’s, die passen binnen een overkoepelende contentstrategie.

 
Wat werkt op Facebook?
Facebook kent een snelle groei van online video’s. Nog lang niet alle bedrijven hebben het, dus je kunt ermee opvallen. Maar het is ook een gevecht om aandacht in de tijdlijn te krijgen. Yune doet zelf onderzoek naar video ’s op Facebook: wat werkt? Hoe moet het storyboard eruit zien?

„Veel hangt af van de eerste drie seconden,” zegt Van den Berg. Die moeten spannend en overtuigend zijn. Het kunnen een paar treffende quotes zijn. Een moment waarin je een lifestyle neerzet. „De kijker moet daar al het gevoel hebben: dit wil ik weten.”

Lastig bij Facebook is dat veel kijkers het geluid niet aanzetten. Dus de video moet ook zonder geluid overtuigend zijn. Daarom hebben Facebook-video’s vaak ondertiteling. Maar dan mist de kijker nog muziek. Daarom moeten de beelden zo goed zijn dat ze zelf voldoende sfeer oproepen.

Een voordeel van Facebook is dat je tekst om je video heen kunt zetten. Een sterk intro kan iemand aanzetten om een video te bekijken. Je kunt dan in de video zelf met minder uitleg toe. Yune maakte op Facebook bijvoorbeeld een video over de Stabilo Correcto, een pen die spelvouten kan corrigeren.

 
Stunning Instagram video’s
Instagram, in de eerste plaats een fotosite, onderscheidt zich van Facebook doordat er meer jongeren actief zijn en vooral doordat creativiteit voorop staat. Bezoekers willen stunning images zien, het visuele spektakel moet er vanaf spatten. Daar ligt voor videobedrijven de uitdaging.

Bij Instagram is nauwelijks ruimte voor een introtekst. „De video moet het helemaal van zichzelf hebben. In de eerste drie seconden moet je de kijker voor je winnen. Die video moet heel teasend zijn,” zegt Van den Berg.
Yune maakte voor Qmusic een video om een nieuwe vlogmeister te vinden, te zien op Instagram.

 
YouTube video’s mogen weer lang zijn
Bij  YouTube is de opmerkelijke trend dat lange video’s prima kunnen. Vooral jongeren kijken rustig een video van vijftien minuten uit van hun favoriete vlogger. Ook branded video’s kunnen langer zijn mits ze goed zijn gemaakt. „Je ziet dat jongeren YouTube als vervanger van tv beschouwen. Ze nemen er de tijd voor, een lange video kijken ze vaak helemaal uit,” aldus Van den Berg.

 
Veranderend kijkgedrag
Hij heeft het kijkgedrag zien veranderen. „Lean backward wordt steeds meer lean forward. Lean backward is achterover leunend op de bank voor de tv zitten. Lean forward is actief voor je scherm zitten. Je kijkt naar Netflix of social media. Je bent actiever, maakt meer keuzes en je wil in een paar seconden getriggerd worden.”

 
Minder corporate, meer branded
Bedrijven zijn zich er steeds meer van bewust dat ze niet zonder video kunnen. De traditionele bedrijfsvideo is niet meer zo effectief. Soms heeft het zin om uit te leggen hoe een bedrijf werkt, zoals bijvoorbeeld in B2B corporate videos gebeurt.

Maar consumenten zitten niet meer op een bedrijfsvideo te wachten. Zij willen een experience, een verhaal. Denk aan Nike, dat kijkers in een spannende sportwereld brengt. Pas als je in de ban bent van de topsporters die je ziet, komt het logo in beeld. En bij een indringende video blijft dat je bij.

 
Merken worden broadcaster
Hoe zal de mediawereld er over tien jaar uitzien? „Je ziet dat steeds meer merken zelf broadcaster willen worden. Kijk naar Ziggo en KPN, die hun eigen zender lanceerden. Steeds meer bedrijven komen met eigen content. De impact daarvan op de mediawereld zal enorm zijn,” verwacht Van den Berg. Red Bull geldt als een uithangbord hoe je met eigen gemaakte content kan werken.

