Candid. Platform
for growth.

Hoe online vertaalbureau Fairlingo de principes van de betekeniseconomie toepast

SPONSORED STORY

Sam van Gentevoort, eigenaar van online vertaalbureau Perfect, volgt de ontwikkelingen rond purpose marketing op de voet. Hij luistert goed naar iemand als Kees Klomp, die op een praktische manier uitlegt hoe bedrijven de wereld iets beter kunnen maken. Ook is hij lid van ‘Betekeniseconomie in Twente’ dat regelmatig lezingen over dit onderwerp organiseert en waarvoor hij ook blogs schrijft.  

De jonge ondernemer begon in 2007 met vertaalbureau Duits Perfect, later Vertaalbureau Perfect geheten en in 2015 voegde hij daar het merk Fairlingo aan toe, een dienst waarbij het totale vertaalproces online plaatsvindt. Het bedrijf wil op deze manier de vertaalbusiness compleet transparant maken; binnen een paar seconde weet je via de website hoe duur een vertaling van een document is, je kan de opdracht live volgen en daarna ontvang je de vertaling samen met de factuur in je mailbak. In de mail kan je ook direct de vertaling beoordelen en die reactie komt online. ,,We hebben vertalen versimpeld en we doen het fair. Je ziet onze tarieven op de site en je ziet ook wat de vertaler verdient wat bij geen enkele concurrent kan.’’

Betekeniseconomie

Van Gentevoort is trouwens na tien jaar ondernemen toe aan een beetje meer inhoud. ,,Ik wilde wel wat nieuws, het gaat er toch om waarvoor je elke dag weer je bed uitkomt. In de beginfase focus je op geld verdienen, maar na een tijdje weet je dat het ook om hele andere dingen in het leven gaat. Aan die verdieping was ik wel een beetje toe.’’ De jonge ondernemer gelooft dat die betekeniseconomie echt the next thing is. Maar als ik hem vraag naar de ‘purpose’ van Fairlingo - misschien mensen uit verschillende culturen bij elkaar brengen - dan trapt hij wel een beetje op de rem. In Enschede zijn ze niet zo van de grote, zweverige ambities. ,,Het is hier geen vrijwilligerswerk. De betekeniseconomie is een mix van een businesskansen, voldoening van je eigen leven en iets doen voor anderen. Wij willen graag ondernemers vooruithelpen met vertalingen, maar we willen ook gewoon goede omzetten draaien.’’

Delen van de winst

Hij maakt de invulling van de  betekeniseconomie graag concreet. ,,Wij willen bijvoorbeeld graag dat medewerkers het hier een beetje naar hun zin hebben. Wij verdelen elk jaar de winst boven de tien procent onder alle medewerkers.’’ Het betekende dat hij in 2015 een winst van 62.000 euro verdeelde over twaalf medewerkers. ,,Dat geeft een hele goede dynamiek waarbij je collega’s ook een beetje ondernemer worden en meedenken. Wij hebben alle cijfers hier open, je kan elke maand bekijken welke omzetten en kosten we hadden. Mensen zijn daar dan meer mee bezig.’’

Zesurige werkdag

Over de betekeniseconomie gesproken. Vorig jaar deed Fairlingo ook een experiment met een zesurige werkdag. ,,Dat was best lastig want mensen gaan toch vergelijken met elkaar. Dus we hebben iets moeten inbouwen dat medewerkers er op bepaalde uren zijn; volledige vrijheid ging nog een beetje ver. De grap is: als iemand om 14 uur zegt dat hij naar huis gaat dan valt dat op, maar als ze thuiswerken is het geen probleem. Ik geloof heel erg in een bedrijfscultuur waarbij je doet wat je moet doen en niet zo op elkaar let.’’
Het interessante is dat Van Gentevoort zoekt naar zingeving voor zijn bedrijf en dat probeert hij te verenigen met de - soms keiharde - wetten van contentmarketing waar hij met de nodige scepsis naar kijkt. ,,Ik geloof niet zo in die oppervlakkigheden als ‘content is king’ of dat je per se een blog moet hebben voor de vindbaarheid. Ik geloof wel in de theorie dat mensen bij een bezoekje aan je website binnen 30 seconde beslissen of ze zaken willen doen. Bezoekers zien heel snel of er veel liefde in de website is gestopt. Het is een online dienst dus die betrouwbaarheid is belangrijk.’’
Een belangrijk onderdeel van die betrouwbaarheid is weggelegd voor de reviews. ,,Maar daar wordt zóveel mee gekloot. Bedrijven huren gewoon mensen in om positieve reviews te schrijven. Ik kan het altijd goed zien als het gebeurt; dan hebben ze in twee dagen tijd tien reviews en daarna opeens twee weken niet. Of dat de goede  kritieken altijd anoniem zijn en je bij de slechte wél een bedrijfsnaam ziet.’’ Maar bij jullie is het allemaal eerlijk? ,,Ja, eerlijkheid duurt het langst, uiteindelijk geloof ik wel in de transparantie van internet. Zelfs de ware aard van Facebook komt nu boven.’’

Coolblue van de vertaalwereld

De wereldwijde markt van vertalingen is ongeveer 40 miljard euro groot, om in de top 100 te komen van alle bedrijven in de wereld moet je ongeveer 4 miljoen euro omzetten en op dat niveau zit Perfect ongeveer, het bedrijf is actief in Duitsland en Nederland. De ambitie is om dé online partij van Nederland te worden, het Coolblue van de vertaalwereld. Er is een concurrent, de online marktleider van 7 tot 8 miljoen euro, maar daar is de groei een beetje uit, zo stelt Van Gentevoort. Belangrijk is dus dat de website als betrouwbaar wordt gezien, maar in een fase eerder is het zaak dat het bureau makkelijk vindbaar is via Google. Een ambitie die al gelukt lijkt trouwens want als je zoekt op ‘vertaalbureau’ dan kom je Perfect al snel tegen. Wat is het geheim? ,,Je bent zo sterk als de zwakste schakel; wij doen veel kleine dingen goed, ook aan de achterkant. Alles draait om conversie, vertrouwen en om de snelheid. Om dat te realiseren moet alles eigenlijk kloppen.’’

 

Friday, 20 April 2018 | Written by Bas Hakker

De contentmarketinglessen van Boef en Lil’ Kleine

We zien veel parallellen tussen de rapwereld en die van contentmarketing. Met Omar Kbiri, die ervaring heeft met marketing én rapartiesten, hebben we het over een publiek opbouwen, je populariteit uitbouwen en je fans vasthouden.   

Natuurlijk zijn verhalen met de kop ‘wat je als marketeer kunt leren van…’ een tikkie saai, maar als jullie interesse hebben in contentmarketing kan het geen kwaad om de wetmatigheden van de hiphopwereld te bestuderen. De parallel zit vooral in de basis, in het fundament. Contentmarketing komt immers volgens held (in ruste) Joe Pulizzi neer op het opbouwen van een publiek via content en dat is in de rapwereld belangrijk.

 
Start met een goede contentstrategie
Stel dat je een hele goede fotograaf bent (zoals mijn goede vriend) en je wilt wat vaker klussen doen voor grote bedrijven in de categorie ‘Top 100 adverteerders’. Dan is een contentstrategie geen slechte, je begint bijvoorbeeld een YouTubekanaal waarop je elke dag iets vertelt over je werkwijze (en die is bijzonder, ik stond er nog wel eens naast). Op die manier probeer je aansluiting te zoeken met jouw doelgroep (adverteerders, bureaus) die op zoek zijn naar goede fotografen als ze weer eens een goede campagne gaan doen. Je bedenkt een format dat niet door de concurrentie wordt gedaan en let ondertussen ook op je commerciële doelstelling. Het format moet opvallen, onderscheidend zijn en vooral de doelgroep aanspreken.

 
Zo doe je dat
Zo doen hiphoppers dat ook natuurlijk. Vroeger liepen ze bij de belangrijke platenbazen als Kees de Koning de deurmat kapot en nu beginnen ze gewoon alvast zodat Kees wat te kiezen heeft. Dat is trouwens altijd het beste, alvast beginnen. Mijn vriend de fotograaf moet niet wachten totdat Matthijs belt, maar hij moet alvast beginnen (ik heb hem geadviseerd om al te gaan filmen, maar hij is nogal eigenwijs, zeg het hem als jullie hem tegenkomen). Hiphoppers maken niet alleen de beste muziek die ze kunnen bedenken, maar ze hebben vaak ook de handigheid om als een marketeer te denken. Nathan Moszkowicz, manager van Lil’ Kleine, heeft het in een Paroolinterview over zijn geheime Coca-Colarecept van het grootmaken van artiesten en dat recept heeft waarschijnlijk alles te maken met contentmarketing ofwel je publiek opbouwen om er daarna spulletjes aan te verkopen. Mensen als Boef, Lil’ Kleine en Ronnie Flex maken hun muziek, maar ze houden in hun achterhoofd ook rekening met de wensen van hun achterban. Boef heeft misschien wel een klassieke Philip Kotlerstrategie gevolgd; hij begon voor de early adopters die een beetje op hemzelf lijken en via hen werd zijn publiek steeds breder.

 
Mixtapes droppen
Omar Kbiri, co-founder van Maak en YouTubefestival VEED, weet wel iets van de marketing- en hiphopwereld. Hij deed veel ‘samenwerkingen’ tussen rappers en merken (Lil’ Kleine, Ronnie Flex, Opposites) en helpt YouTubers als Teske, Dionne, Joost en Defano in hun carrière. Hij zegt trouwens niet de betweter te willen uithangen, maar volgt de rap- en marketingwereld met interesse en ziet ook de parallellen. ,,In de VS begon eind jaren negentig in het Zuiden een rapcultuur die niet zichtbaar was bij de grote labels aan de andere kant van het land waar ook de media zijn gevestigd. Die artiesten begonnen hun mixtapes te droppen op eigen houtje en daarmee creëerden ze een hele grote fanbase. Daaruit kwamen artiesten met hun eigen label als Master P met zijn No Limit label , Lil Wayne van Cash Money Records en die manier van denken zie je nu terug. Je ziet steeds vaker dat een manager of platenbaas bij een artiest aanklopt omdat hij via YouTube en andere social media al een heel publiek heeft opgebouwd. Je kunt de distributie relatief gemakkelijk op gang brengen via Spotify of YouTube.’’

 
Boef is een goed voorbeeld
We hebben het er wel eens eerder over gehad, maar iemand als Boef is daar ook wel een goed voorbeeld van. Die had al zijn eigen YouTubekanaal, trad al op, maar toen hij met Ali B (van managementbureau SPEC) ging samenwerken kwam het miljoenenpubliek. ,,Dat doen ze geweldig bij SPEC,’’ vindt Kbiri. ,,Het lijkt erop dat ze het motto hanteren: als je snel wilt gaan moet je het alleen doen en als je ver wilt komen, moet je het met anderen samen doen. De mensen van SPEC hebben alles net even wat beter gemaakt; ingangen in de mediawereld, goede artiesten om mee samen te werken. Je moet structuren dat je van 1.000 naar 2.500 naar 10.000 euro per show gaat. Dat heeft te maken met structuur neerzetten zodat de juiste partijen aanhaken.’’

 
Beginnen op YouTube
Is een eigen YouTube-kanaal iets waarmee je sowieso moet beginnen als beginnend hiphopartiest? ,,De teksten gaan, zeker bij rap, heel erg over wat je bent en waar je voor staat als artiest,’’ zegt Kbiri. ,,En dat moet je doorvertalen naar de andere platforms waarop je fans de hele dag zitten. Neem bijvoorbeeld iemand als Donnie, niet een rapartiest die per se hoog staat in de Top 40, maar hij verkoopt wel Paradiso uit, voor een groot deel op zijn sociale buzz die hij weet te creëren.’’ Moet alles wat je maakt qua muziek en wat je laat zien in je content heel erg kloppen met elkaar? ,,De meest succesvolle artiesten blijven altijd heel dichtbij zichzelf waardoor het niet met voorbedachten rade is, dat is wel een basiskwaliteit. De Lil’ Kleine die je ziet is redelijk in overeenstemming met wie hij is in de club.’’

 
Hopen op MTV
In die zin is die parallel met contentmarketing goed te trekken natuurlijk. Vroeger waren bedrijven afhankelijk van de reclametijd waarvoor ze moesten betalen, ze moesten hun bereik voor een groot deel zelf creëren. Artiesten hoopten vroeger op een clipje bij MTV,TMF of eerder nog Toppop, maar nu maken ze alles lekker zelf. Het geeft ook veel onafhankelijkheid. ‘Ik ben een uitgever, ze boeken mij’, zegt Boef in Habibaba niet voor niets. ,,Daardoor versterkt een clip van Lil’ Kleine dat wat hij op Snapchat al deelt met de wereld,’’ zegt Kbiri dan ook. ,,Dus je hoeft niet allerlei Hilversumse bobo’s naar hun pijpen te dansen waardoor je dichter bij jezelf blijft. Daardoor is iemand als Boef ook altijd in de lead, heeft hij altijd de regie in handen, ook als hij met veel partijen samenwerkt. In die zin zijn rapartiesten ook een voorbeeld voor veel YouTubers; die hebben nog wel eens moeite om de stap van eenmansfirma naar multimediabedrijf te maken terwijl dat wel nodig is. Je ziet het bij STUK TV die samenwerken met Ali B, RTL en CCCP, de mannen hebben een compleet team dat voor hen werkt.’’

 
Merken leren van artiesten
Volgens Kbiri kunnen merken heel veel leren van artiesten en YouTubers.
1. Authenticiteit. ,,Wat ik mooi vind, is de authenticiteit opzoeken, niet alleen een mooi beeld neerzetten, maar ook eens over je eigen grenzen heen stappen en dan teruggefloten worden; dat je maar een mens bent.’’
2. Weten wie je fans zijn en wat ze willen. ,,De wereld van rapartiesten weet dat ze zitten op de potentie van veel data, maar alleen mensen als Martin Garrix kunnen daar mensen op zetten en inkomsten uit genereren.’’
3. De deelcultuur. ,,Rapartiesten werken altijd met nieuwe videomakers en designers zodat ze altijd vers blijven. Ik vind het altijd prettig hoe Ronnie Flex eruitziet, die werkt echt met hele goede mensen.’’
4. Het tempo. ,, Bedrijven hebben vaak een strakke communicatiecultuur met een strategie en een kalender. Een enorm tijd, creatie en resource slurpend proces. Niet efficiënt. Terwijl rapartiesten een duidelijk kader hebben van waaruit ze werken en vervolgens op basis van hun creativiteit iets de wereld makkelijk en snel in kunnen sturen.’’

Conclusie? Stel dat je ING of een kleine makelaar in Huizen bent, check altijd even de contentstrategie van mensen als Boef. Publiceer iets waar je zelf achterstaat, bouw je publiek op en zorg dat je de spulletjes verkoopt waar jouw publiek om vraagt. Dan kan er eigenlijk niet zo heel veel misgaan.

 


 
Boef bracht in februari 2016 zijn eerste EP Gewoon Boef uit. Het eerste album, Slaaptekort verscheen in maart 2017. Het record van meeste streams op de releasedatum, eerder in handen van Ed Sheeran, werd door Boef verbroken. Veel nummers van Boef hebben de hitlijsten in Nederland en Vlaanderen behaald. Waarbij het nummer ‘Habiba’ de nummer 1 positie Nederland gehaald (2016) heeft en zelfs viermaal platina is geworden. Ook scoorde Boef met het nummer Antwoord dit jaar een nummer 1 hit.
Niet alleen met zijn muziek is Boef succesvol, maar ook op YouTube en Spotify. Zijn YouTube-kanaal heeft meer dan 550.000 subscribers sinds de start op 4 april 2016. Sinds die dag heeft het kanaal meer dan 100 miljoen views op YouTube. De Facebookpagina van Boef heeft meer dan 100.000 volgers. Wat zeggen deze cijfers nu in vergelijking met andere rappers in zijn segment? Boef is erg populair, en zijn hit samen met Lil’ Kleine ‘Krantenwijk’ heeft bijna 35 miljoen views op YouTube .
Het gedoe rond de ‘kechs’uitspraak lijkt weinig effect te hebben op zijn populariteit. ‘Antwoord’, het nummer dat een reactie was op het gedoe dat ontstond, heeft bijvoorbeeld meer dan 11,6 miljoen streams op Spotify.
Met medewerking van Linda Haring
Wednesday, 18 April 2018 | Written by Bas Hakker

Waarom WordPress websites een groot probleem hebben

Hoe wordt frank.news GDPR-proof? – deel 2

De deadline van de GDPR nadert. Wie na 25 mei niet aan de nieuwe privacyregels voldoet, riskeert forse boetes. Ook frank.news is nog lang niet GDPR-proof, maar wordt het wel. In deze serie nemen we onze lezers mee langs hobbels en valkuilen, zin en onzin en de impact van de GDPR op de marcom branche.

Data van online consumenten verzamelen zonder consent kan na 25 mei niet meer. Maar ook het ongemerkt plaatsen van cookies en plug-ins op websites kan niet meer. Daarom hebben WordPress websites zoals frank.news een groot probleem.