Bedrijven en media raken steeds meer verstrengeld. „Merken beginnen eigen tv-shows, op een online en tv-kanaal. Tegelijkertijd zie je dat televisiestations om te kunnen overleven steeds meer van merken laten zien. Die twee werelden groeien langzaam naar elkaar toe.”

 
Video steeds vaker interactief
Ondertussen staat ook de techniek niet stil. Van virtual reality, 360 graden video tot interactieve video. Vooral interactieve video’s zijn voor bedrijven interessant. „Een klik op een video, waardoor je rechtstreeks in de virtuele winkel iets kan kopen. Dat zien we nu al en dat zal alleen maar meer worden.”

Toch moet je de technische ontwikkelingen niet mooier maken dan het is. Van den Berg: „Het moet een functie hebben. Toen drones doorbraken, zagen we ze overal terug bij het video maken. Het was een modegril. Maar het was vaak niet functioneel om een video te verbeteren. De techniek moet wel een doel hebben.”

 
Creativiteit boven techniek
Dat geldt ook voor 360 graden video en virtual reality. ,,Prachtig als je het voor het eerst ziet. Maar heeft het een functie in je branded video en wordt die er echt beter van? Als dat zo is, dan moet je het gebruiken.”
Wat blijft, zijn de explosies van creativiteit die je soms op video’s ziet. Videocreatie is waarin de bureaus elkaar proberen te overtreffen. Yune is er goed in. Het is het visitekaartje van het bedrijf, zoals ook blijkt uit de video’s hieronder. Een Facebook-video voor Albert Heijn en een spetterende kerstboodschap van Yune zelf, op Facebook en Youtube te zien. „Creativiteit is het wezen van dit vak. Dat zal altijd blijven, uiteindelijk gaat het er steeds weer om hoe we viewers kunnen verrassen.”

 
https://www.youtube.com/watch?annotation_id=annotation_922234529&feature=iv&src_vid=ujEcoWnIWyE&v=cRcFnsOwPaY
Monday, 30 May 2016 | Written by Ralph Rozema

Creative Control: als een avatar je leven overneemt

In de rubriek Franky beschrijven redacteuren van Frank.news hun eigen, persoonlijke media-ervaring. Vandaag Ralph Rozema over de film Creative Control, een relativerende parodie over augmented en virtual reality.

 
Na alle flitsende presentaties bij Microsoft, Samsung en andere techbedrijven is er nu Creative Control. Sinds een week draait de film in de Nederlandse bioscopen. Regisseur Benjamin Dickinson, afkomstig uit de reclamewereld, speelt zelf de hoofdrol als creative director bij een reclamebureau in New York.

Zijn nieuwste project: Augmenta. Het lijkt ogenschijnlijk een gewone bril, maar je kan er beelden en scenes mee vastleggen om die later terug te roepen. Bij Augmenta sluit de virtuele wereld naadloos aan op de werkelijkheid en verdwijnt het onderscheid.

 
Doorzichtige computerschermen
 
Creative Control speelt in de nabije toekomst. Het reclamebureau oogt flitsend met grote witte vlakken en enorme ramen met uitzicht op de straten van Brooklyn. Opvallend zijn de doorzichtige computerschermen en smartphones waardoor het lijkt alsof medewerkers in het luchtledige tikken.

Beelden en berichten bekijk je niet meer op het kleine scherm van je smartphone, maar zie je zwevend voor je in de lucht, alleen voor jou zichtbaar. Als David – gespeeld door Dickinson – achter zijn bureau zit, houdt hij een live videogesprek met het beeld voor hem in de lucht. Daar verschijnt ook de laatste versie van een commercial die hij moet beoordelen, terwijl net daarnaast zijn emailverkeer vrolijk doorgaat.

 
Virtuele verleiding
 
Augmenta wordt al gauw een stoorzender. Als David iets krijgt met de geliefde van zijn beste vriend, weet hij haar later op te roepen met zijn bril en ontstaat iets moois in de virtuele wereld. De verleidende Sophie is virtueel, maar nauwelijks van echt te onderscheiden. Vanaf dan lopen de dingen uit de hand.