 
Data vormt het cement van de advertentiebranche. ,,De technologische ontwikkelingen hebben het de afgelopen jaren steeds gemakkelijker gemaakt om mensen te profileren en hun gedrag te voorspellen,” vertelt Chief Data Officer (CDO) Youri van der Mijn van de Candid Group, Nederlands grootste onafhankelijke netwerk van media- en marketingbureaus en moederbedrijf van frank.news. ,,Vanuit marketingoogpunt zijn we steeds bezig met de vraag hoe we onze doelgroep het meest efficiënt kunnen benaderen, zodat ze bijvoorbeeld ons product kopen. Veel economische modellen in marketing draaien om het zoveel mogelijk verzamelen van data. Hoe meer persoonsgegevens je uiteindelijk hebt, hoe meer verrijkte profielen je kunt opstellen en hoe meer geld je daarmee kunt verdienen.”

 

Kop in het zand 

Daar wringt de schoen met de GDPR, die 25 mei van kracht wordt. Media, bureaus en marketeers volgen het online gedrag van de consument, maar als je geen persoonsgegevens meer mag verzamelen kun je hen ook niet profileren. Ook derde partijen die persoonsgegevens verkopen zonder dat ze daar toestemming voor hebben, gaan nat. Van der Mijn: ,,Er liggen aardig wat uitdagingen, maar ook genoeg kansen en oplossingen, ook al is er haast geboden. Nu steken veel adverteerders, bureaus en webshops nog hun kop in het zand. Die beseffen niet dat de wereld gaat veranderen, terwijl hun hele businessmodel er aan onderworpen is.”

 

Frank.news hartstikke fout

Frank.news verzamelt alleen data voor analytische doeleneinden. Van der Mijn: ,,We kijken wat mensen voor verhalen lezen en hoe lang. Dit helpt frank.news om de website te verbeteren en zo relevant mogelijke content aan te kunnen bieden voor de marcom branche. Dat is een legitieme reden om persoonsgegevens te verzamelen.”

Ook frank.news verzamelt die gegevens door een cookie te plaatsen, waarvoor de lezers om toestemming wordt gevraagd. ,,Toch doen we het volgens de nieuwe wet hartstikke fout,” stelt Van der Mijn. ,,De manier waarop nu een cookie wordt opgelegd, is niet de manier waarop het hoort. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een Data Management Platform (DMP) dat op dit moment meer data verzamelt dan nodig. Dat staat haaks op wat de wet zegt, namelijk dat de persoonsgegevens moet worden beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt. Oftewel: minimale gegevensverwerking. Dat willen we dus zo snel mogelijk gaan veranderen door ook een nieuwe website te bouwen.”

 

Lek als een mandje 

Er is nog een ander probleem voor frank.news: plug-ins en cookies van derden. Toen de techneuten binnen de Candid Group die op de website gingen turven, kwamen ze op zo’n 230. Niet alleen van ons bekende partijen als Google, Facebook, LinkedIn, Twitter of Disqus, maar ook heel veel andere bedrijven en partijen die blijkbaar soms ongemerkt via een cookie onze lezers willen volgen en targeten. Hoewel frank.news niet weet wat ze met die gegevens doen, zijn we er volgens de GDPR wel voor verantwoordelijk. Van der Mijn: ,,Alle partijen waar frank.news zaken mee doet en die op de één of andere manier nodig zijn bij het verwerken van persoonsgegevens, worden onder de loep genomen. Dus ook bijvoorbeeld Facebook. Er zal vooraf moeten worden afgesproken wat zij precies met de gegevens van frank.news mogen doen. Dat zal in een verwerkersovereenkomst moeten worden vastgelegd. In de praktijk zal dit inzichtelijk gemaakt moeten worden in verwerkingsregisters, zodat wanneer de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) aanklopt, de zaakjes netjes op orde zijn.”

 

Friday, 13 April 2018 | Written by André Oerlemans

Het succes van een website over wiet: hard werken, goede content en een vleugje Rock- ‘n-roll

Voor de uitgeefbranche geldt tegenwoordig de regel: wil je succesvol zijn als mediamerk dan ben je óf heel groot óf niche. Dat laatste geldt voor de site CNNBS.nl, die geheel over cannabis gaat en een grote groep trouwe bezoekers heeft. De (mede)eigenaar, journalist Joop Mestrom, wil het platform uiteindelijk uitbouwen naar een lifestylemerk, als cannabis legaal wordt.

Mestrom bewijst dat je goed geld kunt verdienen met cannabis. Of beter: met een journalistiek platform dat daar geheel aan gewijd is. Mestrom heeft zelf jarenlange ervaring met wiet. Na zijn studie journalistiek rolde hij namelijk al snel ‘toevallig’ “de cannabismedia’’ in. ,,Een vriend van mij had geen zin in een afspraak om het eerste grote cannabistijdschrift in Nederland, Highlife, op te richten. Ik ging in zijn plaats en werd vervolgens op mijn 25e al hoofdredacteur. Dat heb ik zes jaar gedaan, daarna andere dingen in de journalistiek bij publieks- en vakbladen zoals Panorama en Adformatie. In 2010 kwam ik terecht bij esseniE, het tweede cannabistijdschrift van Nederland. Maar dat tijdschrift ging mede door de crisis over de kop. Toen we allemaal in de WW terechtkwamen, bleef mijn artdirector aan mijn kop zeuren: hij wilde weer een blaadje maken. Dat moest dan wel online, want print was in mijn ogen kansloos.”

 
Rolling StonedVanuit het UWV begonnen ze met de online titel Rolling Stoned (rollingstoned.nl). Die naam hebben ze moeten veranderen, maar daarover straks meer. Het ging vanaf het eerste moment al heel goed, want er waren weinig professionele online media over cannabis. ,,Ondertussen werd het onderwerp wel steeds hotter, met name door het medicinale verhaal. Hele bevolkingsgroepen die nog nooit iets met blowen of wietplanten te maken hebben gehad, kwamen ineens in aanraking met cannabis als medicijn: olie en CBD.”

De eerste zeven maanden knutselden ze bij Mestrom thuis op twee oude laptops en een handboek ‘hoe bouw ik een website’ aan het online platform. ,,Serieus, dat hadden wij allebei nog nooit gedaan, omdat we uit de printhoek kwamen.” Lachend: ,,Er zaten dan ook maar 189 bugs in onze eerste website toen we hem live zetten, dus het viel alleszins mee. Al snel konden we er van leven en hebben we een goede sitebouwer een update laten maken en zijn we zelf in een kantoorruimte in Haarlem gaan zitten.”

 
Advocaat achter zich aan
Maar na 3,5 jaar kreeg Mestrom de advocaat van The Rolling Stones achter zich aan toen hij het merk wilde vastleggen. ,,In een brief schreef hij dat we mee zouden liften op het succes van de band, terwijl wij natuurlijk alleen maar over wiet schrijven en ook alleen in het Nederlands. Rolling en Stoned hebben meer met cannabis te maken dan muziek en The Rolling Stones hebben daarnaast de naam gejat van een beroemde song van Muddy Waters. Maar het ging hier om heel veel geld en een smerige scherpe advocaat. We kregen voor drie verschillende overtredingen boetes van tienduizend euro per dag per overtreding in het vooruitzicht gesteld. Dus wij zijn ook naar zo’n dure merkenadvocaat gestapt en hebben een schikking getroffen. Doorprocederen had geen zin.”

 
Nieuwe naam: CNNBS
Het moest dus een andere naam worden: CNNBS, cannabis zonder klinkers. Toen Mestrom die naam vastlegde, kwamen er geen klachten. ,,We waren alleen wel van de één op de andere dag een derde van onze lezers kwijt. Omdat alles ge-redirect werd, hadden we die mensen ook wel weer terug. Uiteindelijk is het een betere naam gebleken, want nu hebben we meer lezers dan toen we nog Rolling Stoned heetten.

De lezers van CNNBS variëren van officieren van justitie, politiemensen en beleidsmatig geïnteresseerden tot een half miljoen thuiskwekers en coffeeshopbezoekers. Een heel brede doelgroep dus. Mestrom: ,,Via  Facebooklikes is dat wat preciezer op te maken. Het zijn voor ongeveer de helft mannen van 18-34 jaar. Iedereen die cannabis gebruikt als genotsmiddel, maar ook de mensen die geïnteresseerd zijn in plantjes kweken. Daarbij gaat het om het kleinschalige gedoogde beleid van vijf planten. We schrijven niet voor de grote illegale jongens die commercieel wietkweken. We berichten daar wel over omdat het een waanzinnige uitwas is, maar we zijn echt voor de kleine thuisteelt. We schrijven heel veel how to verhalen. Longtail stukken waar we goed mee scoren.”

 
Tweede website in 2016,,In 2016 zijn ze met een tweede website begonnen die volledig aan medicinale cannabis gewijd is: Mediwietsite.nl. Daar zit ook een lezersforum bij waar 2,5 duizend mensen zich voor hebben aangemeld en deze titel trekt meer vrouwen en ouderen. Samen zitten de sites op ongeveer een kwart miljoen unieke bezoekers per maand (CNNBS ongeveer 150.000, Mediwietsite.nl en forum op 100.000). De CNNBS-bezoekers gaan vaak rechtstreeks naar de sites toe. Dat geeft de kracht van deze niche wel aan. ,,Mensen komen vrijwillig online naar je toe om meer over cannabis te weten. We zijn nu zo stabiel als een olietanker qua cijfers.”

CNNBS heeft lifestyle, productreviews en veel informatie nieuwe kweektechnieken, nieuws en opinie. Over de hele strijd van legalisering van cannabis bijvoorbeeld. Denk aan de wijkagent die het niet kan laten om in de zomer wietplantjes bij mensen uit de tuin te trekken. Daar krijgt CNNBS ook regelmatig lezersbrieven over. Het medicinale verhaal trekt ook veel lezers. ,,Er wordt eindelijk veel onderzoek naar gedaan,’’ legt Mestrom uit. ,,Bijvoorbeeld in landen als Israël, Australië en Amerika, waar ze al veel verder zijn met legaliseren dan wij. Ook de effecten op de gezondheid en dat cannabis als natuurmedicijn veel meer goed doet dan al die farmaceutische troep. In Amerika is er een opiatencrisis. Zestigduizend mensen per jaar overlijden daaraan,  met Prince als bekendste slachtoffer. Cannabis kan in Amerika wel eens de exitdrug zijn om af te kicken van die chemische shit. Tegelijkertijd zijn de grote farmaceuten de nieuwe vijand geworden van de cannabisbeweging.”

 
Seks en drugs doen het goedHet best gelezen artikel ooit? Mestrom lacht: ,,Dat heeft de kop ‘Blije vagina’s met cannabisolie’. Dat verhaal heeft als een dolle gescoord. Maar als je het verhaal terug wilt zoeken: sinds die naamwijziging zijn alle likes verdwenen. Het had zo’n 24 k likes op Facebook. Seks en drugs scoren dus nog altijd goed.”

CNNBS wil mensen ook wel opvoeden over wietgebruik. ,,We schrijven ook op beginnersniveau. Hoe moet je wiet kweken, maar ook wat je moet doen als je te stoned bent, of spacecake hebt gegeten die slecht valt.” Op jongeren mag de site zich niet specifiek richten. Wel is er nu de serie ‘Mijn eerste wietplantje’. Dat hebben we een beetje als My Little Pony opgeschreven. Ik krijg daar wel kritiek op: zou je dat nou wel doen? Maar er worden toch levens gered met cannabis als medicijn. Met name jonge epilepsiepatiënten hebben er baat bij. Wij vinden dat kinderen best mogen weten wat een wietplant is. Op onze Facebookpagina met CNNBS hebben we zestienduizend likes en daar zitten ook jongeren bij tussen de dertien tot achttien jaar.”

 
Andere merken volgen zodra het legaal isAdverteerders op het platform zijn allemaal afkomstig uit de branche. Mestrom: ,,Andere merken komen wel zodra het legaal is. Dat zie je in Amerika ook. Zelfs de gevreesde farmaceutische branche koopt zich nu in de legale cannabis in. Ook de tabaks- en drankindustrie omarmen het. Het gaat dus zeker wel gebeuren dat branchevreemde adverteerders aan boord komen. Bier met hennep erin, want dat soort grappen heb je al in Amerika. Maar hier is het volgens de letter van de wet dat het op de opiumlijst staat. Dus durft niemand.”

We zouden evenementen willen organiseren voor ons trouwe publiek, waarbij de adverteerders demonstraties kunnen geven en wellicht gastcolleges. Maar het moet eerst echt legaal worden in Nederland voordat je dingen ziet zoals in Noord-Amerika. Onlangs is een hele delegatie uit de coffeeshopbranche naar Canada afgereisd voor een field trip. Daar hebben ze grote kwekerijen en fabrieken bezocht. Je weet niet wat je ziet. En dat allemaal met Nederlandse knowhow van kassenbouwen, voeding en lampen. Dat is toch om te huilen of niet? Die Noord-Amerikanen gaan er met onze buit vandoor.”

 
Internet is een beetje punkCNNBS moet uiteindelijk een lifestylemerk worden, als wiet legaal is. Dan moet er ook een YouTube kanaal komen met eigen content, naast dat evenement met een provincietour. ,,Vergeet niet dat met dat hele medicinale verhaal erbij minstens één miljoen mensen in Nederland cannabis gebruiken.”  CNNBS heeft als bedrijf geen overbodige ballast aan boord. Ze doen alles zelf, behalve de techniek en de boekhouding. ,,Alles is gericht op het produceren van goede content met een bepaalde tone of voice. Onze stelling was: als we elke dag goed en leuk zijn, dan worden we vanzelf de beste en de nummer één. Dat blijkt ook wel te kloppen. Sales doen we zelf. We zijn voorafgaand aan de lancering van de site met een oude bak door Nederland gereden naar wat connecties die we nog hadden uit onze tijdschriftperiode. Bij de zeven adressen die we bezocht hebben, hebben we vijf contracten getekend, en voor de rest zijn we nooit de deur uit geweest. Bedrijven vragen via het contactformulier of ze bij ons mogen adverteren. We hebben nu zo’n zestig banners op beide websites, dus zijn we eigenlijk wel zo’n beetje uitverkocht. We geven overigens openheid van zaken. Als een adverteerder het wil dan geven we hem gewoon de login van het cms. Dan kan hij zelf naar zijn pageviews en clicks kijken. Daar doen we niet moeilijk over. Waarom zou je ook? Het is allemaal te staven. Verder werken mijn partner en ik keihard. We zijn maar tien dagen per jaar vrij. We maken de content met zijn drie mensen in vaste dienst en wat freelancers. Internet doet me aan de punktijd denken. De “do it yourself” mentaliteit.”

Natuurlijk moeten we het even vragen. Hoe zit het met Mestroms eigen gebruik? ,,Ik ben een hele matige consument. Als ik moet werken gebruik ik niet. Het is echt niet zo dat je bij ons op kantoor alleen maar mensen ziet die voortdurend stoned zijn.’’

 
Wednesday, 11 April 2018 | Written by Suzanna Timmer

Is ‘Bamigo’ hét bewijs voor de Ome Willem-generatie dat tv-reclame nog steeds werkt?

T-shirt- en onderbroekenmerk Bamigo zette in 2017, naar eigen zeggen, 6 miljoen euro om. Dat deed het merk voornamelijk door het ouderwetse massamedium tv in te zetten. Is dat het bewijs voor de Ome Willem-generatie dat tv nog lang niet dood is?

Een belangrijke discussie in de marketing- en bureauwereld is de vraag in hoeverre het medium televisie nog impact heeft. Het lijkt een beetje op de ‘gesprekken’ over politiek die je op Twitter voorbij ziet komen; je gelooft nog in televisie of je doet dat niet. Je hebt de mensen die hardnekkig vasthouden aan de wetten van de oude tv-wereld, ze quoten ‘onderzoeken’ van een lobbyclub als ‘tv-reclame voldoet beter aan de eisen van adverteerders dan online reclame’ en ‘tv-reclame maken search reclames goedkoper’. In marketingprofessor Mark Ritson hebben zij hun grote held want hij ziet de verhalen over het verminderde bereik in de tv-wereld als een groot complot van de Google- en Facebookaanhangers. Aan de andere kant heb je de groep die heilig gelooft in het snel verdwijnen van televisie als massamedium. Jongeren kijken immers steeds minder televisie en de rest is al jaren reclamemoe. Adverteerders kunnen jonge doelgroepen alleen bereiken via de online schermen waar ze de hele dag naar kijken.

Leuke discussiesHet zijn toch levendige discussies toch tijdens de lunch waarbij leeftijd, belangen in de tv-wereld, inwoners provincie/stad bepalend zijn voor de mening? Hoewel de feiten vrij duidelijk zijn, jongeren en ouderen kijken steeds minder televisie, wilden wij het toch een keertje opnemen voor de Ome Willem-generatie (waar ikzelf ook bij hoor, gooi die vuisten maar op elkaar mensen).