De meeste beelden zijn sober en in zwart/wit. Creative Control is niet de grote publieksfilm die een veelbelovende toekomst neerzet, maar de spanning is er niet minder om.

Als David in zijn virtuele wereld het gevoel krijgt alle controle te verliezen, wil hij weg. Waarom niet naar een boerderij op het platteland, afgesloten van die moderne online wereld, schiet het door zijn hoofd.

 
Verfrissende kijk op hypes
 
Meerdere verhaallijnen komen uiteindelijk bij elkaar. Zoals over David’s vriendin Juliette, een part-time yogalerares. Kan bij yoga de geest uit het lichaam treden en hoe zit dat dan bij virtual reality?

Het is heerlijk je fantasie mee te laten gaan met wat virtual reality straks allemaal kan. Maar de film geeft ook een verfrissende blik op de hypes die de techbedrijven ons voorschotelen, want je kunt er ook voor kiezen om er niet in mee te gaan.
Friday, 27 May 2016 | Written by Ralph Rozema

Waarom Huffington Post het voorbeeld voor alle newssites is

Meer dan tweehonderd miljoen unieke bezoekers per maand. De newssite Huffington Post is een successtory. Drijvende kracht is de Grieks-Amerikaanse Arianna Huffington. Ze wil het debat aanvuren. Naast initiatiefnemer van de Huffington Post is ze ook nog bestsellerauteur. En sinds kort maakt ze deel uit van de board of directors van Uber. Tijd voor een portret.

 
Terwijl veel media het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden, begint Huffington in 2005 een newssite, die een ongekend succes wordt. Het begint klein, natuurlijk, maar uiteindelijk weet ze zelfs Hillary Clinton en Barrack Obama voor bijdragen te strikken.

Naast nieuws bevat de site vooral visies, scherp en prikkelend geformuleerd. Arianna kan rekenen op haar netwerk, maar het is haar brede interesse en persoonlijke charme waarmee ze nieuwe prominenten weet aan te trekken.

 
Trump als entertainment
 
De Huffington Post is van progressieve signatuur. Dat leidt tot opvallende, soms provocerende keuzes. Zoals haar besluit om Trump niet op de politieke pagina’s te behandelen, maar bij entertainment. Want dat is waar hij hoort, vindt ze. Later komt ze in een blog ‘We are no longer entertained’ op dat besluit terug, omdat de politiek niet meer om Trump heen kan.

In 2005, toen  Arianna haar newssite vanuit haar huis in Los Angeles begon, was Facebook een jaar oud en moest Twitter nog beginnen. Op het web stonden stukken van bloggers, traditionele nieuwsredacties en verslaggevers. Huffington wilde die bij elkaar brengen. „Het doel was een hybride,” zegt ze in Adweek. „Het moest een journalistieke onderneming zijn en een platform waar mensen – bekenden en onbekenden - zich konden laten horen.”

 
Bloggers krijgen enorm publiek
 
De bijdrage van opiniemakers leidt aanvankelijk tot forse kritiek, omdat zij als auteurs geen vergoeding krijgen. Maar Huffington heeft haar repliek klaar. De Huffington Post is een ‘media-democracy machine’, die bloggers een enorm publiek geeft en wiens brede mix van content – van nieuws, politiek tot sport – het beste van het web laat zien.

Haar eerste ervaring met debatten doet ze op als ze uit haar geboorteland Griekenland vertrekt en economie gaat studeren aan de Universiteit van Cambridge. Ze is niet weg te slaan bij de debating club en wordt er later voorzitter van. „Ik was bij elk debat,” zegt ze in The New Yorker. „Ik was zo gegrepen door het spektakel van grootse sprekers en de mensen die bewogen waren door hun woorden.”

 
Geen gouverneurschap
 
Haar loopbaan kent een grillig verloop. In Cambridge wordt ze bekend als conservatief commentator. Na haar verhuizing naar Amerika trouwt ze met een Republikeins politicus. Ze publiceert boeken over operazangeres Maria Callas en Pablo Picasso. Ze blogt en wordt een bekende gast bij televisieshows, zoals bij Larry King Live. Maar als ze zich kandidaat stelt voor het gouverneurschap van Calfornië, loopt dat op een fiasco uit.

Aanvankelijk geldt ze als een boegbeeld voor conservatieven. Maar ze schuift op. Ze neemt standpunten over van de milieubeweging in Californië, kiest steeds meer de progressieve lijn. Ze is inmiddels gescheiden. Critici noemen haar opportunistisch, ze zou standpunten kiezen die vooral voor haar carrière goed uitkomen.

Mensen die haar goed kennen, roemen haar vermogen om nieuwe contacten te leggen. Ze is een warme persoonlijkheid, oprecht in mensen geïnteresseerd. Zo wint ze prominenten voor de Huffington Post. Als ze een keer door een bekende chirurg wordt behandeld, schrijft hij kort daarna een bijdrage voor de HuffPost. En al doende groeit de site.

 
Onverzadigbare content machine
 
De Huffington Post wordt vaak gezien als het liberale antwoord op het conservatieve Drudge Report. Maar de HuffPost stijgt daar ver bovenuit. Het succes is vooral toe te schrijven aan Huffington zelf, haar doortastendheid en volhardendheid. Ook in andere landen, waar aangepaste versies verschijnen, doet de HuffPost het goed.

Huffington is een ‘onverzadigbare content machine’, schreef The New York Times Magazine vorig jaar. Volgens de krant heeft ze ‘meer gedaan dan wie dan ook voor de internet news business en bepaalt ze nog steeds het tempo’.

De Huffington Post geldt nu als voorbeeld van hoe je een goede site met nieuws en blogs kunt maken. De site viel ook investeerders op. In 2011 nam internetaanbieder AOL de Huffington Post over voor 315 miljoen dollar.

 
Virtual reality op de site
 
Telecommunicatieconcern Verizon nam vorig jaar voor 4,4 miljard dollar AOL weer over, waarmee de HuffPost lijkt te kunnen rekenen op nieuwe investeringen. Afgelopen april kocht de Huffington Post virtual reality studio RYOT, die content moet gaan maken voor de site.
De inkomsten van de site komen vooral uit advertenties. Maar daar tegenover staan hoge kosten, vooral door de internationale expansie. De HuffPost opereert momenteel in vijftien landen. Er komen lanceringen aan in Mexico en China. „Het doel is,” zegt Huffington, „om er in de hele wereld te zijn.”

 
Arianna’s Sleep Revolution
 
Ze werkt zo hard dat het ook een keer moest misgaan. Enkele jaren geleden kampte ze met verschijnselen van een burn-out. Enige tijd was ze uit de running. Om er vervolgens een draai aan te geven die precies in haar stijl past. Ze schrijft een boek over slaaptekort, waar de media niet over uitgepraat raken. ‘Arianna Huffington’s Sleep Revolution Starts at Home’, kopt The New York Times in april 2016 als het boek uitkomt. Ze gaat met haar verhaal langs colleges, eerder hield ze al een speech bij TED Talk.

 
In het bestuur van Uber
 
Maar het werk is nog lang niet voorbij. Arianna Huffington neemt in april 2016 plaats in het bestuur (board of directors) van tech- en taxibedrijf Uber , niet te verwarren met de adviesraad van Uber waarin Neelie Kroes zit.

Huffington’s  ‘emotionele intelligentie’ vormt een goede aanvulling op onze datagedreven benaderingen, vindt Uber-CEO Travis Kalanick. Ze blijft voor de Huffington Post schrijven, maar zal berichten over Uber aan anderen overlaten. In een video zet Uber de samenwerking tussen Kalanick en Huffington groots neer.

https://www.youtube.com/watch?v=e-0II2ESntk

 
 
Friday, 20 May 2016 | Written by Ralph Rozema

Facebook in VS nog meer onder vuur vanwege partijdigheid

In Nederland ligt Facebook onder vuur omdat het profiel van PvdA-Kamerlid Kelk Yücel na kritische uitlatingen over de Turkse president Erdogan enkele uren offline werd gehaald. In Amerika vegen media de vloer aan met partijdigheid van Facebook en stelt de senaat zelfs een onderzoek in.
 