Witte t-shirts van BamigoGelukkig is daar Bamigo-baas en twintiger Jeroen Adriaans die heel veel succes heeft met zijn witte t-shirts en onderbroeken van bamboemateriaal. Je ziet die strakke mannenlijven met die rare maskers veel voorbijkomen en een beetje marketingliefhebber denkt dan: zou dat een effect hebben? Dat lijkt prima te gaan, zo was te lezen in een interview met  De Ondernemer. Hij kwam op het idee voor bamboeshirts in 2014 door een vriend die veel zweette. Deze vriend had baat had bij shirts van bamboemateriaal, maar het was lastig om eraan te komen. Adriaans kocht wat shirts in Eindhoven, liet daar een goed nieuw shirt van maken bij een kleermaker en vervolgens eentje van bamboe. Tegenwoordig laat hij die shirts trouwens in Turkije maken. Op internet las hij dat een ideale merknaam uit drie lettergrepen bestaat en dus combineerde hij het Spaanse amigo en bamboe tot één woord. Hij verkoopt ze online en inmiddels werken er zeven mensen bij hem en maakt hij een omzet van 6 miljoen euro terwijl hij pas in 2016 begonnen is.

Mannen van 25 tot 55 jaar met wat geldHet interessante is dat Adriaans zich focust op mannen van 25 tot 55 jaar met een bovenmodaal inkomen en dat hij deze groep op een vrij klassieke manier weet te bereiken. Eerst adverteerde hij in zakenbladen als Quote en Esquire, maar sinds een tijdje doet hij dat ook op tv. We hebben even de Nielsen-cijfers opgevraagd voor 2017 en hij heeft voor bijna 9 miljoen euro aan mediawaarde ingekocht op televisie terwijl andere mediavormen daarbij ver achter bleven (radio 411.000, dagbladen 1,8 miljoen). Voor de duidelijkheid: met een omzet van 6 miljoen kan je dat zonder externe investeerder niet betalen, dat gaat om brutobedragen waar heel veel korting vanaf gaat. In die Nielsen-cijfers zitten de investeringen via bijvoorbeeld Google niet.

Reclamemechanisme ontdektHet kan zomaar dat Adriaans een mechanisme ontdekte dat als volgt werkt: je kijkt als man rustig naar Voetbal Inside of De Luizenmoeder en ziet die rare bamboehoofden voorbijkomen. Die vind je eerst best irritant, maar de merknaam nestelt zich toch in je hoofd en in het volgende reclameblok of een weekje later ga je toch even googlen naar Bamigo. Op de site lees je dat de prijzen meevallen, dat je ook nog eens verantwoord bezig bent en dat bestellen gaat ook opvallend snel. De eerste kennismaking vindt dus via een commercial plaats en zo wordt je langzaam die moderne verkoopfunnel in geduwd in de volgorde: tv/radio, internet, aankoopervaring en ervaring met het product. Retailexpert Paul Moers zou ook zeggen: er zit een goede paradox in het product, namelijk kwaliteit voor relatief weinig geld, maar je kan ook beweren: het aloude massamedium heeft zich weer eens bewezen.

En zo hebben we best wat munitie als wij ‘vuist-op-vuistleggers’ met de jonge generatie in conclaaf moeten over mediagebruik. Vooral in de fase dat je nog totaal onbekend bent als merk of bedrijf en je je niet richt op veertienjarigen (want die kijken naar hun YouTubehelden) kun je misschien via televisie een heel handig fundament leggen voor je verkoopsucces op internet.
Wednesday, 11 April 2018 | Written by Bas Hakker

Odin: je hoeft niet groot te zijn voor purpose marketing

Grote merken en bedrijven zijn er jarenlang naar op zoek. Een kleine biologische voedselcoöperatie als Odin heeft het van nature: purpose. Hoe makkelijk kan purpose marketing zijn?

 
Biologisch voedsel en gezond eten zijn in. Wat in de jaren ’80 nog een geitenwollensokken imago had, is tegenwoordig hip en trendy. Daar weten ze bij biologische foodcoop Odin alles van. De voedselcoöperatie groeit en groeit en hoeft daarvoor nauwelijks iets aan marketing te doen. Wat dat betreft is Odin het levende bewijs dat purpose marketing werkt.

 

Positieve impact 

Bij dit krachtige marketinginstrument geldt het principe: Practice what you preach. Bij alles wat je als merk of bedrijf doet, kijk je naar de positieve impact die het heeft op de samenleving. Dat hoeft niet meteen revolutionair te zijn zoals Rabobank, die in zijn mislukte campagne doorschoot met de belofte het wereldvoedselprobleem op te lossen. Dat kan ook een tandje minder. Een verfmerk kan een bijdrage leveren door achterbuurten meer kleur te geven. Een deomerk kan het taboe op onzekerheid bij jongens doorbreken. Alleen een bedrijf als DSM heeft het verbeteren van de wereld in bijna elke vezel van zijn DNA zitten. Zelfs grote bedrijven als Heineken zijn nog op zoek naar de focus voor hun purpose marketing. Een grote bank als ING zegt daar volop mee bezig te zijn. Maar de purpose ‘empowering people to stay a step ahead in life and in business’ is niet echt uniek. Bovendien wordt die boodschap steeds ingehaald door affaires, zoals de fel bekritiseerde salarisverhoging van topman Ralph Hamers, dubbele afschrijvingen en storingen in het betaalverkeer.

 

Ontstaan uit purpose 

Sommige bedrijven zijn ontstaan vanuit een purpose. Bijvoorbeeld Tony’s Chocolonely, dat streeft naar slaafvrije chocolade, of de banken Triodos en ASN, die alleen klimaat- en maatschappelijk verantwoord willen investeren. Ook Odin is daar een voorbeeld van. Oprichter Koos Bakker begon in 1983 met de verkoop van biologische groente- en fruitpakketten van aangesloten boeren, tuinders en andere leveranciers. Eind jaren ’90 kwamen daar de biologische Estafette-winkels bij, inmiddels allemaal omgedoopt tot biologische Odin supermarkten waar van alles te koop is. Ook is de CV omgezet in een  coöperatie. Die telt 20 eigen winkels, 400 medewerkers, een eigen bezorgdienst, imkerij, boerderij met zaadveredeling en een academie. De jaaromzet bedraagt 45 miljoen euro. De fusie met De Nieuwe Band is op een haar na gevild, waardoor er ineens 500 verkooppunten in Nederland en België bijkomen en het assortiment wordt uitgebreid met biologische rijst, pasta en andere droogwaren. De coöperatie is in handen van zo’n 6000 leden. Die brengen jaarlijks ongeveer 1 miljoen euro aan financiering op, waardoor Odin niet naar de bank hoeft.

 

Grondsteenspreuk 

Van begin af aan waren zaken als respect voor mens, dier en natuur, samen werken aan een leefbare aarde, verantwoordelijkheid nemen in de voedselketen en uitgaan van eerlijke prijzen de belangrijkste drijfveren voor de oprichters. Die legden ze in 1983 vast in een zogenoemde ‘grondsteenspreuk’:

 
Mogen wij indachtig blijven:
De oorsprong van ons streven
om helende de aarde te bewerken
Eerbiedigend de wijsheid en harmonie
in Gods schepping
Om rechtvaardig haar vruchten te verdelen
Broederlijkheid betrachtend
daar waar mensen van elkaar afhankelijk zijn
Om uit innerlijke kracht het goede te doen
Richtend onze wil naar Gods woord dat ons voedt in onze spijzen
Opdat werkzaam worde:
In de materie offerend licht
In mensen onderling scheppende liefde
In ieder persoonlijk kracht van de Geest
 
Een tekst die anno nu wat archaïsch aandoet en waar Odin niet mee te koop loopt, maar die wel laat zien waar de coöperatie vandaan komt. ,,Wij hoeven geen purpose te bedenken, want die staat daarin. De zorg voor aarde, voor elkaar, het zorgvuldig omgaan met de voedselketen. Het vindt allemaal zijn oorsprong in die grondsteenspreuk,” vertelde commercieel directeur Merle Koomans van Odin tijdens het Seminar Purpose Marketing van de Adfo Groep in Utrecht.

 

Geen salaris-affaires

Een dergelijke benadering voorkomt ook publieke schandalen rond topsalarissen van bestuurders, zoals ING of laatst ook Unilever overkwam. Daar bleek topman Paul Polman  292 keer meer te verdienen dan de gemiddelde werknemer. ,,Bij ons is de regel dat de meest verdienende maximaal zes keer zoveel mag verdienen als degene die het minst verdient. Zelf zit ik op 4.6,” aldus Koomans.

 

Tuesday, 10 April 2018 | Written by André Oerlemans

De toekomst is aan audio

SPONSORED STORY

Tijdens de lunchsessie bij Stroom mediacommunicatie vertelden Stroom-directeur Rutger Mackenbach en Joris van der Pol van Talpa Media Solutions over de kansen die radio kan bieden voor adverteerders.

 
Los van de vraag of je als adverteerder voor radio moet gaan, is het wel een interessant gebied natuurlijk. Net als de tv-wereld is radio - je kan het onderwerp beter verbreden naar ‘audio’ -  volop in ontwikkeling. Mackenbach legt in zijn introductie inderdaad uit dat de luistertijd van lineaire radio is teruggelopen; sinds 2012 met 12 procent. Die teruggang betekent in zijn ogen niet dat we het hier over een ‘zinkend schip’ hebben. Mackenbach schaart zich daarmee achter iemand als Gary Vaynerchuk die helemaal gelooft in de toekomst van audio. De directeur van het Rotterdamse bureau noemt vier ontwikkelingen die kunnen duiden op een vrolijke toekomst voor radio.

 
  1. Radio is minder afhankelijk van klassieke dragers (dan bijvoorbeeld tv)In tegenstelling tot tv-kijken is radio kijken niet zo afhankelijk van klassieke dragers. Natuurlijk luisteren de meeste mensen nog steeds in de auto naar radio, maar 25 procent van de radioconsumptie vindt plaats via niet-klassieke dragers en de smartphone is daarvan een groeiende variant.
  2. Er is meer dan lineaire radioWe luisteren nog steeds driekwart van de luistertijd naar lineaire radio, maar er is meer: 13 procent van de luistertijd vindt plaats naar luisterdiensten zoals Spotify, 5 procent naar eigen muziek en 4 procent naar YouTube. Interessant is misschien dat van de Spotifygebruikers 27 procent te bereiken is via commercials, dat zijn de mensen die luisteren zonder dat ze een maandelijkse bijdrage betalen.
  3. Jongeren en audio een goede combinatieDaar zit iets in natuurlijk, jongeren zijn grote muziekliefhebbers; 60 procent van de jongeren van 13-24 jaar zegt regelmatig naar muziek te luisteren, tien procent meer dan mensen van 35 tot 49 jaar. Het handige is misschien dat die 13-34 jarigen niet zo hoeven ‘afkicken’ van de lineaire radio, ze luisteren immers al veel via YouTube en Spotify. ,,Er is dus een sterke relatie tussen online smartphonegebruik en online radio luisteren en die maakt het medium toekomstgericht.’’
  4. Revival podcastYes, daar ‘is tie dan’, hét medium van de toekomst. Mackenbach is zelf een groot liefhebber van podcasts en ziet ook de mogelijkheden voor adverteerders hoewel het commerciële terrein nog onontgonnen is. In Nederland is er nog geen onderzoek naar gedaan, maar in de VS wel; daar zegt 40 procent van de mensen wel eens naar podcast geluisterd te hebben. Het profiel van de mensen die in de VS naar Tim Ferriss en Joe Rogan luisteren? Jong, man, hoger opgeleid en met een hoger inkomen. ,,In Nederland zie je dat podcast ook veel via bestaande distributiekanalen media worden verspreid; NU.nl heeft de podcasts over Willem Holleeder en BNR veel zakelijk podcasts. Dat maakt het voor adverteerders iets makkelijker.’’
Mackenbach vertelt ook iets over adverteren via de verschillende vormen van radio; lineaire radio gaat natuurlijk gewoon via GRP’s, online via CPM (kosten per duizend luisteraars), maar het wordt interessant bij podcasts dat - ook qua adverteren - in de kinderschoenen staat. Je kan wat spots inkopen van 20 seconden in het begin, midden en eind van de show (dynamic inserted add), maar je kan ook een stukje dat de presentator vertelt inkopen (integrated edited). ,,Let wel op de duur, Ik heb ze ook wel eens gehoord van 5 minuten en dan haken mensen echt af.’’

 
Slechts één procent omzet uit ‘digitaal’
Joris van der Pol van Talpa Media Solutions gaat over de commerciële exploitatie van alle Talpa radiozenders zoals Radio 538 en Veronica. Slechts één procent van de 100 miljoen euro omzet bij de radiotak van Talpa Media Solutions komt nu uit digitaal.
Aardig om Van der Pols visie op radio te horen want ook daar is de transformatie van analoog naar digitaal natuurlijk in volle gang. Hij kwam met een paar stellingen (die natuurlijk wel een beetje in de richting van de radio opvielen). Zoals de vraag welk kanaal groter bereik heeft in de wereld: radio of YouTube? Hij wil er maar mee zeggen: ,,vaak wordt gezegd dat radio een oud medium is, maar radio is het meest digitale medium dat er is. Alleen we percipiëren dat nog niet zo en daar moeten we iets aan doen.’’

 
Ook zelfkritiek
Toch was er ook (zelf-)kritiek op een sector die te lang heeft gewacht met het introduceren van vernieuwing. ,,De manier waarop je bij Facebook advertenties kan plannen is een echte verbetering in ons vak. Realtime gegevens, volledig zelf bestuurbare campagnes en verrijkt met data om zeer effectieve campagnes te boeken. Te lang hebben we op onze bestaande modellen en workflow vertrouwd.’’
Van der Pol vertelt dat er de afgelopen twintig jaar weinig is veranderd aan het ecosysteem om spotjes in te kopen, maar ook dat de radio-industrie die analoge wereld heel goed aan de digitale wereld kan koppelen. ,,Dat komt doordat 20 procent van het luisteren naar radio al digitaal plaatsvindt; via apps bijvoorbeeld. Dat kan je dus weten wie er luisteren en met die gegevens kan je je offline campagne optimaliseren. Die wens zijn we nu aan het bouwen zodat we naar een systeem gaan waarbij we campagnes realtime optimaliseren. We gaan nu een test doen om - op basis van luisterprofielen - een commercial realtime de spot aan te passen. Je maakt de commercial dus relevant voor de doelgroep.’’

 
Adverteerders koppelen aan podcastmarkt
Een voorname uitdaging is om adverteerders te koppelen aan de podcastmarkt. ,,In de VS heb je het over een advertentiemarkt van 200 miljoen dollar op een totale radiomarkt van 17 miljard dus die markt bestaat nog niet, in Nederland praat je dan over iets van 2 miljoen euro. Consumenten gebruiken het echter wel en dus is het aan ons om daar de commercie bij te zoeken. Er wordt meer audio geluisterd dan ooit en wij moeten een commerciële oplossing zoeken.’’

 
60 Dollar per 1000 luisteraars
Er wordt op dit moment in de VS gemiddeld 60 dollar betaalt per bereik van duizend mensen om te adverteren via podcast. Van der Pol legt uit dat in de VS maar 1 procent van de podcasts wordt gemaakt door grote broadcasters. Dat wil dus zeggen dat er allerlei nieuwe grote namen zijn ontstaan met veel luisteraars (zoals Joe Rogan, BH); het is een niet gecontroleerde wereld zonder grote spelers (te vergelijken met de wereld van influencers vijf jaar geleden). ,,Daar is dus de macht aan de makers. Het zijn echte liefhebbers en die hebben een publiek; er zijn wel wat grote distributiemogelijkheden zoals iTunes.’’ Toch maar even vragen nog hoe Talpa dan precies de podcasttrend kan omarmen, ze hebben immers (nog) geen ‘podcasters’ onder contract. ,,Je kan het op meerdere manieren doen en het lijkt inderdaad op de manier waarop je met influencers samenwerkt; je kan een platform bieden, de content optimaliseren en je kan helpen met geld verdienen. Talpa heeft bijvoorbeeld Juke gelanceerd, dat werd gepresenteerd als Spotifykiller, maar het is vooral een plek waar je muziek, radiostations en ook podcasts kan luisteren.’’ Dus je gaat ook helpen met adverteren? ,,Sterker nog, je merkt dat er veel interesse is bij adverteerders in audio. We zijn - as we speak - bezig met het bedenken van een groot instore radiostation voor een retailer waar je van alles mee kan doen.’’
Monday, 09 April 2018 | Written by Bas Hakker

De jonge honden van Savage komen er weer aan

Bij de meeste conferenties voor de marcom branche komen deskundigen uit Nederland hun Nederlandse vakgenoten vertellen hoe slim en goed ze zijn. Daarom houden we bij frank.news zo van Savage Marketing, waar internationale sprekers internationale jonge honden uit de hele marcom wereld toespreken.

 
De ene conferentie is de andere niet. Als journalist in de marcombranche kun je elke dag wel een seminar, event of congres bijwonen. De vraag is echter of er ook iets zinnigs uit komt. Daarom zijn we bij frank.news pietje precies in waar we aandacht aan schenken. Of het komt omdat we in hetzelfde jaar 2016 de Nederlandse markt bestormden, weet ik niet. Maar sinds de start is Savage Marketing een conferentie die eruit springt en waar we trouw verslag van doen.

 
Tieners leren CMO’s 
Hier tekenden we een paar van onze mooiste en meest gelezen verhalen op. Bijvoorbeeld hoe een stel tieners van GoSpooky CMO’s leren hoe ze moeten adverteren op Snapchat. Daarna werden de heren beroemd via programma’s als DWDD en diverse media. Constance Scholten, medeoprichter van Camarilla, mocht hier haar verhaal over het kleinste sociale medium vertellen, waarna ze voor ongeveer elk ander congres werd uitgenodigd.

Directeur Benelux Arno Lubrun onthulde de strategie van Facebook op het gebied van digital marketing en gepersonaliseerde boodschappen. Dat was nog voor alle ellende van de laatste tijd.

 
Tech is leading 
Bij Savage Marketing zagen ze twee jaar geleden al hoe belangrijk tech in marketing is en wordt. Zo mochten het Hongaarse Optimonk en van oorsprong Roemeense Marketizator laten zien hoe je de conversie van alom gehate pop-ups kunt vergroten. En vorig jaar waagde COO Ben Williams van Eyeo, het bedrijf achter Adblock Plus, zich op Savage Marketing in het hol van de leeuw met een verhaal waar GDPR-experts toen al hun voordeel mee konden doen.

 
Aantrekkingskracht 
Tijdens de derde editie gaat het dan ook vooral over data en technologie, twee van de meest actuele thema’s binnen marketing en media. De beste cases worden beschreven door  topmensen van onder meer Huawei, Unilever, BMW, BBC, Nestlé, L’Oréal, Google, Lego, PepsiCo, Coca Cola, Booking.com etc. Blijkbaar heeft de conferentie een blijvende aantrekkingskracht op grote namen.

 
Korting voor lezers frank.news 
Frank.news is er dus weer bij, maar onze lezers kunnen er ook bij zijn met een speciale korting. Wie inlogt via deze link en bij registratie de code FN20 invoert, kan op 13 en 14 juni dit jaar met 20 procent korting naar de Meervaart in Amsterdam.
Wednesday, 28 March 2018 | Written by André Oerlemans

Formule 1 laat fans het ‘Maxgevoel’ beleven

Formule 1 heeft zijn eerste wereldwijde marketingcampagne gelanceerd. De aftrap is een spotje waarin de adrenaline van het scherm spat. Snel gemonteerde beelden van Formule 1-racewagens, races en close-ups van de gezichten fans die worden blootgesteld aan F1-krachten zuigen de kijker de wereld van F1 in.

Het filmpje ‘Engineered Insanity’ is gemaakt door Wieden & Kennedy London onder regie van Chris Boyle. De fans, waarvan we van heel dichtbij zien hoe hun gezichten vervormen onder de G-krachten, werden blootgesteld aan warmte, wind en regen in een speciaal daarvoor geconstrueerde windtunnel. Ze maakten het spektakel van de Formule 1 zo mee alsof ze zelf een van de wagens bestuurden. Door de rapbeats, de game-achtige visuals en de snelle montage doet het spotje volgens Creativity Online denken aan campagnes voor sportmerken als Nike of Adidas.

De campagne past in de trend waarin de Formule 1 de fans op de eerste plek wil zetten. Zo lanceerde F1 eerder deze maand nog een eigen kanaal. In deze commercial zijn de fans waar het om draait, meer nog dan de snelle auto’s en de mannen die ze besturen. Formule 1 geeft ‘superfans’ ook als eerste de mogelijkheid om de campagne te delen via hun sociale media. Ook komen er GIFjes en interactieve Instagram Stories die fans kunnen delen.

,,We wilden het perspectief van hoe mensen kijken naar F1 veranderen,” aldus Ellie Norman, Director of Marketing, Formula 1. ,,Deze campagne verlegt de focus van onszelf naar de fans door uit te lichten waarom onze fans zo van deze sport houden. Onze vraag aan Wieden & Kennedy London was om de rauwe, opwindende spanning te vertalen in iets dat het hele spectrum van sportfans aanspreekt.”

https://youtu.be/vtqq_KbfUx0

 
Monday, 26 March 2018 | Written by Redactie Frank.News

Privacywet: wie overleeft 25 mei?

Hoe wordt frank.news GDPR-proof? – deel 1

De deadline van de GDPR nadert. Wie na 25 mei niet aan de nieuwe privacyregels voldoet, riskeert forse boetes. Ook frank.news is nog lang niet GDPR-proof maar wordt het wel. In deze serie nemen we onze lezers mee langs hobbels en valkuilen, zin en onzin en de impact van de GDPR op de marcom branche.

 

Er doen veel horrorverhalen de ronde over de General Data Protection Regulation (GDPR), maar voor sommige bedrijven in de marcom branche wordt het nog veel erger. Wie stiekem achter de rug van consumenten om klantdata verzamelt, puur om die voor marketingdoeleinden te verkopen of te gebruiken, is de klos. Dat businessmodel houdt na 25 mei op te bestaan.

 
In media- en marketing worden ze vaak cowboys genoemd. Ze plaatsen met of zonder medeweten van exploitanten en webshops plug-ins en cookies op websites, volgen het online consumentengedrag en verdienen hun geld met het opstellen van profielen en de verkoop van klantendata. Maar ook grote adverteerders, de Google’s en Facebooks, exploitanten en bureaus bedrijven op die manier marketing, bijvoorbeeld bij het volgen van de customer journey en op het gebied van programmatic advertising. Bij dat laatste worden klantenprofielen via Real Time Bidding in een split second verhandeld op een veiling, waarna de internetgebruiker een advertentie op een website of app krijgt voorgeschoteld.

 

Toestemming uitgebreider 

Dit zou je allemaal legaal kunnen maken als je hiervoor toestemming van de online consument vraagt, zoals we al in een eerder verhaal over de GDPR schreven. Veel websites vragen nu al toestemming aan hun bezoekers via een cookie-consent. Die worden na 25 mei een stuk langer en uitgebreider. De consument moet namelijk voor verschillende vormen van dataverzameling en -verwerking toestemming geven.

Bijvoorbeeld voor analytics doeleinden, om hun gedrag op de website te monitoren en de juiste content op maat aan te kunnen bieden. Prima, niks mis mee. Dat zullen de meeste wel aanvinken. Voor A/B-testing, om te zien wat het beste werkt. Ook dat zal niet vaak een probleem zijn. Toestemming om hun conversiegedrag te monitoren is wellicht nog geen drempel. Maar er is ook consent nodig om data voor marketingcampagnes te gebruiken. Bijvoorbeeld voor programmatic advertising. Of voor het doorverkopen van persoonsgegevens voor commerciële doelen. Daar begint een cookie-consentformulier op een adblocker te lijken en wordt het lastig. Want als je mensen de keuze geeft om daar ja of nee op te antwoorden, zal een groot deel geen toestemming geven. Bovendien staan de instellingen standaard op ‘niet verzamelen’. Dat betekent dat een flinke portie van de handel in profielen via programmatic verdwijnt en dat het bij die specialisten ontslagen gaat regenen.

 

Data-verzoek kost 450.000 dollar 

Maar zelfs als je die toestemming hebt, ben je als bureau, exploitant of adverteerder niet GDPR-proof. Dat is pas één van de zes stappen om op een rechtmatige manier - de GDPR noemt dat lawfulness - persoonsgegevens te verzamelen en te verwerken. Volgens de wet houden burgers de controle over wat er met hun persoonsgegevens gebeurt, dus moeten ze altijd inzage kunnen krijgen in alle data die over hen zijn verzameld en opgeslagen. Die moeten op hun verzoek verwijderd worden, als ze hun toestemming weer intrekken. Een voorbeeld: als Microsoft een dergelijk verzoek krijgt en in al zijn software, clouddiensten en andere producten op zoek moet naar alle date van een consument, kost dat 450.000 dollar per case, zo liet Hans van der Meer, Business group manager Microsoft 365, tijdens het GDPR-congres van Piwik Pro in Rotterdam weten.

 

Alleen data voor legitiem doel

Voor de marcom branche is een andere voorwaarde om rechtmatig data te verzamelen misschien nog wel de belangrijkste: die heet legitiem belang (legitimate interest). Simpel gezegd: als je iemands persoonsgegevens verzamelt en verwerkt om schoenen te verkopen hoef je niet te weten of iemand getrouwd is. Of als iemand geabonneerd is op een nieuwsbrief, mag diens e-mailadres niet gebruikt of verkocht worden om reclame heen te sturen. ,,Voor dataverwerking voor digitale marketing is in alle gevallen toestemming vereist. Het verwerken van persoonsgegevens, puur voor direct marketing doelen, kan gezien worden als een legitiem belang, maar alleen in sommige gevallen. Als ik een fles champagne moet verwedden of dit voldoet aan de eis van legitiem belang, dan denk ik 80 procent niet en 20 procent wel,” zegt onafhankelijk consultant en lid van de Ethics advisory group of the EDPS (European Union’s independent data protection authority) Aurelie Pols.

 

Friday, 23 March 2018 | Written by André Oerlemans

Purpose marketing: wat DSM heeft, ING mist en Heineken zoekt

Sommige noemen purpose marketing het krachtigste marketinginstrument van deze tijd. Anderen de zoveelste hype of marketingtruc. Onderzoek toont de noodzaak aan. Daarom zijn grote bedrijven als DSM, ING en Heineken er serieus mee bezig.

 
Zoals zo vaak lopen Amerikaanse bedrijven in purpose marketing voor op Europa. Ze moeten wel, want 80 procent van de Amerikanen verwacht dat bedrijven voor meer staan dan alleen winst maken. De vraag is dan ook niet óf bedrijven hierin stappen, maar wánneer, stelt Robert-Jan d’Hond van WPP-onderzoeksbureau Kantar Consulting. ,,Het succes van grote merken is verankerd in hun purpose. Uit onderzoek blijft dat bedrijven met een hoge purpose  de afgelopen twaalf jaar met 175 procent in merkwaarde zijn gegroeid en bedrijven met een lage purpose slechts 70 procent,” liet hij zien tijdens het Seminar Purpose Marketing van de Adfo Groep in Utrecht.

 

Wat is purpose? 

Maar wat bedoelen we dan met purpose of purpose marketing? Volgens d’Hond draait het om de ‘why’ van je bestaan. De positieve impact op mensen en de wereld waarin ze leven. Dat gaat verder dan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en corporate social responsability (CSR). Het is alles wat je bijdraagt aan een betere wereld. Hij onderscheidt vier niveaus: Op het laagste niveau is purpose marketing niet meer dan een marketingtactiek. Een stapje hoger is het een merkbelofte. Op een hoger niveau wordt het een bedrijfsstrategie en op het allerhoogste niveau is purpose een business gedreven beweging, een movement. Zeggen dat je te klein bent als merk of niet veel sociale betekenis hebt, is geen excuus. Zo lanceerde Tena een campagne met een Ronaldo-achtig model om incontinentie bij mannen uit de taboesfeer te halen.

 

Blauwdruk purpose marketing 

Uit het onderzoek van Kantar kun je een soort blauwdruk voor goede purpose marketing destilleren. Die moet aan vijf voorwaarden voldoen:

 

  1. Het moet zin hebben (meaningful zijn)

Een goed voorbeeld daarvan is de campagne van Flexa om samen met vrijwilligers de favela’s in Rio en andere achterbuurten op de wereld in vrolijke kleuren te verven. Uit onderzoek blijkt namelijk dat dit de misdaadcijfers terugdringt en bewoners meer betrokken maakt bij hun wijk. ,,Een blik verf kan dus een hele positieve invloed hebben,” aldus d’Hond.

 

  1. Het moet echt (true) zijn

Anders is het op de lange termijn niet houdbaar. Axe gebruikte altijd nerds en stuntelige jongens in zijn reclame, dus is het logisch dat ze met de ‘Be Yourself’-campagne inspelen op de onzekerheid bij jongens.

https://www.youtube.com/watch?v=0WySfa7x5q0[/embed]

 

Wednesday, 21 March 2018 | Written by André Oerlemans

Blokker, blijf bij je leest

Waarom leidt de reclame van Blokker niet tot meer omzet en die van Red Bull wel? Een verklaring kan het ‘matching effect’ in marketing zijn. Het goedkope of dure imago van je merk moet aansluiten bij de perceptie van je klanten, stelt nieuw onderzoek. Als je daarin slaagt verkoop je meer.

 
Soms wordt je onderbuikgevoel over reclame bevestigd door marketingonderzoeken. Het onderzoek van Thomas Allard en Dale Griffin, getiteld ‘Comparative Price and the Design of Effective Product Communications’, trapt misschien een hoop open deuren in, maar daarachter zit toch een aantal zeer bruikbare inzichten.

 
Prijs is perceptie 
Hoge of lage prijzen bestaan niet, betogen de onderzoekers. Alles draait om de perceptie van de consument. De onderzoekers vroegen zich daarop af wat het beste werkt in marketingcommunicatie rond relatief goedkope of dure merken en producten. Moet je relatief goedkope zeep aanprijzen met concrete kenmerken zoals ‘voor een zachtere, gladde huid’ of juist met meer abstracte bewoordingen als ‘geef je huid liefde’? En moet je bij een relatief dure laptop adverteren met de ‘4 miljoen pixels op het beeldscherm’ en het ‘lage gewicht’ of met de slogan ‘een hele nieuwe visie voor de notebook’. Waar reageert de consument het beste op? En wat verkoopt het beste?

 
Alleen duur doen over dure producten
Om daar achter te komen testten ze bij hun onderzoek zes producten. In een pop-upstore verkochten ze dezelfde chocolade voor een dollar in twee verschillende verpakkingen. De ene aangeprezen als ‘rijk gevulde melkchocolade’ de andere met het meer abstracte ‘decadente droom’. Door er in de ene opstelling een duurder en in de andere opstelling een goedkopere chocoladevariant naast te zetten, maakten ze de repen relatief duur en goedkoop. Wat bleek: in de dure opstelling koos 70 procent van de klanten voor de chocolade met de abstracte ‘decadente droom’ slogan. In de goedkope opstelling koos een meerderheid van 56 procent voor de eenvoudige marketingboodschap. Hetzelfde effect constateerden ze bij twee diamanten met een concrete en meer abstracte reclameslogan. Bij energierepen zorgde de advertentie met de tekst ‘Een gebalanceerde bron voor calorieën en proteïnen’ voor meer verkopen bij de goedkope repen en deed de slogan ‘voor een stabiel en langdurend uithoudingsvermogen’ dat bij de dure repen. Hetzelfde principe bleek ook te werken bij de verkoop van auto’s, elektrische tandenborstels en energiedrankjes. Conclusie: voor relatief dure producten mag je best wat creatief zijn en abstracte marketing gebruiken. Voor relatief goedkope producten werkt simpel en concreet taalgebruik het beste. Maar het belangrijkste: de marketing moet aansluiten bij de perceptie van de klant. Bij wat die als duur of goedkoop ervaart. Een belangrijke les voor marketeers dus. Uiteraard werden we op dit onderzoek gewezen door de SWOCC-selectie.

 
Blokker slaat plank mis
Hadden de marketeers van Blokker zo’n onderzoek maar gehad. Het laat namelijk precies zien wat er mis ging in de campagnes van de laatste jaren. Blokker gooide het in 2016 over een hele andere boeg en liet Hollywoodster en stijlicoon Sarah Jessica Parker in een commercial de huishoudelijke producten aanprijzen als een ‘lifechanger’ en ‘amazing stuff’. Abstracte slogans dus voor producten die de consument als relatief goedkoop ervaart. Later dat jaar probeerde Blokker de Drie Dwaze Dagen van de Bijenkorf te kopiëren. Maar tijdens de Dolle Dagen stond er geen dringende menigte voor de deur te wachten totdat de winkels open gingen. Blokker is in de perceptie van de klant namelijk geen Bijenkorf, dus sluit een dergelijke actie niet aan bij het verwachtingspatroon.

Nou zijn er heus wel meer oorzaken aan te wijzen voor de slechte bedrijfsresultaten dan alleen slechte marketing, maar toch: Blokker leed in 2016 een recordverlies van 180 miljoen euro, de omzet daalde met 5 procent en het concern is sindsdien bezig met het sluiten van winkels.

 
Red Bull heeft vleugels
Red Bull weet wel hoe het werkt. Het energiedrankje is, vergeleken met de stortvloed aan concurrenten in de winkel, relatief duur, maar zal nooit reclame maken met concrete claims als ‘meer energie’ of ‘minder calorieën’. ‘Red Bull’ geeft je vleugels is als het ware het prototype van de abstracte marketingslogan voor relatief dure producten. Via zijn contentmarketing associeert het merk zich met sport, avontuur en recordpogingen en zo sluit het precies aan bij de perceptie van zijn klanten. Of het aan de reclame lag of niet, feit is de omzet van Red Bull blijft groeien en volgens de laatste cijfers voor het eerst boven de 6 miljard euro uitkwam. In Nederland steeg de omzet met 12 procent.