Facebook is vooringenomen en CEO Zuckerberg is hypocriet, aldus de media in Amerika. Uitlatingen van oud-curators hebben geleid tot vragen vanuit de senaat. De algoritmen die Facebook gebruikt, zouden alles behalve neutraal zijn. En Facebook mist elke transparantie. Het is één grote black box waar mensen maar mee akkoord moeten gaan.

 
Politieke visies geweerd
De senaat wil weten of Facebook bepaalde politieke visies uit de trending topics houdt. John Thune, voorzitter van de Senate Commerce Committee, heeft CEO Mark Zuckerberg daarover een brief gestuurd.

Hij wil weten hoe Facebook stories kiest voor de trending topics, welke training de curators krijgen en wie verantwoordelijk is voor hun beslissingen. De Senaat wil ook details zien over welke stories niet in de trending topics eindigden ondanks dat ze erg populair waren op Facebook.

 
Conservatieve posts krijgen lage plek
Aanleiding voor het onderzoek is een publicatie op gizmodo.com waarin voormalige curators van Facebook een boekje open doen over de subjectiviteit bij het samenstellen van de trending topics. Vooral posts met conservatieve standpunten zouden systematisch worden geweerd.

De ophef in Amerika is groot. Maar veel analisten vinden dat er op zich niet zoveel mis is met subjectieve keuzes, mits het maar open en transparant gebeurt. Elke mediaorganisatie - of het nu een krant of tv is – maakt zulke keuzes. Maar bij Facebook gebeurt dat in het geheim.

 
Journalisten als curator
Zo’n twee jaar geleden nam Facebook een tiental jonge journalisten aan. Ze heten bij Facebook geen redacteur, maar ‘news curator’ en bemoeien zich onder meer met de trending topics. Ze selecteren de belangrijkste news stories en vatten die samen. Dat is per definitie, stelt Slate magazine vast, een vorm van journalistiek ‘waarmee Facebook de facto een nieuwsorganisatie is geworden.’

Er is nog een andere trend waardoor Facebook zich steeds meer van sociaal netwerk ontwikkelt tot een news portal. Mensen delen minder op Facebook over hun persoonlijke leven. Ze delen meer artikelen die ze elders op het web vinden. Ze blijven even actief, maar hun posts zijn minder persoonlijk.

 
Kranten en tv-stations afhankelijk
Facebook verliest de intimiteit waaraan we ooit verslaafd waren, schreef Slate al eerder, en daarvoor in de plaats komt iets anders en veel groters.

Nieuwsorganisaties plaatsen steeds meer content op Facebook. Want daar worden ze goed gelezen. De nieuwste stap in die trend zijn de live videos waar Facebook ruimte voor maakt. Gevestigde media als The New York Times maken daar graag gebruik van.

Kranten en televisiestations, die ooit de baas waren over hun eigen distributiekanalen, zijn deels afhankelijk geworden van social media, zoals Facebook. En niet meer de krant of het tv-station, maar de social media bepalen welke posts meer of minder aandacht krijgen.

 
Algoritmes zijn subjectief
Daarvoor heeft Facebook een algoritme ontwikkeld. Het lijkt alsof de techniek objectief bepaalt welke plek een post in een timeline krijgt. Maar niets is minder waar. Want algoritmen zijn door mensen gemaakt. De keuzes die algoritmen maken zijn vergelijkbaar met beslissingen die een hoofdredactie van een krant of tv-station neemt.