 
Lessen voor marketeers 
Ook Zeeman snapt al sinds zijn bestaan dat ‘normaal doen’ in zijn prijscategorie het beste scoort. Voor relatief goedkope producten werkt hameren op de kwalitatieve eigenschappen namelijk het beste. Bottom line: 123Gold mag slechte radioreclames met irritante teksten maken omdat ze bieden wat hun klanten zoeken: goedkope sieraden. Dure parfums en dure auto’s daarentegen kunnen niet genoeg mooie en geslaagde mannen en vrouwen in beeld brengen op de meest exotische locaties. Dat moet Hyundai dan weer niet doen. Die moeten gewoon blijven herhalen dat ze een goedkoop autootje maken voor de gewone man. Wat dat betreft bieden de laatste cijfers van de Stichting Aanpak Voertuig Criminaliteit (AVC) een inkoppertje voor de marketeers van het Koreaanse automerk om wellicht hun omzet verder te laten stijgen. Wat blijkt: het is de minst geliefde auto onder dieven. Slechts 1 op elke 4.415 Hyundai’s wordt gestolen, tegenover 1 op elke 253 Landrovers. De beste beveiliging tegen autodiefstal is dan ook een goedkope Hyundai kopen, berichtte het AD. Een betere reclameslogan is bijna niet de denkbaar.
Wednesday, 14 March 2018 | Written by André Oerlemans

‘Politieke partijen moeten kijken naar hun merkbelofte’

Marketing in aanloop naar de verkiezingen, deel 1 

In de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart doen politici aan niets anders dan aan marketing. In een tweeluik praten we over de campagnes vanuit marketingperspectief, morgen met journaliste en voormalig Kamerlid Myrthe Hilkens en vandaag met merkstrateeg Marc Oosterhout. Laatstgenoemde is één van de oprichters van het succesvolle reclamebureau N=5, hij bracht vorig jaar zijn boek ‘De kunst van het kiezen’ uit, waarin hij stelt dat bij politieke partijen een belangrijk aspect van de communicatie ontbreekt: de kiezer wordt niet centraal gesteld.

Kun je aangeven waarom politici en politieke partijen meer naar merken zouden moeten kijken?
Oosterhout: ,,In het algemeen zetten politieke partijen zichzelf centraal. Meestal door de politiek leider op te voeren. Kijk maar naar de meeste verkiezingsposters. Of ze vertellen wat er volgens hen moet gebeuren. Vaak zijn dit heel generieke zaken zoals goed onderwijs, betere zorg of minder regels. Politieke partijen zenden vooral. Merken doen precies het omgekeerde: zij laten vooral zien wat een ontvanger heeft aan hun product of dienst. Neem Nike. In die campagnes staat altijd de performance van de sporter centraal, nooit de perfectie van de schoen van Nike. Nike ziet zichzelf als het instrument van de sporter. Zo hoort het. Het is opvallend dat politieke partijen deze wet in de communicatie niet of nauwelijks tot uiting weten te brengen. Ik leg altijd uit dat het niet gaat om wat je doet, maar wat je betekent. Dat vinden politieke partijen heel lastig.”

 
 
Hoe zou het er in de praktijk uit moeten zien?
,,Een sterk merk gaat uit van een sterke merkbelofte, ook wel een ‘why’ genoemd. Ze hebben een groter doel voor ogen voor de mensen waar ze zich op richten. Zo wil Dove het vertrouwen herstellen dat vrouwen zouden mogen of misschien zouden moeten hebben in hun eigen schoonheid, wil NS dat iedereen de vrijheid heeft om te gaan en staan waar ze willen om een manier die hen het best past. Simpele reasons to be, maar wel vreselijk belangrijk om je werkelijke betekenis te duiden.

Dat zouden politieke partijen ook moeten doen. Sterker nog, voor politieke partijen is dit misschien nog wel belangrijker omdat ze in essentie een ideale maatschappij nastreven. En juist dat ideaal motiveert kiezers om op een partij te stemmen. Vaak ligt de why van een politieke partij besloten in het beginselprogramma. Voor het CDA is dat bijvoorbeeld rentmeesterschap, voor PvdA bestaanszekerheid voor iedereen, voor D66 autonomie van het individu en voor GroenLinks een duurzame samenleving. Hele verschillende ‘why’s’ eigenlijk. Maar naarmate partijen langer bestaan, lijken ze hun why uit het oog te verliezen. Dat is ook het grootste probleem van de gevestigde partijen, zoals PvdA en CDA. Nieuwe partijen, zoals Forum voor Democratie en Denk, maken daar slim gebruik van Mijn oproep aan elke politieke partij zou zijn, ga terug naar je roots, benoem je why opnieuw en handel ernaar. En herhaal, herhaal, herhaal. Herhaling is een wet in communicatie.”

 
 
Je schrijft dat de politiek nog vrij amateuristisch werkt als het gaat om campagne voeren. Heb je een paar concrete voorbeelden?
,,Daarvoor hoef je alleen maar om je heen te kijken. Vincent Rietbergen, Joost Vullings en Xander van der Wulp brengen momenteel in hun populaire verkiezingsvlogs de slechtste campagne-filmpjes van lokale partijen. En ook in de rubriek van Eva Jinek over de lokale verkiezingen dook regelmatig een zeer amateuristisch filmpje op. Echt verschrikkelijk. Het is alleen jammer dat ze nooit een deskundige aan tafel halen om hier iets nuttigs over te zeggen. Een wetenschapper. Een communicatiedeskundige. Dan zouden we er tenminste iets van kunnen leren. Nu worden slechte campagnes getoond als entertainment. Dat mag, maar je zou er veel meer mee kunnen doen. Ik vind het onbegrijpelijk dat er zo amateuristisch mee omgegaan wordt. Het gaat toch om onze democratie. Dan mag je van de pers wel wat meer verwachten.”

 
 
Maar lokale politici hebben toch ook niet de middelen om campagne te voeren?
,,Klopt, maar dan denk ik: sla een goed boek open over communicatie. Die zijn er genoeg. Ik denk ook dat er een misvatting bestaat in het vak van politieke communicatie. Alsof iedereen kan communiceren. Dat is natuurlijk niet zo. Het is net als met voetballen: iedereen kan wel een balletje trappen, maar dan ben je nog geen Messi. En zo is het met communicatie ook. Communicatie is een vak dat vraagt om deskundigheid.”

 
 
De inzet van sociale media lijkt voor bepaalde politici een zegen, qua free publicity.
,,Dat klopt. Maar het komt ook omdat mensen als Wilders en Baudet  intrinsiek polariserende standpunten innemen en uitspraken doen. Ze trekken de aandacht omdat ze vaak langs de randen schuren van wat betamelijk is. En ze doen het bewust. Het is exact dezelfde strategie die Donald Trump kiest. Het is ongelofelijk dat de machtigste man te wereld zulke idiote boodschappen kan verspreiden en dat het ook nog serieus genomen wordt. In Nederland doen Baudet en Wilders hetzelfde. Natuurlijk: het valt op, maar of het de partijen een structurele winst oplevert, is maar zeer de vraag. Ik bedoel wat heeft twintig jaar PVV nu uiteindelijk opgeleverd?’’

 
 
Media blazen het ook wel op.
,,Ja, journalisten mogen ook wel eens naar zichzelf kijken. Zij maken dit soort extreme politici groot door er keer op keer aandacht aan te besteden. Onlangs publiceerde Dr. Mirko Tobias Schäfer van de Universiteit van Utrecht een studie waaruit bleek dat de politieke agenda door maar een heel kleine groep twitteraars (zo’n 15.000 rechtse en zo’n 40.000 linkse politici) wordt bepaald. Dat is geen representatief beeld, waarschuwde hij: ‘de traditionele media zouden veel terughoudender met de berichten op Facebook en Twitter moeten omgaan’. De commotie op sociale media is tegenwoordig op zichzelf al nieuws, maakt niet uit over welk onderwerp. Het zou een zegen zijn als de mainstream media wat dat betreft meer zelfbeheersing laten zien’. Dat ben ik roerend met hem eens. Ook de Belgische cultuurhistoricus David van Reybrouck heeft hier hele zinnige dingen over gezegd.’’

 
 
Noem eens een voorbeeld van een geslaagde campagne.
,,Ik schreef vorige jaar voor Brandpunt een column waarin ik schetste dat GroenLinks en Forum voor Democratie de echte winnaars waren van de verkiezingen. Zij wisten een snaar te raken bij nieuwe groepen kiezers. Dat is knap. Jesse Klaver koos voor een heel nieuwe aanpak, met een intensieve social strategie en meet-ups die toegankelijk waren voor iedereen. Klaver was een echte winnaar en dat droeg hij uit. Het hielp natuurlijk ook dat hij zelf nog heel jong is. GroenLinks had nog nooit eerder zoveel zetels. Het is natuurlijk een gemiste kans dat GroenLinks niet doorzette en plaats nam in het kabinet. Ik vind de campagne ‘Verandering begint hier’ die ik nu overal zie, tamelijk ongeloofwaardig. Klaver heeft de kans op verandering laten liggen.

Ook Thierry Baudet deed het goed. Weliswaar met een compleet ander verhaal, maar zijn technieken leken behoorlijk op die van Klaver. Gevat, actueel en met veel lef en emotie. En scherp gepositioneerde standpunten. Daar houden kiezers van.”

 
 
Hebben politici je adviezen al ter harte genomen?
,,Dat is lastig te zeggen. Zeker met lokale verkiezingen. Het niveau zal helaas niet zo hoog zijn. Begrijpelijk gezien het gebrek aan geld en vakmanschap. Maar landelijk zou het over drie tot vier jaar beter moeten gaan. Ik ben al door menig politicus benaderd, dus het lijkt erop dat er wel interesse is.”

 
Tuesday, 13 March 2018 | Written by Suzanna Timmer

Marketing van games: hoe traditioneel adverteren plaatsmaakt voor influencermarketing

Gaming is al groot, maar gaat de komende jaren een nog grotere vlucht nemen, voorspellen experts. Maar hoe creëer je de marketingbuzz rond een nieuwe game? De marketeers achter onder meer Horizon Zero Dawn en FIFA nemen ons mee. ‘De jonge, maar grillige doelgroep is niet te verleiden met traditionele marketinguitingen’.

 
De gamesindustrie is groter dan we vaak denken. Sterker nog, binnen de entertainmentbranche haalt gaming meer omzet binnen dan boeken, muziek en film. Onderzoeksbureau Newzoo becijferde vorig jaar dat er het afgelopen jaar ongeveer 109 miljard dollar wereldwijd in omging.

 
Scoren met je game
Zie in de grote stroom maar eens te scoren met je game. Eén van de successen van het afgelopen jaar kwam uit Nederland: Horizon Zero Dawn. Een action role playing game waarin protagonist Aloy in een wereld die door de mens al lang verlaten is op zoek moet naar onderdelen van andere wezens om te kunnen overleven. Ze vecht tegen machines met pijl en boog als haar wapen. Aloys uiterlijk is overigens gebaseerd op dat van de jonge Nederlandse actrice Hannah Hoekstra.

 
7,6 miljoen exemplaren verkocht
Horizon Zero Dawn komt uit de Nederlandse studio Guerrilla Games, onderdeel van Sony Interactive. De game verscheen precies een jaar geleden en wist direct al 2,6 miljoen exemplaren te verkopen. Daarmee werd het spel de snelst verkopende nieuwe game van Sony voor PlayStation 4. Inmiddels staat het cijfer op 7,6 miljoen verkochte exemplaren.

Benoît Bouchez, marketeer van Sony Interactive Benelux, noemt het een bijzonder project. ,,Een game maak je niet in een keer,’’ zegt de Belg. ,,Dat vergt jaren van een heel groot team. Het sterke aan deze game is dat de storyline zo uitzinnig goed is. Je hebt in de gamewereld verschillende genres, net als in de filmindustrie. Horizon Zero Dawn valt onder de action role-playing games en die zijn erg in trek bij de consument. Guerrilla Games is zo slim geweest veel zaken die al bestaan op een nieuw en hoger niveau te brengen, waarvan je denkt: ‘Holy hell, hoe is dat toch mogelijk?’ Het is de gebruiksvriendelijkheid en de verfijning van het verhaal. Het voelt fris maar tegelijkertijd ook heel vertrouwd. Voor de mensen die dat type game vaak spelen is het herkenbaar, maar net iets beter.”
Zo’n game lijkt zichzelf dus te verkopen. Maar het gamingpubliek is volgens de Belg als heel kritisch en mondig. Hij is zelf ook al jaren een fanatiek gamer. ,,Als ze iets goed vinden zul je het weten, maar ook als het niets is. Mensen consumeren hun content heel gepassioneerd.’’

 
Gamers ‘vreten’ de nieuwssites
Mike Hendrixen van bureau Vertigo 6, sluit zich daar bij aan. Hij is oprichter en Marketing & PR director en hij en zijn collega’s hebben allen een achtergrond aan de mediakant van de gamesindustrie. Het bedrijf werkt voor onder meer Electronic Arts (FIFA, Battlefield en SIMS), Koch Media (SEGA, Capcom en Commodore 64 min) Bandai Namco (Dragon Ball, Naruto en Witcher), Pokémon, Jagex (Runescape), maar ook voor non-gaming brands als Voetbalfestival, SIXT, Asus en Ziggo.
Volgens Hendrixen ‘vreten’ gamers blogs en sites die het laatste nieuws vaak nog eerder weten dan dat er een persbericht over is uitgestuurd. ,,Gaming, techsites maar ook Reddit en Twitch zijn hun thuisbasis. Daarnaast consumeren ze veel Snap, Insta en YouTube en spelen deze kanalen een belangrijke rol in hun besluitvormingsproces. We zien dat een oproepje van een - voor hen - belangrijke influencer meer teweegbrengt dan een ‘site take over’ op een grote gamesite. De boodschap moet wel authentiek zijn. Het heeft dus geen zin om een fashion vlogger iets te laten vertellen over de meest recente racegame.”

 
Traditionele marketeers
Hendrixen zegt dat de mensen bij Vertigo 6 van huis uit allemaal traditionele marketeers zijn, onder het motto: ‘Geef ons maar een budget en we bouwen wel een campagne’. Maar deze aanpak werkt dus niet (meer) onder gamers. Hendrixen: ,,De geloofwaardigheid van ‘paid’ boodschappen is historisch laag, als ze überhaupt al gezien worden. Games kennen doorgaans een jonge, maar grillige doelgroep die niet te verleiden is met traditionele marketinguitingen. De geloofwaardigheid van radio- en tv-commercials is laag bij deze groep en online advertising wordt vaak niet meer gezien, omdat mensen een ad blocker hebben geïnstalleerd. Hierdoor verlangen onze klanten in de gamesindustrie al jaren innovatieve maar vooral effectieve vormen van marketingcommunicatie met millennials. Wij zijn ervan overtuigd dat het traditionele marketingbudget de komende jaren nog meer verschuift naar vormen die er meer ‘earned’ uitzien voor de consument: free publicity, influencermarketing, native advertising en branded content. Maar ook events en activaties die leiden tot direct resultaat worden cruciaal in de marketingmix. Social en owned kanalen blijven daarnaast de basis vormen van een geïntegreerde marketingcommunicatiemix.”

 
De grote rol van influencers
Influencers en vloggers gaan de komende tijd een nog grotere rol spelen. ,,Naast de geloofwaardigheid onder de doelgroep, is het mogelijk om direct te converteren vanuit hun boodschap,’’ legt Hendrixen uit. ,,De boodschap is dus het medium en andersom. Met een ‘swipe-up’ of linkje onder de post, kunnen we direct linken naar een app store, Origin, Steam of andere digital game store. De conversieratio’s zijn hoger dan bij welke andere vorm van communicatie dan ook. Zelfs hoger dan social, YouTube en Google Advertising.”

 
Goede slogan
Bouchez ziet ook dat in de mediaconsumptie social zwaar weegt en influencers meer hun stempel drukken. ,,Het voordeel is dat wij niet opeens een heel verhaal hoeven te bedenken. Ik zie mezelf als marketeer binnen deze sector als een roadie bij een muziekevenement: de mensen weten dat die show er is en ik zorg voor de goede spotlight.” Een grote game als Horizon Zero Dawn in de markt zetten gebeurde onder meer met een intrigerende slogan: Earth is ours no more, en dito trailer. Dat creëerde vanzelf een buzz. Bouchez: ,,De aarde is niet meer van ons, dat heeft wel impact. Dat mensen denken: waar gaat dit over? Het is op een bepaalde manier ook heel relevant met alles wat er momenteel in de wereld speelt en veel mensen kunnen daarover wel iets bedenken. Iets politieks, of de opwarming van de aarde of cyberoorlog. Wij kijken hoe we dat internationale plan lokaal kunnen vertalen. Voor ons als lokale ‘roadie’ geldt: think global act local.”

Volgens Hendrixen is een lokale marketingcommunicatieaanpak cruciaal, juist door de groeiende rol van influencers en door te weten hoe je lokaal kunt aanhaken bij thema’s die relevant zijn voor de doelgroep. ,,Er zijn partijen die denken dat het mogelijk is om de hele wereld te vermarkten vanuit een land. Daar geloven wij niet in.” Uiteindelijk is de kwaliteit van het product de basis. Daar heb je lokaal geen grip op. ,,Als een game hoog scoort, is nog wel steeds key om dat te communiceren. Anders heb je het best bewaarde geheim. Andersom geldt ook dat het lastig is om van een slecht scorende game iets moois te maken, maar met creativiteit is het dan nog wel mogelijk om de positieve kanten te belichten. Wij zeggen altijd dat PR staat voor Positive Reality.”
Aan Hendrixen de vraag wat hij een geslaagde case vindt binnen Vertigo 6. Hij zou er verschillende kunnen noemen, maar pikt er de lancering van FIFA 18 uit, vorig najaar. ,,Dat was een heel groot succes. We hebben een elf dagen durend crossmediaal launch event georganiseerd op Utrecht CS en FIFA 18 werd de beste verkochte game van het jaar.”

 
Gaming als middel
Hij ziet de trend dat gaming steeds meer een middel is dan een doel an sich. ,,Van origine werken we voor partijen die games uitbrengen. Maar door de opkomst van esports - het competitieve beoefenen van videogames voor high level gamers, met prijzenpotten van miljoenen - populaire kanalen als Twitch en gaming livestreams op YouTube zijn games het middel bij uitstek om jongeren niet alleen te bereiken, maar ook te activeren.”
Bouchez: ,,Ik durf te stellen dat gaming nog niet eens aan zijn piek zit. Want het is voor iedereen: voor jong en oud, voor de ‘core gamers’, maar ook voor mensen die onderweg op hun mobieltje spelen.”

 
Nieuwe games
Door de voortschrijdende techniek worden games steeds geavanceerder. ,,De technologische ontwikkelingen van de afgelopen twee jaar zijn heel indrukwekkend,’’ ziet Bouchez. ,,Het is gaming op een nieuwe manier consumeren. Een tweede tendens: af en toe ontstaan er nieuwe genres, zoals nu The battle royale-genre, gebaseerd op de gelijknamige Japanse film uit 2000. Een aantal mensen wordt op een eiland gedropt en moet zien te overleven. Heel veel partijen zijn daarin geïnteresseerd. Het trekt een breed publiek en er komen dus spin-offs.” Een derde is dat mensen niet alleen spelen, maar ook letterlijk kijken hoe andere mensen gamen, zoals bij esports. ,,Het past helemaal in deze tijd, want jongeren kijken naar YouTube en niet naar tv. Dit gaat zoveel groter worden in de nabije toekomst. Straks heb je stadions vol met mensen die naar teams van vijf tegen vijf gaan kijken die een game spelen. Ik word emotioneel als ik daar aan denk.”

 
Fotocredit: Pim Geerts.
Wednesday, 07 March 2018 | Written by Suzanna Timmer

Hoe Tinder het Apple van de datingmarkt werd

Wat een verádeming, toen we voor een date niet meer eindeloos profielen hoefden door te spitten. Opeens was het een kwestie van naar rechts swipen, met als beloning een instant ego boost, een one-night-stand of die grote liefde. Het succes van Tinder is bovenal te danken aan dit even simpele als briljante ‘hot or not-concept’. Maar een zorgvuldig geconstrueerd start-up-sprookje heeft er ook zeker aan bijgedragen. Hoe wist de ouderwetse datingsite zoveel marketinggeweld te overleven?

 
,,Het kwam als een komeet de markt binnenzeilen,’’ omschrijft Jasper Jan de Konink de opkomst van Tinder, de datingapp die in 2013 de wereld van datingsites compleet op z’n kop zette. Jarenlang werd de ingedutte Nederlandse online liefdesmarkt bepaald door websites als Relatieplanet, Lexa, Parship en het in 1998, door hem en zijn broer opgerichte, e-Matching. ,,We bewerkten die markt allemaal met veel reclame en iedereen had zijn eigen aandeel. En toen was daar opeens Tinder, echt een hype die zichzelf verspreidde. Althans zo leek het,’’ zegt De Konink.

 
Verjaardag wordt Tinder-feest
Hij doelt op het prille succes van Tinder, dat uitmondde in een fenomeen. Het verhaal wil dat de oprichters, de twee jonge Amerikaanse studenten Sean Rad en Justin Mateen, de app meteen na lancering in 2012 naar 500 vrienden en kennissen sms’ten. In verschillende interviews vertelt Rad dat het aantal downloads de volgende dag verdubbeld was en er in hun vriendenkring prompt allerlei nieuwe romances ontstonden. Het tweede zetje naar het megasucces dat hen te wachten stond, was de verjaardag van een medestudent, die Mateen omdoopte tot een Tinder-feest. Studenten mochten alleen binnenkomen als ze zich hadden geregistreerd op de app.

Gestimuleerd door honderden nieuwe downloads trokken de twee vervolgens elke dag langs studentenverenigingen en scholen in Californië en spraken ze willekeurig jongeren aan op straat en in cafés om te vertellen over hun datingapp. ,,We deden alles wat we konden doen om de boodschap te verspreiden,’’ zei Rad onlangs nog, terugblikkend in de podcast ‘Success! How I Did It’ van Business Insider. Niet veel later zat Tinder op 500.000 actieve gebruikers. Dat aantal bleef maar groeien, tot zo’n 50 miljoen op het hoogtepunt in 2016.

 
Seksuele intimidatie
Rad vertelt er in al die interviews niet bij dat het verbluffende start-up-sprookje waar hij en zijn vriend in belandden, eigenlijk onderdeel is van een doordacht marketingplan van het moederbedrijf van Tinder: media- en internetmultinational IAC, eigenaar van maar liefst dertien grote datingsites en -apps (Match Group), waaronder Lexa, OkCupid, PlentyOfFish en Match.com. Ook verzwijgt hij dat mede-oprichter Whitney Wolfe vakkundig uit de geschiedenis is geschreven nadat zij Justin Mateen had beschuldigd van seksuele intimidatie. Wolfe oogst intussen allang weer nieuw succes, met de populaire, vrouwvriendelijke datingapp Bumble, een van de vele datingapps die Tinder qua populariteit naar de kroon steken. Maar dat terzijde.

Hoe het ook zij, dat verhaal van twee slimme studenten die verbaasd waren door het onvoorziene succes van hun eigen hippe datingapp, deed wat het moest doen: aanslaan onder twintigers. Tinder heeft door de hype die het ontketende zelfs nog nooit één cent aan reclame hoeven uit te geven, in tegenstelling tot een gewone datingsite als e-Matching, die ongeveer een derde van de inkomsten uitgeeft aan marketing. Naarmate het succes groeide, trok Match Group de macht steeds meer naar zich toe. Maar de mythe werd in stand gehouden.

 
Beroemde swipers
Om de Tinder-buzz te voeden, zijn sindsdien wel meer slimme trucs uit de kast getrokken. Zo werd in 2015 een nieuwe update doorgevoerd waarbij beroemde swipers gekenmerkt konden worden als ‘geverifieerde profielen’ door middel van blauwe vinkjes achter hun naam. Als gewone sterveling zou je dan weten dat het ‘m écht was als opeens, pak ‘m beet, Ryan Gosling voorbij komt in je suggesties. Wélke beroemdheden er dan precies op Tinder zaten, werd natuurlijk nooit bekend gemaakt. Wel liet de app weten dat er een wachtlijst was, wat de suggestie wekte dat het bol stond van de celebrities. Wauw, dacht de gewone gebruiker, dromen kúnnen dus uitkomen. Een journalist uit Los Angeles besloot de proef op de som te nemen en swipete 200 tot 500 keer dag, in de hoop op een match met een van de vele beroemdheden waar ze in het dagelijks leven nog net niet over struikelt. De uitkomst was - spoiler alert - nogal teleurstellend.

Maar ook hier geldt: waar of niet, het deed z’n werk, de media schreven erover. ,,En dat is tot op de dag van vandaag zo, hoor,’’ zegt De Konink. ,,Een paar maanden geleden hebben wij een videochat in de site gezet; geen enkele Nederlandse datingsite die dat heeft. Wij stuurden een persbericht uit en nergens wordt het opgenomen. Maar als Tinder z’n prijzen aanpast, dan komt het gewoon op het RTL Nieuws en NOS.nl.”

 
Lievelingsmerk
Het is volgens De Konink een lievelingsmerk geworden, een merk waar mensen het graag over willen hebben, net als Apple en Harley Davidson. En ja, natuurlijk heeft hij in 2012, toen e-Matching op het punt stond om 30 procent van haar verkeer te verliezen aan Tinder, geprobeerd om net zo’n publiciteitsgenererend merk te worden. ,,Bij Samsung hebben ze ook wel eens geprobeerd om Apple te imiteren. Maar het punt is: Apple is Apple. Dus als Apple een nieuw product uitbrengt, dan schrijft iedereen erover, terwijl Samsung z’n best moet doen om een review te krijgen. Zo zit de wereld in elkaar.”

De Konink maakt liever reclame ‘met open vizier’, zo zegt hij zelf. ,,Wij zijn nooit ingegaan op aanbiedingen van programma’s waarin we tegen betaling mochten vertellen hoe goed e-Matching is. Wij willen alleen maar reclame maken waar duidelijk is dat het reclame is. Dat is onze basisfilosofie. Wij prefereren commercials op radio en tv daarom ver boven Facebook. Ten eerste mogen we er niet adverteren, want Facebook staat amper toe dat anderen behalve de sites van Match Group daarop adverteren. En ten tweede staat op Facebook zoveel troep, dat wij daar helemaal niet meer willen staan. Wij kopen liever een reclameblok rond De Luizenmoeder, daar kijken 3,5 miljoen mensen naar dan en je boodschap komt wel over.”

 
Groei in de gebruikersaantallen
Intussen neemt het aantal inschrijvingen bij e-Matching weer toe, laat De Konink weten. Hetzelfde geldt voor een van de grote concurrenten: Relatieplanet, de oudste datingsite van Nederland. Willem van Grasstek, business manager bij dit TMG-dochterbedrijf, geeft te kennen ‘recentelijk wat marktaandeel’ te hebben ingeleverd aan Tinder en evenknieën als Happn, maar signaleert sinds kort weer groei in de gebruikersaantallen.

 
Veiligheid en betrouwbaarheid, noemt Van Grasstek als sleutelwoorden voor de kant waar Relatieplanet voor heeft gekozen. De Konink heeft het vooral over service, bereikbaarheid en privacy als kernkwaliteiten van e-Matching; allemaal kenmerken waar Tinder niet bepaald in uitblinkt. ,,Die strategie begint zich nu uit te betalen,’’ aldus De Konink.

 
Doodnormale datingsite
De Konink heeft het gevoel dat na vijf jaar Tinder het nieuwe er wel een beetje vanaf is. Niet dat het slecht gaat, in tegendeel zelfs. Met de introductie van de nieuwe, betaalde dienst Tinder Gold, is Tinder een van de apps met de meeste inkomsten uit de Apple App Store. ,,Wat ik bedoel te zeggen is, dat Tinder aan het veranderen in een doodnormale datingsite,’’ aldus De Konink. ,,In Nederland was Lexa altijd hét merk van Match Group. Maar met die site gaat het bij mijn weten niet zo goed. In feite neemt Tinder de oude positie van Lexa langzaam over, nu er naast een app ook een website is, plus steeds functionaliteiten en betaalde diensten. Ik voorspel dat over vijf jaar alle apps zijn veranderd in wat we eerder al hadden. Dan is er geen verschil meer tussen een datingapp en een datingsite.”
Wednesday, 28 February 2018 | Written by Grieteke Meerman

NOS kan nog jaren vooruit met uitzenden Olympische Spelen

In de wereld van de commerciële sport gaat het allemaal om geld. Maar de NOS-uitzendingen van de Olympische Winterspelen tonen aan dat je ook de factor ‘kwaliteit’ kan meenemen in het beslissen over sportrechten. De voorsprong die de NOS heeft op de concurrentie is misschien niet meer in te halen.

 
De rechten van de Olympische Spelen tot en met 2024 zijn in 2015 voor de Europese markt verkocht aan Discovery dat uitzendt op dochterbedrijf Eurosport. Even leek het erop Eurosport dat op exclusieve basis zou doen, maar de NOS wist een sublicentie te verwerven voor de Spelen van 2018 en 2020 die inhoudt dat de NPO gewoon een hele dag mag uitzenden. Alleen de streamingrechten en het live-ijshockey bleven exclusief bij Eurosport. De afgelopen twee weken toonden aan dat die sublicentie eigenlijk een voorwaarde moet zijn voor de bezitters van de rechten.

 
Zenders vergelijken
Als medialiefhebbers hebben jullie beide zenders vast vergeleken. Je wordt wakker en kijkt een half uurtje naar NPO 1, vervolgens zap je naar Eurosport en blijft daar even hangen. Bij Eurosport zit er een presentator aan tafel die af en toe een vraag stelt aan de man naast hem die alle sporten in de gaten houdt. Presentator Neal Petersen is prima hoor, liefhebbers herkennen hem van het vrolijke online voetbalprogramma FC Afkicken en de jongen naast hem is ook een sportliefhebber, maar het verschil tussen de aanpak van de NOS is enorm. Soms schakelen ze bij Eurosport vanuit de studio over naar de commentatoren, Ron Berteling is bijvoorbeeld een geweldige ijshockeycommentator, maar je ziet er geen reportages, mini-docu’s, talkshows, diepgravende interviews of analyses van kenners. Een leuke rol was nog weggelegd voor ex-snowboardster Nicolien Sauerbreij die met haar microfoon langsging bij de sporters.

 
Blijven hangen bij de NOS
Het werd wel een beetje pijnlijk als je daarna bleef hangen op de NOS. Bij de grote sporten voor Nederland, het shorttrack en het schaatsen zaten ervaren presentatoren/ interviewers als Dione de Graaff en Jeroen Stomphorst die voorbeschouwen met kenners die zijn geselecteerd op de factoren ‘expertise’, ‘praktijkervaring’ en ‘verbale kwaliteiten’. Je kunt Erben Wennemars een drukke wijsneus vinden, maar hij zitten middenin de sport, heeft een mening en kan het aardig vertellen. Het niveau van de commentatoren is ook hoog, iemand als Hans van Zetten kan je helemaal meenemen in het kunstschaatsen en Ayolt Kloosterboer kan bij het curling een perfecte mix neerleggen van ‘uitleggen’ en entertainen.

 
Stomphorst en Lodiers
De echte media- en sportliefhebber zal daarna een tijdje naar NPO Radio 1 gegaan zijn waar mensen als de al aangehaalde Stomphorst, De Graaff en de verrassend leuke Patrick Lodiers een programma aan elkaar praten rond het schaatsen en shorttrack. Ze zijn ter plekke en er schuiven voortdurend interessante gasten aan (hoewel het wel een beetje werken wordt als de analist van dienst vertelt over een shorttracktraining). Ze hebben ook oog voor factoren buiten de sport; de leuke Mischa Blok maakte bijvoorbeeld reportages over haar geboorteland Zuid-Korea.

 
Patrick Lodiers om half negen
Lodiers is trouwens echt de ontdekking van De Spelen, ik wil niet stoken maar die zou je prima het avondprogramma kunnen laten doen (want wat is die Henry Schut toch saai hè). Angela de Jong adviseerde in AD te stoppen met die avondtalkshow, maar ik zou zoeken naar een nieuwe spannende combinatie. Lodiers en Thijs Zonneveld? Dione & Thijs? Leuker was trouwens dat uurtje om 18 uur met de immer ontspannen Herman van der Zandt en ex-schaatser Bart Veldkamp. De uitzendingen vanaf de shorttrack- en ijsbaan werden elke dag afgewisseld met goede reportages over de internationale helden van de Spelen waardoor je een prima beeld krijgt van alle verhalen. Het leuke aan de Winterspelen is dat het aanbod wat kleiner is waardoor de focus niet alleen op de Nederlanders ligt.

 
Een negen voor de NOS
Als je met cijfers zou werken voor de kwaliteit dan kan je niet anders doen dan de NOS een negen geven en Eurosport een zesje. Natuurlijk heeft het allemaal met budgetten te maken, maar een onsje meer had gemogen bij de rechtenbezitter. Of kwaliteit ook loont? Alle NOS-uitzendingen van De Spelen domineerden de afgelopen weken de Top 25; neem bijvoord een  willekeurig gekozen zondag 18 februari; vijf Olympische sportuitzendingen staan in de Top 10 van de dag met stuk voor stuk meer dan 1,1 miljoen kijkers. Uitschieter is de Olympische 500 meter bij de vrouwen met meer dan 2,5 miljoen kijkers (en dat is precies een afstand met weinig Nederlandse kansen). Op diezelfde dag kijken er naar de uitzendingen van Eurosport enkele tienduizenden mensen.

 
Publiek geld
Natuurlijk is er een fundamentele discussie te voeren of je van publiek geld zóveel aandacht moet besteden aan De Olympische Spelen. En ja bezuinigen kan nog wel een beetje (als simpele mediajournalist kun je kiezen tussen zes persvoorlichters). Maar als je twee tot drie miljoen mensen twee weken lang oprecht kan laten genieten van de sport dan doe je wel iets goed, toch? Sterker nog, dan kun je de stelling lanceren dat kwaliteit zich altijd uitbetaalt. Die miljoenen kijkers leveren immers weer extra STER-geld op hoewel de inkomsten misschien de kosten niet helemaal zullen dekken.

 
Terugkeer van de waarderingscijfers
Maar het gaat niet altijd alleen om geld in het leven. Misschien moet je het plezier dat je mensen geeft met die programma’s ook meenemen, zoals vroeger de waarderingscijfers werden gemeten. Of moet er in de effectmeting een cijfer komen voor de hoeveelheid leuke gesprekken met collega’s en vrienden die de uitzendingen opleveren? Tijdens mijn treinreis tussen Den Bosch en Utrecht prikten er twee keer tranen in mijn ogen; na het goud van de ontwapende shorttrackster Suzanne Schulting (met geweldig commentaar van Sebastiaan Timmerman) en iets later vertelde Mischa Blok over het moment dat zij werd geadopteerd en pas recent haar biologische vader opzocht. Die emotie is onbetaalbaar toch?
Tuesday, 27 February 2018 | Written by Bas Hakker

Bizar: ‘social media hel’ uit Black Mirror wordt werkelijkheid

Stel je eens voor dat je gedrag op social media bepaalt of je een lening kunt afsluiten. Of je een hotel, treinkaartje of vliegticket kunt boeken. Naar welke school je mag en of je die baan wel krijgt. Deze nachtmerrie uit de hitserie Black Mirror wordt in 2020 werkelijkheid als de Chinese regering, samen met Alibaba en Tencent, de Sesame Credit Score invoert.