Je kunt algoritmen vergelijken met redacteuren, schrijft Farhad Manjoo in The New York Times. De ingenieurs van Facebook die aan die techniek werken, bepalen wat wij op de timeline te zien krijgen. Slate gaat nog verder: de mensen die zulke keuzes maken hebben net als iedereen hun eigen ambities. Dat is precies waarom die keuzes zo arbitrair en subjectief zijn.

 
Keuzes maken prima, maar wel transparant
Facebook is niet anders dan een traditionele nieuwsorganisatie, vindt gizmodo op basis van de interviews met oud-curatoren. Het is hoog tijd dat Facebook een hoofdredacteur aanstelt, schrijft Slate magazine. Met een team dat transparant is over de keuzes die het maakt.

Keuzes maken in de nieuwsvoorziening is prima. Het probleem is dat CEO Zuckerberg weigert in te zien dat zulke keuzes altijd subjectief zijn. Zijn medewerkers selecteren en ordenen het nieuws. Dat vraagt om openheid en transparantie. En dat is iets anders dan een dataset optimaliseren.
Thursday, 12 May 2016 | Written by Ralph Rozema

Hoe zelfrijdende auto’s de marketing veranderen

Zelfsturende auto’s komen er aan en wat gaat dat voor marketing betekenen? Zullen radioreclame en billboards verdwijnen? In de VS zien ze onbegrensde mogelijkheden. In de auto van de toekomst ga je in een zelfgekozen design op de persoon afgestemde ervaringen krijgen. Inmiddels is de strijd tussen tech- en automerken losgebarsten. Apple, Google en Tesla wedijveren op dezelfde markt als Audi en Mercedes.
Marketing bij Apple gaat vaak met geheimzinnigheid gepaard en dat maakt het verlangen bij consumenten alleen maar groter. De afgelopen weken kwam iets naar buiten: Apple is bezig met de ontwikkeling van een zelfrijdende auto op een geheime locatie in Berlijn: de iCar. De berichten geven de consument een stille hint: wacht even met het kopen van een Tesla, want de iCar van Apple komt eraan.

Over twee jaar moet de iCar op de weg zijn. Een van de topmensen van Tesla is naar Apple overgestapt. Er waren ook gesprekken over samenwerking tussen Apple en Audi, maar dat leidde niet tot een doorbraak. Apple zou te veel controle over de data willen houden.

 
Digitale stad van Google
Concurrent Google laat weten een stad te gaan bouwen voor een grootschalig experiment met zelfrijdende auto’s. In de digitale stad zullen apparaten op grote schaal via internet verbonden zijn en op elkaar reageren. Er worden locaties voor de nieuwe stad genoemd bij Denver of Detroit. Google werkt onder meer samen met Ford.

 
Mercedes toont toekomst
Mercedes adverteert inmiddels met zelfsturende auto’s. Het is een futuristische clip. In de praktijk kan je op de weg je auto nog nauwelijks zelf laten rijden, maar de boodschap is duidelijk: het zal niet lang meer duren.

https://www.youtube.com/watch?v=kwsLsS7_XkY

 
Marketing gaat veranderen
Naast de methoden om zelfrijdende auto’s aan de man te brengen, is er het verhaal over hoe zulke auto’s in de toekomst de marketing gaan veranderen. Amerikaanse tech- en marketingsites zijn er vol van. Het wordt een compleet nieuw type marketing, voorspelt bijvoorbeeld marketeer Loni Stark op de site techcrunch.
Stark ziet veel kansen, omdat de nieuwe auto’s niet alleen het vervoer veranderen, maar ook het gedrag van mensen. „Dit biedt een nieuwe manier om target audiences te bereiken met gepersonaliseerde services die een toegevoegde waarde bieden.”

 
Creatie van belevingen
In de auto van de toekomst gaan media belevingen creëren. Daarbij kunnen ads die op de persoon zijn afgestemd een plek krijgen. Vergelijk de zelfrijdende auto met een smartphone die gepersonaliseerd is, alleen in dit geval zit je er middenin.

Tijdschrift Adweek verwacht dat radioreclame in het tijdperk van zelfsturende auto’s fors zal afnemen. Want alternatieven met ad-mogelijkheden nemen het over. Even je favoriete Netflix-serie op het scherm als je op de snelweg bent. Of je favoriete Youtube-kanaal bekijken terwijl je op weg bent naar een sportwedstrijd. Het kan.
Geen losstaande reclames, dat wil de consument niet meer. Ads moeten de experience in de zelfrijdende auto mooier maken. Zoals neonlichten iets kunnen toevoegen aan de sfeer in een stad. Of in de woorden van een Amerikaanse marketeer: the ads moeten gebouwd worden in de organic experience van de auto, bijvoorbeeld via een tablet of tv-scherm waarop de reiziger entertainment of zakelijke content kan bekijken.

Omdat de auto voortdurend in verbinding staat met de omgeving kan de content – net zoals op de smartphone – perfect aansluiten bij de route. Wie met z’n kinderen op weg is naar een pretpark krijgt iets anders te zien dan iemand die naar een winkelcentrum rijdt.

 
Verdwijnt out-of-home reclame?
Over de toekomst van out-of-home reclame zijn de meningen verdeeld. Sommige analisten denken dat billboards langs de weg zullen verdwijnen, omdat passagiers vooral bezig zijn met beeldschermen in de auto. Vergelijk het met de trein: veel passagiers kijken nauwelijks meer naar buiten, maar vooral op hun smartphone.
Andere marketeers zien juist extra mogelijkheden. Nu mogen billboards langs de weg bestuurders niet te veel afleiden want die moeten op het verkeer letten. In de toekomst mag digitale reclame langs de weg zo inventief worden als je maar wilt. Geef de reiziger een ervaring die hij nooit meer vergeet.

 
Cookies van een ton
Om meer informatie over de klant en zijn bestemming te krijgen, houden bedrijven contact met de zelfrijdende auto’s. Data kunnen informatie geven over reisgewoonten of muziekvoorkeuren, die kan worden gebruikt om passende content voor te schotelen. „Het is zo rijk,” zegt marketeer Fred Sattler in Adweek. „Je kunt de auto zien als een cookie met een gewicht van een ton.”

Onderzoek van Ericsson laat zien dat potentiële kopers van een zelfrijdende auto geïnteresseerd zijn in connected services van hun favoriete merken. Maar consumenten willen meer zeggenschap. Ze willen steeds vaker zelf bepalen van welke bedrijven ze advertenties toestaan. Daar komen adblockers in beeld. „De auto van de toekomst kan zomaar uitgroeien tot een content-blocking machine,” zegt analist David Deal, die er meteen aan toevoegt dat de auto een uitstekende marketingplek kan zijn voor ‘useful, entertaining content’.

 
Duitse autofabrikanten in de verdediging
Hoe snel zelfsturende auto’s daadwerkelijk door de straten zullen rijden is nog onzeker. Veel merken zijn ermee bezig. Enige tijd geleden konden de Duitse autofabrikanten nog lachen om Elon Musk van Tesla.
Voormalig Daimler-topman Edzard Reuter noemde afgelopen november Tesla nog ‘een grap die niet serieus te nemen is vergeleken met de grote autobedrijven in Duitsland’. Inmiddels zijn ook de autofabrikanten in Duitsland om. Sommige proberen allianties aan te gaan met techbedrijven als Apple, Tesla of Google. Het zit grotendeels nog in de proeffase, maar het kan snel gaan.

 
Even Apeldoorn bellen
Sceptici laten ook van zich horen. Dat heeft geleid tot verrassende commercials, relativerend en met humor, zoals deze van Centraal Beheer Achmea.

https://www.youtube.com/watch?v=eu2ewxZ9IbY
Monday, 09 May 2016 | Written by Ralph Rozema

By accepting you will be accessing a service provided by a third-party external to https://www.candidplatform.com/

Be Candid,
it’s contagious.

Candidness is the quality of speaking with
honesty and authenticity. Our Candid editorial
team shares stories that matter on media, data,
marketing, creativeness and technology.