 
Soms hoor je iets wat te bizar is om waar te zijn. Dus toen hoofdredacteur Greg Williams van tech-magazine WIRED op het MWG Mediacongres iets vertelde over een social media score die China gaat invoeren, dachten sommigen dat ze het verkeerd hadden begrepen. Maar even later legde Azië-specialist Jacco ter Schegget haarfijn uit hoe het systeem in elkaar zit en dat het al in 2020 ingevoerd wordt. ‘The dark side’ van social media werd het die dag genoemd.

 
Nachtmerrie of game? 
Waarom hebben we daar in Nederland nauwelijks van gehoord? Een zoektocht op Google levert een schat aan verhalen op. Een paar van Nederlandse media als RTLZ en Sprout, maar verder voornamelijk van buitenlandse media. Uiteraard vallen daarin meteen termen als Big Brother, Orwelliaanse nachtmerrie of ultieme politiestaat. Maar Aziatische media zijn opvallend mild en beschouwen het als een extreem doorgevoerd loyality programma of als de ultieme game, waarbij deelnemers extra punten kunnen vergaren.

 
Black Mirror 
Het Sesame Credit Score systeem lijkt opvallend veel op aflevering 1 van seizoen 3 van Netflix-serie Black Mirror, getiteld Nosedive. Daarin beoordeelt iedereen elkaar 24 uur per dag met een puntenscore op social media. Bij de kassa, voor de foto die je deelt van je kop koffie tot een gesprekje in de lift. Je gemiddelde rating - als je er een beetje bij wilt horen boven de 4 op een maximum van 5 - bepaalt alles wat je in je leven doet. Welke baan je krijgt, welk appartement je mag huren, waar je kinderen naar school gaan, maar ook of je die kankerbehandeling wel of niet krijgt. Die score is continu voor iedereen zichtbaar. Als hoofdpersonage Lacie boos wordt omdat ze vanwege een te lage score geen vliegticket krijgt, gaat alles mis in haar leven. Ze zakt steeds verder in haar rating, kan geen goede auto huren en verstoort het huwelijksfeest van haar vriendin. Daardoor zakt ze naar nul en belandt zelfs in de gevangenis.

 
Zwarte lijst 
Obscure fictie, dachten kijkers. Maar nu de werkelijkheid. Het Chinese Sesame Credit Score systeem komt er wel heel dicht bij in de buurt. De bedoeling is dat de ruim 700 miljoen Chinese internetgebruikers - waarvan 90 procent op hun smartphone - een score krijgen voor hun online sociale en financiële gedrag. Die score is straks voor iedereen te zien en bepaalt op  welke diensten ze recht hebben of op welke zwarte lijst ze komen te staan.

Criteria zijn onder meer het op tijd betalen van belasting, boetes, rekeningen van nutsbedrijven en aflossen van hypotheek of lening. Daarnaast kun je punten scoren voor het gebruik van openbaar vervoer, vrijwilligerswerk, eerlijkheid, klanten loyaliteit. Aftrekpunten krijg je voor criminele activiteiten en kritiek. Ook koopgedrag, het posten van betrouwbare of nep-informatie op internet en contacten met andere social media gebruikers spelen een rol.

 
Allesbepalend 
Al die data gaan in een trechter en dan komt er met behulp van een algoritme de Sesame Credit Score uit, een puntentotaal tussen 350 (rood, slecht) en 950 (groen, perfect). Die score is straks bepalend voor tal van zaken en diensten. Voor je verzekeringspremie, de rentepercentages op leningen en hypotheken, toegang tot luxe reizen en hotels, toelating voor scholen en studiebeurzen, de beste plaatsen in bus en trein, maar ook de baan waarop je kunt solliciteren.

 
Onvoorstelbaar 
Het onvoorstelbare is dat de grootste Chinese bedrijven Alibaba en Tencent (van de alles-in-een app WeChat) hierin samenwerken met de Chinese regering. Doel van alle partijen is om samen de betrouwbaarheid van burgers te beoordelen en te waarderen. Hoge scores worden beloond. Slechte niet. Nog onvoorstelbaarder: het systeem is niet iets voor de langere termijn, maar wordt verplicht voor alle Chinezen in 2020.

 
Gedrag gemonitord 
Je hele gedrag op social media wordt gemonitord. Dus als je een foto van het Plein van de Hemelse vrede post of een bericht over de instortende beurs, dan gaat je score naar beneden.

Deel je een positief bericht van de regering over de groeiende economie, dan gaat je score omhoog. Alibaba en WeChat (Tensent) verzamelen ook data uit je aankoopgedrag. Koop je lokale producten of kleren voor je werk, dan gaat je score omhoog. Koop je Japanse producten dan gaat je score naar beneden. Hoe dat werkt en wat daarvan de gevaren zijn laat deze YouTube video zien:

 
https://www.youtube.com/watch?v=lHcTKWiZ8sI

 
Louter voordelen 
Het digitale gedrag op social media wordt dus allesbepalend voor het leven van burgers. Het lijkt een social media hel die werkelijkheid wordt. Chinezen lijken er echter niet zo mee te zitten en zien vooral de voordelen. Wie veel punten vergaart krijgt voorrang bij reizen, openbaar vervoer, banken en verzekeringen, opleidingen en banen en korting op producten en diensten. Wie wil dat nou niet? In een samenleving die al duizenden jaren geleid wordt door een centrale, allesbepalende overheid niet zo’n vreemde houding. Daarom had Ter Schegget tijdens het MWG-congres nog een positieve vraag voor het publiek, namelijk: Wat kun je hier als marketeer mee doen? Sowieso zullen er vast wel weer slimme handelaren opstaan bij wie je extra punten kunt kopen, net zoals bij influencer marketing views en likes ook massaal te koop zijn.
Monday, 26 February 2018 | Written by André Oerlemans

Wat doen marketeers op de huishoudbeurs? Klanten ontmoeten natuurlijk

Door John Faasse

Waarom gaat een mens naar de Huishoudbeurs? De argeloze forens die dezer dagen Station RAI aandoet moet zich een weg banen door een woud van boodschappentrolleys, voortgetrokken door dames op gemaksschoeisel, in lange broek, meest afgetopt met pittig korte kapsels.

 
Ze komen voor de gezelligheid, het gratis eten, de samples, de folders, de workshop ‘schrijven op papieren zakken’ (als je het ‘paper bag handletteren’ noemt zijn er nog verrassend veel liefhebbers), of de workshop ‘macramé je eigen plantenhanger’, wat sinds de jaren ’70 kennelijk weer helemaal terug is van weggeweest. De enkele verdwaalde man op de Huishoudbeurs moest mee omdat hij zijn vrouw geen boodschappentrolley voor haar verjaardag wilde geven of hoopt volgend jaar met zijn nieuwe huishoudbeursrelatie naar de aanpalende 9-maandenbeurs te kunnen gaan.

 
Niet voor de merkbekendheid
Maar waarom gaat een merk naar de Huishoudbeurs? Voor het opbouwen van merkbekendheid hoef je het niet echt te doen. Die 235.000 bezoekers zijn samen goed voor nog geen 2 procent kijkdichtheid (20 jaar en ouder). En dan moeten ze ook maar net langs je standje komen.

Toch vinden we een aantal bekende merken onder de exposanten op de huishoudbeurs. Van de 315 exposanten dit jaar zou ik er een stuk of 50 onder die noemer plaatsen. Retailers, zoals Albert Heijn, Blokker, Coop, Hans Anders en Kruidvat. Maar ook merken als AEG en Dyson, Fruitella, Heineken, Iglo, Koetjesreep, Lipton, Maaslander, Omo, Red Bull en WC Eend (bien étonnés de se trouver ensemble) en, niet te vergeten:  de Evangelische Omroep, Justlease, Kärcher, Karwei, de Nationale Postcode Loterij en…Mascotte.

Als ze er niet staan om bekender te worden, waarom dan wel? Bijvoorbeeld om nieuwe productvarianten te introduceren. Nieuwe verpakkingen, andere smaken. Dingen die je moet zien, ruiken, voelen, proeven of proberen. En dan zijn 235.000 mensen die speciaal daarvoor gekomen zijn (en niet overvallen worden tijdens hun boodschappenrondje om half zes in de supermarkt) ineens een heel interessante doelgroep. Voor minder bekende merken kan de Huishoudbeurs een opstapje zijn naar ‘trial’ en meer bekendheid. Dus hopelijk hebben Melis d’r Zoenen, Neppers Hairwear en De Twentse Hansworst in die zin profijt van hun beursdeelname dit jaar.

235.000 mensen die een leuke dag willen hebben en ervoor in zijn om iets nieuws te proberen staan waarschijnlijk meer open voor aanbiedingen. Voor abonnementenverkoop, leden- en sponsorwerving is de huishoudbeurs een goede keus. Er staan naast de eerdergenoemde EO en Postcode Loterij dan ook behoorlijk wat dagbladen- en tijdschriftverkopers.

 
Niet per se iets verkopen
Maar misschien hoeven al die merken niet per se iets te verkopen op de Huishoudbeurs zelf. Het is natuurlijk bij uitstek de plek voor een marketeer om de mensen die je wasverzachter kopen in het wild te kunnen ontmoeten. Wie zijn die mensen die je tegenkomt op de Huishoudbeurs? Onderzoekbureau Vostradamus deed een profielanalyse van de bezoekers van de Huishoudbeurs. 81 procent is vrouw, 61 procent is tussen de 20 en 49 jaar oud, 30 procent is 50 jaar of ouder. Daarmee zijn de bezoekers relatief jonger dan de hele Nederlandse bevolking. Ook de middeninkomens zijn oververtegenwoordigd onder de beursbezoekers, terwijl de laagste inkomens juist licht ondervertegenwoordigd zijn. Kennelijk is 17,50 euro voor een kaartje toch een drempel voor sommigen. De Huishoudbeursbezoekers kijken aanmerkelijk meer series dan gemiddeld, zowel op TV als op Netflix. Hetzelfde geldt voor showprogramma’s. Voor sport- en praatprogramma’s blijven ze niet thuis. Nieuwe merken kunnen de Huishoudbeurs gebruiken als springplank voor hun merkbekendheid. Voor de grote jongens is het een mogelijkheid om nieuwe producten te introduceren, om hun doelgroep te ontmoeten en direct te zien en te horen wat die vinden van een deodorant die ruikt naar leer en koekjes.

En wat die Mascotte vloeitjes daar nu te zoeken hebben? Misschien moet ik volgend jaar toch zelf eens naar de Huishoudbeurs.
Research director John Faasse van onderzoeksbureau Vostradamus is bijna 30 jaar werkzaam in onderzoek. Hij heeft een schat aan ervaring, een grote kennis van media en reclame en een onstuitbare honger naar wetenschappelijke onderbouwing voor zijn werk.
Thursday, 22 February 2018 | Written by Redactie Frank.News

NPO Radio 2 lost concurrentie

DOOR LINDA HARING

NPO Radio 2 steekt met kop en schouders boven de rest uit met een zenderaandeel van 17,1 procent. Dat blijkt uit de luistercijfers van december en januari. Het verschil is ruim 6 procent met runner up Sky Radio (10,9 procent). Radio 538 is de nummer drie met 10,7 procent.

De Top 2000 heeft NPO Radio 2 geen windeieren gelegd, de hitlijst van december is ongekend populair is en die populariteit neemt alleen maar toe de afgelopen jaren. Daarnaast heeft NPO Radio 2 het complete afgelopen jaar de wind mee gehad en is in alle tijdvakken gegroeid ten opzichte van het voorgaande jaar. Het aantrekken van bekende DJ’s en het aanpassen van de programmering hebben hiertoe bijgedragen.

Daar waar het met NPO Radio 2 enorm goed gaat, zakt NPO 3FM steeds verder weg een heeft de zender nog een zenderaandeel van ‘slechts’ 3,8 procent. De zender leverde bijna een derde zenderaandeel in ten opzichte van het voorgaande jaar. Over de gehele linie wordt fors ingeleverd in aandeel, echter in het tijdvak tussen 10 en 16 uur meer dan in de spitstijdvakken op de doordeweekse dagen.

Hieronder een kort overzicht van de grootste stijgers en dalers van deze meting ten opzichte van de vorige meting:

Stijgers: NPO Radio 2, Sky Radio, Radio Veronica, Radio 10, Qmusic, 100% NL en Slam
Dalers: Radio 538, ORN Radio, NPO Radio 1, Overige zenders, E-Power Radio, NPO 3FM, NPO Radio 5, Classic FM
Gelijk: NPO Radio 4, BNR Nieuwsradio en Sublime FM

 
Veel radiozenders hebben overigens, naast NPO Radio 2, het zenderaandeel zien toenemen in 2017 ten opzichte van 2016. De grootste procentuele groeiers in zenderaandeel zijn BNR Nieuwsradio en Radio 10. Het aandeel van Radio 538 is over de hele linie gegroeid, waarbij Coen en Sander het aandeel in de middag lieten groeien van 11,9 procent naar 12,4 procent. In het ochtendtijdvak (6.00-10.00 uur) blijft Edwin Evers heer en meester met een aandeel van 15,2 procent in 2016 en 15,6 procent in 2017.
Tuesday, 20 February 2018 | Written by Redactie Frank.News

Techspecialist Ben van der Burg over de Fitbit: ‘Het blijft een niche’

Franks Cases, deel 3

De Fitbit is één van de populaire acitivity trackers onder de smartwatches. Deze hippe gadget is meer dan een stappenteller. Hij geeft je inzicht in je activiteiten gedurende een dag, meet je hartslag en houdt je slaapritme bij. Toen we deze ogenschijnlijke succescase aan techspecialist  en -ontwikkelaar Ben van der Burg (commercieel directeur bij Triple) voorlegden, bleek hij minder positief: ‘De hype is over en het blijft een niche’.

 
De Fitbit heeft tussen alle ‘stappentellers’ de laatste jaren veel terrein gewonnen als smartwatch. Sporters én niet-sporters gebruiken hem voor hartslag en dagelijkse activiteit. Je downloadt de bijbehorende app op je smartphone en je kan aan de slag. Het is een leuke gadget om te zien en je hebt diverse modellen en mogelijkheden.  Fitbit lijkt - zeker in Nederland - niet veel aan grote marketingcampagnes te doen en moet het hebben van mond-tot-mondreclame, reviews en het bouwen van een community.

Hardware en gadgets maken is gewoon moeilijk, volgens Van der Burg. ,,Ik las dat Apple wel acht miljoen smartwatches heeft verkocht, dus dat is vrij redelijk. Maar niet als je dat vergelijkt met de verkoop van iPhones: 74 miljoen in het vierde kwartaal van vorig jaar.”
Fitbit heeft wereldwijd 25 miljoen actieve gebruikers, maar volgens gegevens van de site Statista was er het afgelopen jaar nauwelijks groei. In het tweede kwartaal van 2017 verkochten het bedrijf 3,4 miljoen ‘devices’, 14 procent meer dan in het eerste kwartaal, maar 40 procent minder dan in het tweede kwartaal van 2016.
 
Hype komt langzaam op gangVan der Burg zegt dat de hype rond smartwatches in het algemeen en activity trackers in het bijzonder slechts langzaam op gang komt. ,,Ook Apple is met zijn eigen versie op de fitness doelgroep gaan inspelen. Dat is wel een use case. Er zijn continue fitnessonderzoeken. Daarnaast veranderen ook de inzichten voortdurend. Neem die tienduizend stappen die jij en ik dagelijks zetten. Nu is er bijvoorbeeld een onderzoek waaruit naar voren komt dat je drieduizend stappen moet zetten in een sneller tempo voor resultaat.”

 
Polar tijdens schaatsloopbaanHij neemt ons mee naar vroeger, toen hij bij de top van het langebaanschaatsen behoorde. ,,Ik had al eind jaren tachtig een hartslagmeter c.q. smartwatch, of hoe je het ook wilt noemen. Dat was een Polar en die bestaat nog steeds. Mensen hadden in die tijd nog nooit van een stappenteller gehoord. Met infrarood gingen die gegevens in je computer en dan kreeg je een grafiekje wat je hartslag was. Topsporters gebruiken het nog steeds, want het is hoge kwaliteit. Het was natuurlijk heel lang best lastig om verder te ontwikkelen, want de computerkracht was niet goed genoeg en ook het algoritme niet. Toen paste het uiteindelijk in een klein device en werd ook de hardware goedkoper. Maar de doorsnee consument had aanvankelijk zoiets van: wat moet ik ermee? In het begin is het nog heel hip en gaaf. Maar iedereen die in de technologie werkt, snapt dat het allemaal begint met een ringtone en Snake spelen op je mobiel. Stappentellen is niet top of mind: het is niet cruciaal voor de omwenteling van de aarde of het gedrag van mensen. Het evolueert naar een fundamentele toepassing of niet. Je wilt je gezondheid meten. Is mijn bloeddruk goed, en over een langere termijn: is mijn nachtrust voldoende als ik ziek ben.”

 
‘Het blijft een niche’
Nu gaan we terug naar de Fitbit: hoewel innovators nieuwe dingen bedenken om de mensen mee te krijgen, blijft het een niche in zijn ogen. ,,Je krijgt dus specifieke groepen die het gebruiken. Fitbit zoekt en vindt het lastig tot nu toe die specifieke groep aan te sluiten.” Als hardwaremaker heb je gewoon een moeilijke positie, want dan moet je volgens Van der Burg ‘een onwijs tech brand’ zijn. Dan kom je dus al snel bij Samsung of Apple uit en die laatste partij staat er rond de smartwatch trend nu het beste voor.
Van der Burg onthult dat hij als topsporter op een gegeven moment al die meetapparatuur afdeed. ,,Als je sport is het heel goed om te meten, maar wil je een stap beter worden, dan moet je apparatuur ook weg kunnen laten en naar je gevoel luisteren. Anders ben je alleen maar met je stappen of hartslag bezig en treed je niet met open vizier de wereld tegemoet. Je moet een gevoel krijgen van hoe je in het leven staat.”

 
‘Het gaat om het businessmodel’In het sociale aspect ziet hij ook niet zoveel. Fitbit werkt aan een Facebookachtige community: hoe socialer je bent, hoe fitter je wordt, zeggen ze. ,,Nee, die hele peer pressure is uit. Daarom gaan we naar gesloten groepen toe. Communities werken goed, maar het gaat uiteindelijk om het businessmodel. Als hardwarebedrijf gaat Fitbit nu naar software, maar voor die verticale integratie heb je zoveel marktpower nodig. Ik zie Fitbit dat als bedrijf niet doen. Dan moet je mensen een ander device laten aanschaffen en multiplatform gaan, dus zorgen dat je overal aanwezig bent. Dat moet exclusief of veel beter zijn.”

 
De iPhone 10 van de ‘stappentellers’De kernvraag die we moeten stellen: ik ben nu de CEO van Fitbit, wat doe ik (in theorie)? ,,Ik zou niet te veel differentiëren en een niche community houden,’’ zegt Van der Burg. ,,Ik zou ook één ambitieus veel te duur ding op de markt brengen. Zoiets als de iPhone 10, waarvan de innovators zeggen: die moet ik hebben. Daarnaast zou ik er ook één voor de massa maken. Een hele goedkope met maar een paar kleine functies, voor pakweg 25 euro. Die is leuk om een keer naast je Apple Watch om te doen. Vervolgens moet je zorgen dat je op Android en iOS écht goede community apps maakt. En wat marketing betreft: bedenk gekke dingen. Dus niet alleen maar meer en verder, want dat doet iedereen al. Nee: de minste meters in de minste stappen.”  Van der Burg ziet voor gadgets als Fitbit vooral mogelijkheden in e-health, ofwel digitale gezondheidszorg. ,,Dat je zelf je algemene gezondheid in de gaten kan houden: zoals hartslag, bloeddruk, een ECG nemen, et cetera. Dat heeft toekomst.”

 
Gebruiker is enthousiastOkay, dat vindt de voormalig schaatser en kenner, maar er zijn ook andere meningen. We hebben nog een Fitbit-gebruiker en e-health specialist gepolst over zijn ervaringen met deze acitivity tracker. Joost Lommers, QA (Quality Assurance) bij een IT-bedrijf in e-health werkt dagelijks met gadgets en heeft niet het gevoel dat de populariteit van de Fitbit afneemt. ,,Ik ken de cijfers niet, maar binnen mijn referentiekader zie ik het gebruik vooral toenemen. Dat kan natuurlijk vertekenen.”
Hij is enthousiast over zijn Fitbit. ,,Zo’n acht maanden geleden kocht ik mijn eerste, de Flex 2 die toen net uit was: een eenvoudige tracker. Ik wilde vooral weten hoeveel stappen ik dagelijks daadwerkelijk maakte, nadat ik een beetje inzicht had gekregen via de health-app op mijn iPhone.”

 
Goed uit de reviewsFitbit heeft volgens hem een streepje voor op andere acitivity trackers als Apple Watch 2/3, Jawbone en Tomtom. Daarbij kwam hij ook het beste uit de reviews. ,,Na drie maanden met de Flex 2 te hebben gelopen was ik zeer enthousiast over de resultaten en wist ik wat ik echt wilde. Vervolgens heb ik een Fitbit Alta HR gekocht. Daar kreeg ik een display bij - en dus hoef je niet steeds je telefoon te checken -  en een hartslagmeter (HR). Mijn vriendin kreeg mijn Flex 2 en is er blij mee.”
Voor Lommers is het belangrijkste dat het apparaat accuraat zijn stappen telt en ook een seintje geeft als hij te weinig stappen heeft gezet in een uur, zijn hartslag bijhoudt, een goed af te lezen display heeft, een beetje stijlvol is en zijn slaap accuraat monitort.
,,Het enige verbeterpunt is dat de Alta HR nog meer waterdicht is - net zoals die Flex 2 - dan kan hij ook aan blijven tijdens het douchen.”
Tuesday, 20 February 2018 | Written by Suzanna Timmer

‘Agressieve’ Chinese merken bezorgen marketeers hoofdpijn

Voor Chinese merken geldt slechts één wet in de strijd met hun concurrenten: winner takes all. Daarom zijn ze sneller, agressiever en efficiënter. De komende jaren zullen ze het westen penetreren. Daar krijgen CMO’s hoofdpijn van, stelt Aziëkenner Jacco ter Schegget.

 
Op de wereldkaart in de Chinese Bosatlas is China het centrum van de wereld. Aan het ene uiteinde ligt Amerika en aan het andere Europa en Afrika. Het geeft precies weer hoe Chinezen tegen de wereld aan kijken. Dat vertaalt zich ook in de marketingstrategie van merken, stelt Jacco ter Schegget. Hij stapte in 2014 over naar Azië, werkte tot 2017 voor OgilvyOne in China en is sinds september 2017 CEO South East Asia bij Mirum en J. Walter Thompson in Singapore. Hij geldt als kenner van de oosterse mediabranche en sprak daarover tijdens het jaarlijkse MWG Mediacongres in Amsterdam.

 
Geen businessplan 
,,Het Chinese medialandschap is uniek. Merken als Alibaba en Tencent hebben niets gemeen met hun westerse counterparts,” stelt Ter Schegget. ,,Chinese partijen werken niet met elkaar samen zoals Google en Amazon. In China geldt: winner takes all. Ze maken geen businessplan, maar gaan het gewoon proberen. Dat zie je bijvoorbeeld bij de aanbieders van deelfietsen, zoals Mobike. In een mum van tijd had je zes grote aanbieders, waarvan er al weer drie failliet zijn. Daardoor liggen overal afgedankte fietsen.”
,,Het Chinese medialandschap is uniek. Merken als Alibaba en Tencent hebben niets gemeen met hun westerse counterparts,” stelt Ter Schegget.
Sneller en agressiever 
Dat kan ook succesvol uitpakken. Een lokaal merk als Magsu, dat op internet niet eens te vinden is, maakte een rozenblaadjes serum en lanceerde dat via e-commerce. ,,Binnen een dag had het merk een miljoen dollar omzet, maar als het niet zou werken was het ook prima,” vertelt Ter Schegget. Een ander voorbeeld is Grab, de Aziatische tegenhanger van Uber en de grootste unicorn in de regio - een startup die nu al meer dan een miljard dollar waard is.
Ter Schegget: ,,Dit soort lokale merken zijn sneller, agressiever en efficiënter. Dat geeft CMO’s hoofdpijn. Want dit waait niet over. Veel producten uit China en Zuidoost Azië zullen het westen gaan penetreren.”
 
Global brands 
Nu al zijn veel Chinese merken bezig om global brands te worden. De bekendste zijn Lenovo, Huawei - beiden consumenten elektronica -, e-commercebedrijf Alibaba, Elex (mobile gaming) Air China en Tencent (alles-in-een-app WeChat). Maar in de top 50 van Chinese Global Brand Builders van WPP en BrandZ staan nog veel meer e-commerce- en elektronica merken. Merken die overzeese consumenten nu nog niet kennen, maar die de stap gaan maken. Een bedrijf als Alibaba is nu nog vooral geïnteresseerd om westerse producten bij zijn Chinese klanten te krijgen, maar die route kan het bedrijf over een paar jaar ook omdraaien. ,,Azië komt eraan,” voorspelt Ter Schegget.

 
Machtsgreep 
China, dat was toch het land van de lage lonen en goedkope namaakproducten? Dat beeld is volgens Ter Schegget al lang veranderd. De Chinese economie groeit harder dan die in de EU - 6,6 om 2,5 procent -, het land koopt havens en mijnen in Europa en Afrika, heeft inmiddels een relatief snelle treinverbinding met Europa, maar vooral: een snel groeiende middenklasse die naar de steden trekt. Ter Schegget: ,,Het land heeft ruim 700 miljoen internetgebruikers, maar dus ook 600 miljoen mensen die nog niet op internet zitten. Elk jaar komen er 100 miljoen nieuwe consumenten in de middenklasse bij in China. In Zuidoost Azië is dat 80 miljoen.”

 
Andere cultuur 
Merken die zich op de Aziatische markt willen storten, moeten rekening houden met cultuurverschillen. Zo telt de regio 240 miljoen moslims, van traditioneel tot hip. Ook Confucius en het Boeddhisme spelen een belangrijke rol. ,,Mensen zitten niet te wachten op dogma’s en moralisme, maar ze smullen wel van emotionele verhalen,” aldus Ter Schegget.

Een voorbeeld daarvan is de Thaise commercial van telecombedrijf True Move H. Daarin wordt een zwerfjongetje betrapt op diefstal, maar krijgt hij van een vriendelijke winkelier soep en medicijnen mee voor zijn zieke moeder. Dertig jaar later redt het jongetje als dokter het leven van de man en betaalt diens ziekenhuisrekening. Dat alles onder het motto ‘Giving is the best communication’.

 
https://www.youtube.com/watch?v=N9TWrti5gAY

 
 
Een verhaal dat mensen tot tranen beroert, maar een commercial die in het westen niet makkelijk aan zou slaan, aldus Ter Schegget.

 
Joint promotion 
Voorbeelden van succesvolle joint promotion tussen westerse en Chinese merken zijn er ook. Zo lanceerde KFC- zeer populair in China - vorig jaar in samenwerking met Huawei een rode,  speciale Enjoy 7 smartphone, met eigen logo, om zijn dertigjarig bestaan in China te vieren. Met een eigen app waarmee klanten bestellingen kunnen doorgeven en hun eigen muziek kunnen kiezen en afspelen, als een soort digitale jukebox-app.

 
https://www.youtube.com/watch?v=td_l8lXzEHk

 
 
Innovatie en technologie 
Waar Chinese merken goed in zijn is innovatie en (data-)technologie. Daarin lopen ze volgens Greg Williams, trendwatcher en hoofdredacteur van technologie magazine WIRED, voorop ten opzichte van het westen. Of het nu gaat om AI, machine learning, robotica, drones, zelfrijdende voertuigen, consumentengedrag, zonne-energie of VR-cafés.
,,China is geen land van copycats meer, maar van innovatie. Veel nieuwe zaken zullen als eerste in China gebeuren,” vertelde hij op het MWG-congres.
 
Mobile first cultuur 
Het land heeft 653 miljoen smartphone gebruikers en is daardoor de eerste echte mobile first cultuur. Werkelijk alles gebeurt er op de mobiel, bijvoorbeeld via de app WeChat, een combinatie van Twitter, iDEAL, Uber, Facebook, WhatsApp, Tinder en noem maar op. ,,Je kunt er alle boodschappen mee doen en zelfs je doktersafspraak op regelen,” vertelt Williams.

Dat is in China overal op straat zichtbaar. In de meeste restaurants kun je bijvoorbeeld bestellen aan de hand van een QR-code op je tafel. Zelfs een simpele foodtruck heeft ze op de ramen. ,,Zo bestel je, betaal je en krijg je eten,” zegt hij.

 
5 Regels
Om als merk succesvol te kunnen zijn in een cultuur van innovatie en technologie geeft Williams vijf stelregels:

1: Done is better than perfect. Oftewel: Kinderziektes filteren we er later wel uit. Je moet je product zo snel mogelijk in handen van mensen zien te krijgen;

2: Snelheid is het allerbelangrijkste. Hou de vaart erin. Het product hoeft nog niet perfect te zijn;

3: Bied veel ruimte voor experimenten;

4: Bied ruimte om fouten te maken of te mislukken. Zo krijg je kansen om te leren en te verbeteren;

5: Je moet risico’s durven nemen.
Monday, 19 February 2018 | Written by André Oerlemans

Wie is er sponsor als ‘eSports’ Olympisch zijn?

Wat is de overeenkomst tussen voetballer Neymar en eSports speler Faker? Ze worden allebei gesponsord door Gillette, maar vooral: ze hebben allebei miljoenen fans in de wereld. Nog acht of twaalf jaar, zeggen deskundigen, dan staan eSports op de Olympische Spelen. Daarom stappen steeds meer merken in.

 
eSports zijn de afgelopen jaren volwassen geworden. Wereldkampioenschappen van de populairste game League of Legends (LOL) worden wereldwijd door 100 miljoen kijkers gevolgd en vinden plaats in stadions met wel 20.000 bezoekers. De openingsceremonie doet niet onder voor die van de Olympische Spelen - compleet met virtuele draken -, er zijn gesponsorde teams en de beker lijkt veel op de cup uit de Champions League. Terwijl de spelers de kalmte zelf blijven, schreeuwen de commentatoren alsof Brazilië op het WK heeft gescoord.

 
https://www.youtube.com/watch?v=67ZeMZhbQbQ

 
Gewoon een spelletje?
Experts spreken liever over new world sports dan eSports. De Nederlandse judokampioen Ruben Houkes - Wereldkampioen in 2007, bronzen medaille op de Spelen van 2008 - helpt merken met zijn sportmarketingbureau 2Basics de wereld van eSports betreden. Net zoals het voor veel marketeers een compleet nieuwe wereld is, was het dat ook voor Houkes. ,,Voor mij als traditionele sporter in een wit judopak was het moeilijk om deze wereld als sport te gaan zien,” vertelde hij tijdens het jaarlijkse MWG Mediacongres in Amsterdam. ,,Is het niet gewoon een spelletje spelen?”

 
Ongelooflijk populair 
Toen zag hij hoe ongelooflijk populair eSports zijn in Azië en hoeveel mensen er aan meedoen. Een bedrijf als ESL, de Electronic Sports League, organiseert wereldwijd competities en wedstrijden. In Nederland zijn er op een totaal van 7,1 miljoen gamers al 605.000 eSports spelers. eSports worden vooral op internet bekeken, maar niet alleen op YouTube. Op een kanaal als Twitch, in 2014 overgenomen door Amazon, kunnen meer dan honderd eSports live gevolgd worden. Op piekmomenten veroorzaakt Twitch in de VS 1,8 procent van het internetverkeer. Dat is meer dan waar Facebook en Amazon verantwoordelijk voor zijn.

 
Toen sponsor Gillette Faker begin vorig jaar inlijfde, tweette Neymar: ‘Glad to see another champion on team Gillette. Welcome.’
 
In Nederland behoort 6 procent van de internetgebruikers tot het eSports publiek. In Europa is dat al 12 procent. En dan gaat het niet alleen over FIFA, dat in Europa populair is, maar wereldwijd ‘slechts’ 20 miljoen spelers telt. Ter vergelijking: League of Legends telt er 103 miljoen. De allerberoemdste speler is de Koreaan Lee Sang-hyeok, alias Faker. Hij is in de eSports-wereld net zo groot als voetballer Neymar. Toen sponsor Gillette Faker begin vorig jaar inlijfde, tweette Neymar: ‘Glad to see another champion on team Gillette. Welcome.’

 
Interessant voor merken
Volgens Houkes is deze wereld potentieel interessant voor merken. Red Bull, Coca Cola, Intel, Nissan, Geico en American Express zijn al ingestapt. ,,Je kunt een jonge doelgroep bereiken, er is veel interactie met je doelgroep en kijkers kunnen zich vereenzelvigen met hun helden,” vertelt Houkes. ,,Daarom stappen steeds meer merken in eSports.”

 
Wanneer Olympisch?
De populariteit groeit zo snel dat experts eSports als een mogelijk nieuwe Olympische discipline zien. Niet voor niets organiseerde sponsor Intel vlak voor het begin van de Olympische winterspelen in Pyeongchang de Intel Extreme Masters. Houkes: ,,Er is een grote kans dan eSports over acht of twaalf jaar op de Olympische Spelen zullen staan. Als volwaardige discipline of als een evenement ernaast zoals de Paralympics. Misschien hebben we in 2028 al de eerste Olympisch kampioen.”

De vraag is wie dan zijn of haar sponsor zal zijn?

Thursday, 15 February 2018 | Written by André Oerlemans

By accepting you will be accessing a service provided by a third-party external to https://www.candidplatform.com/

Be Candid,
it’s contagious.

Candidness is the quality of speaking with
honesty and authenticity. Our Candid editorial
team shares stories that matter on media, data,
marketing, creativeness and technology.